Programmaboekje 1.03.2013 Bl!ndman [sax]: 32 FOOT/ The organ of Bach

Page 1

BL!NDMAN [sax]: 32 FOOT/The Organ of Bach 12|13

01.03.2013 Bach 3/4


Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 22u00 vermoedelijk einde concert

Bach 2012 | 2013 Amandine Beyer (barokviool) vr 18 januari 2013

1/4

Raphaella Smits (gitaar) zo 10 februari 2013

2/4

Bl!ndman [sax]: 32 FOOT/Sweelinck-Bach vr 1 maart 2013

3/4

Hopkinson Smith (teorbe) wo 17 april 2013

4/4

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs. www.joostarijs.be


Programma J.S. BACH (1685-1750)/ arr. E. SLEICHIM Pedal-exercitium in g, BWV 598 (voor 1708) Passacaglia in C minor, BWV 582 (1708-12) Passacaglia Fuga Trio in d, BWV 583 (1723-9) Toccata, Adagio en Fuga in C, BWV 564 (ca. 1712) J.P. SWEELINCK (1562-1621) Fantasia Cromatica, SWV 258 PAUZE P. BARTHOLOMテ右 (1937) Ricercar (nog opzoeken) J.S. BACH / ARR. E. SLEICHIM Concerto in d naar Vivaldi, BWV 596 (1708-17) Allegro - Grave - Fuga Largo e spiccato Allegro Fuga in g, BWV 578 (voor 1707) Bl!ndman [sax] Koen Maas, sopraansax Roeland Vanhoorne, altsax Piet Rebel, tenorsax Raf Minten, baritonsax Eric Sleichim, artistieke leiding, arrangementen en elektronica Reitze Smits, dramaturg en repetitor


01.03.2013 | BL!NDMAN [sax]: 32FOOT/ The

Organ of Bach

Geen imitatie maar transformatie Een gesprek met Eric Sleichim Door Katherina Lindekens Muziek arrangeren voor saxofoonkwartet? Ooit leek het Eric Sleichim nog een slecht idee. Gelukkig zou hij zich bedenken. De succesproductie BL!NDMAN plays Bach (2000) krijgt vandaag een even welluidend als overweldigend vervolg: 32 FOOT/The Organ of Bach. Naar aanleiding van dit nieuwe project praten we met de artistiek leider van BL!NDMAN over het orgel en de saxofoon, over Bach en Bartholomée, en over de hedendaagse resonantie van het muzikale verleden.

Welke betekenis heeft Bach voor jullie als ensemble?

Oorspronkelijk wilde ik met BL!NDMAN alleen muziek spelen die voor saxofoonkwartet was gecomponeerd. Bewerkingen waren uitgesloten. Wel sloegen we tijdens repetities en soundchecks af en toe een koorboekje open om willekeurige koralen te spelen, een uitstekende oefening voor een ensemble omdat je elkaar in deze muziek onmogelijk kan bedotten. Na verloop van tijd werd die vingeroefening bijna een mystieke ervaring. Zo ontstond BL!NDMAN plays Bach, waarvoor ik Bachs koraalpartita’s bewerkte. Hoewel het niet onze bedoeling was om op die ingeslagen weg door te gaan, zou oude muziek ons pad nu en dan blijven kruisen. Zo verdiepte ik me in de vroege meerstemmigheid, in de polyfonie van Ockeghem en

Josquin, in de Duitse barok en de orgelmuziek van Buxtehude. Gaandeweg raakte ik vertrouwd met de bewerkingspraktijk en besefte ik dat een goed arrangement veel kan vertellen over het origineel en er iets zinvols aan kan toevoegen. BL!NDMAN heeft lang gezocht naar een moderne saxofoonklank die oude muziek in een nieuw licht zou kunnen plaatsen. We hechten bijvoorbeeld veel belang aan timbre, aan de manier waarop we onze klankkleur kunnen beïnvloeden door ons hele lichaam en zelfs onze stembanden te gebruiken, bijna zoals zangers dat doen. Daarbij baseren we ons sterk op de sonoriteit van de taal. In dat opzicht zijn vocale muziek en de retorische kracht van Bachs orgelwerken een onuitputtelijke inspiratiebron. Toen het Festival Oude Muziek Utrecht me vroeg om een programma samen te stellen rond Sweelinck en Bach, leek de tijd me rijp om die muzikale wereld opnieuw op te roepen.

Waarom laat orgelmuziek zich zo mooi verklanken door een saxofoonkwartet? En leent elk repertoire zich even goed tot die vertaalslag?

Net als de saxofoon is het orgel in wezen een riet dat klank voortbrengt door een luchtkolom te doen vibreren. Een orgel dat perfect op een bepaalde kerk is afgestemd, genereert ook zeer veel boventonen


(frequenties die zacht meeklinken met de grondtoon en die een akkoord of instrument zijn specifieke timbre verlenen, red.) Die hebben saxofoons sowieso – zeker bij BL!NDMAN, aangezien we met een open klank werken en onze intonatie nauwkeurig op die boventonen of harmonieken afstemmen. Bovendien heeft elk saxofoontype – van de sopraan-, alt- en tenor- tot de baritonsax – een eigen spectrum aan boventonen en dus een heel specifieke kleur en karakter. Deze ‘registers’ komen grotendeels overeen met die van de menselijke stem, van sopraan tot bas. Hoe uitgesprokener het vocale karakter van muziek, hoe beter ze dus tot haar recht komt in onze bezetting. Muziek die zeer virtuoos is ligt moeilijker, omdat die op saxofoon al snel jazzy gaat klinken. En daar kijk ik erg voor uit, omdat ik niet hou niet van fusion of cross-over.

Hoe moeten we de titel van dit nieuwe programma interpreteren?

Toen ik het orgeloeuvre van Bach doornam, viel het me op dat hij zelden een specifiek register voorschrijft. De pedaalpassages zijn wel duidelijk bedoeld voor de langste orgelpijpen of baspijpen, die 16-voeters en 32-voeters worden genoemd. In één enkele partituur maakt Bach expliciet gewag van dat 32-voetsregister: die van Vivaldi’s Concerto in d, dat hij bewerkte voor orgel. Het is een prachtig stuk, waarin we ons vocale klankconcept en de majestueuze rijkdom van het orgel kunnen verenigen met Vivaldi’s spitante, instrumentale virtuositeit. Algauw werd duidelijk dat dit concerto het zwaartepunt van het programma zou worden. Van daaruit lonkte ik naar enkele andere werken waarvan ik nooit had kunnen voorspellen dat ik ze zou bewerken, zoals de Passacaglia in

c en de Toccata in C. Al deze muziek had obstakels voor ons in petto, zoals dat lage 32-voetsregister, dat onmogelijk door een saxofoon kan worden vertolkt. Ons antwoord op die uitdagingen is de fusie van de saxofoonklank met live electronics. Zo werken we met orgelsamples en bedient de baritonsaxofonist pedalen die zijn klank één of twee octaven verlagen. Daarnaast volg ik de partituur op de voet en voeg ik nu en dan bepaalde boventonen toe. Op die manier wordt die typische, overweldigende orgelklank gesuggereerd.

Hoe maakt u de oversteek van de orgelpartituur naar het saxofoonkwartet?

In de eerste plaats onderzoek ik of een bepaalde melodielijn binnen het bereik van een van de saxofonisten ligt. Als dat niet het geval is, moet ik ze verdelen over meerdere instrumenten, wat wel eens een boeiend vraag-en-antwoordspel oplevert dat niet als zodanig in de partituur stond. Daarnaast laat ik me leiden door de structuur van de muziek, zoals het spel van thema’s, tegenthema’s en doorwerkingspassages in de fuga’s, of de variatietechniek in de Passacaglia. Ik denk ook grondig na over de articulatie, over de afwisseling tussen gebonden en losse noten, omdat een blazer op dat vlak veel meer mogelijkheden heeft dan een organist. Tot slot spelen er natuurlijk ook menselijke factoren mee. Onze sopraansaxofonist heeft bijvoorbeeld een loodzware partij en moet dus te gepasten tijde door de andere musici worden afgelost. Voor elk arrangement probeer ik me eerst zo goed mogelijk te informeren over de muziek, door ze grondig te analyseren, door te luisteren naar verschillende organisten en te praten met specialisten. Op basis van die research maak ik mijn ei-


gen keuzes, waarbij ik ook mijn intuïtie laat spreken. Het gaat me immers nooit om de exacte imitatie maar om de zinvolle transformatie van een werk.

Doordat de polyfonie over meerdere instrumenten wordt verdeeld, komt ze paradoxaal genoeg nog beter tot haar recht. Hoe houden de musici die illusie van een levend, ‘multimenselijk’ orgel in stand? Door thema’s, motieven en melodieën haast ongemerkt aan elkaar door te geven, als in een muzikale estafette. En dat is niet zo makkelijk. Niet alleen moeten de verschillende registers schijnbaar naadloos in elkaar overlopen, ook technisch en qua ensembledynamiek moet alles perfect kloppen. Aan die muzikale goocheltruc gaat hard labeur vooraf.

Welke rol spelen Sweelinck en de hedendaagse componist Pierre Bartholomée in dit programma?

Sweelincks Fantasia Cromatica bewerkte ik al een hele tijd geleden, maar ik voel dat we er nu pas klaar voor zijn. Het is ontzettend moeilijke muziek. Dat geldt ook voor het Ricercar van Bartholomée, in mijn ogen het beste werk dat ooit voor saxofoonkwartet werd geschreven. Sweelinck en Bartholomée belichamen respectievelijk Bachs muzikale verleden en toekomst. Door deze drie componisten naast elkaar te plaatsen, traceren we de geschiedenis van compositietechnieken zoals de variatiekunst en de fuga, die Bach zo meesterlijk beheerste. Het is ook boeiend om te observeren hoe het muzikale concept van tijd door de eeuwen heen wordt ingevuld. In een passacaglia, bijvoorbeeld, vormt het onverstoorbaar terugkerende baspatroon een soort ‘klok’; in een fuga geeft het spel

van stemmen en tegenstemmen de tijd aan; in zijn Ricercar laat Bartholomée de musici zelf beslissen hoe lang bepaalde rusten en stiltes duren, waardoor de ruimte waarin de muziek weerklinkt ook een muzikale protagonist wordt.

Wat is het belang van zulke confrontaties tussen oude en nieuwe muziek?

Als modern musicus verrijk je je taal door muziek uit het verleden te spelen. Ook hedendaags repertoire beroept zich immers vaak op eeuwenoude vormen en technieken. Vanuit hun ervaring met oude muziek geven onze musici soms een dimensie aan hedendaagse werken die zelfs de componisten er niet in vermoedden. BL!NDMAN wil zijn publiek steevast nieuwe dingen laten ontdekken. Om diezelfde reden heb ik sinds het prille begin andere kunstdisciplines bij ons werk betrokken. Wat mij in die dialoog aantrekt, is de denkwereld van plastisch kunstenaars, videokunstenaars of choreografen, die op een heel andere manier met hun kunsttaal omgaan. Voor oude muziek geldt precies hetzelfde: ook die vertegenwoordigt een ander universum. De confrontatie tussen verschillende artistieke werelden plaatst zowel hun gelijkenissen als hun verschillen in reliëf. Door de ogen van het oude kijk je anders naar het nieuwe, en omgekeerd. Katherina Lindekens is germaniste en musicologe en was enkele jaren als muziekprogrammator verbonden aan het Concertgebouw Brugge. Nu doctoreert ze over de Engelse barokopera, geeft ze concertinleidingen en werkt ze mee aan diverse projecten die de raakvlakken tussen tekst en muziek exploreren.


Biografie In 1988 roept Eric Sleichim BL!NDMAN in het leven, een saxofoonkwartet dat nieuwe speeltechnieken ontwikkelt en het repertoire voor het instrument gevoelig uitbreidt, een eigenwijs repertoire van oud en nieuw. BL!NDMAN omarmt als vanouds andere kunstdisciplines en draagt het experiment hoog in het vaandel. Blindman.be


Binnenkort in de Handelsbeurs: Hopkinson Smith (teorbe) J.-S. Bach woe 17.04.2013

Bachreeks voorjaar 2013

Forellenkwintet/ De Beren Gieren

Het voorjaar van de Handelsbeurs staat in het teken van Bach zoals u hem niet vaak hoort: intieme, pure kamermuziek met historische uitvoeringen en verrassende bewerkingen op barokviool, gitaar, sax en luit. Het Bach abonnement bundelt concerten van Amandine Beyer (18.01.2013), Raphaella Smits (10.02.2013), Blindman [sax] (1.03.2013) & Hopkinson Smith (17.04.2013).

Op zaterdag 2 maart programmeren Kunstencentrum Vooruit en Handelsbeurs opnieuw een dubbelconcert, dit keer rond het Forellenkwintet. Een groep topmusici rond Jan Vermeulen speelt het originele kwintet van Schubert in de Handelsbeurs, daarna neemt het Gentse jazz-trio De Beren Gieren in de Vooruit het centrale thema van het kwintet als uitgangspunt voor hun eigen verhaal.

Tekst Katherina Lindekens | Foto Hopkinson Smith Philippe Gontier | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.