Ictus & Masters 11|12
25.11.2011 Muziek in context 1/5
Ictus & Masters is een productie i.s.m. de opleiding ‘Master na Master Hedendaagse Muziek’ van het Conservatorium Gent
Praktisch 19u15 inleiding lecture-performance i.s.m. MATRIX | foyer
Fausto Romitelli: ‘Simmetrie D’Oggetti’ (1983) voor blokfluit en gitaar door Ruth Van Killegem en Jona Kesteleyn & ‘Trash Tv Trance’ (2002) voor elektrische gitaar door Toon Callier Spreker: Rebecca Diependaele (MATRIX)
20u15 start concert | concertzaal 20h45 pauze 22h00 vermoedelijk einde concert
Muziek in context 2011 | 2012 Ictus & Masters vr 25 november 2011
1/5
Ictus: ‘The Wayward’ do 19 januari 2012
2/5
Het Collectief: ‘Ives, Antheil & Korngold’ do 1 maart 2012
3/5
Nadar: ‘Free samples [click here]’ za 10 maart 2012
4/5
Bl!ndman[drums]: ‘Full Ride’ za 24 maart 2012
5/5
Programma J. HARVEY (1939) The Riot (1993) voor fluit, basklarinet en piano door Mangalam!Trio E-Intermezzo door Jasper Braet & Jasper Vanpaemel met sampling, objects & live-electronics PAUZE F. ROMITELLI (1963-2004) An Index of Metals (2003) Concept, muziek : Fausto Romitelli Tekst: Kenka Lekovich Ontwikkeling electronica: Stefano Bonetti en Paolo Pachini I. Introduzione; II.Primo intermezzo; III. Hellucination 1.: drowningirl; IV. Secundo intermezzo; V. Drowningirl II; VI. Terzo intermezzo; VII. Drowningirl III; VIII. Adagio; IX. Quarto intermezzo, X. Hellucinations 2/3: Risingirl / Earpiercingbells; XI. Finale; XII. Cadenza Muzikanten: George-Elie Octors (dirigent), Tomoko Taguchi (stem), Chryssi Dimitriou (fluit), Piet Van Bockstal (hobo), Philippe Ranallo (trompet), Alain Pire (trombone), Jona Kesteleyn (elektrische gitaar), GÊry Cambier (elektrische basgitaar), Sara Picavet (piano), Igor Semenoff (viool), Jeroen Robberecht (altviool), François Deppe (cello), Gerrit Nulens (live-electronics), Alex Fostier (klankingenieur), Eric Verberdt (regie) Mangalam!Trio: Anne Davids (fluit), Tomonori Takeda (basklarinet), Charlotte Otte (piano)
25.11.2011 | Ictus & Masters
Ictus & Masters: An Index of Metals Door Rebecca Diependaele
Zes jaar na hun bejubelde cd-opname brengt Ictus An Index of Metals (2003) opnieuw op het podium. Terecht: deze opera van de veel te jong gestorven Italiaan Fausto Romitelli (1963-2005) mag gerust als een meesterwerk beschouwd worden. Ictus brengt dit keer een concertante versie, zonder de beelden van Paolo Pachini en Leonardo Romoli, maar daarom niet minder sterk. Fausto Romitelli combineert als geen ander het beste uit twee werelden, de zogeheten ‘high art’ - kunstmuziek - en ‘low art’- populaire muziek. Het is aan dat spanningsveld dat zijn muziek haar uitzonderlijke dramatiek en energie ontleent. De reden voor deze combinatie moeten we zoeken in Romitelli’s streven naar een nieuwe zinnelijke muziek, naar fysieke ervaring en directe communicatie. Zelf schrijft hij hierover: “Je défends l’idée qu’il faut mettre de nouveau le corps au centre de l’expérience musicale. La musique, c’est aussi et avant tout peut-être les réactions physiologiques du corps”. De tweede pool in het spanningsveld vraagt een nadere beschouwing. Het zou vanzelfsprekend onjuist zijn om alle populaire muziek op één hoop te gooien en als een homogene massa te zien. Bovendien is die muziek evenmin alleen maar tegengesteld aan kunstmuziek. Wanneer
men het heeft over de populaire muziek die Romitelli’s werk zo sterk beïnvloedde, wordt die muziek bedoeld die, in een opmerkelijke analogie met kunstmuziek, de dominante modellen van de popmuziek in vraag stelt, deconstrueert. De componist is ten eerste gefascineerd door het instrumentarium, de technieken en het klankbeeld van deze muziek, wat zich uit in een voorliefde voor elektrische gitaren, sampling, distortion en noise. Daarnaast is er de vrije benadering van het muzikale discours, de mogelijkheid om associatief verbanden te leggen. Die brengen een zeker expressionisme met zich mee en vormen een dankbaar tegenwicht voor de klassieke doortimmerde compositorische arbeid. Ook de energie en fysieke ervaring van bijvoorbeeld rockmuziek en rave parties zijn een belangrijke inspiratiebron. Van de kunstmuziektraditie erft Fausto Romitelli dan weer de zin voor vorm en dramaturgie. Zo kan hij ook grotere structuren richting geven (al sluit dat geenszins dwaalsporen uit). De ruwe muzikale energie wordt in banen geleid, zonder afbreuk te doen aan haar stuwende kracht. Met deze wonderbaarlijke fusie van ‘hoog’ en ‘laag’, benadrukt Romitelli meteen ook de relativiteit van deze begrippen. In dit concertprogramma wordt An Index of Metals voorafgegaan door The
Riot van Jonathan Harvey (1939), uitgevoerd door Mangalam!Trio, en een E-Intermezzo door Jasper Braet (1986) en Jasper Vanpaemel (1986). Verrassend misschien, maar zeker geen onlogische keuze. Energie, elektronische klank en de schemerzone tussen populaire en kunstmuziek kenmerken het terrein waarop zowel Fausto Romitelli als Jonathan Harvey en Jasper Braet zich bewegen, elk vanuit hun eigen achtergrond en ideeën. In The Riot (1993) integreert Jonathan Harvey tal van invloeden uit populaire genres, kleurrijke elementen die meer of minder herkenbaar aan de oppervlakte komen. Soms krijgen ze bijna het karakter van objet trouvé, maar ze verlenen de compositie in de eerste plaats een onstuitbare drive. Naar het einde van het werk toe zoekt Harvey echter een meer intimistische sfeer op, die opvallend contrasteert met het begin. De aanwezige energie lijkt in enkele minuten tijd volledig te verpulveren. De titel suggereert het thema van straatprotest en rellen, maar is ingegeven door de naam van het ensemble waarvoor Harvey het werk componeerde, het Nederlandse Het Trio (Harrie Starreveld, Harry Sparnaay en René Eckhardt). Tijdens hun E-Intermezzo begeven Jasper & Jasper zich met volle overgave in de wereld van de elektronische klank. In de handen van een bedreven klankenknutselaar kunnen zelfs de vreemdste objecten dienst doen als muziekinstrument, en de werktafel van het duo herbergt dan ook tal van toestellen, instrumenten en voorwerpen waarmee ze klanken opwekken, aansturen en bewerken. Ook sampling behoort tot hun technisch arsenaal: korte fragmenten opgenomen klank (samples)
worden gebruikt als muzikale bouwstenen en krijgen zo een nieuwe betekenis. Het verband met de muziek van Romitelli is niet ver te zoeken. Zo maakt Romitelli veelvuldig gebruik van ‘loops’ - korte fragmenten of samples die een aantal keer herhaald worden en zo nieuwe klankstructuren vormen. Elektronische klankvervorming, met een stevige portie ruis, vormt dan weer een essentieel onderdeel van zijn sonore universum. Fausto Romitelli begint zijn concepttekst over An Index of Metals met de voorstelling van klank als een bijna tastbare materie, die de componist kan smeden in verschillende gradaties van korreligheid, dikte, poreusheid, glans, dichtheid en elasticiteit. De bewoordingen die Romitelli kiest voor zijn belangrijkste klankeigenschappen doen meteen denken aan de metalen waar de titel van zijn opera aan refereert. Een gelijkaardige verwijzing vinden we terug in de klankkleuren en harmonieën die de componist opzoekt. Met versterking, het gebruik van elektronische instrumenten, live-electronics, maar ook met een zuiver instrumentale schriftuur exploreert Romitelli alle uithoeken van het kleurspectrum, van helder en vloeibaar als kwik, tot roestig metaal met noise en distortion. De tekst voor de opera werd geschreven door Kenka Lèkovich, die in drie gedichten de sfeer oproept van hypnose, hallucinatie, verdrinking en uiteindelijk (zelf)vernietiging. Hoewel de gebruikte teksten erg fragmentarisch en uitgesproken poëtisch van aard zijn, slaagt Romitelli erin om zijn opera een sterk dramatisch, bijna klassiek episch verloop mee te ge-
ven. De relatie tussen tekst en muziek is daarbij erg nauw - we zouden zelfs kunnen spreken van een ware versmelting tussen tekst, thema, vorm en klank. Het bombastische, grootsprakerige dat zo vaak aan het operagenre kleeft, ruimt hier baan voor een moderne directheid die niets minder nastreeft dan het publiek mee te nemen in een muzikale trance. Het eerste van de twaalf delen van An Index of Metals lijkt wel een ouverture, ontmanteld tot zijn naakte essentie. Met een opeenvolging van korte klankeilanden, van elkaar gescheiden door lange stiltes, ‘opent’ Romitelli langzaamaan het klankkleurspectrum. Met het Primo Intermezzo vloeit de opgebouwde verwachting over in Hellucination 1: drowningirl. Tekst en muziek rollen in trage golven aan en creëren een hypnotische sfeer waaruit het thema van het werk langzaamaan naar voor komt. Naar het einde neemt de spanning snel toe om, na het Secondo intermezzo, uit te monden in Drowningirl II. Al met de eerste woorden van de tekst, “She suddenly fell in a metal-miso hell”, wordt duidelijk dat hier een dramatisch proces in gang gezet is waarvan de afloop alleen maar gewelddadig kan zijn. De grote sprongen en lange glissandi in de stem laten controleverlies horen, en ook in het ensemble neemt de ruis toe. Tekst en muziek zitten elkaar hier op de huid, met “red copper rust” en “industrial noisy dust”. Na het Terza intermezzo komen we opnieuw in een nieuwe, etherische omgeving terecht. De laagste blazers worden tijdelijk vervangen door harmonica’s, waarmee Romitelli een bedwelmend klankbeeld schept. De tekst kondigt de onvermijdelijke en tragische ondergang van het meisje aan:”she would rather give up to soon, she will drown and
sink in a spoon”. De bezwerende toon doet denken aan het Griekse orakel, waar een hallucinerende priesteres genadeloos de toekomst van stervelingen voorspelt. Vanaf nu neemt de instabiliteit alleen maar toe, met alom glissandi, feedback en ruis. Het tiende deel bevat de tweede en derde Hellucination; het moment van destructie is nu erg dichtbij. Dit uit zich in heftiger wordende golfbewegingen, waar zowel tekst als muziek van doordrongen zijn. Een duizelingwekkend rondtollen dat besloten ligt in de zinsnede “to dive in and dive, you rise on and rise”. Ook de stem wordt nu aangetast door ruis, meer bepaald op het einde van elke strofe van het gedicht Risingirl: “infected (corroded / corrupted / crusified) by noise”. De Finale markeert het laatste kantelpunt, het moment van overgave. De ondergang is een feit, en ook de laatste hartslag wordt opgeslokt in ruis. Wat rest, is een Cadenza voor elektrische gitaar en bas. Ook die gaat uiteindelijk op in ruis, vooraleer abrupt in stilte op te lossen. Rebecca Diependaele studeerde Musicologie aan de K.U. Leuven en werkt sinds 2008 voor MATRIX Centrum voor Nieuwe Muziek. Ze staat er in voor de algemene coördinatie en ontwikkelt eductieve projecten rond hedendaagse muziek.
Biografieën Ictus
Jasper & Jasper
Ictus is een ensemble voor hedendaagse muziek dat sinds 1994 in de gebouwen van de danscompagnie Rosas gevestigd is. De programmatie van Ictus beslaat een zeer breed stilistisch spectrum (van Aperghis tot Reich, van Murail tot Waits) maar zorgt binnen elk concert voor coherentie: thematische concerten, portretconcerten en scenische producties. In samenwerking met Bozar en het Kaaitheater brengt Ictus elk jaar een reeks concerten die een breed en gevarieerd publiek aanspreken. Sinds 2003 resideert Ictus in de opera van Lille. Ictus was te gast in de meeste grote zalen en gerenommeerde festivals in Europa. Ictus is elk seizoen voor twee producties te gast in de Handelsbeurs. Op 19 januari 2012 komen ze naar Gent met hun in het buitenland fel bejubelde productie ‘The Wayward’, met muziek van Harry Partch, Tim Mariën en Thomas Smetryns. www.ictus.be
Jasper & Jasper is actief op het snijpunt tussen instrumentale en elektronische klank. Hun ervaring met traditionele instrumenten wenden ze aan om de lichamelijkheid en tastbaarheid van hun elektronisch instrumentarium te ontwikkelen. Geluidssamples, realtime-processing en een hele resem van instrumenten en objecten, van de elektrische gitaar, fender rhodes, fluiten, snare-drum, cymbalen tot ventilatoren zijn de basisingrediënten voor hun performance. In de veelzijdigheid van deze set-up gaat hun interesse uit naar het detail, het specifieke en het unieke van een vooraf bepaalde configuratie. www.jasperandjasper.be
Mangalam!Trio Anne Davids (fluit), Tomonori Takeda (klarinet) en Charlotte Otte (piano) leerden elkaar kennen binnen de opleiding ‘Master na Master Hedendaagse Muziek’ aan het Conservatorium van Gent en richtten in 2009 het Mangalam!Trio op. Het repertoire van Mangalam! bestaat uit composities geschreven voor ‘Het Trio’ (het mythische Nederlandse trio dat werken bestelde bij Donatoni, Harvey, De Leeuw en vele anderen) aangevuld met hedendaags repertoire. www.mangalamtrio.be
Binnenkort in de Handelsbeurs: Ictus: ‘The Wayward’ Partch, Mariën, Smetryns do 19.01.2012
Handelsbeurs concertfoto’s
Iedereen Klassiek op 3 december
Op de meeste klassieke concerten is er een van onze huisfotografen aanwezig. Zij hebben aandacht voor wat er op maar ook voor wat het naast het podium en in de backstage ruimtes gebeurt. Het resultaat zijn vaak verrassende, originele en ontroerende foto’s die een paar dagen na het concert op handelsbeurs.be worden gepubliceerd.
Op zaterdag 3 december wordt Gent de uitvalsbasis van Iedereen Klassiek van Klara. De klassieke muziekzender roept nu al zijn luisteraars op om leuke en originele acties te organiseren die klassieke muziek op een aantrekkelijke manier onder de aandacht brengt. Meer informatie over Iedereen Klassiek en de acties die plaatsvinden in de Vlaamse Opera en Handelsbeurs Concertzaal vindt u op klara.be
Tekst Rebecca Diependaele | Foto Ictus © Evy Ottermans | Coördinatie Claire Denoyette | Opmaak Jasper Persoons | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent