Ictus: ‘Liquid Room #2’
10|11
26.01.2011 Nieuwe Geluiden 4/5
I.s.m. de opleiding ‘Master na Master Hedendaagse Muziek’ van het Conservatorium Gent
Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 23u15 vermoedelijk einde concert Bar in de foyer blijft doorlopend open.
Nieuwe Geluiden 2010 | 2011 ‘Blind Date’ met Ictus en Peter Vermeersch vr 15 okt 2010
1/5
I Solisti del Vento: ‘Commedia delle Guerra’ wo 10 nov 2010
2/5
Arne Deforce ‘Cello en live elektronica’ za 27 nov 2011
3/5
Ictus: ‘Liquid Room #2’ wo 26 jan 2011
4/5
Kamermuziekensembles van De Munt: ‘Stravve Hits’ Vocale kamermuziek van Igor Stravinski wo 16 mrt 2011
5/5
Programma I. Fedele (1953) ‘Apostrofe’ voor fluit solo (2000) (3’)
B. Stangl (1960) ‘Bang’ Wereldcreatie (4’)
B. de la Fuente (1969) ‘Touche’ voor fluit, cello, percussie, sampler, folkgitaar en contrabas (2010) Wereldcreatie (7’)
H. Partch (1901-1974) ‘The Letter’ (1943) & ‘Barstow’ (1941) voor stem, microtonale gitaar/zyther en microtonale piano (15’)
F.-B. Mâche (1935) ‘Kengir’ voor sopraan en sampler
H. Lachenmann (1935) ‘Pression’ reminiscene voor cello (2’)
E. Reiter (1976) ‘Konter’ voor contrabasfluit en cd
M. Monnet (1947) ‘Eros Machina’ voor elektrische gitaar, basgitaar en tape (1978) (13’)
(1991) (8’)
Belgische creatie (8’)
W. Mitterer (1958) ‘Coloured Noise sentence 5’ voor viool, cello, 2 fluiten, percussie, drums, keybord, elektrische gitaar, contrabas en electronica Belgische creatie (22’)
G. Fauré (1845-1924) ‘Le secret’ – ‘Le Don Silencieux’ voor stem en Fender Rhodes (4’) P. Glass (1937) ‘Piece in the Shape of a Square’ voor twee dwarsfluiten (1967) (10’) B. de la Fuente (1969) ‘Flip & Bypass’ voor twee drummers en sampler (2010) Wereldcreatie (14’) H. Lachenmann (1935) ‘Pression’ voor cello (1969-1970) (9’)
G. Fauré: ‘Spleen’ C. Debussy (1862-1918): ‘Beau Soir’ J. Brahms (1833-1897): ‘Wie Melodien zieht Es’ voor stem en Fender Rhodes I. Matuz (1947) ‘The Glizz’ voor dwarsfluit (’10) B. de la Fuente ‘Bip & Sirene’ voor fluit, elektrische viool, cello, elektrische gitaar en -basgitaar, percussie en sampler (2010) Wereldcreatie (8’)
26.01.2011 | Ictus: ‘Liquid Room #2’ Gastmuzikanten: Benjamin de la Fuente, Eric Echampard, Wolfgang Mitterer, Tomoko Taguchi
Liquid Room. Vrijplaats voor hedendaagse muziek | Door Wannes Gyselinck Vrijplaats
Hoe kunnen we hedendaagse muziek op zo’n manier brengen dat de vonk overspringt? Een mogelijk antwoord op die vraag biedt Liquid Room: hedendaagse muziek een happeningkarakter geven. De ongedwongenheid van rockconcerten gecombineerd met een meticuleuze uitvoeringspraktijk, een avontuurlijke programmering en een strakke mise-enscène. Liquid Room is ontstaan uit een praktische vraagstelling: hoe kunnen we een programma samenstellen met erg uiteenlopende muziek voor even uiteenlopende bezettingen, zonder de onvermijdelijke podiumwissels die dodelijk zijn voor het ‘momentum’ van een concert? Het antwoord: gebruik maken van meerdere podia in één grote ruimte, waartussen kan worden gewisseld volgens de noden van de composities. Dit concept levert meteen ook een heel andere concertsituatie op. Het publiek kan zelf zijn luisterafstand bepalen, kan binnen en buiten lopen, een biertje halen, of de vingerzetting van de pianist bestuderen.
Liquid Room-fähigkeit
Welke muziek is Liquid Room-fähig en welke niet? Het samenstellen van een programma voor Liquid Room is een technische en dramaturgische puzzel. Vooreerst
is er de grens van het praktisch haalbare: de mengtafel van geluidstechnicus Alex Fostier kreeg tijdens de eerste editie van Liquid Room het maximum van honderd inputkanalen te verwerken met evenzoveel micro’s die zich vertakten naar elk van de vier podia, richting een batterij aan uiteenlopende instrumenten. De principes die op inhoudelijk vlak werden gehanteerd bij de opbouw van het programma zijn in wezen ‘macro-compositorisch’: alle onderdelen moeten passen binnen het open en informele kader van Liquid Room, moeten elkaars nabijheid verdragen (of zinvol op elkaar inhakken), en betekenisvol met elkaar in interactie treden. Zoals steeds krijgt muziek met een aanstekelijke performativiteit een ruime plaats toegemeten. Maar Liquid Room zoekt ook het tegendeel op: elektronische muziek die als het ware ontlijfelijkt is, en los van de fysieke uitvoerders in de ruimte lijkt te ontstaan. Vrije impro voor een ‘quasi-rockband’ binnen een schetsmatig uitgetekend kader vindt zijn pendant in de strakke repetitiviteit van Philip Glass of de afgelijnde compositorische schriftuur van Helmut Lachenmann. Betekenis ontstaat door de clash tussen esthetica’s en opvattingen. Het loslaten van welomschreven vormen wordt bij uitstek significant in confrontatie met formeel sterk
geconcipieerde muziek. Liquid Room mag dan al grenzen opzoeken of zelfs slechten, de muziek is steevast inhoudelijk sterk onderbouwd en conceptueel interessant. Het is musique savante. Het ritme van de montage van deze composities wordt mee aangegeven en voortgestuwd door het doorgedreven lichtconcept van Tom Bruwier. Nu eens wordt gewerkt met subtiele fades – de ene kleur vloeit in de andere over –, dan weer met harde en abrupte cuts die het contrast tussen de composities op de verschillende podia markeren.
Grensbewoners
De Liquid Room-fähigkeit van Wolfgang Mitterer (°1958, Oostenrijk) is onbetwist: klassiek geschoold organist, sound wizard en ‘weird keyboards’-man naast avant-Jazzers als Marc Ducret, Louis Sclavis of Dave Liebman. Hij zal tijdens Liquid Room ook de knoppen en toetsen hanteren in zijn eigen compositie ‘Coloured Noise (sentence 5)’, een complexe clash tussen ruwe beats en harmonisch raffinement. In deze meerspraak tussen erg uiteenlopende muzikale talen zorgt een veelkoppig ensemble voor wisselende, modulerende en traag ‘morphende’ kleuren. Ook Benjamin de la Fuente (°1969, Frankrijk) zal meespelen tijdens zijn nieuwe creatie voor elektrische viool (hijzelf), twee drummers, fluit, cello, elektrische bas, gitaar en sampler. Deze violist, componist, improvisator en stichter van het trio Caravaggio (met drummer Eric Echampard, die ook meespeelt tijdens Liquid Room) schreef een compositie die opnieuw de conceptualiteit en compositorische complexiteit van de hedendaagse muziek combineert met de rauwe energie van het rockidioom. Bij
uitstek het eerste en laatste deel van zijn vierdelige compositie jagen de adrenaline de hoogte in. In deel 1 nemen twee drummers aan een razend tempo de strijd op tegen een sampler. Eenzelfde densiteit keert terug in het slotdeel, een ware afvallingsrace tussen gitaar, elektrische bas, percussie en sampler. Burkhard Stangl (°1960, Oostenrijk) levert met ‘Bang’ nog een werk dat zich begeeft op het snijvlak tussen hedendaagse muziek en het rockidioom. In contrast met deze composities voor ‘quasi-rock band’ staan de stukken voor solo-instrumenten, al dan niet aangevuld met elektronica. In ‘Eros Machina’ van Marc Monnet (°1940, Frankrijk) trachten elektrische bas en gitaar een al te complexe ménage à trois op de sporen te houden. De instrumentensectie wordt vermeerderd met twee metronoomsporen op tape. Eén spoor is onderhevig aan heel sterke temposchommelingen maar moet door de muzikanten slaafs worden gevolgd, een ander spoor functioneert zowel voor muzikanten als voor de luisteraar als stoorzender. Liquid Room gaat ook over les choc des idées: wat gebeurt er als je verschillende esthetica’s tegenover elkaar uitspeelt? Zo krijgt ook de meer klassieke esthetiek van Philip Glass (°1937, USA) een plaats, met een spitant vroeg werk voor twee fluiten (Piece in the Shape of a Square, 1967). Hoewel Philip Glass steevast als ‘minimalist’ bestempeld wordt, leveren de steeds complexer wordende repetitieve ritmische patronen eerder ‘maximalistisch’ resultaat op (Glass verkoos dan ook de omschrijving ‘music with repetitive structures’ boven het label ‘minimal’).
Ook Pression (1969–1970) van Helmut Lachenmann (°1935) behoort intussen al enige tijd tot de hedendaagse canon. Deze grafisch genoteerde cellosolo betekende een herijking van het klankvocabularium voor cello. De partituur bestaat in wezen uit motorische instructies en onderzoekt het klankpotentieel van frictie, wrijving en motorische activiteit op de cello in haar geheel. Een ander onderzoek naar extended techniques, voor fluit dit keer, is The Glizz van Istvan Matuz (°1947, Hongarije). De fluitist bouwt in deze compositie via circulaire ademhaling een minutendurende glissandoboog op, van de laagste noten tot de allerhoogste (de recente ROSAS-creatie En Atendant opende met dit ‘adembenemend’ huzarenstukje van Ictusfluitist Michael Schmid). Voor de (zeldzame) contrabasfluit, schreef de Duitse componiste-gambiste Eva Reiter (°1976) Konter, een werk dat de grijze zone verkent tussen spreken en spelen. Via een reeks graduele transformaties beweegt het werk zich naar een fascinerende artificieel-elektronische klankwereld. Tenslotte neemt ook de menselijke stem zelf een belangrijke plaats in tijdens Liquid Room. Ictus heeft al een tijdje iets met de Amerikaanse componist Harry Partch, (°1901, USA), componist, instrumentenbouwer, onderzoeker, just intonation innovator, guru en hobo (zwerver). In de vroege jaren van de 20e eeuw verwierp Partch de Westerse traditie om instrumenten getemperd (in de oren van Partch ‘vals’) te stemmen. Hij bouwde zelf instrumenten volgens het wiskundig veel ‘zuiverder’ systeem van just intonation: orgels die met 48 klaviertoetsen één octaaf beslaan, gitaren met verknipte en verplakte frets, bijgeslepen marimba’s, complexe
‘kitharai’ (oud-Griekse ‘gitaren’) met meerdere ‘open’ gestemde snaarpartijen. Zelf omschreef hij zich als ‘a philosophic music-man seduced into carpentry’. Zijn bouwsels zijn na zijn dood bijgezet in een museum. Ictus werkte echter samen met componist en instrumentenbouwer Tim Mariën die een 12-snarige gitaar, een zyther, een buffetpiano en een harmonium eigenhandig omturnde tot microtonale instrumenten. Ictus brengt tijdens Liquid Room Barstow en The Letter, voor spoken voice (avant la lettre). De aangrijpende tekst voor The Letter ontleende Partch aan een brief die hij ontving van een fellow hobo (Partch besloot tijdens de Great Depression om tien jaar lang te leven als een zwerver op en langs het uitgestrekte Amerikaanse spoornetwerk). Het resultaat klinkt als een duet tussen John Cage en Woody Guthrie. De menselijke stem vertroebelt tenslotte verder de grens tussen spreken en zingen in de compositie Kengir (1991) van de Franse grootmeester en leerling van Messiaen François-Bernard Mâche (°1935, Frankrijk). De Japanse sopraan Tomoko Taguchi laat (reconstructies van) Sumerische liefdesgedichten in dialoog treden met een sampler, die de live-stem nu eens doet interfereren met een mannenstem, dan weer met een koto (Japanse luit) of doet baden in de onnatuurlijk lange resonantie van wat klinkt als Chinese tempelklokken. Muziek van een andere wereld. Het kleinste van de vier podia zal als ‘draaischijf’ fungeren voor het volledige programma. In deze interzone (een mooie alternatieve metafoor van wat Liquid Room beoogt) brengen sopraan Tomoko Taguchi en Jean-Luc Plouvier
interpretaties van o.a. Claude Debussy (°1862, Frankrijk) en Gabriel Fauré (°1845, Frankrijk) voor sopraan en Fender Rhodes. Of hoe zelfs de lasnaden van het Liquid Roomprogramma muzikaal en inhoudelijk zullen boeien.
Liquid Room is een vrijplaats voor uitvoerder en luisteraar. De luisteraar is niet de stille, aan zijn zitje vastgekluisterde, welhaast afwezige toeschouwer van een muzikale ‘consecratie’. Liquid Room beoogt veel meer de sfeer van een happening: je bent als toeschouwer getuige van en dus ook deelachtig aan een unieke muzikale ‘gebeurtenis’. Eerder een Hindoetempel met onaflatende vaet-vient dan een katholieke hoogmis. De vorm en programmatie maken alvast dit duidelijk over de plaats van hedendaagse muziek in het muzieklandschap: het is
een subcultuur naast en in interactie met andere subculturen, verankerd in overlappende en fluctuerende netwerken. Doe de test en jaag de zoekterm ‘noise’ door google. Het levert hits op van lo-fi-drones tot Lachenmann, van Cage tot blip hop. Liquid Room past binnen deze nieuwe muzikale en virtuele vrijplaats, maar brengt tezelfdertijd een duidelijke kwalitatieve hiërarchie aan. Google mag dan wel Lachenmann en heavy metal gelijkschakelen (of het laatste zelfs op louter kwantitatieve gronden hoger ‘ranken’), Ictus doet dat nadrukkelijk niet. De happeningsetting fungeert niet als gesuikerde omhulling van een bittere pil (‘moeilijke hedendaagse muziek’), maar biedt de juiste context voor een uitdagende muzikale trip. Veeleisend maar genereus. Te nemen of te laten.
ICTUS & GASTMUZIKANTEN • • • • • • • • • • • • • • • •
Jasper Braet (assistent geluid en regie) Tom Bruwier (licht & projectie) Géry Cambier (contrabas, basgitaar) Vanessa Court (assistente geluid) Benjamin de la Fuente (viool, electro) François Deppe (cello) Chrissy Dimitriou (fluit) Eric Echampard (drums) Alex Fostier (sound & digits) Wolfgang Mitterer (electro) Gerrit Nulens (slagwerk) Tom Pauwels (elektrische gitaar) Jean-Luc Plouvier (synthesizers) Michael Schmid (fluit, stem) Tomoko Taguchi (sopraan) Eric Verberdt (podium en coördinatie)
Binnenkort in de Handelsbeurs Kamermuziekensembles van de Munt: ‘Stravve hits’ Vocale kamermuziek van Igor Stravinski wo 16.03.2011
Masterclasses 2011 Om studenten de kans te geven samen te werken met internationaal vermaarde musici, organiseert de Handelsbeurs masterclasses. Zij brengen jonge muzikanten en toehoorders dichter dan ooit bij de intieme geheimen van de muziekpraktijk op het hoogste niveau. Masterclasses 2011: Leden van het Pavel Haas Quartet (zo 27/02) en Yossif Ivanov (wo 06/04). Gratis toegankelijk voor het publiek.
Mayu Kishima & Akane Sakai 9.02.2011
Dat de Japanse violiste Mayu Kishima tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd in 2009 niet bij de eerste zes laureaten eindigde, lokte veel discussie en verontwaardiging uit. In de Handelsbeurs krijgt de jonge violiste alsnog haar laureatenconcert. Ze speelt onder meer Prokofjev en Ysaÿe, twee componisten waarmee ze tijdens de wedstrijd hoge ogen gooide.
Tekst Wannes Gyselinck | Foto Tomoko Taguchi © Evy Ottermans | Coördinatie Claire Denoyette | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent