Het new York van drummer landeR gYselinCk
‘loeiHaRd, zoals Het moet’
als New York een mens verandert, dan zeker een jazzmuzikant. Lander Gyselinck mocht het aan den lijve ondervinden. ‘New York is heel stimulerend voor je creativiteit, maar ook hard.’ Guy Peters
V
oor de leek lijkt het misschien een fitnessprogramma, maar BB&C is wel degelijk het befaamde jazz-trio met Tim Berne, Jim Black en Nels Cline. Toen ‘onze’ Lander Gyselinck hoorde dat hij met zijn eigen trio een avond met de Amerikanen mocht delen, twijfelde hij geen seconde. Ragini Trio heeft met Gyselinck een drummer in huis die al een tijdje pendelt tussen Gent en het New York van Berne en Black. Een ideaal moment om te polsen naar zijn ervaringen in the city that never sleeps. ‘Ik zou nooit in New York kunnen leven: dat zei ik toen ik op bezoek was bij Trixie Whitley. En kijk: een tijdje later ging ik er studeren, met een BAEF-beurs. Ik had er nood aan om even weg te zijn, ik wilde zowel mezelf als de muziek die waardevol voor me is in een ander perspectief plaatsen. Dat lukt makkelijker als je alles even achterlaat.’ Was je er op jezelf aangewezen? ‘Aanvankelijk kende ik er zo goed als niemand. Het eerste jaar was ik veel bezig voor de opleiding, maar daarna heb ik meer contacten uitgebouwd en samengewerkt met elektronicaartiest Mike Slott en altsaxofonist Michaël Attias, maar ook met Jim Black. Er lopen veel getalenteerde muzikanten met een enorme bagage rond, maar het moet allemaal zo snel gaan. Daardoor is het moeilijk om er iets op te bouwen met anderen, terwijl ik eigenlijk zweer bij het rockprincipe: een band heeft vaak meer te vertellen dan een individu en zit veel complexer in elkaar. Een voorbeeld waar ik naar opkijk, is Deerhoof. Geen jazz, maar wel een heel intrigerende band.’
© gUY van De poel
‘dat is typisch new York: ideeën worden er sterker in de verf gezet, en dus luider’
Klopt het dat het er heel competitief aan toe gaat? ‘Toch wel, maar er is dan ook een enorm aanbod van muzikanten, terwijl er niet zo heel veel plekken zijn om te spelen. Of anders gezegd: er verdwijnen voortdurend plaatsen. Eigenlijk heb ik nooit ten volle deelgenomen aan het concertleven, want ik reis veel heen en weer. Ze zeggen wel eens dat je er acht jaar nodig
hebt om een agenda vol te kunnen krijgen, maar ik heb op die tijd toch ook al heel wat muzikanten zien komen en gaan. New York is heel stimulerend voor je creativiteit, maar ook hard.’ Heeft de stad je spel veranderd? ‘Zeker. Kris Defoort en Nic Thijs lieten me nog weten dat mijn jazzy, swingende spel nu heel anders klinkt. Dat is wel typisch New York: ideeën worden er sterker in de verf gezet, en dus luider. Misschien heeft het ermee te maken dat Europese drummers het vaak meer moeten hebben van finesse dan van kracht, maar je voelt er wel dat ritme een heel andere rol speelt. Luister maar naar soul en rap, al die grooves. Wij hebben klassieke muziek meer als ankerpunt, terwijl het in Amerika heel andere dingen zijn, van Frank Sinatra tot James Brown.’ Hoe goed ken je de muzikanten van BB&C? ‘Jim Black ken ik het langst, al sinds een paar workshops die ik ooit bij hem volgde in Oostenrijk. Hij leerde me om ook bagage buiten de jazz aan te boren, zoals in elektronica of math metal. Nels Cline is een supergitarist en speelt altijd met een maffe rockvibe. Het is een heel flexibele muzikant, die echt alle kanten uit kan. Zo ken ik er weinig.’ ‘Tim Berne is dan weer een icoon van de New Yorkse avantgardescene. Zijn muziek is vaak complex, maar heeft ook wel ballen. Ik zag hem onlangs een concert spelen in de nieuwe Knitting Factory. Loeihard, zoals het moet, en zoals je het in België helaas veel te weinig te horen krijgt.’ Di 18.02.14 — Ragini trio / BB&C (tim Berne, Jim Black & nels Cline)
11
01_2014.indd 11
16/01/14 15:41