Programmaboekje Pavel Haas Quartet 9 maart 2013

Page 1

Pavel Haas Quartet

12|13

09.03.2013 Kwartet 3/5


Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 22u15 vermoedelijk einde concert

Kwartet 2012 | 2013 Quatuor Terpsycordes, J. D채hler & J. Marosi vr 12 oktober 2012

1/5

Meta4 di 27 november 2012

2/5

Quatuor Modigliani & J.-F. Neuburger di 22 januari 2013

3/5

Pavel Haas Quartet za 9 maart 2013

4/5

Belcea Quartet do 28 maart 2013

5/5

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs. www.joostarijs.be


Programma L. JANÁČEK (1854-1928) Strijkkwartet nr. 1 ‘Kreutzersonate’ (1923) Adagio - Con moto Con moto Con moto - Vivo - Andante Con moto - (Adagio) - Più mosso D. SJOSTAKOVITSJ (1906-1975) Strijkkwartet nr. 8 in c, opus 110 (1960) Largo Allegro molto Allegretto Largo Largo PAUZE L. VAN BEETHOVEN (1770-1827) Strijkkwartet nr. 13 opus 130 Adagio, ma non troppo - Allegro Presto Andante con moto, ma non troppo. Poco scherzoso Alla danza tedesca. Allegro assai Cavatina. Adagio molto espressivo Grosse Fuge opus 133: Ouverture. Allegro - Meno mosso e moderato – Allegretto - Fuga. [Allegro] - Meno mosso e moderato - Allegro molto e con brio - Allegro


09.03.2013 | Pavel Haas Quartet

Het kwartet als intiemste ontboezeming Door Jan Vandenhouwe

Brute kracht

‘Tantôt libre, tantôt recherché’ (nu eens vrij, dan weer bestudeerd) schreef Ludwig van Beethoven als verklaring én waarschuwing op de partituur van zijn ‘Grosse Fuge’ opus 133 uit 1825. Van al zijn late werken brak de grote fuga voor strijkkwartet zonder twijfel het radicaalst met de luisterverwachtingen van zijn tijdgenoten. In de laatste tien jaar van zijn leven schreef Beethoven met werken als de vijf laatste pianosonates, de Negende Symfonie, de Missa Solemnis en de late strijkkwartetten een contrastrijk ‘Spätwerk’ (laat oeuvre), dat zowel zijn meest retorische als meest introverte muziek zou omvatten, zijn meest publieke als meest esoterische stukken. De grootschaligste composities staan er naast compacte miniaturen, perfecte klassieke sonatevormen naast nieuwe manieren om muzikaal materiaal te ordenen. In de laatste twee jaren van zijn leven wijdde Beethoven zich echter nog uitsluitend aan het schrijven van strijkkwartetten. Het genre, dat dankzij hem de voorgaande decennia was uitgegroeid tot het meest prestigieuze van de klassieke muziek, liet hem aan het eind van zijn leven toe zijn meest intieme en diepzinnige gedachten te verklanken. De ‘Grosse Fuge’ was aanvankelijk bedoeld als finale voor het strijkkwartet in

Bes opus 130, een laat werk dat met zijn ongewone zesdelige opbouw een bijzondere plaats inneemt in Beethovens oeuvre. In het eerste deel confronteert hij de luisteraar voortdurend met extremen: snel tegenover traag, unisono tegenover polyfonie, stuwkracht tegenover aarzeling. De volgende vier delen zijn karakterstukken: een jachtig fluisterend Presto, een lyrisch intermezzo, een Duitse boerendans en een Cavatina, die tot Beethovens allermooiste en meest introspectieve langzame delen behoort. Wanneer de componist er plots de aanduiding ‘beklemmt’ schrijft, lijkt de tijd stil te staan. Boven de mysterieuze triolen van de drie laagste strijkers speelt de eerste viool stotterende, aarzelende muziek, die ons een blik gunt in de afgrond van Beethovens ziel. De componist weende naar eigen zeggen bij het schrijven van deze zes maten en zei tegen een vriend: “Nooit heeft mijn eigen muziek zulk een indruk op mij gemaakt. Zelfs het navoelen ervan kost mij steeds weer een traan.” Hierna volgde in Beethovens eerste versie van het kwartet de ‘Grosse Fuge’ als finale. Op aandringen van zijn uitgever liet Beethoven de lange en experimentele fuga weg, verving hem door een meer traditioneel slotdeel en gaf hem apart uit als opus 133. De Overtura waarmee de fuga opent voldoet in alle opzichten aan Beethovens


beschrijving ‘tantôt libre’. In de loop van slechts dertig maten verandert Beethovens muziek meermaals het tempo en karakter. Deze inleiding vormt een muzikaal labyrint, een opeenvolging van schijnbaar doodlopende sporen, die telkens andere wegen naar de fuga lijken voor te stellen. Contrasterende motieven verschijnen, breken abrupt af en worden door lange stiltes gevolgd. Was de Overtura ‘tantôt libre’ dan slaat het ‘tantôt recherchée vooral op de dubbelfuga die erop volgt. Beethoven werkt de fuga uit in een reeks variaties die voortdurend in complexiteit toenemen. De muziek wordt gekenmerkt door een brutale kracht en door stoutmoedige dissonanten die zelfs vandaag radicaal in de oren blijven klinken.

Kreutzersonate

‘Intieme brieven’, De titel van Leos Janáčeks tweede strijkkwartet, zou op zowat alle muziek van toepassing kunnen zijn die de Tsjechische componist na zijn eerste ontmoeting met Kamila Stösslova in 1917 schreef. Werken als Katia Kabanova, De Zaak Makropoulos maar ook het eerste strijkkwartet uit 1923 waren stuk voor stuk ‘intieme brieven’, gericht aan de muze van zijn laatste levensjaren. De 63-jarige componist werd smoorverliefd op de veertig jaar jongere Kamila, een jonge getrouwde moeder die zijn liefde nauwelijks beantwoordde. Meer dan zevenhonderd brieven getuigen van de obsessie die hij tot aan zijn dood voor deze vrouw had. In zijn eerste strijkkwartet staat niet voor niets het conflict tussen zuivere passie en de dwang van conventies centraal. Het werk is gebaseerd op de novelle De Kreutzersonate van Leo Tolstoj, waarin de Russische auteur het huwelijk als een insti-

tuut afschildert dat ware liefde onderdrukt. ‘Een vrouw, ellendig, gekweld, geslagen, zelfs dood geslagen’, vatte Janáček samen. Geen enkel van de vier delen van dit programmatische strijkkwartet voldoet aan een traditioneel vormschema. In elk deel duiken plots danspassages, lyrische uitbarstingen en obsessieve ostinato’s op. Dit is muziek waarin het expressieve gebaar primeert op traditionele structuurprincipes. Janáčeks expressionistische partituur staat bol van aanduidingen als ‘fel’, ‘scherp’, ‘timide’, ‘beschaamd’, ‘sprekend’ en ‘wenend’. De componist verdeelt de dramatische en emotionele ontwikkeling van Tolstojs novelle over de vier delen, zonder de plot ervan op de voet te volgen. Het thema, dat in de loop van het stuk in diverse varianten opduikt, houdt de vier delen als een cyclische geheel samen. Het tweede deel schildert de fatale ontmoeting van de vrouw met een ijdele violist en kondigt de tragische afloop van het verhaal al aan. Het derde deel vormt het emotionele hart van het kwartet en onthult de tegenspraak tussen de oprechte liefde van de vrouw en de ziekelijke jaloezie van de man. Het openingsthema van dit deel alludeert aan een melodie uit Beethovens Kreutzersonate, de vioolsonate die in Tolstojs novelle als een katalysator fungeert voor de passie van de personages. In het laatste deel verbindt Janáček in ware operastijl de catastrofe met een catharsis. Tolstojs woorden vormden de inspiratiebron: ‘Ik zag haar met bloed besmeurde gezicht, en voor het eerst vergat ik te denken aan mijzelf, aan mijn rechten, aan mijn trots; voor het eerst zag ik in haar de mens’.


Strijkkwartet nr. 8

Op 26 januari 1936 ging Jozef Stalin naar het Bolshoï-theater in Moskou om een uitvoering van Dmitri Sjostakovitsj’ opera Lady Macbeth van Mtzensk bij te wonen. Hij verliet het theater voor het einde van het stuk. Twee dagen later publiceerde de Pravda, de officiële krant van de Communistische Partij, een artikel met de titel “Chaos in plaats van muziek”. “Vanaf het begin van de opera”, schreef de anonieme auteur, “is de luisteraar verbijsterd door de opzettelijk dissonante, chaotische klankenstroom”. Sjostakovitsj speelde volgens het artikel een spel dat “weleens heel slecht zou kunnen aflopen”. De komende jaren werden tal van componisten en andere kunstenaars en intellectuelen geëxecuteerd of naar de goelag gestuurd. De terreur van Stalin stond op het punt uit te breken en Sjostakovitsj zou de angst die dit artikel in de Pravda hem inboezemde nooit kwijtraken. In de decennia die volgden zou hij steeds vaker zijn creatieve persoonlijkheid in tweeën splitsen. In een propagandistisch werk als ‘Het lied van de wouden’ uit 1949 zette hij een optimistisch masker op. Volgens zijn leerlinge Galina Ustvolskaja wierp hij zich huilend op een bed na de première van het bombastische stuk, waarin Stalin expliciet bejubeld wordt. De ‘andere’ Sjostakovitsj bleef trouw aan zichzelf en uitte zich voornamelijk in kamermuziek. Het achtste strijkkwartet is een van zijn meest persoonlijke werken en valt op door zijn programmatische en autobiografische karakter. Hij schreef het in 1960 in Dresden, ter nagedachtenis van de slachtoffers van het fascisme. Het wilde Allegro molto schildert de brutaliteit en vernietigende kracht van de oorlog. In het

vierde deel beeldt hij zelfs vliegtuigen en geweerschoten uit. Boven een cryptische verwijzing naar het ‘Dies Irae’ plaatst hij er de melodie van een oud Russisch begrafenislied waar Lenin erg op gesteld was. Bovendien citeert hij in het kwartet meermaals uit eigen, eerder geschreven werken, zoals de eerste, vijfde en tiende symfonie, het eerste celloconcerto, het tweede pianotrio en, meest opvallend, een aria uit Lady Macbeth van Mtzensk. Het autobiografische karakter wordt nog versterkt door het feit dat hij het hele werk baseerde op een viernotenmotief dat afgeleid is van zijn naam, D. SCHostakovich. D, Es, C en H zijn de Duitse namen voor de noten, re, mi-b, do en si. Het motief duikt voor het eerst op in de openingsmaten van het kwartet, een klagende fuga. Zo bracht de Russische componist hulde aan Ludwig van Beethoven, wiens late strijkkwartet opus 131 ook met een ingetogen fuga begon. Jan Vandenhouwe werkte tot 2009 als dramaturg met Gerard Mortier in de Opéra de Paris. De voorbije jaren was hij programmator in Concertgebouw Brugge. Nu werkt hij als muziekdramaturg met Alain Platel en Johan Simons.


Biografie Het Tsjechische Pavel Haas Quartet wordt opgericht in 2002. Pas vier jaar later blikt het kwartet een eerste opname in, met muziek van Leos Janacek gekoppeld aan werk van de eerder obscure componist Pavel Haas. Deze in Auschwitz overleden Tsjech staat vooral bekend om zijn kamermuziek en vocale geschriften, waarin hij zowel een affiniteit toonde met de folklore, de klassieke muziek, alsook met de jazz van Stravinsky, Copland en Gershwin. Hoewel het kwartet inmiddels bewees even goed overweg te kunnen met de klassieke canon, kwamen ze goed weg met de strakke mix van gepeperde stijlen, waardoor het kwartet op die eerste opname vooral bewees hoe temperamentvol het kon spelen, zonder daarbij de correctheid ten overstaan van de partituur uit het oog te verliezen. Een tweede opname, alweer bij het label Supraphon,

focuste op andere muziek van diezelfde componisten, wat het kwartet een ‘Editor’s Choice’ in het Engelse Gramophonemagazine opleverde. Daarna volgden nog opnames met Beethoven (2009) en Prokofiev (2010), terwijl het kwartet ondertussen ook concerteerde met Haydn en Dvorak. Aan laatstgenoemde landgenoot besteedde het viertal overigens zijn jongste studio-opname, waarvoor de internationale muziekpers alweer een collectieve knieval deed. Na amper vijf jaar in de grote commerciële rangen van de internationale muziekwereld, liet het Pavel Haas kwartet zich dus al dikwijls opmerken met telkens uitstekende interpretaties, die een lichte drang naar vernieuwing telkens weer wisten te koppelen aan een gezond respect voor de traditie. www.kwadratuur.be


Binnenkort in de Handelsbeurs: Michael Collins (klarinet), Paul Watkins (cello) & Ian Brown (piano) L. van Beethoven, J. Brahms di 12.03.2013

All that jazz

Luitlegende Hopkinson Smith speelt Bach (17.04.2013)

Jazzliefhebbers houden maar beter het programma van de Handelsbeurs goed in het oog, want onze kersverse programmator Wim Wabbes heeft heel wat moois in petto. Trio Ernst Reijseger, Score Man en The Bad Plus/Dans Dans staan dit voorjaar op onze bühne. En dat is nog maar de opmaat voor een pak meer jazz de komende maanden.

Het voorjaar van de Handelsbeurs staat in het teken van Bach zoals u hem niet vaak hoort: intieme, pure kamermuziek met historische uitvoeringen en verrassende bewerkingen op barokviool, gitaar, sax en luit. Het Bach abonnement bundelt concert van Amandine Beyer (18.01.2013), Raphaella Smits (10.02.2013), Blindman [sax] (1.03.2013) & Hopkinson Smith (17.04.2013).

Tekst Jan Vandenhouwe | Foto Michael Collins B. Ealovega | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.