De lentedochter - Tessa Collins - De bloemendochters 2 Inkijkexemplaar

Page 1


TESSA COLLINS De lente dochter

Vertaling Jeannet Dekker

Voor het papieren boek is papier gebruikt dat onafhankelijk is gecertificeerd door FSC® om verantwoord bosbeheer te waarborgen.

Kijk voor meer informatie op www.harpercollins.co.uk/green.

HarperCollins is een imprint van Uitgeverij HarperCollins Holland, Amsterdam.

Copyright © 2024 Ullstein Buchverlage GmbH, Berlin

Oorspronkelijke titel: Die Wildblütentochter

Copyright Nederlandse vertaling: © 2025 HarperCollins Holland

Vertaling: Jeannet Dekker

Omslagontwerp: BüroSüd

Omslagbewerking: Pinta Grafische Producties

Zetwerk: Mat-Zet B.V.

Druk: ScandBook UAB, Lithuania, met gebruik van 100% groene stroom

isbn 978 94 027 1687 0

isbn 978 94 027 7421 4 (e-book)

nur 302

Eerste druk maart 2025

Originele uitgave verschenen bij Ullstein Taschenbuch Verlag.

HarperCollins Holland is een divisie van Harlequin Enterprises ULC. ® en ™ zijn handelsmerken die eigendom zijn van en gebruikt worden door de eigenaar van het handelsmerk en/of de licentienemer. Handelsmerken met ® zijn geregistreerd bij het United States Patent & Trademark Office en/of in andere landen.

www.harpercollins.nl

Elk ongeoorloofd gebruik van deze publicatie om generatieve kunstmatigeintelligentietechnologieën (AI-technologieën) te trainen is uitdrukkelijk verboden. De exclusieve rechten van de auteur en uitgever worden hierbij niet beperkt.

Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het e-book is beveiligd met zichtbare en onzichtbare watermerken en mag niet worden gekopieerd en/of verspreid.

Alle in dit verhaal voorkomende personen zijn ontleend aan de fantasie van de schrijver. Elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval.

‘Bloemen zijn de glimlach van de aarde.’
Ralph Waldo Emerson

Stamboom

Rose (1938) en Albert Carter (1937)

Camellia Lilian Sage Cedar Nara (1973) (1972) (1968) (1960) (1988) en en en en en Ricardo Gunnar Isha Maia Amadou

Dalia Soley Lali Magnolia Welwitschie (1996) (1997) (2000) (1990) (2013)

Proloog

IJsland 1951

Sigrún liet haar blik over het weidse landschap gaan. Mossen en korstmossen bedekten het land rondom hun boerderij ten zuiden van het stadje Akureyri. Die was ooit eigendom van Ingvars ouders geweest, maar zijn vader was drie jaar geleden onverwacht overleden, toen hij samen met buren uit de omgeving de schapen bijeen wilde drijven.

De mannen waren te paard naar een onherbergzaam deel van de streek gereden omdat ze vermoedden dat de dieren zich daar ophielden, maar binnen luttele uren was er een vreselijke sneeuwstorm opgestoken, die Ingvars vader en een tweede man het leven had gekost. Pas twee dagen later, toen de woest dwarrelende sneeuw een beetje tot bedaren was gekomen, werden ze gevonden.

Ingvars moeder Anna was ingestort toen de mannen haar het droevige nieuws hadden verteld, ze hadden haar amper kunnen kalmeren. Ingvar, die bij het zoeken naar zijn vader had geholpen, was als verstijfd geweest toen het treurige nieuws tot hem was doorgedrongen. Ylfa, de dochter van Sigrún en Ingvar, was toen nog niet eens geboren en had haar grootvader dus nooit gekend. De oudere

tweeling, Einar en Fannar, had instinctief aangevoeld dat hun ouders en grootmoeder door een verlammend verdriet waren getroffen. Toen Sigrún de jongens had geprobeerd uit te leggen wat er was gebeurd, waren ze in huilen uitgebarsten.

Haar schoonvader was niet het eerste slachtoffer van de ontembare, ruige IJslandse natuur. Bijna elk gezin dat Sigrún kende, had wel een lid aan de woeste zee moeten afstaan, en als niet de zee de mannen voor altijd opslokte, dan waren het wel vulkaanuitbarstingen, sneeuwstormen, aardverschuivingen of andere grillen van de natuur die hun tol eisten. De dood hoorde bij het leven, met dat besef waren ze opgegroeid.

Het gehuil van Ylfa drong vanuit de woonkamer tot haar door. Sigrún wendde zich haastig af van het raam, tilde de pan met aardappels van het fornuis en onderdrukte haar sombere gedachten. Nadat ze haar handen aan haar schort had afgedroogd, rende ze snel naar de kamer, waar het knappende vuur van de houtkachel voor warmte zorgde. Ylfa, die in haar wiegje lag, stak haar magere armpjes uit naar haar moeder. Sigrún boog zich glimlachend over haar heen en streelde Ylfa teder over haar gladde, blozende wangetjes. ‘Heb je nu alweer honger, lieverd?’

Ylfa’s broers dartelden ergens buiten op het erf rond. Ingvar had hun gevraagd om tijdens zijn afwezigheid op de schapen te letten, die tijdens de lange winter op stal stonden. Sigrún tilde Ylfa op en drukte het kindje dicht tegen haar bovenlijf. Meteen hield het kleintje op met huilen. Sigrún gaf haar dochtertje een kusje op haar blonde haar en genoot even van haar nabijheid. Er was altijd zoveel werk dat er zelden een moment was om het even rustig aan te doen.

Ingvar was met een paar buren naar de stad. Omdat het al een paar uur sneeuwde, begon Sigrún zich zorgen te maken. Sinds kort had de buurman een nieuwe auto, en Ingvar had met hem mee kunnen rijden naar Akureyri. En hoewel haar man keer op keer was verzekerd dat een ritje met een auto veel veiliger was dan te paard naar de stad

te gaan, had hij zijn bedenkingen over dat eigentijdse vervoermiddel niet zomaar opzij kunnen zetten. In het noorden van het eiland hadden maar weinig mensen een eigen auto. Sigrún en haar man hadden er het geld niet voor, die waren blij dat ze hun kinderen te eten konden geven. De twee jongens groeiden sneller dan Sigrún lief was, hun truien en broeken waren telkens weer te klein. Ondanks de eindeloos lange avonden, waarop weinig anders te doen was, schoot het met Sigrúns breiwerk niet echt op. Gisteren had ze eindelijk een warme trui voor Fannar afgemaakt. Nu was het Einars beurt; hij zou een wollen jasje krijgen.

Ylfa’s oogjes vielen langzaam dicht, maar Sigrún durfde haar dochtertje nog niet terug in haar wiegje te leggen. In plaats daarvan liep ze met haar naar het raam en keek ze naar de schemering buiten. Voor de schapenstal zag ze Einar staan, die voorzichtig om het hoekje loerde. Blijkbaar speelde hij verstoppertje met zijn broer.

Opeens werd Sigrún overvallen door een intense droefheid. Ze zette een stap naar achteren en deed heel even haar ogen dicht. Wat er ook gebeurde, ze mocht niet toegeven aan die telkens weer opwellende wanhoop. Ze ging met Ylfa in de stoel zitten waarin haar schoonvader decennia van zijn leven had doorgebracht. De lichtbruine stof was versleten en zat vol vlekken, maar het knusse meubel straalde bestendigheid uit. Het had altijd al hier naast het raam gestaan en daar zou het blijven staan. Sigrún schoof de stoel iets dichter naar de kachel toe. Toen keek ze weer naar haar dochtertje, die haar vingers tot vuistjes had gebald en in haar slaap tevreden lag te smakken.

Sigrún vroeg zich af of ze ondankbaar was. In haar jonge jaren had ze er altijd van gedroomd om een eigen boerderij te hebben, een gezin te stichten, moeder te zijn. In de afgelopen paar jaar waren al die wensen vervuld. Haar schoonmoeder was na de plotselinge dood van haar man naar haar jongere zoon in het oosten van het eiland verhuisd. Nadat Ingvar als oudste zoon de boerderij van zijn vader had

geërfd, hadden Sigrún en Ingvar meer dan eens gezegd dat ze bij hen kon blijven wonen, maar Anna had niet op de plek willen blijven waar elk hoekje en elke steen haar aan haar overleden man herinnerde. Ingvar en zijn moeder konden niet weten hoe goed Sigrún zich dat gevoel kon voorstellen. Haar eigen herinneringen aan lang vervlogen tijden hingen als een dichte nevel over het weidse landschap. Wanneer ze naar Akureyri ging, lukte het haar niet om het verleden te laten rusten, en op de boerderij voelde ze overal het verdriet, dat tot in de muren leek te zijn doorgedrongen. Overal loerden herinneringen, klaar om Sigrúns gevoelens opnieuw overhoop te halen.

Ze legde haar hoofd achterover en probeerde zich op het heden te concentreren. Ze had drie gezonde kinderen en een fijne man die van haar hield en haar op handen droeg. Sigrún kende Ingvar al sinds hun kindertijd, hij was nooit een grote prater geweest. Ze was een heel eind verderop op de boerderij van haar ouders opgegroeid, samen met haar twee zussen, die inmiddels ook getrouwd waren. Vilborg, de jongste, woonde met haar man, die visser was, in de Westfjorden. Steinunn, de middelste van de drie, had een leraar leren kennen en was met hem naar de hoofdstad verhuisd, waar ze nu in een ziekenhuis werkte. Sigrúns ouders hadden er grote moeite mee dat geen van hun dochters de boerderij wilde overnemen, maar de twee grote bedrijven lagen zo ver uit elkaar dat Sigrún en Ingvar ze onmogelijk beide konden bestieren. Wanneer Sigrúns ouders er niet meer waren, zouden de gebouwen waarschijnlijk aan de natuur worden overgelaten en na verloop van tijd tot ruïnes vervallen. Daarmee zouden ze geen uitzondering zijn. Overal in IJsland stonden boerderijen leeg, want de jongelui trokken naar Reykjavík. Een groot deel van Sigrúns generatie wilde niet wegkwijnen op het platteland, waar bijna geen ander werk was dan schapen houden of vis vangen. Sigrún had daarentegen als kind al van het eenvoudige leven op de boerderij gehouden. Tijdens haar vroege jeugd had ze grote dromen gehad en korte tijd gedacht dat de wereld voor haar openlag,

maar in de afgelopen jaren was haar duidelijk geworden dat ze niet voor grotere dingen bestemd was. Haar ouders waren boeren, haar grootouders en hun ouders waren dat ook geweest. Haar plek was in IJsland, met Ingvar en hun kinderen.

Sigrún slaakte een zucht. Nadenkend keek ze om zich heen, naar de oude, verbleekte bank, die ze van vrienden hadden gekregen, en naar de donkere eikenhouten kast naast de keukendeur. Boven de kleine eettafel hing een foto van haar bruiloft, toen Sigrún IJslandse klederdracht en Ingvar een zwart pak had gedragen. Dat was al zo’n tijd geleden. Sinds hun trouwen sprak Ingvar nog minder met haar dan vroeger. Dat maakte Sigrún niet altijd ongelukkig, want soms was het voor iedereen beter om te zwijgen.

Tijdens de lange, donkere winteravonden zat Sigrún bij de kachel te breien. Terwijl haar vingers de ene steek aan de andere regen, werd in haar hoofd telkens weer dezelfde film afgespeeld. Niemand behalve zij wist van haar verleden. Of beter gezegd, niemand kende het hele verhaal. Na al die jaren kon Sigrún eindelijk vol dankbaarheid terugdenken aan de gebeurtenissen van lang geleden. Niemand kon haar die fijne herinneringen afnemen.

Ze legde haar hand op haar hart. Terwijl Ylfa rustig ademhaalde, gunde Sigrún zichzelf een kort moment van rust. Buiten riep een van haar zonen iets, maar ze liet zich dit moment niet afpakken. Ze ervoer veel te sterk de diep begraven gevoelens in haar binnenste. Nooit meer zou ze zo van een man kunnen houden als ze toen had gedaan. Ingvar was goed voor haar, een betere echtgenoot had Sigrún zich in haar situatie niet kunnen wensen, maar tegelijkertijd was er toen ook een deel van haar hart gestorven. Nooit zou ze iemand kunnen uitleggen wat ze voelde; er waren dingen in het leven die niet met verstand en nuchterheid konden worden verwoord.

Dublin

Vol ongeloof staarde Soley naar het omslag van het roddelblad dat voor haar op het bed lag. Ze kon haar ogen amper geloven. Op de grofkorrelige foto was Greg Fairchild te zien, in een rode zwembroek op een ligstoel. Op zijn schoot zat een onbekende donkerharige schoonheid die Greg zoende op een manier die Soley letterlijk misselijk maakte. De erg slanke vrouw, die ze op hoogstens twintig schatte, was gehuld in een paars niemendalletje, een bikini die alleen het hoogstnoodzakelijke bedekte. Onder de foto werd verwezen naar een artikel verderop in het tijdschrift.

Met verdoofde vingers bladerde Soley naar de overige foto’s, die op grootformaat waren afgedrukt. Greg en de onbekende vrouw in een privézwembad, innig verstrengeld in een pose die weinig te raden overliet; Greg en de vrouw hand in hand op het strand; ergens aan een bar, waar ze elkaar smachtend aankeken, alsof er niemand anders op de wereld bestond. Soley proefde gal in haar keel. Dit kon gewoon niet waar zijn. Greg was een Britse acteur, het idool van talloze vrouwen, genomineerd voor een Oscar en twee Golden Globes. En al ruim een jaar officieel haar vriend. Hoe kon hij haar dit aandoen?

Uit de slechte kwaliteit van de foto’s bleek dat de paparazzi die van een flinke afstand moesten hebben gemaakt, dus was de kans groot dat Greg er niets van had gemerkt. Nou ja, hij had het druk genoeg gehad. Soley lachte bitter. De treurige waarheid luidde dat Greg vreemdging met een jongere vrouw. Maar ze waren toch gelukkig geweest? Dat had Soley in elk geval altijd gedacht.

Ze dacht terug aan de filmpremière in Londen waar ze elkaar hadden leren kennen. Natuurlijk had ze Greg Fairchild al vaker gezien, in films, kranten en bij diverse optredens waar ze toevallig allebei aanwezig waren geweest. De aantrekkelijke acteur had in de afgelopen paar jaar de nodige films gemaakt die de aandacht trokken, waaronder een kaskraker uit Hollywood waarin hij een hooggeplaatste generaal tijdens de Tweede Wereldoorlog had vertolkt. Daarvoor had hij de nodige lof geoogst. Sindsdien was Greg een naam om rekening mee te houden, en bovendien een echte publiekslieveling.

Soley streek over het papier van het tijdschrift. Had hij het artikel zelf al gezien? Zijn agent was vast woedend, maar de internationale media smulden hier natuurlijk van. Ze gingen dit schandaal tot de laatste druppel uitpersen, totdat een volgende grote naam een misstap beging en ze daar hun pijlen op konden richten. Soley liet zich slap op haar kussen vallen. Vanbinnen voelde alles koud en leeg.

Greg had hun relatie verwoest, en Soley had geen flauw vermoeden gehad van wat hij allemaal uitspookte wanneer ze niet bij elkaar waren.

Op die avond in Londen was ze meteen verliefd op Greg geworden. Eerst hadden ze met een grote groep op de film geproost, en na de première was Greg niet meer van haar zijde geweken. Ze waren maar blijven praten, tot diep in de nacht. Hij bleek haar muziek te kennen en had toegegeven dat hij fan was.

Soley streek met haar hand over haar voorhoofd. Greg was geen typisch voorbeeld van een fan van Flower Girl, de artiestennaam waaronder ze al tien jaar veel succes boekte. Haar ogen begonnen te

branden. Het was zo pijnlijk om te beseffen dat ze voor hem blijkbaar niet genoeg was. Al vanaf het begin van hun relatie waren er soms langere periodes geweest waarin ze niet bij elkaar hadden kunnen zijn. Soley was maandenlang op tournee geweest en had het ene concert na het andere gegeven, terwijl Greg vaak opnamen in het buitenland had. Een halfjaar geleden had hij in Australië gezeten, momenteel verbleef hij in Zuid-Afrika. Vaak lagen er duizenden kilometers tussen hen in, waardoor zelfs een bliksembezoek tussen twee draaidagen of twee optredens niet mogelijk was. Maar ze waren toch gelukkig geweest, of niet soms?

Soley had zich nog nooit zo verraden gevoeld. Dit werd haar te veel, ze had geen idee hoe ze moest reageren of wat ze zou moeten zeggen als iemand haar hierover aansprak. En dat ging gebeuren, daar twijfelde ze niet aan. Als zangeres stond Soley toch al in de spotlights, en de media aarzelden nooit om snel een graantje van schandalen als dit mee te pikken. Waarom had hij het niet gewoon uitgemaakt zodra hij merkte dat hij niet meer gelukkig was?

Toen haar mobieltje ging, rolde ze over haar bed om het schermpje te kunnen zien. Het was Dalia, een van haar nichtjes. Waarschijnlijk had ze het artikel ook gezien, maar Soley had geen zin om tekst en uitleg te geven en liet het toestel daarom maar overgaan totdat het gezoem ophield. Die lieve Dalia! Haar dappere nicht, die helemaal in haar eentje naar Mexico was gegaan om haar onbekende vader te zoeken. Bij de gedachte aan haar moest Soley ondanks alles glimlachen. Dalia had in Mexico niet alleen haar vader gevonden, maar ook haar grote liefde. En daar was Soley blij om, dat gunde ze haar nicht, ook al was haar eigen relatie net in duigen gevallen.

Ze schrok op toen er opeens op de deur van haar hotelkamer werd geklopt.

‘Soley, ben je wakker?’ Dat was de stem van Richard Cunningham, die al jaren haar manager was.

Ze rolde met haar ogen. ‘Nee, ik slaap nog.’

‘Doe niet zo mal. Heb je het artikel gezien?’

Soley zuchtte. ‘Ja.’

‘Wil je de deur opendoen?’

‘Het komt nu niet goed uit.’ Ze stond op van het bed en liep naar de deur. ‘We zien elkaar over een halfuur bij het interview voor London Today, oké?’

‘Ik spreek liever daarvoor nog even af, om je reactie te kunnen afstemmen. En ik wil aanvragen voor nieuwe interviews met je doornemen.’

‘Niet nu, Richard,’ zei Soley. ‘Later kunnen we alles uitgebreid bespreken, maar ik heb nu een paar minuten voor mezelf nodig. Dat snap je vast wel.’

Terwijl ze op zijn reactie wachtte, hoorde ze hem aan de andere kant van de deur zachtjes mompelen. Richard voerde vaak hele gesprekken in zichzelf wanneer hij zich aan Soley ergerde, maar gelukkig hield hij snel zijn mond. Ten slotte hoorde ze hem weglopen.

Soley liep terug naar het bed en ging zitten. Richard had natuurlijk gelijk. Claire Gatman, de journaliste met wie Soley dadelijk een afspraak had, zou het onderwerp Greg ongetwijfeld het eerst aansnijden. En wie weet was het niet meer dan een affaire. Waarom had hij hun niet allebei een plezier gedaan en gewoon open kaart gespeeld?

Dat had weliswaar niets aan de uitkomst veranderd, want ook dan was hun relatie voorbij geweest, maar het had vast minder achterbaks aangevoeld. En ze hadden zich de nodige berichten in de media en onaangename vragen kunnen besparen.

Weer pakte ze het tijdschrift voor een blik op het tweetal. Hoelang was dit al bezig? Soley had Greg vier weken geleden voor het laatst gezien, toen ze samen de barbecue van een bekende regisseur hadden bezocht. Daarvoor was Greg zelfs teruggekomen van de andere kant van de wereld, waar hij momenteel een film opnam. Op die avond was Soley niets bijzonders aan hem opgevallen. Greg had zich gedragen zoals altijd: charmant, attent, liefdevol. Ze begon te huilen, al kon ze

niet zeggen of dat van woede of verdriet was. Ze verfrommelde het tijdschrift en smeet het op de vloer. Daarna veegde ze haar tranen weg.

Richard wilde dat ze een reactie gaf. Nou, die kon hij krijgen! Luid en duidelijk, zonder er doekjes om te winden. In haar leven was geen plaats voor een man die loog en bedroog. Greg had blijkbaar behoefte aan iets wat Soley hem niet kon bieden, maar ze ging voor niemand veranderen. Als hij dacht dat hij veel beter af was met een vriendin die half zo oud was als hij, dan ging ze hem niet tegenhouden. Greg had zijn kans gehad en die had hij verspeeld. Soley had wel genoeg aan haar hoofd. Al maandenlang voelde ze zich niet echt meer thuis in het wereldje vol klatergoud, waarin ze nu een jaar of tien rondliep. Ze had niet ook nog eens de energie om zich druk te maken om een vriend die vreemdging. Hier moest ze een ferme streep onder zetten, dat was de enige juiste beslissing, en dat ging ze Claire Gatman duidelijk maken.

Soley stond op en liep naar de badkamer om zich voor te bereiden.

Later die avond stond Soley voor een publiek van tienduizend fans en zwaaide tevreden naar de zaal. Na drie toegiften, waaronder haar huidige hit ‘You Know Who I Am’, was ze compleet uitgeput. De menigte was door het dolle heen en wilde niet dat ze het podium verliet. Een vrouw op de derde rij wapperde met een groot vel karton met de tekst flower girl you make me happy, een toespeling op Soleys eerste hit, ‘I Make You Happy’. Een jong stel op de eerste rij begon innig te zoenen, een andere vrouw stak haar handen omhoog. Twee tieners sloegen hun armen om elkaar heen en sprongen wild op en neer.

Soley streek een paar bezwete plukjes haar van haar voorhoofd, duwde haar onderlip naar voren en ademde uit. Dankbaar keek ze naar al die mensen voor haar, die de energie van wel honderd uitbarstende vulkanen uitstraalden. Op dat moment zetten de fans haar nummer van vorige zomer in en klonken de eerste woorden van ‘She’s

Your Friend’ uit ontelbaar veel kelen. Soley draaide zich om en keek naar de leden van haar band. Tommy op slagwerk, Frank op bas, Mitch op keyboards en Kerry en Colleen op elektrische gitaar. Soley werkte al jaren samen met deze muzikanten. Ze waren perfect op elkaar ingespeeld, ze wisten allemaal wat ze aan de anderen hadden. Ook buiten het podium konden ze goed met elkaar opschieten. Gelukkig maar, want anders waren de maandenlange tournees die hen over de halve wereld voerden een hel geworden. Er was vaak amper gelegenheid om je even terug te trekken.

Richard was er geen voorstander van geweest dat Soley muzikanten koos die ze graag mocht; hij had haar met klem aangeraden om vooral naar professionele kwaliteiten te kijken. Maar Soley was afgegaan op haar gevoel en had een paar uur met de individuele muzikanten doorgebracht om naar hun wensen en plannen te vragen en te ontdekken of het klikte. Acht anderen had ze meteen afgewezen, maar deze vijf hadden haar vanaf het begin al overtuigd. Inmiddels waren ze jaren verder en ze had geen moment spijt van haar keuze gehad. Dit was de beste band die ze zich kon voorstellen.

Geluidloos bedankte ze haar muzikanten, daarna draaide ze zich weer om naar haar fans, die nog altijd uit volle borst ‘She’s Your Friend’ zongen. Soley deed haar ogen dicht en viel in tijdens het refrein, ze stak haar handen omhoog en deinde mee op de maat van de muziek. Ook haar bandleden vielen een voor een in. Soley genoot van het gejuich uit de zaal en liet zich door de uitbundige stemming meevoeren. Toen ze haar ogen weer opendeed, zag ze de stralende gezichten van de fans die vlak voor de rand van het podium stonden.

Royaal wierp ze kushandjes naar alle kanten, maar toen het publiek nogmaals om een toegift riep, schudde ze vol spijt haar hoofd. Ze had al een halfuur langer opgetreden dan gepland en wilde de coulance van de organisator, met wie ze vaste tijden had afgesproken, niet nog meer op de proef stellen. ‘Bedankt!’ riep ze naar het publiek. ‘Jullie zijn de beste fans van de hele wereld! Dublin, tot ziens!’

Er werd gefloten en geroepen, de kolkende massa danste en sprong alsof er geen einde aan kon komen. Soley gebaarde naar haar band dat het nu echt afgelopen was. Toen ze Richard aan de rand van het podium zag staan, knikte ze even naar hem. Daarna stapte ze uit de felle bundel licht die haar de hele avond bij elke beweging had gevolgd.

‘Ze zijn dol op je,’ merkte Richard grijnzend op.

Weemoedig keek Soley naar de deinende menigte voor het podium, die bleef hopen dat Flower Girl over haar hart zou strijken en nog een nummer ten gehore zou brengen.

‘Ja, dat is waar,’ antwoordde ze. Maar waarom voelde ze zich nu dan zo waardeloos en overbodig? Meteen verschenen de beelden van Gregs ontrouw in haar gedachten. Wat voor prestatie leverde ze nu eigenlijk? Ze zong en danste en gedroeg zich als een vrouw die tien jaar jonger was dan ze in werkelijkheid was. Daarvoor werd ze meer dan vorstelijk betaald. In de afgelopen paar jaar had ze waarschijnlijk meer verdiend dan vele hevig zwoegende bouwvakkers tijdens een heel leven bij elkaar schraapten. Twijfel welde in haar op; twijfel aan haar carrière, aan haar rol als artiest, aan haar positie als iemand die altijd in het middelpunt van de publieke belangstelling stond.

‘Wat is er?’ Richard keek haar onderzoekend aan.

Soley schudde haar hoofd. ‘Niks. Alles is in orde.’

Hij fronste. ‘Nou, dat waag ik eerlijk gezegd te betwijfelen, gezien de ramp die Greg heeft veroorzaakt.’

‘Greg is verleden tijd,’ zei Soley kortaf, en ze liep naar de kleedkamer. Haar huid gloeide onder de make-up.

Richard liep achter haar aan. Voor hem was het onderwerp duidelijk nog niet afgesloten.

‘En ik wil het vanavond niet meer over hem hebben,’ voegde ze er beslist aan toe.

‘Maar dat is onvermijdelijk, Soley,’ merkte Richard op. Vanwege

zijn corpulente lichaamsbouw kostte het hem moeite om Soleys lichtvoetige tempo bij te houden.

Bij de deur van de kleedkamer draaide ze zich om naar haar manager. ‘Richard, ik meen het. Het kan me niet schelen wat jij ervan vindt, maar Greg is een privékwestie. En de relatie is wat mij betreft voorbij.’

Hij veegde zijn voorhoofd af. ‘Soley, denk er alsjeblieft nog eens over na. Dat je een relatie hebt met een bekende acteur – of had, als je het liever zo wilt uitdrukken – heeft je carrière beslist niet geschaad.’

Soley kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Denk je soms dat de mensen naar mijn optredens komen omdat ik met een vreemdganger en een leugenaar samen ben?’

Richard rolde met zijn ogen. ‘Leg me nu geen woorden in de mond. Natuurlijk komen ze voor jou, voor je muziek. Maar…’ Hij leek zich af te vragen hoe hij het moest zeggen. ‘...maar Flower Girl is meer dan jouw zang en de muziek. Je bent een totaalpakket. Je fans interesseren zich voor alle aspecten van je leven.’

‘Ja, en misschien is dat juist hetgeen waar ik geen zin meer in heb.’ Zo, dat was eruit.

Richard keek haar sceptisch aan. ‘Wat wil je daarmee zeggen?’

‘Dat ik er misschien wel genoeg van heb om… een totaalpakket te zijn.’

‘Soley, je fans zijn gek op je. Ze eten uit je hand, ze zouden je nummers zelfs nog kopen als je het telefoonboek op muziek zou zetten. Je mag je heel gelukkig prijzen.’

‘Ja, misschien wel…’ Soley deed heel even haar ogen dicht. ‘Ik heb nu gewoon even rust nodig, Richard. Kun je ervoor zorgen dat we over hoogstens een kwartier terug kunnen naar het hotel? Ik ben doodop.’

Haar manager knikte. ‘Dat doe ik. En denk er alsjeblieft nog eens goed over na. Andere artiesten zouden…’

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.