Cursed Crowns - Twin Crowns 2 Inkijkexemplaar

Page 1

Vertaling De Vertaalzusjes

Voor het papieren boek is papier gebruikt dat onafhankelijk is gecertificeerd door FSC® om verantwoord bosbeheer te waarborgen. Kijk voor meer informatie op www.harpercollins.co.uk/green.

HarperCollins is een imprint van Uitgeverij HarperCollins Holland, Amsterdam.

Copyright © 2023 Catherine Doyle and Katherine Webber

Oorspronkelijke titel: Cursed Crowns

Copyright Nederlandse vertaling: © 2023 HarperCollins Holland

Vertaling: De Vertaalzusjes

Omslagontwerp: HarperCollinsPublishers Ltd 2023

Bewerking: Pinta Grafische Producties

Omslagillustratie: © Charlie Bowater 2023

Zetwerk: Mat-Zet B.V., Huizen

Druk: CPI Books GmbH, Germany, met gebruik van 100% groene stroom

isbn 978 94 027 1304 6

isbn 978 94 027 6901 2 (e-book)

nur 285

Eerste druk juli 2023

Originele uitgave verschenen bij Electric Monkey/Farshore, imprint van HarperCollins Publishers Ltd, London, Great Britain.

HarperCollins Holland is een divisie van Harlequin Enterprises ULC. ® en ™ zijn handelsmerken die eigendom zijn van en gebruikt worden door de eigenaar van het handelsmerk en/of de licentienemer. Handelsmerken met ® zijn geregistreerd bij het United States Patent & Trademark Office en/of in andere landen.

www.harpercollins.nl

Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het e-book is beveiligd met zichtbare en onzichtbare watermerken en mag niet worden gekopieerd en/of verspreid.

Alle in dit verhaal voorkomende personen zijn ontleend aan de fantasie van de schrijver. Elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval.

Breek het ijs om de vloek op te heffen. Dood één tweelingzus om de andere te redden.

De kroon van Wren Greenrock zat te strak. Het metaal drukte tegen haar slapen en boorde zich in haar schedel. Ze probeerde haar gezicht in de plooi te houden terwijl ze naast haar tweelingzus op het balkon van paleis Anadawn stond en uitkeek over het koninkrijk waar ze zo hard voor hadden gevochten. Wren kon nog steeds niet geloven dat dit nu van haar was. Althans, de helft hiervan dan. Zij en Rose hadden besloten om het koninkrijk te delen.

Toch was ze op van de zenuwen. Ze had zich de hele ochtend druk gemaakt over dit moment en zich voorbereid op het ergste. Ze hadden een zware periode achter de rug: een paar dagen geleden was de verloofde van Rose, prins Ansel uit Gevra, op hun huwelijksdag op noodlottige wijze om het leven gekomen. Niet lang daarna had ook hun verraderlijke Koningsadem Willem Rathborne het leven gelaten, hoewel ze daar een stuk minder rouwig om waren. Wren had dus geen grote opkomst verwacht, laat staan een hartelijke ontvangst, maar toch stond er een juichende menigte net voorbij de gouden poorten. Feestgangers uit de nabije stad Eshlinn en omstreken waren bijeengekomen om de tweeling te feliciteren met hun kroningsdag. De menigte was zo groot dat ze helemaal tot het woud mensen zag staan. Duizenden lachende gezichten tuurden naar het witte paleis en hun gejuich werd meegevoerd op het zomerse briesje. Ze waren gekomen om de kroning van Wren en Rose te vieren: de nieuwe tweelingkoninginnen van Eana.

De tweeling stond op het balkon in hun mooiste jurken en met gloednieuwe kronen om alle adoratie als zonlicht in zich op te nemen. Ze straalden samen als een baken: de belofte van een nieuw tijdperk

9
hoofdstuk 1 Wren

waarin de heksen en de niet-magische mensen van Eana in harmonie zouden samenleven en waarin al het oude bijgeloof en de woekerende wantrouw eindelijk zouden worden begraven. Het was een dag vol beloftes en mogelijkheden. Nou ja, dat was het geweest als Wren niet zo’n knallende hoofdpijn had gehad.

‘Kijk niet zo bedrukt,’ mompelde Rose naar haar. ‘Dan denken ze dat je niet blij bent.’

Wren keek zijdelings naar haar zus. De glimlach van Rose was oprecht en stralend. Hij prijkte al bijna een uur op haar lippen. Ze was al die tijd ook aan het zwaaien, met haar hand hoog boven haar hoofd, zodat alle mannen, vrouwen en kinderen onder hen het zouden kunnen zien en wisten dat ze welkom waren. Geliefd. Rose was een natuurtalent. Ze was hiervoor in de wieg gelegd.

Wren voelde zich als een vis op het droge. In het begin was het gemakkelijk geweest om te glimlachen. Toen ze tot haar verbazing gejuich hoorde toen ze de deuren van het balkon openden, werd ze overspoeld door opluchting. Maar nu begon haar energie op te raken. Ze had zo lang geglimlacht en gezwaaid dat haar arm moe was. Zíj was moe. Niet gek ook. Ze was immers opgegroeid tussen de heksen op de door de wind geplaagde stranden van Ortha in het westen, ver weg van de pracht en praal van paleis Anadawn en al het geduld en de etiquette die van een prinses werden verwacht. ‘Hoelang moeten we hier nog staan?’ siste ze. ‘Ik krijg honger van al dat gezwaai. En mijn hoofd doet pijn.’

Rose pakte Wrens vrije hand. Ze kneep even en Wren voelde een warmte door haar arm snellen. Geneeskrachtige magie. Even later was haar hoofdpijn verdwenen.

‘Zo.’ Rose liet haar los en blies haar adem uit. ‘En nu niet meer klagen.’ Wren zette haar glimlach weer op en ging verder met zwaaien. Haar hoofd deed geen pijn meer, maar ze voelde nog steeds een druk op haar borst. Ondanks haar geneeskrachtige magie zou Rose het gebroken hart van haar zus niet kunnen genezen. Wrens verdriet bloeide op als een duistere bloem, die haar aan Banba deed denken. Slechts een paar dagen geleden was haar vastberaden, dappere oma door koning Alarik en zijn gewetenloze Gevraanse soldaten ontvoerd uit de Kluis van de Beschermer. Voordat Wren bij haar kon komen, hadden ze haar al op een schip gezet. Wren werd continu geplaagd door de gedachte aan

10

haar laatste momenten. De oneerlijkheid van de hele situatie liet haar maar niet los.

Wren was koningin geworden, precies zoals haar oma altijd had gewild, maar Banba was hier nu niet om daar getuige van te kunnen zijn. Ze was hier nu niet om haar te helpen. In plaats daarvan was ze een gevangene van koning Alarik, de jonge, brute koning uit het noordelijke continent die een duistere fascinatie had voor heksen. Maar daar wilde Wren verandering in gaan brengen. Ze had zichzelf – en Rose – beloofd dat ze een manier zou vinden om haar oma te redden uit de ijzige klauwen van Gevra.

Zodra ze klaar was met glimlachen en zwaaien.

Wren zag Rose even naar de binnentuin kijken, waar Shen Lo achteroverleunde tegen de fontein bij de doorgang naar het binnenste deel van het paleis. Hij had een arm over zijn voorhoofd geslagen om de zon uit zijn ogen te houden, terwijl zijn andere arm in het kristalheldere water bungelde.

Wren kon aan de grijns op zijn gezicht zien dat hij niet lag te slapen. Ze hoefde zijn ogen niet te zien om te weten dat hij ervan genoot om Rose te zien stralen in haar natuurlijke omgeving. En om Wren te zien spartelen als een vis op het droge.

‘Wren, kijk!’ riep Rose uit, terwijl ze de hand van haar zus weer vastpakte. ‘Ze gooien bloemen over de poorten!’

Wren keek net op tijd op om een knalrode roos in de binnentuin te zien landen. En toen nog een, en nog een. Er lag een heel boeket op de stenen. Roze, gele, rode, paarse en nog veel meer bloemen vlogen over de poorten. ‘Rozen,’ zei Wren grinnikend. ‘Ze zijn echt dol op je.’

‘Ze zullen ook dol op jou zijn,’ zei Rose, terwijl ze het publiek een kushandje toewierp. De menigte begon te juichen. Rose draaide sierlijk een rondje, waarna ze opnieuw enthousiast begonnen te joelen. ‘Ze moeten je alleen nog even leren kennen.’

‘Zolang ze maar geen dode vogels over de muren gooien. Je weet dat wren “winterkoninkje” betekent, toch?’

‘Zeg, doe niet zo morbide.’

Wren wiep het publiek een kushandje toe. Ze hoorde meer gejoel en geschreeuw. In de binnentuin zag ze Shen lachen. Zijn witte tanden glinsterden in de middagzon.

11

‘Dit is echt te gemakkelijk,’ zei Wren, terwijl ze de mensen nog een kushandje toewierp. ‘Misschien moet ik een radslag maken.’

Rose pakte haar zus bij de elleboog. ‘Waag het niet!’

Wren barstte in lachen uit.

Plotseling stoof het publiek naar voren en hoorden ze het hek kraken. Armen staken door de gouden spijlen – wanhopig op zoek naar meer ruimte – terwijl een enkele rotte tomaat over het hek vloog. Hij leek wel in slow motion te zweven en werd langzaam groter naarmate hij dichterbij kwam. Gelukkig haalde hij de balustrade niet en viel hij met een natte klets in de binnentuin.

Ze hoorden een rauwe stem boven het gejuich uit schreeuwen. ‘WEG MET DE HEKSEN!’

Beneden, in de binnentuin, schoot Shen overeind.

De glimlach van Rose verdween.

Wren stopte met zwaaien. ‘Volgens mij zijn we wel klaar voor vandaag.’

‘Negeer hem,’ zei Rose, die zich snel herpakte. ‘Het is maar één tomaat.’

‘Twee,’ zei Wren, toen er nog een rotte vrucht over de poorten vloog. Ze zag Shen door de binnentuin snellen om de demonstrant te vinden in de menigte, of misschien wel om te achterhalen of het er misschien meer dan één was. De menigte dromde nog steeds naar voren alsof ze door iets – of iemand – werd voortgeduwd.

Toen de tweede tomaat in de fontein belandde, liep Rose weg van het balkon. ‘Goed dan,’ zei ze, terwijl ze nog één theatraal kushandje naar het publiek wierp. Er klonk opnieuw gejuich – gejuich dat de volgende kreet overstemde – maar Wren zou zweren dat ze het woord ‘heks’ kon horen. De tweeling liep weer naar binnen. Ze zetten allebei expres een vrolijke lach op totdat ze weer veilig in de troonzaal waren, waar de deuren van het balkon met een knal achter hen dichtvielen.

Ze stopten allebei tegelijk met glimlachen.

‘Nou, dat was zorgwekkend,’ zei Wren.

Rose trok haar neus op. ‘Zonde van dat eten.’

‘Ik wist wel dat al dat gejuich te mooi was om waar te zijn.’ Wren streelde met een hand door haar haren, waardoor haar kroon scheef kwam te staan. Zo. Stukken beter. ‘Eana wil geen heks op de troon, Rose. Ook geen heks die de inwoners al kennen.’

12

Rose wuifde haar bezwaren weg. ‘Overdrijf toch niet zo. Van dat zogenaamde protest kun je nog geen kom soep maken. Doe niet zo dramatisch.’

Maar Wren kon er niets aan doen. Zonder Banba voelde alles naar, verkeerd. Ze had een onrustig gevoel in haar buik, en die vier simpele woorden – WEG MET DE HEKSEN – maakten het alleen maar erger.

‘Ik ben gewoon realistisch.’ Wren hoorde de echo’s van haar voetstappen toen ze naar haar troon liep. Dit was de grootste ruimte in het hele paleis en het dak was bedekt met glinsterend bladgoud. Aan de muren hingen olieverfschilderijen in vergulde lijsten. Smaragdgroene gordijnen voegden een vleugje warmte toe. Een paar uur geleden had het hier volgestaan met gezanten en edelen uit alle hoeken van het land – en de Ortha-heksen – maar nu was er niemand behalve de tweeling en de wachters die hen moesten beschermen.

Wren ging op de met fluweel beklede stoel zitten en kneep in haar neusbrug in een poging om haar stortvloed aan gedachten op orde te krijgen. Willem Rathborne mocht dan dood zijn, maar hij had hen met een heleboel ellende achtergelaten. Hun snode Koningsadem had achttien jaar lang dezelfde haat gepredikt als de inmiddels al lang geleden overleden Beschermer van hun koninkrijk. Rathborne had het land tegen de heksen opgezet. Wren en Rose zouden meer moeten doen dan alleen een paar uur zwaaien op een balkon om dat alles weer ongedaan te maken. En tot die tijd zouden de heksen, die een paar dagen geleden uit Ortha waren gekomen, in Anadawn moeten blijven zodat ze beschermd konden worden tegen de inwoners van het koninkrijk die hun nog steeds iets wilden aandoen.

Wren masseerde over haar opnieuw pijnlijke slapen. Als hun oma hier was, zou ze precies weten wat ze moesten doen. Ze zou haar hand op Wrens schouder leggen en haar flink toespreken, zoals alleen Banba dat kon.

‘Je denkt aan Banba, of niet?’ Ineens stond Rose voor Wrens neus, met dezelfde bezorgde uitdrukking op haar gezicht. ‘Vind je het gek dat je zo onrustig bent? Ik heb je toch beloofd dat we haar zullen redden?’

‘Wanneer dan?’ vroeg Wren ongeduldig. ‘En hoe?’

‘Ik ga een strategische brief schrijven aan koning Alarik. Als monarchen onder elkaar,’ zei Rose zo zelfverzekerd dat Wren even durfde te

13

hopen dat het zou werken. ‘Het zal hem allemaal nog wel hoog zitten na de dood van die arme Ansel.’ Rose kromp ineen toen ze over de prins begon. Ze dacht ongetwijfeld aan het feit dat ze hem wanhopig had proberen te redden… zonder succes. ‘Wellicht dat wat diplomatieke middelen – en goed verwoorde excuses – een wereld van verschil kunnen maken. Ik zal kijken of hij wil onderhandelen over Banba’s vrijlating. Als de menigte weg is, ga ik meteen naar de stallen.’

‘Ik ga mee.’

‘Laat de diplomatieke zaken nou maar aan mij over.’ Rose klopte zachtjes op de hand van haar zus. ‘Je mag dan een koningin zijn, maar het gaat nog even duren voordat je weet wat het inhoudt om koninklijk te zijn.’

Wren schonk haar zus een chagrijnige blik. ‘Wat bedoel je daar nou weer mee?’

‘Dat ik een dolk uit je lijfje zie steken en dat ik weet dat je er nog eentje bij je enkel hebt zitten,’ zei Rose opgewekt. ‘En in deze delicate onderhandelingen, lief zusje, zal de pen een stuk machtiger zijn dan het zwaard.’

‘Goed dan. Maar als je het mis hebt en Banba iets overkomt, ram ik een groot, fonkelend zwaard door het bevroren hart van Alarik Felsing.’

‘O, Wren, ik heb het nooit mis.’ Rose pakte haar rokken vast en danste weg, terwijl ze even over haar schouder keek om haar zus een triomfantelijke grijns te schenken.

14

Ongeveer een uurtje later – nadat ze haar brief aan koning Alarik had geschreven – liep Rose met opgeheven hoofd door de gangen van het paleis. Ze knikte en glimlachte naar passerende bedienden en soldaten, en deed net alsof alles perfect volgens plan verliep. Alsof haar heerschappij niet op een vreselijke manier van start was gegaan.

In de troonzaal had ze zich groot gehouden voor Wren. Haar zus had altijd al een kort lontje gehad en stond op elk willekeurig moment op ontploffen. Maar naarmate de dag vorderde, voelde Rose de koude angstrillingen over haar rug lopen. Ze wist dat ze zou bezwijken als ze zich daar nu aan zou overgeven.

En dus moest ze de angst gewoon onderdrukken. Zoals ze altijd had gedaan.

Nu de menigte weer naar huis was gegaan, had ze frisse lucht nodig en een momentje om zich te herpakken. Het begon te voelen alsof de stenen muren van Anadawn steeds hoger werden. Alsof ze hier voor altijd gevangen zou zitten als ze niet nu meteen uit het paleis zou ontsnappen.

Ze duwde de deur naar de binnentuin open, maar er was geen beweging in te krijgen. Rose beet op haar tong om een kreet van frustratie te onderdrukken. Haar gezicht vertrok toen ze haar schouder tegen de deur zette. Met één sterke duw ging de deur krakend en piepend open. En toen stond ze eindelijk buiten, in de frisse middaglucht.

Rose liep de tuin in en voelde zich meteen tot rust komen door de bekende zoete geur van haar rozen. Ze stonden nu volop in bloei, alsof ze elkaar wilden overtreffen. Ze bleef even staan bij een felgele rozenstruik en sloot haar ogen om de geur diep in te ademen.

15
hoofdstuk 2 Rose

‘Wat hebben die bloemen toch een mazzel,’ zei een stem vlak achter haar. ‘Ik zou willen dat je zo naar mij zou glimlachen.’

Rose slaakte een kreet, verloor haar evenwicht en viel bijna in de doornen.

Sterke handen pakten haar middel vast. ‘Voorzichtig, Uwe Majesteit.’

Eén gelukzalig moment lang stond Rose zichzelf toe om tegen Shen Lo aan te leunen. Ze legde haar hoofd tegen zijn harde borst en ademde zijn geur diep in, net zoals ze bij de rozen had gedaan. Toen kwam ze weer bij zinnen en zette ze een stap bij hem vandaan.

‘Je moet mensen niet zo besluipen,’ zei ze afkeurend.

‘En jij moet je ogen niet sluiten als je moederziel alleen bent,’ zei Shen. ‘Ik dacht dat ik je beter getraind had, Uwe Majesteit.’

‘Misschien heb ik meer lessen nodig,’ zei Rose schalks. ‘Bovendien is dit mijn rozentuin. Ik ben hier hartstikke veilig.’

‘Nu wel, ja.’ Shen stopte zijn handen in zijn zakken, waarin hij – zo schatte Rose in – minstens drie dolken had verstopt. Hij schonk haar zo’n charmante grijns dat ze bijna door haar knieën zakte. Het was moeilijk te vergeten dat ze hier voor het eerst hadden gezoend.

De dag daarop had Shen haar weer gezoend tijdens het gevecht in de Kluis van de Beschermer, hoewel ze daar sindsdien niet meer over hadden gesproken. Ze hadden een muur om die ochtend heen gebouwd. Ze hadden allebei net gedaan alsof Rose niet bijna met prins Ansel was getrouwd, dat de dolk die Willem Rathborne naar Wren had gegooid niet in het hart van de prins was beland, waardoor hij in de armen van Rose was doodgebloed. Soms vroeg Rose zich af of ze zich die brutale kus had ingebeeld. Het zou niet de eerste kus zijn waar ze sinds die tijd veelvuldig over had gefantaseerd.

Shens glimlach vervaagde. ‘Gaat het? Dat geschreeuw in de menigte vanochtend…’

‘Het gaat prima,’ zei Rose. De leugen had een zure nasmaak. Ze wendde zich af van de verleiding en liep de tuin in. Ze kon beter naar de rozen kijken dan in de ogen van Shen. Ze was immers hierheen gekomen om zichzelf te herpakken, niet om zich in zijn armen te storten. Hij liep met haar mee. ‘Wat doe je hier überhaupt nog?’ vroeg ze.

‘Ik wilde een boeketje voor je plukken. Brengt het ongeluk om een koningin haar eigen bloemen cadeau te doen op haar kroningsdag?’

16

‘Ja.’ Rose grinnikte terwijl ze naar hem opkeek. ‘Maar volgens mij hou je nog iets voor me achter.’

‘Oké, misschien liep ik over de kantelen en heb ik elk gezicht in die menigte bekeken om te kijken wie er rot fruit naar je gooide. Ik vind het fijn om te weten wie mijn vijanden zijn.’

‘Shen, het waren maar een paar tomaten.’

‘Ja, zo begint het,’ zei hij grimmig. ‘Onvrede is gevaarlijk. Wie vandaag een demonstrant is, kan morgen een rebel worden.’

‘We zijn nog maar net begonnen,’ zei Rose, zowel tegen zichzelf als tegen Shen. ‘Wren en ik weten ze wel te overtuigen.’

Shen slaakte een zucht. Hij tilde een van haar krullen op met zijn vinger en stak hem achter haar oor. ‘Daar ben je goed in,’ mompelde hij.

Rose grinnikte. ‘Weet ik.’

‘Ik blijf me gewoon maar…’

‘Zorgen maken?’

Hij knipoogde. ‘Ik ben dat niet gewend, Rose. Het past niet bij me.’

‘Bij mij ook niet.’ Ze pakte zijn hand vast. ‘Kunnen we onze zorgen niet even opzijzetten en gewoon van vandaag genieten?’

‘Ik zou niets liever willen.’ Shen trok haar zachtjes tegen zich aan. Hij was nu zo dichtbij dat ze alle tinten bruin in zijn donkere ogen kon zien, net als een sproetje boven zijn wenkbrauwen dat ze op de een of andere manier nooit eerder had gezien. ‘Hiervan genieten.’

Rose beet op haar lip. Ineens werd ze vervaarlijk licht in haar hoofd. ‘Het is midden op de dag,’ zei ze, een tikkeltje buiten adem. ‘Als mensen ons samen zouden zien…’

‘Dan zouden ze denken dat we… elkaar graag mogen.’ Hij keek naar haar. ‘Zou dat echt zo erg zijn, Rose?’

‘Ja,’ fluisterde ze, maar ze wist niet meer goed waarom. Alle verstandige gedachten waren uit haar brein verdwenen, totdat ze alleen nog maar het verlangen kon voelen dat ertussendoor pulseerde. En toen voelde ze alleen nog Shens armen om haar middel, zijn warme adem op haar wang, zijn lippen die bijna die van haar raakten…

De bel in de klokkentoren begon te luiden en Rose schoot naar achteren. De wereld kwam bruut binnenzetten, en daarmee ook haar plichtsbesef. Ze was nu verdorie een koningin, niet een of andere ver-

17

liefde prinses die was verdwaald in de woestijn. En ze had Wren iets beloofd. ‘Ik moet helaas naar de stallen. Het kan niet wachten.’

Shen liet meteen zijn schouders hangen. ‘Dan ga ik wel verder met mijn patrouille.’

‘Er zijn honderden soldaten aanwezig in Anadawn,’ bracht Rose hem in herinnering. ‘Je mag best even uitrusten, hoor.’

Hij balde zijn vuisten. ‘Niet tot ik elke tomaat in dit land heb gevonden en vernietigd.’

Ze barstten in lachen uit en Rose pakte zijn arm terwijl hij met haar naar de stallen liep. Ze deden allebei alsof de zorgen uit het verleden achter hen lagen en de toekomst voor het grijpen lag.

Geachte koning Alarik,

Ik wil u graag mijn innige deelneming betuigen met het betreurenswaardige verlies van uw broer, prins Ansel. Hij was een goede vriend van mij en mijn zus, en van ons land. Zoals u inmiddels ongetwijfeld weet, is onze oma Banba in de chaos meegenomen – ongetwijfeld per ongeluk – door een van uw soldaten. Ze wordt bijzonder gemist hier in Anadawn. Wellicht kunnen we de voorwaarden van haar spoedige terugkeer bespreken? Ondanks alles wat er is gebeurd tussen onze prachtige landen geloof ik dat er een wereld bestaat waarin Eana en Gevra wederom bondgenoten van elkaar kunnen zijn. Ik hoop ten zeerste dat u dit ook zo ziet.

Hoogachtend,

Hare Majesteit Koningin Rose Valhart van Eana

18

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.