20140603 advies maatwerk gemeente groningen definitief

Page 1

MAATWERK =

werken voor werken door werken met

MENSEN

ADVIES VAN: Projectgroep maatwerkvoorziening PGB/ZIN ʹ programma VSD Juni 2014


1. Opbouw en totstandkoming advies Met de komst van de nieuwe ondersteuningstaken naar onze gemeente bouwen we met alle Stadjers aan een stad waar de verbinding gelegd wordt tussen stadjers die moeite hebben om het hoofd boven water te houden en aan de zijlijn staan en stadjers die volop meedoen. Meedoen is een opgave voor alle stadjers. /Ŷ ŽŶƐ ĐŽůůĞŐĞƉƌŽŐƌĂŵŵĂ ĞŶ ŽŶnjĞ ďĞůĞŝĚƐŶŽƚĂ͛Ɛ ďĞƐĐŚƌŝũǀĞŶ ǁĞ onze visie, welke wijze we dit willen vormgeven en welk resultaat we willen bereiken. In dit advies verdiepen we ons beleid op het bieden van individuele maatwerkondersteuning. Deze verdieping vormt de basis voor de uitvoering van individueel maatwerk vanaf januari 2015. Vanuit de centrale vraagstelling gaan we achtereenvolgens puntsgewijs in op de wijze waarop we in de stad Groningen het maatwerk willen invullen en geven we adviezen over de uitvoering van dit maatwerk. In onze tekst beschrijven we de ondersteuningpraktijk die we voorstaan en vermijden daarbij zoveel mogelijk (ambtelijk) vakjargon. Dit advies is een gezamenlijk advies van kleinere zorgaanbieders en zorgzelfstandigen1 werkzaam in de volle breedte van de ondersteuning in het sociale domein en ambtenaren van de gemeente Groningen. Het advies is tevens gebaseerd op de consultatie van gebruikers van de huidige ondersteuning en mantelzorgers. Zoals de titel van ons advies aangeeft, werkt maatwerk écht bij een gelijkwaardige samenwerking tussen stadjer en de juiste ondersteuner. Ons advies geeft handvaten om deze samenwerking tot stand te brengen en biedt een bijdrage en een leidraad voor andere uitvoeringsplannen van onze gemeente op het sociaal domein.

2. Centrale vraagstelling Achtergrond De oppervlakte van de huidige ondersteuningspraktijk laat een ondoorzichtige lappendeken zien van regelingen en gedifferentieerde producten per sector en aandoening. Ondersteuning wordt nu pas geboden wanneer een stadjer op basis van een diagnose of indicatie erkenning krijgt voor een beperking of ziektebeeld en hiermee recht heeft op deze ondersteuning. Onder deze oppervlakte gaat de beroepskracht schuil, die ondersteuning wil bieden waar de stadjer om vraagt, maar daarbij belemmeringen ervaart door de huidige systematiek van productie en financiering. De ondersteungingsvragen van de stadjers kunnen in het huidige ondersteuningssysteem niet anders vertaald en gesteld worden dan in een variëteit van (losstaande)standaard producten op basis van ziekte of gebrek. De gevolgen weten we; onbeheersbaarheid van kosten, verdere specialisering, ondersteuning die onvoldoende leidt tot resultaten en stadjers die ʹ onbedoeld-­‐ bevestigd worden in hun beperking en niet in hun mogelijkheden. Centrale vraagstelling Hoe kunnen we de individuele ondersteuning, gericht op optimalisatie van de zelfredzaamheid en meedoen aan de Groninger samenleving zo inrichten, dat de stadjer maximaal eigenaar is en regie voert over de oplossing van haar ondersteuningsvraag en de gekozen oplossing leidt tot substantiële (kosten)vermindering van de individuele ondersteuning?

1

Zie bijlage 3

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

2


3. Welke stadjers krijgen nu ondersteuning vanuit de jeugdzorg en AWBZ? De onderstaande drie tabellen geeft een overzicht van het aantal stadjers die gebruik maken van individuele ondersteuning. De ondersteuning hebben we verdeeld in: AWBZ ondersteuning (inclusief jeugdigen) en van Jeugdzorg (provinciale jeugdzorg en jeugdzorg gefinancierd door de zorgverzekering). AWBZ Deze ondersteuning wordt zowel in natura (ZIN) als in een PGB vertrekt. De stadjers die begin 2013 ondersteuning vanuit de AWBZ ontvingen hadden ʹ in AWBZ termen-­‐ een matige tot ernstige beperking. Deze stadjers maakten vaak gebruik van meerdere ondersteuningsvormen en financieringen. Uit de eerste tabel blijkt dat ruim 65 % van de ondersteuning wordt geboden aan stadjers met een psychiatrische beperking. Een kleine 20 % van de ondersteuning wordt verleend aan stadjers met een verstandelijke beperking. De ondersteuning aan stadjers met een andere grondslag is marginaal. Tabel 1: Onderverdeling individuele begeleiding naar grondslag, leeftijd en ZIN/ PGB (bron stapelingsonderzoek O&S 2014) Grondslag e n leeftijd Lichamelijke handicap (functiestoornis) a) 0 -­‐ 17 jaar b) 18 -­‐ 22 jaar c) ouder dan 23 Psychiatrische aandoening, psychische stoornis a) 0 -­‐ 17 jaar b) 18 -­‐ 22 jaar c) ouder dan 23 Psychogeriatrische ziekte/aandoening a) 0 -­‐ 17 jaar c) ouder dan 23 Somatische ziekte/aandoening a) 0 -­‐ 17 jaar b) 18 -­‐ 22 jaar c) ouder dan 23 Verstandelijke handicap (functiestoornis) a) 0 -­‐ 17 jaar b) 18 -­‐ 22 jaar c) ouder dan 23 Zintuigelijke handicap (functiestoornis) a) 0 -­‐ 17 jaar b) 18 -­‐ 22 jaar c) ouder dan 23 (leeg) a) 0 -­‐ 17 jaar b) 18 -­‐ 22 jaar c) ouder dan 23 Eindtotaal

PGB Beg ind ZIN Beg ind <2u begeleiding 123 70 55 15 0 1 6 0 1 102 70 53 959 819 430 162 42 6 164 47 26 633 730 372 6 11 4 0 1 0 6 10 4 40 47 22 4 0 1 1 1 0 35 46 21 360 242 63 171 36 45 67 41 3 122 165 15 22 55 32 5 0 0 0 2 1 17 53 31 235 0 9 181 0 3 41 0 5 13 0 1 1745 1244 615

Van deze inwoners hebben 615 (= 15,4%) 1 á 2 uren ondersteuning per week. Dit zijn overwegend volwassenen met een psychiatrische beperking (= permanente ondersteuning).

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

3


Jeugdzorg De onderstaande tabel 2 geeft een overzicht van het aantal jeugdigen die bekend zijn bij Bureau Jeugdzorg Groningen. Het kan hierbij gaan om een onder toezichtplaatsing (aantal: 197), toegang (aantal:1505), voogdij (aantal: 48) en reclassering (aantal: 199) Tabel 2: Aantal jeugdigen bekend bij BJZ Groningen, onderverdeeld naar leeftijd (bron: Stapelingsonderzoek O&S 2014)

Een aantal jeugdigen ontvangen psychiatrische behandeling. Deze behandeling wordt gefinancierd door de ziektekosten verzekering. Tabel 3: Aantal jeugdigen met psychiatrische aandoening, gefinancierd vanuit de ziektekostverzekering (bron: Stapelingsonderzoek O&S 2014, gegevens over 2010 ʹ 2012)

4

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015


4. Maatwerk: vertrekpunten voor individuele ondersteuning Volgens de Wmo is maatwerk ondersteuning een op behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen om de zelfredzaamheid en het meedoen aan het maatschappelijke verkeer te bevorderen. Onze gemeente biedt deze ondersteuning wanneer stadjers (tijdelijk) niet in staat zijn dit op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of sociaal netwerk zelf te regelen. Vanuit de jeugdzorg biedt de gemeente ondersteuning bij het veilig opgroeien van jeugdigen. Bij de jeugdzorg wordt vooral op psychiatrisch indicatie door (medisch) specialisten kortdurende behandelingen verricht. Het gaat bij deze ondersteuning om betaalde ondersteuning door beroepskrachten of betaling van sociaal netwerk of mantelzorg d.m.v. een PGB. Vanuit onze wettelijke taken komen we tot de volgende vertrekpunten:

Vertrekpunt 1: Individuele ondersteuning is ingebed in collectieve ondersteuning en sociaal netwerk Individuele ondersteuning is nodig, wanneer het sociale netwerk, algemene-­‐ en collectieve voorzieningen niet voldoende ondersteuning bieden om de Stadjer mee te laten doen en meer zelfredzaam te zijn. Individuele ondersteuning is altijd een aanvulling op wat het sociaal netwerk en de algemene-­‐ en collectieve voorziening kunnen bieden. Omdat de mogelijkheden per stadjer en omgeving verschillen is maatwerk geboden om de ideale mix te vinden tussen wat de omgeving kan en wil bieden en de mogelijkheden van de stadjer zelf. Individuele ondersteuning kan niet los van de omgeving geboden worden vanwege de noodzakelijke verbinding en invloed van de sociale omgeving.

Vertrekpunt 2: Stadjers zijn geen dragers van problemen maar eigenaren van oplossingen We gaan uit van het gegeven dat Stadjers door wat voor oorzaak dan ook ʹ al dan niet tijdelijk-­‐ hindernissen ondervinden om in voldoende mate mee te doen met onze Groninger samenleving en een (blijvende) steun in de rug nodig hebben om in voldoende mate voor zich zelf te zorgen. Vanuit de concrete vraag van de stadjer naar ondersteuning zoeken we ( stadjer en ondersteuner samen) naar de best mogelijke oplossing, liefst dichtbij de eigen omgeving. Met enig doorvragen en het verkennen van mogelijke oplossingen kiest de stadjer2 voor de oplossing die hem het beste past en hem motiveert om samen met de ondersteuner(s) daar aan te werken. De inzet en kracht van de stadjer richt zich op de zelf gekozen oplossing.

Vertrekpunt 3: Stadjer is eigenaar van de oplossing en voert regie De gemeente stelt de stadjer in staat om te werken aan het meedoen naar vermogen en optimaliseren van de zelfredzaamheid. De stadjer voert regie over de door hem gekozen oplossing en door verantwoording te nemen voor deze oplossing. In principe maakt de stadjer de keuze welke ondersteuner hij of zij kiest om samen aan deze oplossing te werken.

Vertrekpunt 4: De juiste ondersteuner, mensenwerk Bij individuele ondersteuning gaat het om de klik tussen de stadjer en de ondersteuner. Deze is persoonsgebonden. Vaak is er sprake van een langdurig één op één contact en een vertrouwensband. Vaardigheden en (specialistische)kennis zijn belangrijk, maar de relatie op intermenselijk niveau bepaalt in hoge mate het met elkaar succesvol behalen van de gekozen oplossing. Het gaat hierbij niet om instellingen of instituties maar het zorgvuldig kiezen van de juiste ondersteuner bij de oplossing van de vraag van de stadjer. 2

Of zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

5


Vertrekpunt 5: Mee-­‐ademen met de ondersteuningsvraag De ondersteuningsvraag verschilt in tijd en intensiteit. Stapsgewijs wordt vaak aan de oplossing van de vraag gewerkt. Dat betekent dat de inzet in tijd (duur, interval)en inhoud van de ondersteuning verschilt. Bij crisis is directe intensieve ondersteuning beschikbaar, bij een stabiele situatie kan de ondersteuning afgebouwd worden en kan overgegaan worden naar een vorm van collectieve ondersteuning.

Vertrekpunt 6: Evaluatie kwaliteit en resultaat We volgen op afgesproken momenten de resultaten en geboden kwaliteit van de ondersteuning. Dit op basis van een vastgesteld ondersteuningsplan. Zo kan -­‐ samen met stadjer en ondersteuner -­‐ bijgestuurd worden. In principe beoordeelt de stadjer of hij of zij tevreden is over het resultaat en kwaliteit van de ondersteuning.

5. Adviezen over de realisering van individuele maatwerk ondersteuning Vanuit onze centrale vraag en de zes vertrekpunten komen we tot de volgende adviezen om met ons beschikbare budget de individuele ondersteuning beter en effectiever maatwerk uit te voeren tegen lagere kosten.

Advies 1: Maak de beweging van individuele ondersteuning naar collectieve ondersteuning In onze gemeente richten we vrij toegankelijke collectieve ondersteuning (bijv. dagbesteding) de komende jaren gebiedsgericht in. Deze ondersteuning verbinden we met de voorzieningen in de wijk, zodat er een stevige bodem en verbinding ontstaat tussen bewoners en burgerinitiatieven van de wijken en de collectieve ondersteuning voor stadjers die dat nodig hebben. We kunnen de ondersteuning zo met minder administratieve lasten en bureaucratie, laagdrempeliger en flexibeler invullen. Stadjers die één à twee uur (blijvende) individuele ondersteuning per week nodig hebben en waarbij de ondersteuning vooral gericht is op het stabiel houden van de zelfredzaamheid en meedoen van de stadjer aan de Groninger samenleving ʹ zogenaamd noodzakelijk onderhoud-­‐ nemen we ook op in de collectieve ondersteuning. Deze ondersteuning kan door beroepskrachten die bekend zijn met de wijk of liever nog door vrijwilligers worden geleverd. Bij toenemende instabiliteit of crisis wordt teruggevallen op individueel maatwerk. Advies: -­‐ Richt de inzet van betaalde individuele ondersteuning op stadjers die op basis van een ondersteuningsplan werken aan verandering of verbetering van hun situatie totdat deze voldoende stabiel is. Bij voldoende stabiliteit wordt de ondersteuning geleverd door de collectieve ondersteuning. -­‐ Zorg bij deze collectieve ondersteuning voor voldoende terugval mogelijkheden door inzet van individuele ondersteuning bij terugval of crisis. Advies 2: Sociaal wijkteam aan het stuur Het sociaal wijkteam zien we als sociale spil in onze wijken. De sociaalwijkteammedewerker verkent met de stadjer de vraag en de mogelijke oplossingen en helpt ʹ bij gebleken noodzaak van individuele ondersteuning-­‐ de stadjer bij het vinden van de juiste ondersteuner(s). Er kan gebruik gemaakt worden van specialistisch advies. In principe stelt de sociaalwijkteammedewerker de te behalen resultaten en de hoogte van het te besteden budget vast. De sociaalwijkteammedewerker geeft vervolgens de stadjer de opdracht om samen met de gekozen ondersteuner een ondersteuningsplan op te stellen. Samen met de stadjer en de betrokken ondersteuner(s) worden de vorderingen van dit plan gevolgd, geëvalueerd en bijgestuurd. In alles staat de sociaalwijkteammedewerker naast de stadjer en biedt de stadjer advies. Bij stabilisatie van de

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

6


situatie van de stadjer start de collectieve ondersteuning en de individuele ondersteuning vermindert. Het sociaal wijkteam blijft op de achtergrond voor de stadjer en sociaal netwerk of vrijwilligers beschikbaar wanneer dat nodig is. Advies: Geef het sociaalwijkteam de bevoegdheid en de mogelijkheden om samen met de stadjer de noodzaak en hoogte van het budget vast te stellen en de resultaten van de gekozen aanpak te meten en op basis hiervan te verlengen of te wijzigen. Advies 3: Individueel ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan beschrijft de volledige ondersteuning (individueel, collectief, vrijwillige inzet) in termen van doelen en resultaten. De stadjer is eigenaar van het plan. We onderscheiden twee varianten in ondersteuningsplannen. De eerste variant richt zich op gedragsverandering en is tijdelijk. Deskundig advies en inzet (bijv. gedragskundige) is bij dit ondersteuningsplan beschikbaar in de flexibele schil. Bij complexere vraagstukken zal de bijdrage van de deskundigen onderdeel van het ondersteuningsplan moeten vormen. Er wordt methodisch gewerkt aan concrete verander doelen en richt zich ʹ vooral bij jeugdigen-­‐ op het gehele huishouden (één systeem, één plan) en indien ook onderwijs deel van de vraagstelling uitmaakt, zal ook de school integraal onderdeel van het ondersteuningsplan moeten zijn. De tweede variant biedt compensatie ondersteuning en heeft veelal een permanent karakter. Het gaat in dit plan om het opheffen van belemmeringen in de zelfredzaamheid en het versterken van het eigen netwerk. Stabiliseren en normaliseren van de situatie op de leefgebieden is het resultaat. Na stabilisatie kan overgegaan worden naar collectieve ondersteuning. In ons project hebben we de beide plannen procesmatig uitgewerkt. In principe kunnen de beide plannen gefinancierd worden door Zorg In Natura (ZIN) of een PGB. Zowel het eerste als de tweede variant dient een hoofdstuk te bevatten van sociaal netwerk en informele zorg. In de ondersteuningsplannen kunnen taken voor vrijwilligers worden opgenomen, waarbij ook financiering van de vrijwilligersorganisatie3 is inbegrepen. Advies: Maak ondersteuningsplannen de basis voor resultaatgerichte maatwerk ondersteuning. Onderscheid hierbij een tijdelijke en duurdere variant gericht op gedragsverandering en een meer permanente en minder kostbare variant vooral gericht op compensatie ondersteuning. Advies 4: ZIN en PGB worden ondersteuningsbudgetten met onderscheiden financiering In navolging van ons college programma gaat onze voorkeur uit naar een ondersteuningsbudget waar de stadjer de regie over voert en zicht heeft op de besteding van het budget. Vanaf januari 2015 wordt een PGB door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) als trekkingsrecht verstrekt en wordt er geen geld meer gestort op de rekening van de PGB budgethouder. De fraude gevoeligheid van een PGB neemt daardoor af, terwijl tegelijkertijd de eisen die we aan de vaardigheden van de budgethouder stellen, kunnen versoepelen. Door middel van het ondersteuningsplan evalueren we de geboden ondersteuning zodat deze gericht wordt op waar het toegekende budget voor bedoeld is. De begrippen Zorg in natura en PGB willen we veranderen in een ondersteuningsbudget. Dit budget heeft twee financieringsvormen: een ondersteuningsbudget in natura te besteden bij gecontracteerde instellingen en een ondersteuningsbudget als trekkingsrecht. Dit ondersteuningsbudget kan ook door niet vooraf gecontracteerde ondersteuners en personen uit het sociaal netwerk geleverd worden. 3

Hiermee worden vrijwilligers geworven, geschoold, getraind, bemiddeld en van intervisie voorzien.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

7


Vanwege de voordelen van zeggenschap en regie over de inzet en resultaat van de geboden ondersteuning4 en de minder hoge kosten5, geven we voorrang aan een ondersteuningsbudget op basis van trekkingsrecht. De nadelen zoals borging van de geboden kwaliteit willen we bij trekkingsrechten regelen via het alleen toelaten van ondersteuners die voldoen aan de kwaliteitseisen van de beroepsgroep en een verklaring van goed gedrag. De betaalde inzet van het sociale netwerk of opvoeders bij de ondersteuning via het trekkingsrecht zijn we terughoudend. Onze terughoudendheid zit met name in de borging van de minimale eisen van de geboden kwaliteit en de soms ongewenste verwevenheid tussen privé en betaalt krijgen voor ondersteuning. Bij gedragsverandering ( variant 1 ondersteuningsplan) zal bij de financiering door trekkingsrecht deskundige consultatie verplicht zijn. Bij permanente ondersteuning (variant 2 ondersteuningsplan) willen we vooral mantel-­‐ / ouderlijke zorg ondersteunen en dragelijker maken (onderlinge contacten, respijtzorg, toegang tot deskundigen advies, beloning enz.) en betaling van het netwerk minder belonen. Financiering in de vorm van ondersteuning in natura zetten we in, wanneer de stadjer daar zelf voor kiest en wanneer hij of zij niet in staat is om regie te voeren en er geen vertrouwenspersoon is, die dit voor hem of haar kan doen. Daarnaast kan ondersteuning in natura de voorkeur hebben als bij meer complexere ondersteuning combinaties gemaakt moeten worden van verschillende (schaarse) deskundigheden en waar een gedragsverandering wordt ingezet. Ook de inzet van dwang en drang lenen zich meer voor ondersteuning in natura dan in de vorm van een trekkingsrecht. Bij dwang en drang overheerst nu het forensisch denken en handelen. Dit uit zich in één dimensionale ondersteuning die veelal niet blijvend leidt tot integratie in de samenleving. Met de ideeën die we over de individuele ondersteuning hebben, zijn voor stadjers die te maken krijgen met een dwang en drangmaatregel meer maatschappelijk blijvend resultaat te behalen. Advies: Bevorder vanwege de zeggenschap en regie van de stadjer -­‐onder nader uit te werken voorwaarden-­‐ de inzet van individuele ondersteuning via trekkingsrechten en formuleer onder welke condities en inhoudelijke argumenten ondersteuning in natura een betere oplossing biedt voor de ondersteuningsvraag. Formuleer ʹ in samenspraak met o.a. veiligheidshuis-­‐ op basis van de ingezette gemeentelijke individuele ondersteuning een plan om dwang en drang dusdanig toe te passen dat resocialisatie meer resultaat oplevert. Advies 5: Eigen bijdrage en wederkerigheid Voor individuele ondersteuning-­‐ ongeacht financiering door natura of trekkingsrecht-­‐ is een eigen bijdrage naar inkomen verschuldigd. Stadjers die ondersteuning ontvangen willen graag -­‐binnen hun mogelijkheden-­‐ een zinvolle bijdrage leveren aan onze Groninger samenleving. Dit kan door inzet van ervaring en vaardigheden van de stadjer voor een ander (wederkerigheid). Omdat veel stadjers die nu ondersteuning ontvangen over weinig financiële middelen beschikken en de opgelegde eigen bijdrage moeilijk kunnen opbrengen, willen we onderzoeken of de uitruil tussen eigen bijdrage en wederkerigheidsbijdrage mogelijk is. Een dergelijke uitruil kan onderdeel zijn van het ondersteuningsplan en geeft een stimulans om (weer)actief te worden. Advies: Onderzoek de uitruil tussen de eigen bijdrage gebaseerd op inkomen en de bijdrage die de stadjer kan leveren als een wederkerigheidsbijdrage in natura. 4

Bovendien zien we bij kleine aanbieders en zelfstandig werkende beroepskrachten veel innovatieve kracht en betrokkenheid met een hoge tevredenheid bij de gebruikers van de ondersteuning. 5 Bij vergelijkbaar aanbod is ZIN circa 25% duurder.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

8


Advies 6: Verplichting tot (onafhankelijke) cliëntondersteuning In de Wmo en Jeugdzorg is de beschikbaarheid van onafhankelijke cliëntondersteuning voor de gemeenten verplicht gesteld. In Groningen willen wij de onafhankelijke cliëntondersteuning vooral door de sociale wijkteams laten uitvoeren. Deze teams zullen onafhankelijk opereren. Door de wijze van werken van de sociaalwijkteammedewerkers zoeken we samen met de stadjer naar de best mogelijke oplossing van de vraag. We streven naar overeenstemming over deze oplossing. Cliëntondersteuning is op zijn plaats wanneer er een impasse dreigt tussen de stadjer en de sociaalwijkteam medewerker. Ook kan deze situatie zich voordoen bij een dreigend conflict of ernstig onbegrip tussen school en ouder en kind in het kader van passend onderwijs. Een ǀĞƌƚƌŽƵǁĞŶƐƉĞƌƐŽŽŶ ǀĂŶ ĚĞ ƐƚĂĚũĞƌ͕ ǀƌŝũǁŝůůŝŐĞƌ ŽĨ ĞĞŶ ƉƌŽĨĞƐƐŝŽŶĞůĞ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶĞƌ ŬĂŶ ĚĂŶ ĂůƐ ͚ ƚŽůŬ͛ fungeren om tot een bevredigende oplossing te komen. Een tussenoplossing kan dan zijn om eerst voor een voorlopige oplossing van de ondersteuningsvraag te kiezen en met elkaar te beoordelen of deze oplossing werkt. Dit voorkomt dat de stadjer ʹ ǀĂŶǁĞŐĞ ĚĞ ĂŶŐƐƚ Žŵ ĚĞ ǀĞƌƚƌŽƵǁĚĞ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐ ƚĞ ǀĞƌůŝĞnjĞŶ ŽĨ ͚ ƌĞĐŚƚĞŶ͛ ƚĞ verspelen ʹ vast houdt aan wat hij of zij heeft. Een terugkeer naar het vertrouwde is na een afgesproken gewenningsperiode mogelijk. Alle betrokkenen hebben er belang bij om bezwaar en beroep te voorkomen. Ook bij het opstellen van een ondersteuningsplan, bij de evaluatie en bij wrijving of stopzetting van de ondersteuningsrelatie kan cliëntondersteuning worden gevraagd. We denken hierbij in eerste instantie aan mensen uit het eigen sociaal netwerk. Advies: Richt de verplichting van de cliëntondersteuning zo in dat deze ondersteuning pas ingezet wordt wanneer er een impasse dreigt en voorkom door het voorstellen van een tijdelijk ondĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐƐĂĂŶďŽĚ ;͚ ondersteuning op zicht͛ Ϳ ďĞnjǁĂĂƌ ĞŶ ďĞƌŽĞƉ͘ Doe iets vergelijkbaars voor ouder, kind en onderwijs in het kader van passend onderwijs. Advies 7: Verordening en beschikking Voor de verstrekking van individueel maatwerk is ʹ na een ondersteuningsmelding-­‐ een beschikking van de gemeente noodzakelijk. Het geheel van regelingen, kaders en voorwaarden leggen we vast in een verordening. De projectgroep heeft op basis van het ondersteuningsplan en de ontwikkelde ideeën een basisproces ontwikkeld dat vertaald moet worden in de nieuwe verordening (zie bijlage 1). Advies: Breng de uitwerking van het basisproces van het ondersteuningsplan in de administratieve organisatie van de uitvoering en leg deze ʹ zover relevant-­‐ vast in de verordening en de beschikking. Advies 8: Stimuleringsbudget burgerinitiatieven sociaal domein In de projectgroep kwamen verschillende initiatieven aan de orde voor experimenten en onderdelen die verder op haalbaarheid en bruikbaarheid getoetst kunnen worden. Een gedeelte van het beschikbare budget van individueel maatwerk kan hiervoor worden gereserveerd. Dit stimuleringsbudget kan o.a. besteed worden aan: x Het ondersteunen of stimuleren van burgerinitiatieven door een collectief budget te verstrekken. Te denken valt aan het steunen van initiatieven die de sociale samenhang versterken (bij. Corporatie van inwoners) en het gebruik van in individuele ondersteuning verminderen. x Sommige ouders van kinderen met een aandoening of stadjers zoeken mogelijkheden om zelfstandig bij elkaar te wonen en individuele ondersteuning te combineren. Hierbij kan met initiatiefnemers en gebruikers gezocht worden naar het beschikbaar stellen van een collectief budget in plaats van een stapeling van individuele budgetten. We willen streven naar mogelijkheden van semi-­‐ collectief wonen, waarin meerdere stadjers hun individuele

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

9


x

ondersteuning kunnen bundelen. We verwachten de bureaucratisering te kunnen terugdringen, flexibeler en goedkoper te kunnen werken en hiermee de mogelijkheden te vergroten om het semi-­‐ collectief wonen mogelijk te maken (͚ďĞƐĐŚĞƌŵĚ ǁŽŶĞŶ ůŝŐƚŚƚ͛) We zien in het passend onderwijs vergelijkbare collectieve mogelijkheden. In plaats van het individueel begeleiden van één of meerdere jeugdigen, willen we zoeken naar klas-­‐ of school gebonden financiering, waarbij de specifieke begeleiding collectief kan worden ingezet.

Advies: Reserveer een stimuleringsbudget voor burgerinitiatieven die collectieve vormen van ondersteuning ʹ als alternatief voor stapeling van individuele ondersteuning -­‐ mogelijk maakt. Werk de voorwaarden en regelingen uit. In principe komt het initiatief vanuit de stadjer, niet van een instelling of overheid. 6. Tenslotte: de uitvoering De uitvoering van de adviezen zal leiden tot een gestuurde ondersteuningspraktijk door de stadjer met door de stadjer gekozen ondersteuner(s) met een directe verbondenheid met het sociale netwerk, collectieve ondersteuning en algemene voorzieningen. Meerdere kleinere aanbieders en zelfstandige beroepskrachten krijgen in toenemende mate de kans om deze ondersteuning op maat te bieden. De gemeente stimuleert -­‐ door het beschikbaar stellen van een stimuleringsbudget-­‐ burgerinitiatieven die de sociale samenhang versterken en het gebruik van individuele ondersteuning vermindert en de samenredzaamheid bevordert. Daarnaast hebben de adviezen hun uitwerking op de inkoop van de individuele ondersteuning. Maatwerk veronderstelt flexibiliteit en geen standaard producten met vele specificaties. Op termijn zal er ingekocht worden op (samenhangende) ondersteuningstrajecten met een afgesproken resultaat. De adviezen worden de komende maanden uitgewerkt en vormen een integraal onderdeel van het uitvoeringsplan sociaal domein.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

10


Bijlage 1: Voorkeur procesmodel GBA -­‐ maatwerkvoorziening Fase Activiteit 1. Ingang in gebiedsgebonden aanpak (GBA)

a. Signaleren: stadjer zelf, buren, ouders, familie, kennissen, vrienden, medewerkers, hulpverleners kunnen contact opnemen met Sociaal Wijk Team (SWT)

2. GBA backoffice

Actie: melding opsturen GBA backoffice a. Ontvangst door backoffice b. Doorgaans marginale toetsing c. Maken en opsturen beschikking Ontvangt beschikking

b. c. d. e.

Informatie vragen en zo nodig er op af Keukentafelgesprek: alle leefgebieden Vragen vertalen naar actie in voorliggend veld Deel van probleem wordt niet opgelost: keuze gemaakt om melding te maken. f. Melding is start: individuele maatwerk g. Gesprek over invulling individueel maatwerk(voorziening)

Verantwoordelijk Ontvangers van signalen GBA SWT medewerker SWT medewerker met mandaat (eventueel dwingend advies tweede of eerste lijnszorg bij een melding)

Ambtenaar gemeente

4. Keuze ondersteuner

a. Stadjer oriënteert zich op de mogelijkheden en kiest hierbij voor ondersteuningsbudget ZIN of trekkingsrecht b. Neemt contact op met beoogde organisatie of ondersteuner

Stadjer of vertegenwoordiger Stadjer of bij trekkingsrecht vertegenwoordiger

5. Opstellen ondersteuningsplan

a. Ondersteuner geeft informatie over mogelijkheden en aanpak b. Ondersteuner maakt samen met stadjer ondersteuningsplan op basis van de afgegeven beschikking. (zie inhoud ondersteuningsplan) c. Akkoord ondersteuner en stadjer d. Opsturen naar GBA backoffice a. Marginale toetsing plan zonder gedragsverandering, inhoudelijke toetsing plan met gedragsverandering. b. Bericht toestemming ondersteuningsplan naar stadjer, ondersteuner, CAK en VSB (indien trekkingsrecht) c. Rappel invoeren voor datum evaluatie

Ondersteuner en stadjer (of bij trekkingsrecht, indien nodig vertegenwoordiger) Ambtenaar gemeente eventueel gedragskundige (verplicht bij trekkingsrecht bij verandering)

3. Stadjer (vrager)

6. GBA backoffice Toetsing begeleidingsplan

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

Vereisten / voorschriften Geen Privacy Voorschriften / methodiek keukentafelgesprek Officiële registratie: Ondersteuningsplan met of zonder gedragsverandering Doel en resultaat benoeming Max tarief per uur categorie ondersteuner Periode tot evaluatie / herbeoordeling Verantwoordingseisen Trekkingsrecht ja / nee Boven < X> bedrag: toetsing

KŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐƐƉůĂŶ ǀŽůĚŽĞƚ ĂĂŶ ƚĂďĞů ͚ ŝŶŐƌĞĚŝģŶƚĞŶ ondersteuningsplan

Gemeente heeft een witte lijst van instellingen met een ondersteuningsaanbod. Een deel lever natura (zij n vooraf gecontracteerd) en deel niet (mogelijk trekkingsrecht). Stadjers met een trekkingsrecht mogen ook kiezen voor niet geregistreerde aanbieders, mits opgenomen in een collectief. Gemeente hanteert een zwarte lijst van aanbieders / personen die niet voldoen aan de kwaliteitseisen van verantwoorde ondersteuning.

Deskundigheid aanwezig om aannemelijkheid van ondersteuningsplan te toetsen.

11


Fase 7. Uitvoering ondersteuningsplan

8. GBA backoffice: Evaluatie en vervolg 9. GBA backoffice: Hernieuwde beschikking 10. Stadjer: Hernieuwde keuze ondersteuner 11. Ondersteuner: Bijstellen / opsturen ondersteuningsplan

12. GBA backoffice Toetsing begeleidingsplan

Activiteit

Verantwoordelijk

Vereisten / voorschriften

a. Uitvoering ondersteuningsplan b. Evaluatie eventueel bijstellingen c. Factureren: Zin: intern naar inkoop Trekkingsrecht: VSB d. Evaluatie en rapportage naar GBA, voor optie gedragsverandering twee handtekeningen e. Bij voorkeur driegesprek SWT, ondersteuner en stadjer over vervolg. a. Beoordeling evaluatie, bij onvoldoende gedragsverandering laatste kans. b. Bij voortgang komt opnieuw budget vrij.

Ondersteuner of eindverantwoordelijke ondersteuner bij meerdere samenwerkende ondersteuners

Algemene eisen, bejegening, privacy, financiële integriteit en verantwoording (afgeleid van de verantwoordingseisen van de gemeente)

Gemandateerd medewerker GBA

a. Toetsing of verantwoording op juiste manier ingeleverd. Eventueel marginale toetsing aangepast ondersteuningsplan. b. Mogelijke actie tot stopzetting ondersteuning en of terughalen van (deel van) geld. c. Nieuwe beschikking stadjer Stadjer zoekt ondersteuner. Vaak zal dit dezelfde zijn, als daarvoor reden is kan de stadjer overstappen. Dan wel weer een nieuw ondersteuningsplan.

GBA medewerker

Medewerker beoordeelt voortgang op inhoud: is gedragsverandering bereikt?, Is er aanleiding voor een gesprek omdat de leefsituatie is gewijzigd? Toetsing aan de vereisten van de gemeente

Stadjer of bij trekkingsrecht vertegenwoordiger

Witte ʹ en zwarte lijst aanbieders / ondersteuners

a. Ondersteuner geeft informatie over mogelijkheden en aanpak b. Ondersteuner maakt samen met stadjer (aangepast) ondersteuningsplan als het om gedragsverandering gaat en anders (meestal) voortzetting van het oude ondersteuningsplan. c. Akkoord ondersteuner en stadjer e. Opsturen GBA backoffice a. Marginale toetsing plan zonder gedragsverandering, inhoudelijke toetsing plan met gedragsverandering. b. Bericht toestemming ondersteuningsplan naar stadjer, ondersteuner, CAK en VSB (indien trekkingsrecht) c. Rappel invoeren voor datum evaluatie

Ondersteuner en stadjer (of bij trekkingsrecht, indien nodig vertegenwoordiger)

KŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐƐƉůĂŶ ǀŽůĚŽĞƚ ĂĂŶ ƚĂďĞů ͚ ingrediënten ondersteuningsplan

Ambtenaar gemeente eventueel gedragskundige (verplicht bij trekkingsrecht bij verandering)

Deskundigheid aanwezig om aannemelijkheid van ondersteuningsplan te toetsen.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

12


Voorstel: Processchema ondersteuningsplan Compensatie ondersteuning (permanent)-­‐ PLAN Doel / resultaat wordt geoperationaliseerd Geoperationaliseerd resultaat: Resultaat kan beschreven in termen van opheffing belemmeringen zoals, huishouden uitgevoerd, administratie geregeld, persoonlijke verzorging gerealiseerd, toezicht gehouden op medicijnengebruik, vervoer uitgevoerd enz.

Geen eisen aan werkwijze of methode ( afstemmen op wat cliënt plezierig vindt) Uit het plan moet blijken dat het deskundigheidsniveau aansluit bij de taak. De hoofduitvoerder kan hierbij bijvoorbeeld zorgen dat hij/zij aanvullende deskundigheid voor advies binnen haalt.

-­‐

Op gedragsverandering gerichte ondersteuning ( tijdelijk)-­‐ PLAN Doel/resultaat wordt geoperationaliseerd

-­‐

Geoperationaliseerd resultaat: Resultaat moet beschreven in termen welk gedrag bij aanvang aanwezig is en wat het ambitieniveau van de gedragsverandering is zoals, reist niet zelfstandig binnen de stad naar reist zelfstandig in de stad, of is niet in staat zelfstandig boodschappen te doen naar doet zelfstandig boodschappen ( boodschappenlijstje, beheer geld, reizen naar winkel/bestellen internet, ontvangt goederen, enz.) -­‐ Beschrijving van periode, tijdsinvestering en wijze van sturing. -­‐ Indien de stadjer onderdeel is van meerpersoonshuishouden gaat het plan uit van 1 systeem, 1 plan d.w.z. dat het gedrag en gedragsveranderingen worden beschouwd in de context van het sociale systeem en dat het systeem betrokken wordt bij het scheppen van de gedragsverandering. Ook bij eensgezinshoudens zal getracht worden anderen binnen het sociale systeem te incorporeren in de plannen. -­‐ Indien de stadjer een kind betreft ( < 18 jaar) zijn ouders/voogden altijd onderdeel van het plan en indien ook school betrokkenheid heeft is ook deze standaard in de aanpak betrokken. Deze betrokkenheid is zichtbaar en herkenbaar in het plan. Werkwijze/methode moet beschreven. -­‐

-­‐

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

Uit het plan moet blijken dat het deskundigheidsniveau aansluit bij de taak. Indien aanvullend specialistische kennis moet worden binnengehaald moet dit in het plan worden opgenomen en geregeld. Bij onverwachte bijzonderheden kan altijd gebruik gemaakt worden van de flexibele schil van deskundigen. Deze eis betekent dat doorgaans bij betaalde ondersteuning door het

13


Beschrijving van het arrangement* ( hoe, welke participanten, waar, wanneer, hoeveel uren, duur) Arrangement kan bestaan uit vier deskundigheidsniveaus: de deskundige ( bijv. gedragswetenschapper); de professionele ondersteuner( bijv. maatschappelijk werker), de betaalde ondersteuner uit netwerk en de gemotiveerde vrijwilliger/relatie ( bijv. de mantelzorger), is optioneel: in ieder geval 1 van de drie niveaus Ten aanzien van verlenging zijn geen bijzondere eisen behalve dat de kwaliteit voldoende was. Evaluatie, klanttevredenheid ( evt. van regieverantwoordelijke van stadjer) Kan doorgaan zolang als de beperking duurt of tot moment dat de steun in de eigen omgeving kan worden opgelost.

eigen sociaal netwerk een afspraak met een deskundige aanwezig moet zijn in het plan. Beschrijving van het arrangement ( hoe, methode, welke participanten, waar, wanneer, hoeveel uren, duur) Arrangement kan bestaan uit vier deskundigheidsniveaus: de deskundige ( bijv. opvoedingsondersteuner), de professionele ondersteuner, de betaalde ondersteuner uit het netwerk en de gemotiveerde vrijwilliger/relatie ( bijv. de mantelzorger). Een betaalde ondersteuner uit het netwerk heeft in ieder geval de betrokkenheid van een deskundige. Alle vier hebben eigen maximaal uurtarief. Ten aanzien van verlenging dient er een beschrijving te komen van de wijze waarop gedragsveranderingen worden bestendigd met behulp van sociale omgeving/ eigen kracht Evaluatie, inclusief de mate van gemeten gedragsverandering en klanttevredenheid. Is per definitie tijdelijk. Verwacht naast de inspanning van de ondersteuner ook inzet van de stadjer zelf. Bij geen of bijna niet realiseren van de doelen is nog 1 keer herkansing mogelijk bij andere ondersteuner. Kan bij onvoldoende resultaat maar 1 keer via trekkingsrechten.

Kwaliteitseisen: 1. VOG verklaring van professionals en helpers in vrijwillige sfeer (hardheidsclausule). 2. Instelling niet op zwarte lijst gemeente ( ondeskundige zorg, misleiding, fraude, uitbuiting personeel en/of gebruikers enz.) 3. Gekwalificeerde ondersteuners 4. Professionele ondersteuners worden alleen geaccepteerd door de gemeente indien ze aangesloten zijn bij een collectief. Bij onvoldoende professioneel handelen van één ZZPer draagt de collectief medeverantwoordelijkheid. 5. Alle zorgverleners ( en scholen) worden toegelaten en verplicht te melden in de verwijsindex. Deze wordt in stappen ook ingevoerd voor volwassenen, zodat altijd te zien is wie en hoeveel partijen zich met betreffende stadjer betrokken zijn. 6. Ondersteuners kunnen de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden inschatten en aangeven wanneer specialistische ondersteuning is gewenst (bijvoorbeeld vanuit de expertpool of vanuit het flexibel aanbod dan wel de specialistische hulp) ʹ(meermalen) overschrijding van deze kwaliteitseis doet deze persoon op de zwarte lijst belanden.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

14


Toetsing door GBA backoffice. Alle instellingen die niet op de zwarte lijst staan komen op de witte lijst. Met een deel, vooral de grotere instellingen worden vooraf contracten gesloten. Deze organisaties hoeven niet te factureren naar SVZ en kennen andere administratieve afhandelingen dan instellingen via het trekkingsrecht. Voor de permanente ondersteuning mag Client schuiven in budgetten. Voor tijdelijke W' ͛Ɛ ŐĞůĚƚ ĚĂƚ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐƐƉůĂŶ plan moet worden nageleefd. Bij stopzetting hulp stopt PGB en moet eerst weer een nieuw begeleidingsplan worden gemaakt en geaccordeerd. Voordeel voor de cliënt is dat hij/ zij zelf het arrangement kan maken.

15

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015


Bijlage 2: Interviews met cliënten Drie studenten hebben eind mei een vijftiental interviews met cliënten gehouden om scherper te krijgen wat deze cliënten het allerbelangrijkste vinden in hun ondersteuning. Dit is gebeurd met de principes van waarderend onderzoek om vooral op mogelijkheden in plaats van problemen in te zoemen. De studenten gaven aan bijzonder veel plezier te hebben gehad bij de interviews bij de cliënten thuis. Ook de cliënten gaven stuk voor stuk aan dit een plezierige vorm van aandacht te vinden. De geïnterviewden lieten een grote diversiteit zien in achtergrond. De meeste hadden ondersteuning op basis van psychiatrische klachten, daarnaast hadden meerdere fysieke handicaps en/of enkele verstandelijke beperkingen. Er waren mannen en vrouwen, volwassenen en ouders met kinderen en variërend in leeftijd van 20 tot 60 jaar. Ongeveer de helft heeft Zorg in Natura en de andere helft PGB. Ongeveer de helft van de geïnterviewden woont buiten de stad Groningen in de provincie. Het belangrijkste aspect van de zorg volgens bijna iedereen is dat de ondersteuning steeds door dezelfde persoon wordt verricht. Ook willen de meeste geïnterviewden graag bepalen " wie͟ de ondersteuning geeft. Bijna even belangrijk als steeds dezelfde ondersteuner is dat je zelf kunt bepalen wanneer je de ondersteuning wil en dat ze er zijn bij crisissen/incidenten. De ene groep vindt het fijn om zelf het regelwerk te doen ( vaak bij PGB) en een andere groep vindt het juist fijn dat veel zaken voor hen worden geregeld ( vaak ZIN, hebben moeite structuur in leven te brengen). Tenslotte valt op het dat een groot deel van de geinterviewden het erg belangrijk vindt dat de ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶĞƌ ͞ĚĞƐŬƵŶĚŝŐ͟ ŝƐ ĞŶ ͞ĞĞŶ ŐŽĞĚĞ ŶĂĂŵ͟ ŚĞĞĨƚ͘ KŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐ ŐĞǀĞŶ ĂĂŶ Ěeze mensen is zwaar werk en vaak lastig, De geinterviewden willen er zeker van zijn de mensen te kunnen vertrouwen en dat ze goed deskundig zijn in hun werk. Hierbij een voorbeeld van een verslag van 1 van de interviews. Vragenlijst voor burgers die ondersteuning ontvangen EZ͙​͙​͙​͙​͙͘ Doel: Een beeld krijgen wat u essentieel vindt in de ondersteuning die u ontvangt, of anders gezegd waar wordt u echt blij van. De antwoorden worden gebruikt om de nieuwe aanpak vooral te richten op wat burgers/cliënten zelf belangrijk vinden. Natuurlijk zullen in het verslag geen namen worden genoemd. U krijgt het verslag persoonlijk toegestuurd ( in de zomer). Man/vrouw: Vrouw Leeftijd: 43 Woonsituatie ( met andere mensen?): samenwonend/gehuwd met 1 uitwonend kind Woonplaats:

Aard van beperking: licht verstandelijk gehandicapt, vorm epilepsie Welke ondersteuning ontvangt u: lichte PGB indicatie

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

16


PGB of Zorg in Natura: PGB Van wie ( of welke instelling) krijgt u ondersteuning: Hoe lang ontvangt u ondersteuning ( begin en evt. eind): sinds 2012 Concentreren op huidige hulp. Geen wensenlijstje. -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐ 1.

Kunt u vertellen over een moment waar u heel blij/tevreden was met de zorg die u krijgt?

Toen haar dochter nog thuis woonde had ze hier veel problemen mee. Als ze ruzie had met haar kind of zich geen raad wist kon ze haar begeleider opbellen en advies vragen. Ook sprak de begeleider dan wel eens met haar dochter. Ze had het gevoel dat ze er dan minder alleen voor stond. De begeleiding heeft altijd advies gegeven op de achtergrond. Mevrouw is erg leergierig en neemt de adviezen van de begeleiding ter harte en doet hier ook echt wat mee. Veel lastige regelzaken als post, financiën en communicatie met overheidsinstellingen waren ook altijd een struikelblok voor mevrouw. Ze wist op dit gebied niet hoe ze hier mee om moest gaan. De begeleider heeft hierin structuur aangebracht en dit gaf mevrouw rust. Het hoofdthema van de begeleiding is dan ook de regie weer terug in eigen handen krijgen. Daarnaast is het voor mevrouw fijn om een vertrouwenspersoon te hebben tegen wie je alles kan vertellen en waar je met je problemen heen kan. 2. Alle volgende onderwerpen kunnen van belang zijn voor de kwaliteit van uw leven. Zet ze in volgorde van belangrijkheid ( belangrijkste boven aan): a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.

Dat ik kan kiezen wanneer ik de ondersteuning kan krijgen. Dat de ondersteuning bij mij thuis plaats vindt Dat de ondersteuning op een plek gebeurt waar ik geen bekenden tegen kom. Dat ik weet dat de begeleider juist is opgeleid en dus deskundig is. Dat ik kan bepalen wie mij de ondersteuning geeft. Dat de ondersteuning daar met mij mee gaat waar ik het wil. Dat zoveel mogelijk dezelfde persoon mij begeleidt. Dat alles voor mij geregeld is en dat ik zelf niets hoef te regelen. Dat de instelling een goede naam heeft zodat ik volledig op de dienstverlening kan vertrouwen. Dat ik zelf bijna alles kan regelen.

Invullen: 1. B, omdat mevrouw de hulp thuis nodig heeft en anders afhankelijk zou zijn van openbaar vervoer, dit zou ze erg vervelend vinden. 2. G, omdat je anders je verhaal 3/4x zou moeten vertellen en mevrouw zou de draad kwijt raken wat ze wel en niet verteld heeft. Daarnaast is dit nodig om een band op te bouwen met de begeleider. 3. A, omdat de problemen in het begin erg draaide om de ruzies die ze had met haar dochter en daar had ze hulp nodig op het moment zelf. 4. I, omdat een instelling goed aangeschreven moet staan. In het nieuws had mevrouw gezien dat gegevens op straat kwamen en dat er misbruik werd gemaakt van het geld. 5. E, omdat ze het liefst een vrouw wilde, verder vond ze niets erg belangrijk behalve de klik en kwaliteit advies. Hier bedoelt mevrouw mee dat de klik ontzettend belangrijk is en dat ze hier zelf een keuze wil kunnen maken.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

17


6. F, omdat ze wil dat de begeleiding meegaat waar de cliënt heen wil. Steun op het werk is belangrijk en de begeleiding heeft een belangrijk gesprek met haar leidinggevende georganiseerd. Er werden haar handvaten geboden. 7. J, omdat ze vindt dat ze deze dingen moet leren en moet kunnen. Dit valt onder het kopje zelfredzaamheid. Dit gaat dus over zaken als post/financiën en belangrijke gesprekken en niet over het vormgeven/regelen van het PGB zelf. 8. H, omdat ze het fijn vindt dat ze haar PGB uit handen kan geven. 9. D, omdat dit haar weinig zegt, mevrouw herhaalde dat de klik het belangrijkste was. 10. C, omdat dit haar niets uitmaakte. 3. Als u morgen wakker wordt en uw zorg is helemaal fantastisch, hoe ziet dat er dan uit? Hier wist mevrouw niets te verzinnen, het was vooral belangrijk dat ze gezond was. 4.

Hebt u ook zorg naast de instelling? Kunt u voorbeelden noemen van hulp van familie/ vrienden/kennissen/bekenden? Ze krijgt geen mantelzorg behalve wat haar man soms doet. Ze ondersteunen elkaar als ze het moeilijk hebben maar buiten het gezin krijgen/vragen ze geen hulp van anderen. 5. Zijn er ook dingen die u zelf kunt doen om te zorgen dat uw zorg perfect wordt? Mevrouw geeft aan dat ze misschien nog wel dingen kan opschrijven die ze dan kan bespreken tijdens de begeleiding. 6. Wat vond u van dit gesprek, afronding ( filmpje?) en afspraken: Ze vond het leuk om op deze manier over de begeleiding na te denken. Ze vertelde dat het fijn was om terug te kijken op alle obstakels die zijn overwonnen en te zien wat het allemaal voor haar heeft betekend.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

18


Bijlage 3: Deelnemers Naam Harry Bos

Organisatie Zorgcoöperatie VLOT Groningen

Andries Kroese Onno van der Molen Janine Groeneveld Joke Nauw Lisette Sloot Nynke Aukes

Stadsboerderij de Wiershoeck Humanitas Gemeente Groningen Gemeente Groningen Gemeente Groningen Boer en Zorg in Noord Nederland (BEZINN) Zorgboerderij De Golden Raand Zorgbelang Groningen Gemeente Groningen Gemeente Groningen Praktijk Amparo Team 050 Molendrift

Kira Ahmed

Helios Solutions

Nienke Koperberg Anne van Tuinen

Thuiszorg Emile Jan Arends

Bert Broens

Praktijk Broens

Janet Boerma Harm Brouwer Philippine Tjalma

Gemeente Groningen Gemeente Groningen ZONN Noorderkompas

Marjan Boer Hennie Mulder Ulie Glas Gerry Tacken Heleen Vrijhof Greet Cazemier

Inhoud / functie Voorzitter zorgcoöperatie VLOT Groningen. Zelfstandig ondernemer BosNZorg voor-­‐en nazorg Forensisch psychosociaal. Dagbesteding Vrijwillige thuishulp en steunpunt mantelzorg Beleidsunit Maatschappelijke Ontwikkeling (adviseur) Beleidsunit Maatschappelijke Ontwikkeling (adviseur) Programma Vernieuwing Sociaal Domein (projectleider) Dagbesteding, kortdurend verblijf

Belangenorganisatie cliënten en cliëntenorganisaties Programma Vernieuwing Sociaal Domein (adviseur) Programma Vernieuwing Sociaal Domein (adviseur) Opvoedingsondersteuning, onderwijsondersteuning Ambulante ondersteuning jeugd en gezin (Hulpverleningsinstelling voor leerproblemen, opvoedingsproblemen en omgangsproblemen Helios Solutions: (ortho)pedagogische begeleiding en ondersteuning aan jonge kinderen, jeugdigen, gezinnen en individuele volwassenen en met name gericht op vluchtelingen en andere allochtone doelgroepen. huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding Begeleidt en coacht mensen met een psychische en/of verstandelijke beperking bij het dagelijks leven Ambulante begeleiding, coaching, dagbesteding bij mensen met psychische problematiek. Beleidsunit Maatschappelijke Ontwikkeling (adviseur) Programma Vernieuwing Sociaal domein (projectleider) Zzp ʹcoöperatie zorgondernemers gezinscoaching en mediation.

Projectgroep maatwerkvoorziening PGB /ZIN programma VSD definitief: 03/6/2015

19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.