Op reis: hoe blijf ik gezond?

Page 1

Op reis: hoe blijf ik gezond?

A


Inhoudsopgave Voor de reis * Gezondheid .........................................3 * Medische zorg ....................................3 * Verzekeringen......................................3 * Paspoort en visa..................................3 * Vaccinaties...........................................4 * Malariatabletten..................................4 * Geneesmiddelen.................................4 * Gebitscontrole.....................................5 * Reisartikelen.......................................5 * Reisapotheek.......................................5

* Chronisch zieken en mobiliteitsbeperkten........................17

* Personen met een verminderde weerstand..........................................17

* Zakenreizigers...................................18 * Expats................................................18 Ziekten * Buiktyfus............................................20 * Chikungunya . ...................................20 * Cholera..............................................20 * Darminfecties....................................20 * Dengue .............................................21 * Difterie, Tetanus, Polio (DTP)............21 * Gele koorts........................................22 * Hepatitis A.........................................22 * Hepatitis B.........................................22 * Japanse encefalitis...........................23 * Malaria . ............................................23 * Mazelen.............................................23 * Meningitis..........................................24 * Rabiës................................................24 * Schistosomiasis................................24 * Tekenencefalitis.................................25 * Tuberculose.......................................25 * Zika....................................................26

Tijdens de reis * Algemene hygiëne...............................8 * Eten en drinken...................................8 * Diarree.................................................9 * Zwemmen en douchen.......................9 * Zon(verbranding)...............................10 * Wondhygiëne.....................................10 * Insecten.............................................10 * Dieren................................................11 * Hoogteziekte......................................12 * Seks...................................................12 * Bloedcontact.....................................12 * Medische zorg...................................13 * Duiken................................................13 * Vliegreizen.........................................13 * Verkeer..............................................13 * Criminaliteit.......................................14

Na de reis * Kuren afmaken..................................27 * Gezondheidsklachten........................27 * Waar kunt u terecht?.........................27

Bijzondere reizigers * Kinderen............................................16 * Ouderen.............................................16 * Zwangeren.........................................16 B

1


Voor de reis Voor de reis

Als u op reis gaat kan een goede voorbereiding veel problemen voorkomen. In dit hoofdstuk kunt u lezen welke maatregelen u kunt nemen voor uw vertrek.

Gezondheid – Heeft u (chronische) problemen met uw gezondheid? Overleg dan ruim voor vertrek met uw huisarts en/of specialist en overweeg: – Of het verstandig is dat u de geplande reis gaat maken; – Of u met uw aandoening wel mag vliegen; – Of er tijdens het vliegen of de verdere reis misschien bijzondere maatregelen of medicijnen nodig zijn. Ga voor vertrek na of er in de landen die u gaat bezoeken goede zorg beschikbaar is voor uw aandoening. Medische zorg – In minder ontwikkelde landen is de gezondheidszorg van lagere kwaliteit dan dat we in Nederland gewend zijn. Soms zijn goede artsen of ziekenhuizen niet direct bereikbaar. Ook de taal kan een probleem zijn. Risico’s van “slechte” zorg zijn onder meer: besmetting met ziekten door gebrekkige hygiëne en behandeling met verkeerde medicijnen of geen behandeling door gebrek aan de juiste medicijnen.

Verzekeringen – Ga na of uw ziektekostenverzekering en reisverzekering op elkaar aansluiten. Controleer of de kosten voor medische zorg in het buitenland en/of een eventuele repatriëring wereldwijd zijn gedekt. Zorg dat u uw polisnummers en contactgegevens van de alarmcentrales bij u heeft. Via de alarmcentrale kunt u vaak informatie krijgen over betrouwbare medische voorzieningen in het gebied waar u verblijft.

Paspoort en visa – Zorg ervoor dat u in bezit bent van een geldig paspoort. Veel landen eisen daarnaast ook een visum. Een visum dient u tijdig aan te vragen, want het kan soms enige tijd duren voordat het wordt afgegeven. Bovendien geldt bij veel visumaanvragen dat uw paspoort nog minstens zes maanden geldig moet zijn. Zie voor meer informatie: klmhealthservices.com/visum.

2

3


Vaccinaties – Tegen een aantal ziekten kunt u zich van tevoren laten vaccineren. De vaccinaties voorkomen dat u ziek wordt of dat er ernstige complicaties optreden. Een vaccinatie beschermt niet altijd meteen nadat hij is gegeven. Sommige ­vaccinaties bestaan uit een serie van twee of drie prikken die met bepaalde tussen­pozen gegeven moeten worden. Daarom is het belangrijk dat u altijd tijdig voor een reis naar de Travel Clinic komt: bij voorkeur 6 weken van tevoren. Let op: ook last minute vaccinaties en malariatabletten geven u nog bescherming in de loop van uw reis! De Travel Clinic stelt op basis van uw reis- en gezondheidsgegevens vast welke vaccinaties u nodig heeft. In het hoofdstuk ‘Ziekten’ (vanaf pagina 19) ziet u welke vaccinaties beschikbaar zijn. Ernstige reacties op vaccinaties komen bijna niet voor. Lichte bijwerkingen kunnen wel voorkomen, zoals verhoging of een lokale reactie van het lichaam op de plek van de injectie (zwelling, roodheid).

Malariatabletten – In een aantal gebieden, met name in Afrika, Azië en Middenen Zuid-Amerika, komt malaria voor. Afhankelijk van de duur van uw reis en de gebieden waar u verblijft, krijgt u het advies om malariatabletten te slikken. Met sommige van deze tabletten dient u al enkele weken voor de reis te beginnen. Ga daarom bij voorkeur 6 weken voor de reis naar een Travel Clinic voor advies en haal – zo nodig – een recept voor malariatabletten.

Geneesmiddelen – Als u geneesmiddelen gebruikt, denk dan aan het volgende: – Neem voldoende geneesmiddelen mee voor de hele reis; – Neem genoeg geneesmiddelen mee in uw handbagage, zodat u niet meteen zonder zit als uw bagage niet op tijd aankomt; – U kunt een geneesmiddelenpaspoort via uw apotheek krijgen. Dit is een document waarin uw medicijnen staan vermeld. Dat maakt het veel gemakkelijker om in het buitenland medicijnen te krijgen, bijvoorbeeld na verlies of bij tekort. Mocht u dit toch v. ergeten zijn en u vliegt vanaf Schiphol, raadpleeg dan de apotheek van Airport M . edical Services (zie contactgegevens achterzijde brochure); 4

– Als u diabetes mellitus heeft en insuline-afhankelijk bent, overleg dan ruim voor vertrek met uw diabetes­consulent over het schema en de manier waarop u de insuline het beste meeneemt en bewaart; – Wees u ervan bewust dat sommige medicijnen in andere landen verboden zijn. Vraag na bij uw huisarts en/of apotheek. Zorg -indien nodig- dat u voor het gebruik van deze medicijnen een speciale verklaring van uw arts of het CAK heeft (zie hetcak.nl. Let op: dit kan enige weken duren); – Bedenk dat geneesmiddelen die u in het buitenland koopt niet altijd betrouwbaar zijn en soms zelfs onveilig. Koop dus liever geen medicijnen tijdens uw reis, want dan weet u niet wat u slikt.

Gebitscontrole – Gebitsproblemen krijgt u liever niet tijdens de reis. Daarom is het verstandig om voor vertrek de tandarts te bezoeken. Dit geldt zeker voor personen die langere tijd in gebieden gaan verblijven waar de medische zorg niet optimaal is.

Reisartikelen – Zorg tijdens de reis ook voor voldoende bescherming tegen muggen, zonnebrand, uitdroging, etcetera. In de webshops van klmhealthservices.com en travelclinic.com kunt u producten als DEET, zonnebrandmiddel, ORS, klamboes, etc. gemakkelijk online bestellen.

Reisapotheek – Niet in alle landen kunt u even gemakkelijk aan EHBO artikelen en eenvoudige medicijnen komen. Soms zijn ze slecht van kwaliteit of helemaal niet beschikbaar. Bedenk daarom ruim voor de reis wat u beter vanuit Nederland kunt meenemen. Check in het overzicht op de volgende pagina welke EHBO artikelen of (genees)middelen u nodig heeft. Voor alle middelen geldt: lees voor gebruik altijd goed de bijsluiter!

5


Tijdens de reis Reisapotheek Aandoening

EHBO artikelen en (genees)middelen

(Snij)wonden

* Eerste hulp kit (verbanddoos) * Voor desinfectie, bijvoorbeeld Betadine® of Sterilon®

Diarree

* ORS, een middel tegen uitdroging (Orisel®) * Middelen op basis van loperamide Let op: stopmiddelen kunnen worden gebruikt vanaf 2 jaar. Voor kinderen tussen de 2 en 8 jaar in drankvorm waarbij de hoeveelheid wordt aangepast aan het gewicht van het kind. Vanaf 8 jaar kunnen tabletten worden gebruikt.

Insectenbeten

* Insectenwerend middel (op basis van DEET) * Klamboe (geïmpregneerd) * Tekenpincet

Zonnebrand

* Zonnebrandmiddel (minstens factor 30) * Lippenbalsem met beschermingsfactor * Zonnebril * Hoofddeksel

Pijn en koorts

* Paracetamol * Paracetamol voor kinderen Let op: het gebruik van aspirineachtige middelen kunt u beter vermijden.

Hoogteziekte

* Middel tegen hoogteziekte, zoals Diamox® (indien geadviseerd)

Reisziekte

* Middel tegen reisziekte (luchtziekte, zeeziekte)

Malaria

* Malariatabletten (indien geadviseerd)

Overig (indien nodig) * Uw gebruikelijke medicijnen * Setje steriele spuiten en steriele naalden * Waterfilter * Chemisch middel, zoals Hadex®-druppels * Condooms (eventueel met glijmiddel)

6

7


Tijdens de reis

Ook als u goed voorbereid op reis bent gegaan, is het belangrijk dat u tijdens uw reis op een aantal dingen let.

Sluit na bereiding alle voedsel goed af om het tegen insecten te beschermen. Fijngemaakt voedsel, rauwe vis en schaaldieren zijn erg gevoelig voor bederf. Afwassen – Gebruik heet water en spoel niet met koud water af. Helder water is zelden schoon. Gebruik ook schone thee-, hand- en vaatdoeken.

Algemene hygiëne – Maag-, darm- en wondinfecties ontstaan meestal door gebrekkige hygiëne. De belangrijkste hygiëneregel is ook de simpelste: handen wassen na elk toiletbezoek en ook voordat u voedsel gaat bereiden of gaat eten. Zorg voor desinfecterende handzeep en/of handgel en voor schone, droge handdoeken.

Eten en drinken – De meest voorkomende gezondheidsklachten bij reizigers zijn darminfecties en diarree. In de meeste gevallen zijn besmet voedsel, drinkwater en dranken de oorzaak. De belangrijkste tips om besmetting te voorkomen zijn: Salades - Eet geen rauwe salades of rauwe groenten; zowel de groenten zelf als het water waarmee ze zijn afgespoeld kunnen besmet zijn. Fruit - Eet geen fruit dat gesneden of geschild wordt verkocht. Schil altijd uw eigen fruit; spoel het eerst goed af met schoon water en gebruik een schoon mes. Dierlijke producten - Vlees, gevogelte, vis, schaaldieren en producten waarin eieren zijn verwerkt moeten altijd vlak voor gebruik voldoende doorbakken en verhit zijn. Eet dergelijke producten nooit rauw of halfgaar. IJs - Een bekende bron van voedselinfecties is ijs. Verpakt fabrieksijs kunt u wel veilig eten, mits de verpakking nog intact is wanneer u het koopt. Zuivelproducten - Koop liever geen zuivelproducten bij plaatselijke winkels of bij stalletjes op straat. Drinkwater - Als u niet weet of het drinkwater betrouwbaar is, gebruik het dan niet om te drinken, tanden te poetsen, etcetera. Wanneer u flessen water koopt, controleer dan of de originele dop erop zit en of de fles niet al eerder geopend is geweest. Rijst(gerechten) - .Eet liever geen rijstgerechten of rijst die eerder is gekookt en opnieuw wordt opgewarmd voor het gerecht dat u bestelt. IJsblokjes – IJsblokjes van onbetrouwbaar drinkwater zijn zelf ook onbetrouwbaar. Dus: geen ijsblokjes als u twijfelt over de veiligheid van het drinkwater. Zelf koken - In tropische gebieden kan voedsel zeer snel bederven. Maak het daarom niet lang van tevoren klaar en bewaar het niet lang buiten een koelkast. 8

Diarree – Diarree is meestal het gevolg van darminfecties. Behandeling van diarree is meestal niet nodig, tenzij er ernstige verschijnselen optreden. Het grootste gevaar van diarree is uitdroging, doordat u veel vocht verliest. Gebruik de eerste dagen 2 tot 3 liter vocht, bijvoorbeeld thee of mineraalwater. Het is aan te raden om daarbij een rehydratatiemiddel (ORS) te gebruiken, zoals Orisel®. Stopmiddelen op basis van loperamide kunnen worden gebruikt vanaf 2 jaar. Voor kinderen tussen de 2 en 8 jaar in drankvorm waarbij de hoeveelheid wordt aan­gepast aan het gewicht van het kind. Vanaf 8 jaar kunnen tabletten worden gebruikt. U mag deze middelen niet gebruiken bij tekenen die wijzen op een ernstiger darminfectie, namelijk: – Diarree met bloed of slijm; – Diarree met koorts of huiduitslag; – Diarree die niet na 3 dagen over is. Ga in deze gevallen naar een arts voor verder onderzoek en behandeling. Jonge kinderen en ouderen met diarree drogen veel sneller uit. Zij moeten direct starten met ORS en een arts bezoeken als de diarree langer dan één dag duurt. Zeker als er klachten zijn die wijzen op een ernstiger darminfectie, zoals bloed in de ontlasting, koorts en/of braken. Zie bij diarree, blz 6.

Zwemmen en douchen - Houd er rekening mee dat zwem- en douchewater niet altijd veilig zijn. Via water kunnen bacteriën en virussen worden verspreid die darminfecties veroorzaken. In enkele tropische gebieden in Afrika, het Midden-Oosten en Azië kan water besmet zijn met de schistosomiasisparasiet. Vermijd in die gebieden ieder contact met zoet oppervlaktewater.

9


Zon(verbranding) - In (sub)tropische landen zijn de temperaturen hoog en is de zon fel. Als u zich aan de volgende regels houdt, verkleint u de kans op verbranding en “zonnesteek” (oververhitting): – Ga niet in de volle zon tussen 11.00 en 15.00 uur; – Pas uw activiteiten aan op zon, temperatuur en klimaat; – Zorg ervoor dat u voldoende drinkt; – Trek bedekkende kleding aan en bedek uw hoofd; – Loop niet op blote voeten in verband met besmettingsgevaar en kans op verbranding. – Gebruik een goed zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor, ook als u veel in de schaduw zit en zeker als u het water opgaat. Als u toch verbrandt, ga dan direct uit de zon. Smeer uw huid in met een goed after-sun product. Calaminelotion en lotions met aloë vera kunnen verlichting bieden. Als u veel pijn heeft, kunt u de huid koelen met vochtige doeken of een pijnstiller gebruiken. Zolang uw huid nog rood is, kunt u beter uit de zon blijven.

Wondhygiëne - Op reis is het risico op infectie van een wond groter. Daarom is het belangrijk wondjes snel en goed te verzorgen: eerst schoonmaken met (schoon) water, dan desinfecteren en daarna goed afdekken. Ga met grotere wonden, sterk vervuilde wonden of wonden als gevolg van dierenbeten altijd zo snel mogelijk naar een arts.

Insecten - Als u op reis bent in een (sub)tropisch land kunt u te maken krijgen met ziekten die worden overgebracht door muggen. Dat geldt voor ziekten als malaria, dengue, zika, chikungunya, Japanse encefalitis en gele koorts. In veel gebieden vormen teken ook een risico; zij kunnen ziekten als tekenencefalitis overbrengen. Zie ook het hoofdstuk ‘Ziekten’ vanaf pagina 19. Sommige van deze ziekten kunnen snel en ernstig verlopen. Het is daarom voor iedere reiziger naar (sub)tropische gebieden belangrijk om insecten- en teken­ beten zoveel mogelijk te voorkomen: – Draag zoveel mogelijk bedekkende kleding (lange broek, lange mouwen, schoenen en sokken). Zeker ‘s avonds en ’s nachts; – Smeer de onbedekte huid in met insectwerende middelen met 30/40% DEET. – Zwangeren en kinderen kunnen ook DEET-bevattende middelen gebruiken 10

(gebruik een concentratie van maximaal 30% DEET). Smeer de handen van kinderen niet in, omdat zij deze vaak in de mond steken; – Zorg ervoor dat u in een muggenvrije kamer slaapt of onder een goedsluitende, geïmpregneerde klamboe. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen en zwangeren. Gebruik, indien beschikbaar, de airconditioning; – Tijdens en na verblijf in malariagebieden is het advies om tabletten tegen malaria te gebruiken; deze zullen u in de Travel Clinic worden voorgeschreven (zie ook ‘Malariatabletten’). – Als u in de weken na verblijf in gebieden waar door insecten overgebrachte ziekten voorkomen koorts krijgt, al dan niet met andere klachten, bezoek dan zo snel mogelijk een arts voor nader onderzoek.

Dieren – Rabiës komt voor onder wilde dieren en soms ook onder huisdieren. Beten of krabben van zoogdieren kunnen dit zeer gevaarlijke virus overbrengen. Adviezen ter voorkoming van rabiës: - Tegen rabiës is een vaccin beschikbaar; - Vermijd ieder onnodig contact met dieren. Haal ze niet aan en daag ze niet uit. - Belangrijk: Maak na een krab- of bijtincident de wond direct schoon met (schoon) water en zeep, desinfecteer de wond en dek deze af. Neem zo snel mogelijk contact op met een arts, behandeling moet binnen 24 uur opgestart zijn. Er zijn ook giftige dieren zoals kwallen, spinnen, schorpioenen en slangen. Tegen deze giffen zijn geen vaccinaties beschikbaar. Tips en adviezen: – Vermijd plaatsen waar gevaarlijke dieren gezien zijn en luister naar de ­adviezen van ervaren mensen; – Draag laarzen of hoge schoenen in een gebied met slangen; – Zet uw schoenen ’s nachts binnen als u in een gebied bent met slangen of schorpioenen; controleer uw schoenen voordat u ze aantrekt. Belangrijk: Zoek na een verdachte steek of beet direct contact met de dichtst­ bijzijnde arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Vaak is er tegengif beschikbaar in het gebied waar u zich bevindt. 11


Hoogteziekte - Op grote hoogten is de lucht ijler en bevat daardoor minder zuurstof. Het kost het lichaam dan meer moeite om voldoende zuurstof binnen te krijgen. Als daardoor klachten ontstaan, spreken we van hoogteziekte. Deze ziekte kan boven de 2500 tot 3000 meter ontstaan, met klachten als hoofdpijn, misselijkheid, slapeloosheid en kortademigheid. Op nog grotere hoogten kunnen ernstige klachten ontstaan door vochtophoping in de longen en hersenen. Tips om hoogteziekte te voorkomen zijn: – Stijg niet te snel en neem voldoende rust; – Zorg ervoor dat u voldoende drinkt (water of thee, geen alcoholische dranken); – Slaap op een lagere hoogte dan de hoogte die u op een dag heeft bereikt; – Neem na elke 1000 meter stijging een rustdag; – Daal af als u verschijnselen van hoogteziekte krijgt; – Wanneer er een kans is op hoogteziekte is het verstandig om een middel zoals Diamox® (op recept) mee te nemen. Dat voorkomt ernstiger vormen van hoogteziekte. Personen met (chronische) ziekten van hart en/of longen en personen met bloedarmoede zijn gevoeliger voor hoogteziekte. Zij kunnen voor de reis het beste eerst een arts raadplegen.

Seks – Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA), zoals HIV en hepatitis B, kunt u overal oplopen, maar in sommige delen van de wereld is de kans op het krijgen van een SOA veel groter dan in Nederland. Tips om SOA te voorkomen: – Vrij altijd met een condoom en neem deze zelf mee; – Vermijd contact met sperma en bloed; – Bezoek bij twijfel altijd een arts of na terugkeer in Nederland uw huisarts of een SOA polikliniek.

Bloedcontact – Onder bloedcontact wordt verstaan: alle contact met bloed of lichaamsvloeistoffen van anderen, door direct contact of door injecties, bloedtransfusie, vuile naalden of instrumenten. Door bloedcontact kunnen onder andere hepatitis B en HIV worden overgedragen. Om besmetting door bloedcontact te voorkomen zijn de volgende regels belangrijk: 12

– Als medische of tandheelkundige behandeling nodig is, ga dan naar een betrouwbare arts of ziekenhuis; – Vermijd onnodige medische en tandheelkundige behandelingen; – Laat u niet tatoeëren, piercen of scheren (met een mes); – Als er meer kans is dat u in risicogebieden medische behandeling nodig heeft, neem d . an zo nodig zelf steriel materiaal mee. – Veilige seks.

Duiken (scuba diving) – Als u gaat duiken gelden uiteraard de vaste veiligheidsregels: ga nooit ongeoefend duiken zonder begeleiding en ga nooit alleen duiken. Let erop dat u goede begeleiding en apparatuur krijgt. De regel is dat u tot 24 uur ná scuba diving niet mag vliegen. De reden hiervoor is dat er door de lichte drukverlaging in de vliegtuigcabine een iets hoger risico is op decompressieverschijnselen. Vliegreizen – De lucht in de vliegtuigcabine kan, vooral op langere vluchten, erg droog worden. Drink daarom extra (water, thee; liever geen alcoholische dranken). Om trombose te voorkomen is het bij langere vliegreizen aan te bevelen niet urenlang in dezelfde houding in de stoel te blijven zitten. Doe af en toe wat oefeningen in de stoel of sta op en wandel even door het gangpad. Personen met bepaalde (chronische) aandoeningen, met name van bloed, hart en/of longen, of personen met infectieziekten wordt afgeraden te vliegen. Dit geldt ook voor hoogzwangere vrouwen en personen die recent bepaalde operaties hebben ondergaan. Bij twijfel kunt u contact opnemen met uw arts of met de medische afdeling van de maatschappij waarmee u vliegt. Via de medische afdeling van uw vliegtuigmaatschappij kunt u verzoeken doen voor speciale voorzieningen tijdens uw reis (zoals zuurstof, rolstoel, begeleiding op de vliegvelden).

Verkeer – De meeste ernstige letsels in het buitenland ontstaan in het verkeer. Er zijn landen waar de kans om te overlijden als gevolg van een verkeersongeval 10 tot 20 maal zo groot is als in Nederland.

13


Bijzondere reizigers Tips voor een veilig vervoer: – Regel taxi’s via uw hotel of een betrouwbare taxiservice; – Als u zelf gaat rijden, zorg dan voor een geldig internationaal rijbewijs en zorg ervoor d . at u de verkeersregels van het land kent; – Gebruik een veilig en betrouwbaar vervoermiddel en doe altijd de veiligheidsgordel om; – Rijd liever niet in het donker; – Laat anderen weten waar u bent en zorg dat u uw adres- en telefoongegevens bij u draagt; – Zorg bij langere ritten dat u voldoende water, voedsel en een eerste hulp kit meeneemt.

Criminaliteit - Ook in het buitenland, vooral in delen van veel grote steden, is sprake van onveiligheid. Niet alleen ‘kleine’ criminaliteit als zakkenrollen en diefstallen, maar ook meer ernstige delicten komen helaas regelmatig voor. Enkele tips: – .Informeer u vooraf goed over de risico’s; kijk voor reisadviezen op de site van het Ministerie van Buitenlandse Zaken .(rijksoverheid.nl/onderwerpen/reisadviezen); – Ga niet naar risicogebieden als u er niet noodzakelijk hoeft te zijn; – Maak gebruik van veilige taxi’s, bijvoorbeeld via uw hotel; – Ga niet in op uitnodigingen of transacties die u niet vertrouwt; – Ga bij voorkeur niet alleen over straat, zeker niet ’s avonds en ’s nachts; – Mijd agressieve personen, opstootjes en samenscholingen; – Zorg dat anderen weten waar u bent en zorg dat u bereikbaar bent; – Pas u aan de lokale zeden en gewoonten aan en geef geen aanleiding tot irritatie of agressie; – Kijk uit met alcohol en drugs, word zelf niet de oorzaak van geweld; – Gedraagt u zich niet opvallend als (“rijke”) toerist. – Neem geen pakjes mee waarvan de inhoud niet bekend is.

14

15


Bijzondere reizigers

Voor sommige personen gelden speciale leefregels en maatregelen tijdens de reis. Als u tot een van de groepen ‘bijzondere reizigers’ behoort, lees dan de informatie die voor u bestemd is goed door.

Kinderen – Snelle uitdroging bij diarree. Neem daarom tijdig maatregelen tegen uitdroging; – Kinderen tot 12 jaar: overleg tijdig met het consultatiebureau welke vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (‘kinderprikken’) nog (vervroegd) gegeven kunnen worden. Dit is vooral van belang bij langere reizen en voor expats; – Kinderen dienen extra te worden beschermd tegen malaria (muskietennet/ klamboe) en krijgen een aangepaste dosering malariatabletten; – Kinderen zijn gevoeliger voor infecties, omdat zij zich niet bewust zijn van ­hygiëne. Help hen met bepaalde leefregels, zoals handen wassen en het gebruik van schoon water; – Kinderen worden vaker gebeten door dieren, houd ze daarom zo veel mogelijk uit de buurt van dieren.

Ouderen – Voor ouderen gelden, als zij gezond zijn, dezelfde adviezen als voor gezonde jongeren en volwassenen; – Sommige vaccinaties hebben bij ouderen minder effect dan bij jongeren; daardoor zijn soms extra vaccinaties nodig of is een ander vaccin aanbevolen; – Snelle uitdroging bij diarree. Neem daarom tijdig maatregelen tegen diarree.

Zwangeren – Het wordt zwangeren afgeraden te vliegen na de 36ste week (bij een ongecompliceerde zwangerschap) of na de 32ste week (bij een ongecompliceerde meerlingzwangerschap); – Ga liever niet naar een gebied met een hoog malariarisico als u zwanger bent. U mag niet alle malariatabletten gebruiken en u en uw baby kunnen daardoor slechts gedeeltelijk worden beschermd;

16

– Zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven, mogen niet alle vaccinaties hebben vanwege het mogelijke risico voor het kind. Let daarop bij de keuze van uw reisbestemming; – Ziekten die gepaard gaan met (hoge) koorts, zoals dengue en malaria, kunnen het risico op een miskraam vergroten; – Zwangeren die voor langere tijd gaan reizen moeten zich realiseren dat ze zouden kunnen bevallen in het buitenland; – Vrouwen die zwanger zijn, zijn gevoeliger voor infecties en tegelijkertijd lastiger te behandelen.

Chronisch zieken en mobiliteitsbeperkten – Personen met bepaalde (chronische) ziekten mogen niet vliegen (zie ‘Gezond­ heid’ en ‘Vliegreizen’); – De gezondheidszorg is in sommige landen zodanig, dat er misschien geen goede behandeling mogelijk is bij complicaties van de ziekte; – Geneesmiddelen zijn niet overal beschikbaar of betrouwbaar. Neem zelf meer dan voldoende mee en zorg voor een geneesmiddelenpaspoort; – Bij bepaalde (chronische) ziekten mogen sommige malariatabletten en vaccinaties niet gegeven worden, of hebben deze minder effect; – Soms zijn aan boord extra voorzieningen nodig, zoals zuurstof, een rolstoel of (medische) begeleiding. In dat geval is het handig om dit ruim voor tijd met de luchtvaartmaatschappij te regelen (zie ‘Vliegreizen’). In sommige gevallen zal er aparte advisering en vaccinatie moeten plaatsvinden. Dat kan bijvoorbeeld bij het spreekuur ‘Bijzondere Reizigers’ van de Travel Clinic van het Havenziekenhuis in Rotterdam.

Personen met een verminderde weerstand – Afweerstoornissen kunnen aangeboren zijn of ontstaan door ziekten, zoals HIV of leukemie. Ook kunt u een afweerstoornis krijgen door het gebruik van afweerremmende middelen, zoals chemotherapie, prednison of methotrexaat; – Als u een afweerstoornis heeft, mag u bepaalde vaccins niet hebben; – Bij personen met een verminderde weerstand werken vaccins die wel gebruikt mogen worden vaak minder goed en zijn soms extra vaccinaties noodzakelijk; 17


Ziekten – ls u een afweerstoornis heeft: overleg voor de reis met uw arts of specialist of de voorgenomen reis wel verantwoord is. U bent gevoeliger voor infecties en deze kunnen sneller en ernstiger verlopen; – Personen die geen milt meer hebben, wordt afgeraden naar gebieden te gaan waar een ernstig malariarisico bestaat.

Zakenreizigers Uit herhaald onderzoek op Schiphol blijkt dat zakenreizigers vaker zonder de aangeraden vaccinaties en malariatabletten reizen dan anderen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, is het belangrijk dat ook zakenreizigers die naar risico­ gebieden gaan zich goed laten voorlichten en vaccineren.

Expats Voor expats (personen die voor langere tijd gaan wonen en werken in het buitenland) gelden naast de in deze brochure al genoemde maatregelen, ook nog de volgende adviezen: – Let op de verplichte medische verklaringen die sommige landen vragen in verband met de woon- of werkvergunning; – Zorg voor een medische keuring voor vertrek en na terugkeer ter bescherming van uw eigen gezondheid; – Oriënteer u voor vertrek op de medische faciliteiten op uw bestemming; – Regel voor vertrek dat u uw medische gegevens van uw huisarts meekrijgt en dat uw verzekering in orde is; – Als u naar een “minder ontwikkelde” bestemming gaat, overweeg dan een uitgebreide medische kit mee te nemen.

18

19


Buiktyfus

Ziektebegin

Een tot enkele dagen na besmetting

Klachten Afhankelijk van de verwekker: diarree, braken, koorts, bloed in de ontlas-

Verwekker

De tyfusbacterie (Salmonella typhi)

Besmetting

Besmet voedsel, drinkwater of dranken

Gebieden

Wereldwijd, maar vooral in delen van Afrika en Azië (Indiaas subcontinent)

Preventie

Ziektebegin

1 tot 2 weken na besmetting

Vaccin Geen vaccins beschikbaar, wel tegen buiktyfus, cholera en rotavirus

Klachten

Koorts, obstipatie (soms diarree), sufheid

Preventie

Voedselhygiëne

Vaccin

Beschikbaar: beschermt voor 70% gedurende 3 jaar.

Chikungunya

ting en/of andere verschijnselen Voedselhygiëne (vaccin rotavirus niet beschikbaar bij KLM Health Services).

Dengue (“Knokkelkoorts”) Verwekker

Denguevirus

Besmetting

Steek van een besmette mug

Verwekker

Virus

Gebieden

Vrijwel alle tropische en subtropische gebieden

Besmetting

Steek van een besmette mug

Ziektebegin

1 tot 2 weken na besmetting

Gebieden

Vrijwel alle tropische en subtropische gebieden

Klachten Acuut begin, hoge koorts, spierpijnen; in zeldzame gevallen ontstaan

Ziektebegin

Tussen de 1 en 12 dagen (meestal 2 – 4)

Klachten

Hoge koorts, gewrichtspijn, huiduitslag

complicaties (bloedingen, shock) Preventie Voorkom insectensteken en wees u ervan bewust dat de mug die het dengue­virus kan overdragen overdag actief is

Preventie Voorkom insectensteken en wees u ervan bewust dat de mug die het chikungunyavirus kan overdragen overdag actief is Vaccin

Vaccin

Niet beschikbaar.

Niet beschikbaar

Difterie, Tetanus, Polio (DTP) Cholera

Verwekker

Verwekker

De Vibrio cholerae bacterie

Besmetting

Besmet water, voedsel of ontlasting

Gebieden Zuid-Azië (Indiaas subcontinent), Afrika, Zuid-Amerika en de

Bacterie in de keel (difterie); tetanusbacterie; poliovirus

Besmetting Door aanhoesten of direct contact (difterie); via straatvuil, aarde of mest (tetanus); via water of voedsel dat met ontlasting is vervuild (polio) Gebieden Difterie en tetanus komen over de hele wereld voor, maar difterie vooral in landen met een gebrekkig vaccinatieprogramma. Polio komt vooral voor

Golf van Mexico

Ziektebegin

6 uur tot 2 dagen

Klachten

Misselijkheid, braken, buikpijn, hevige diarree

Ziektebegin

Preventie

Voedselhygiëne

Klachten Difterie: keelontsteking, koorts en ontstoken lymfeklieren; tetanus: hef-

in Azië (Indiaas subcontinent) en West- en Centraal Afrika

Vaccin Alleen aanbevolen voor personen die tijdens een cholera-uitbraak in een gebied verblijven zonder toegang tot schoon drinkwater Bescherming:

2-5 dagen (difterie); 3-21 dagen (tetanus); 7-14 dagen (polio) tige spierkrampen; polio: meestal symptoomloos, in enkele gevallen (‹1%) ernstige complicaties (verlamming)

Preventie Difterie: vaccinatie. Tetanus: goede wondhygiëne en behandeling, vacci-

2 jaar.

natie. Polio: toilethygiëne (handen wassen) en vaccinatie

Darminfecties

Vaccin Beschikbaar: het DTP-vaccin biedt bescherming tegen difterie, tetanus

Verwekker

Vele bacterie- en virussoorten

Besmetting

Besmet voedsel, drinkwater of dranken; soms ook besmette voorwerpen

en polio en geeft 10 jaar bescherming.

Gebieden Wereldwijd, overal waar slechte algemene- en voedselhygiëne bestaat en de sanitaire voorzieningen slecht zijn

20

21


Gele koorts

Japanse encefalitis

Verwekker

Gelekoortsvirus

Verwekker

Virus

Besmetting

Steek van een besmette mug

Besmetting

Steek van een besmette mug

Gebieden

Tropisch Afrika en het Amazonebekken

Gebieden

In bijna heel Azië, van India tot aan Japan

Ziektebegin

3-6 dagen na besmetting

Ziektebegin

5 – 15 dagen na besmetting

Klachten Lijkt op griep met koorts en spierpijn. Bij 15% ontstaan complicaties:

Klachten Soms griepachtige symptomen met koorts, spierpijn en hoofdpijn. In uit-

geelzucht (leverontsteking), hersenontsteking, bloedingen; soms zelfs

zonderlijke gevallen ernstige complicaties zoals hersen(vlies)ontsteking

met de dood tot gevolg

met hoofdpijn, braken en eventueel coma en overlijden.

Preventie Voorkom insectensteken. Let op: de mug die het virus overdraagt steekt

Preventie Voorkom insectensteken en reis liefst buiten het besmettingsseizoen naar

dag en nacht.

het platteland van landen in Azië

Vaccin Beschikbaar: een vaccinatie geeft in de meeste gevallen levenslange

Vaccin

Beschikbaar. Een serie van 2 vaccinaties geeft 2 jaar bescherming.

bescherming. Overleg dit met uw reizigersverpleegkundige. Sommige landen stellen een gelekoortsvaccinatie verplicht; u hebt dan een officieel

Malaria

internationaal bewijs van vaccinatie nodig om het land binnen te kunnen.

Verwekker

Malariaparasiet (5 soorten)

Dit krijgt u in de Travel Clinic na vaccinatie.

Besmetting

Steek van een besmette mug

Gebieden Sub-Sahara Afrika, Midden- en Zuid-Amerika, grote delen van

Hepatitis A

Azië, Oceanië

Verwekker

Virus

Ziektebegin

Meestal 1 tot 2 weken na besmetting, soms langer

Besmetting

Via besmet voedsel of drinken of via besmette ontlasting

Klachten Begint met griepklachten en koorts. De zware vorm (malaria tropica), kan

Gebieden

Landen met slechte sanitaire voorzieningen en matige hygiëne

Ziektebegin

2 tot 7 weken na besmetting

Klachten Griepachtige klachten, misselijkheid, leverontsteking, geelzucht, donkere

in enkele dagen ernstig verlopen en zelfs een dodelijke afloop hebben. Preventie

urine. Jonge kinderen hebben vaak geen ziekteverschijnselen. Preventie

Voedselhygiëne

Vaccin

Beschikbaar: serie van 2 vaccinaties geeft ca. 30 jaar bescherming.

Voorkom insectensteken en gebruik malariatabletten

Vaccin Niet beschikbaar. Maar er zijn wel goede antimalariamiddelen die voor­ komen dat u een ernstige malaria ontwikkelt. Vuistregel Als u koorts krijgt tijdens of na een verblijf in een malariagebied, ga dan uit van malaria en schakel onmiddellijk een arts of ziekenhuis in. Malaria kan meestal goed worden behandeld, maar het moet wel op tijd gebeuren!

Hepatitis B Verwekker

Virus

Mazelen

Besmetting

Seksueel contact, bloedcontact (transfusies, naalden)

Verwekker

Mazelenvirus

Gebieden

Wereldwijd

Besmetting

Direct contact en via de lucht

Ziektebegin

Meestal 2 tot 3 maanden na besmetting

Gebieden

Wereldwijd

Ziektebegin

7 tot 18 dagen na besmetting

Klachten Meestal milde of geen klachten (moeheid, koorts, gewrichtsklachten­, leverontsteking, geelzucht). Op lange termijn kan leverschade (of zelfs leverkanker) optreden. Preventie

Klachten Koorts, verkoudheid, hoesten, rode vlekken op de huid. Bij volwassenen is er risico op ernstige complicaties (long- of hersenontsteking).

Veilig vrijen, vermijden van contact met bloed (tatoeages, piercings zetten)

Vaccin Beschikbaar: een serie van 3 vaccinaties geeft meestal een levenslange

Preventie Voor iedereen geboren in of na 1975 wordt het vaccin via het Rijksvaccinatie­ programma aangeboden.

bescherming. 22

23


Vaccin Voor iedereen geboren vanaf 1965 tot 1975 die geen mazelen heeft gehad

en het moet ter behandeling binnen 24 uur toegediend worden. De

en daar ook niet tegen is gevaccineerd, wordt een vaccinatie aanbevolen.

behandeling is dan echter nog niet afgerond en er dient zo snel mogelijk

Dit biedt een levenslange bescherming.

vervolg­behandeling te worden opgestart. Iemand die niet vooraf gevaccineerd werd, heeft vijf vaccinaties en antiserum nodig.(behandeling moet

Meningitis (Hersenvliesontsteking, “Nekkramp”)

binnen 24 uur opgestart zijn)

Verwekker Vele bacteriën en virussen, met als gevaarlijkste vorm de meningokok

Schistosomiasis (Bilharzia)

(een bacterie) Besmetting Tijdens epidemieën, wordt door hoesten overgedragen (vooral binnen

Verwekker

De larven van een parasiet

grote groepen mensen)

Besmetting

Zwemmen, pootjebaden, handen wassen in tropisch zoet oppervlaktewater

Gebieden

Tropisch Afrika en Mekka (Hadj en Umrah)

Gebieden

Komt voor in subtropische gebieden

Ziektebegin

Tussen 2 en 10 dagen na de besmetting

Ziektebegin

Zie ‘Klachten’

Klachten Lijkt op griep, daarna kan snel een gevaarlijke hersenvliesontsteking ont-

Klachten Meestal geen. Soms direct na het zwemmen jeuk door het binnendringen­

staan die zonder behandeling dodelijk kan aflopen.

van de larven. Heel soms ontstaan weken tot maanden later ziekte­

Preventie Goede hoesthygiëne

verschijnselen, zoals koorts, spierpijn en/of hoesten en/of bloed bij de

Vaccin Beschikbaar: een vaccinatie geeft 3 jaar bescherming en is verplicht voor

urine/ontlasting. Ga bij iedere twijfel naar uw arts.

“Mekka-Hadj-reizigers” naar Saoedi-Arabië.

Preventie

Niet zwemmen of pootjebaden in tropisch zoet oppervlaktewater

Vaccin

Niet beschikbaar.

Rabiës (“Hondsdolheid”) Verwekker

Een virusinfectie van de hersenen

Besmetting Door een beet, krab of lik van besmette honden, katten, apen, vleermuizen en andere zoogdieren Gebieden Rabiës komt wereldwijd voor. Alleen in Nieuw-Zeeland, Antarctica, Japan

Tekenencefalitis (Hersenontsteking) Verwekker

Virus (verschillende typen)

Besmetting

Door beet van een besmette teek

Gebieden Delen van Europa, Rusland, China, Japan, Kirgizië, Kazachstan, Mongolië

en delen van Oceanië komt het niet voor. Ziektebegin Meestal 20 tot 60 dagen na besmetting. Behandeling na een krab, lik of

en Zuid-Korea Ziektebegin

Meestal 7 tot 14 dagen na besmetting

beet dient echter binnen 24 uur plaats te vinden om een dodelijke afloop

Klachten

Koorts, moeheid, hoofdpijn, soms hersenvliesontsteking.

te voorkomen.

Preventie Bedekkende kleding, smeren met DEET bevattende muggenmiddelen.

Klachten Als het virus eenmaal in het zenuwstelsel terecht is gekomen zal de ziekte

Controleer uw lichaam minstens een keer per dag tijdens of na bezoek

zich ontwikkelen. Vanaf dat moment is behandeling niet meer mogelijk en volgt uiteindelijk de dood.

aan bosrijk gebied en gebruik zo nodig een tekenpincet. Vaccin Serie van 3 vaccinaties geeft 3 jaar bescherming. Drie jaar na een vol-

Preventie Vermijd ieder onnodig contact met dieren. Haal ze niet aan en daag

ledige serie kan de eerste boosterdosis worden toegediend. De booster­

ze niet uit. Maak een eventuele bijtwond direct schoon met (schoon)

dosis geeft 5 jaar bescherming.

water en zeep, desinfecteer de wond en dek deze af. Belangrijk: Neem na ieder krab- of bijtincident zo snel mogelijk (binnen 24 uur) contact op

Tuberculose

met een arts.

Verwekker

Tuberkelbacterie

Besmetting

Door hoestende patiënten met open tuberculose

Vaccin Soms wordt vaccinatie tegen rabiës aangeraden. Een serie van 3 vaccinaties is beschikbaar. Na afronden serie is bij een beet, lik of krab geen antiserum meer nodig. Antiserum is wereldwijd niet of moeilijk verkrijgbaar 24

Gebieden Komt in de hele wereld voor. Vooral Azië, Afrika, Zuid-Amerika, voor­ malige Sovjet-Unie 25


Ziektebegin

Van 8 weken tot levenslang

Notities

Klachten De ziekte verloopt langzaam en chronisch, met toenemende vermoeidheid, nachtzweten en (later) hoesten. Preventie Goede hoesthygiëne en vermijden van kleine, donkere, slecht geventileerde ruimten. Door tbc-controle voor en na de reis met een huidtest (“Mantoux-test”) en/of een bloedtest Vaccin

Beschikbaar: geeft levenslange bescherming tegen ernstige complicaties.

Zika Verwekker

Zikavirus

Besmetting

Steek van een besmette mug

Gebieden (Sub)tropische gebieden, zoals Azië, Afrika, Zuid-Amerika, MiddenAmerika en delen van Noord-Amerika. Ziektebegin

Niet exact bekend, waarschijnlijk tussen de 3 en 12 dagen na besmetting.

Klachten Maar 1 op de 5 mensen die besmet worden met het zikavirus krijgt klachten. De ziekteverschijnselen zijn over het algemeen vrij mild. De ziekteverschijnselen zijn koorts, oogontsteking, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn en huiduitslag. Er zijn aanwijzingen dat een infectie met zikavirus in zeldzame gevallen kan leiden tot het syndroom van Guillain-Barré (een aandoening die gekenmerkt wordt door spierzwakte of verlamming). Voor zwangere vrouwen: besmetting met het zikavirus kan wel schadelijk zijn voor het ongeboren kind; het kan leiden tot aangeboren neurologische afwijkingen (microcefalie). Preventie Voorkom muggensteken en weest u zich ervan bewust dat de mug die het zikavirus kan overdragen overdag en in de vroege avond tot de schemering actief is. Vaccin

Niet beschikbaar.

26

27


Na de reis Na de reis

Kuren afmaken – Als u malariatabletten heeft voorgeschreven gekregen is het belangrijk dat u na thuiskomst de kuur afmaakt. Als u de kuur niet afmaakt en u bent tijdens de reis besmet geraakt, dan kunt u alsnog malaria krijgen. Sommige vaccinatieschema’s bestaan uit een serie van twee of drie vaccinaties. Het kan zijn dat een of meerdere vaccinaties na uw terugkeer gegeven moeten worden om een langdurige bescherming te krijgen.

Gezondheidsklachten – Sommige ziekten hebben een incubatieperiode (dat is de periode die verloopt tussen de besmetting en de eerste klachten) van weken tot soms maanden. U kunt dus pas thuis ziek worden van een ziekte die u tijdens de reis heeft opgelopen. Wij adviseren u uw huisarts te raadplegen (altijd uw verblijf in het buitenland vermelden!) als zich in de weken of maanden na terugkeer een of meer van de volgende verschijnselen voordoen: – Bij koorts in de weken na terugkeer uit een malariagebied moet u altijd denken aan malaria. U moet dit zonder uitstel laten onderzoeken; – Koorts met diarree, huidafwijkingen, spier- of hoofdpijn; – Diarree die niet overgaat, of steeds opnieuw begint; – Hoesten dat niet overgaat of steeds opnieuw begint; – Huidafwijkingen als vlekjes, zweren of insectenbeten die niet weggaan of ontstoken raken; – Klachten van de urinewegen of geslachtsorganen; – Een dierenbeet, ook als deze in het buitenland al is behandeld; – Na medische behandeling in het buitenland; – Bij andere klachten waarover u twijfelt of die u in verband brengt met het verblijf in het buitenland.

Waar kunt u terecht? – Eerste Hulp na aankomst op Schiphol: Airport Medical Services, Vertrekhal 2, telefoon 020 649 25 66. – Tropenpoli’s, zoals die van het Havenziekenhuis Rotterdam: Haringvliet 72, Rotterdam, telefoon: 010 404 36 66. – Uw huisarts – SOA poliklinieken 28

29


Index Afweerstoornis..................................................................................................................................... 17-18 Alcohol & drugs.............................................................................................................................. 12, 13, 14 Apotheek............................................................................................................................................... 4, 5, 6 Bilharzia (Schistosomiasis).................................................................................................................... 9, 24 Bloedcontact................................................................................................................................... 12, 13, 22 Borstvoeding............................................................................................................................................... 17 Buiktyfus..................................................................................................................................................... 20 Chikungunya............................................................................................................................................... 20 Cholera....................................................................................................................................................... 20 Criminaliteit................................................................................................................................................ 14 Darminfecties..................................................................................................................................... 8, 9, 20 Dengue............................................................................................................................................ 10, 17, 21 Desinfecteren......................................................................................................................................... 8, 10 Diabetes........................................................................................................................................................5 Diarree ..........................................................................................................................6, 8, 9, 16, 20, 21, 27 Dieren (beten) .....................................................................................................................10, 11, 16, 24, 27 Drinken................................................................................................................................................... 8, 22 Douchen........................................................................................................................................................9 Drinkwater.............................................................................................................................................. 8, 20 Difterie, Tetanus, Polio (DTP)..................................................................................................................... 21 Duiken ........................................................................................................................................................ 13 Eerste hulp kit ....................................................................................................................................... 6, 14 Eten...............................................................................................................................................................8 Expats .................................................................................................................................................. 16, 18 Gebitscontrole .............................................................................................................................................5 Gele koorts............................................................................................................................................ 10, 22 Geneesmiddelen................................................................................................................................. 4, 5, 17 Geneesmiddelenpaspoort...................................................................................................................... 4, 17 Hepatitis A.................................................................................................................................................. 22 Hepatitis B............................................................................................................................................ 12, 22 Hersenontsteking........................................................................................................................... 22, 23, 25 Hersenvliesontsteking......................................................................................................................... 24, 25 HIV-infectie..................................................................................................................................... 12, 13, 17 Hondsdolheid (Rabiës)......................................................................................................................... 11, 24 Hoogteziekte........................................................................................................................................... 6, 12 Hygiëne............................................................................................................ 3, 8, 10, 16, 20, 21, 22, 24, 25 Injecties, inentingen................................................................................................................................... 12 Insecten........................................................................................................... 6, 9, 10, 11, 20, 21, 22, 23, 27 Insectenbeten......................................................................................................................................... 6, 27 Insectensteken......................................................................................................................... 20, 21, 22, 23 Insectenwerende middelen..........................................................................................................................6 Japanse encefalitis............................................................................................................................... 10, 23 Keuring, medische -................................................................................................................................... 18 Kinderen............................................................................................................................6, 9, 10, 11, 16, 22 Klamboe (geïmpregneerde)......................................................................................................... 5, 6, 11, 16 Knokkelkoorts ...................................................................................................................................................................................................21

30

Maagdarminfecties. .......................................................................................................................................................................................... 8 Malaria(tabletten)................................................................................................................................. 4, 6, 10, 11, 16, 17, 18, 23, 27 Mazelen . ........................................................................................................................................................................................................23, 24 Medicijnen .............................................................................................................................................................................................. 3, 4, 5, 6 Medische zorg ....................................................................................................................................................................3, 5, achterzijde Mekka....................................................................................................................................................................................................................... 24 Meningitis (Hersenvliesontsteking) . ...................................................................................................................................................24 Miltloos.................................................................................................................................................................................................................... 18 Mobiliteitsbeperkten .....................................................................................................................................................................................17 Muskietennet ..................................................................................................................................................................................................... 16 Ouderen. ........................................................................................................................................................................................................... 9, 16 Polio. .........................................................................................................................................................................................................................21 Paspoort & visa. .................................................................................................................................................................................................. 3 Rabiës (Hondsdolheid)..........................................................................................................................................................................11, 24 Rehydratatiemiddel...................................................................................................................................................................................... 6, 9 Reisapotheek.................................................................................................................................................................................................... 5, 6 Reisartikelen. ........................................................................................................................................................................................................ 5 Reisziekte ............................................................................................................................................................................................................... 6 Repatriëring........................................................................................................................................................................................................... 3 Schistosomiasis (Bilharzia). ................................................................................................................................................................ 9, 24 Scuba diving......................................................................................................................................................................................................... 13 Seks.......................................................................................................................................................................................................... 12, 13, 22 SOA ...................................................................................................................................................................................................................12, 27 Spuiten & naalden ............................................................................................................................................................................................ 6 Stopmiddelen .................................................................................................................................................................................................. 6, 9 Tandarts . ................................................................................................................................................................................................................. 5 Teken ......................................................................................................................................................................................................... 6, 10, 25 Tekenencefalitis . ......................................................................................................................................................................................10, 25 Tetanus.................................................................................................................................................................................................................... 21 Trombose............................................................................................................................................................................................................... 13 Tuberculose ......................................................................................................................................................................................................... 25 Uitdroging ............................................................................................................................................................................................ 5, 6, 9, 16 Vaccin .................................................................................................................................................... 16, 17, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 27 Vaccinaties .................................................................................................................................... 4, 11, 16, 17, 18, 22, 23, 24, 25, 27 Verkeer ...................................................................................................................................................................................................................13 Verzekering, ziektekosten . .................................................................................................................................................................. 3, 18 Vliegen .............................................................................................................................................................................................. 3, 13, 16, 17 Voedsel & dranken ..................................................................................................................................................... 8, 9, 14, 20, 21, 22 Wonden, snij - en wondverzorging ................................................................................................................................................. 6, 10 Zakenreizigers ...................................................................................................................................................................................................18 Ziekten (chronisch) . ........................................................................................................................... 3, 4, 10, 11, 12, 13, 17, 19, 27 Zika. ...........................................................................................................................................................................................................................26 Zon (verbranding), middelen ......................................................................................................................................................... 5, 6, 10 Zwangeren .......................................................................................................................................................................... 10, 11, 13, 16, 17 Zwemmen .............................................................................................................................................................................................. 9, 24, 25

31


Colofon Deze brochure is een gezamenlijke uitgave van Travel Clinic Havenziekenhuis en KLM Health Services. De inhoud van de brochure is met de grootst mogelijke zorg tot stand gekomen. KLM Health Services en Travel Clinic Havenziekenhuis kunnen niet aansprakelijk worden gehouden voor de gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de aangeboden informatie en adviezen in deze brochure. Zij behouden tevens het auteursrecht van de verstrekte informatie en van de illustraties. Niets uit deze brochure mag zonder toestemming van Travel Clinic Havenziekenhuis en KLM Health Services openbaar worden gemaakt, verspreid en/of verveelvoudigd. Januari 2017, vijfde druk Š 2017 Travel Clinic Havenziekenhuis en KLM Health Services

32

33


Contactgegevens Airport Medical Services (Eerste Hulp en medische zorg op Schiphol) Internet airportmedicalservices.com Telefoon 020 649 25 66 Locatie Vertrekhal 2

Travel Clinics KLM Health Services Internet klmhealthservices.com/vaccinaties Telefoon 0900 109 109 6 (2 1,00 per gesprek) - Amsterdam, Raadhuisstraat 15 (achter de Dam) - Den Haag, Hofweg 9 (tegenover Het Binnenhof) - Schiphol-Oost, Stationsplein N.O., gebouw 133 - Schiphol-Centrum, vertrekhal 2, boven check-in 16

Travel Clinic van het Havenziekenhuis Internet travelclinic.com Telefoon 0900 503 40 90 (2 0,15 p/min) Adres

Haringvliet 72, Rotterdam

Tropenpoli Havenziekenhuis Internet havenziekenhuis.nl Telefoon 010 404 36 66 Adres

Haringvliet 72, Rotterdam

34


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.