Hoger onderwijs in Vlaanderen Informatiebrochure 2013
Inhoud Inleiding........................................................................... 2
Studeren met een functiebeperking....... 18
Hervorming van het hoger onderwijs in 2013-2014............................................................... 3
Studeren in het buitenland............................. 19
Organisatie van het hoger onderwijs........ 5 Instellingen..................................................................... 5 Opleidingen..................................................................... 6 Lerarenopleiding............................................................ 8 Contracten...................................................................... 9 Flexibele leerwegen - combinatie werken en studeren................................................................... 10 Toelatingsvoorwaarden.............................................. 11 Examens en diploma’s................................................ 13
Studeren via een mobiliteitsprogramma................. 19 Inschrijven aan een buitenlandse instelling......... 19 Belangrijk!..................................................................... 20 Europese doelstelling omtrent mobiliteit................ 20
Veel gebruikte woorden.................................... 21 Verder lezen ‌........................................................ 27 Nog vragen?............................................................... 27
Leerkrediet.................................................................. 15 Studiekosten.............................................................. 17 Studiegeld..................................................................... 17 Studietoelagen............................................................. 17 Studentenvoorzieningen / sociale voorzieningen.17 1
Inleiding Deze brochure wil je een duidelijk overzicht geven van alles wat te maken heeft met het hoger onderwijs in Vlaanderen en richt zich dus naar iedereen die meer wil te weten komen over het Vlaamse hoger onderwijs. Zo vind je in deze brochure meer informatie over de organisatie van het hoger onderwijs (soorten instellingen en opleidingen, toelatingsvoorwaarden, leerkrediet, ‌) en leggen we je ook uit wat een aantal veelgebruikte woorden uit het hoger onderwijs betekenen. Daarnaast vind je ook iets meer informatie
2
over studeren in het buitenland of studeren met een functiebeperking. Wat je in deze brochure niet gaat terugvinden zijn de contactgegevens van de instellingen of een overzicht van de opleidingen die ze aanbieden. Daarvoor kan je terecht op www.hogeronderwijsregister.be.
Hervorming van het hoger onderwijs in 2013-2014 In het academiejaar 2013-2014 zal het hoger onderwijs in Vlaanderen grondig hervormd worden. Alleen de universiteiten zullen dan nog academische opleidingen aanbieden. De hogescholen zullen hun academische bachelor- en masteropleidingen overdragen aan (of integreren in) de universiteiten. Na de integratie zullen de hogescholen nog verder hun professionele opleidingen aanbieden en binnen het kader van een “School of Arts� ook nog academische kunstopleidingen (in de studiegebieden Audiovisuele en beeldende kunst, en Muziek en podiumkunsten). Een School of Arts is een afzonderlijke structuur binnen een hogeschool of over verschillende hogescholen heen met een grote mate van autonomie. De universiteiten zijn vertegenwoordigd in het bestuur van de Schools of Arts. De Hogere Zeevaartschool zal binnen het studiegebied Nautische wetenschappen ook nog zowel professionele als academische opleidingen blijven aanbieden.
Deze integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten is het gevolg van een beslissing van het Vlaams Parlement en zorgt ervoor dat je de best mogelijke garantie krijgt om daadwerkelijk in contact te komen met wetenschappelijk onderzoek. Bovendien wordt de internationale (h)erkenning van deze academische bachelor- en mastergraden beter gegarandeerd. Na de integratie zullen alle academische opleidingen volledig onder de verantwoordelijkheid van de universiteiten vallen. Voor jou als student zal dit in een eerste fase allicht niet betekenen dat je je zult moeten verplaatsen naar de huidige campussen van de universiteiten, maar dat je gewoon verder les kan blijven volgen op de huidige hogescholencampussen. Je zal echter wel student zijn van een universiteit en bij het afstuderen ook een universitair diploma ontvangen. Ook je docenten, hoewel het misschien voor een groot gedeelte dezelfde zullen zijn als voor de integratie, zullen onder de verantwoordelijkheid van de universiteiten vallen. 3
academische opleidingen
VKS - niveau 8
professionele opleidingen
doctor
master min. 60 studiepunten
bachelor bachelor na bacheloropleiding bachelor professionele bacheloropleiding min. 180 studiepunten Hogescholen Hogere Zeevaartschool School of Arts
4
Schakelprogramma
VKS - niveau 6
VKS - niveau 7
master master na masteropleiding
bachelor academische bacheloropleiding min. 180 studiepunten
Universiteiten Hogere Zeevaartschool (enkel Nautische wetenschappen) School of Arts (enkel kunstopleidingen)
Organisatie van het hoger onderwijs Instellingen In Vlaanderen kunnen verschillende soorten instellingen opleidingen aanbieden in het hoger onderwijs. De bekendste zijn uiteraard de hogescholen en de universiteiten. De Faculteit Protestantse Godgeleerdheid Brussel en de Evangelische Theologische Faculteit Leuven zijn ook ambtshalve geregistreerde instellingen.
Daarnaast bieden een aantal (private) geregistreerde instellingen ook erkende (“geaccrediteerde�) bachelor- en masteropleidingen aan. Je kan ook hoger onderwijs volgen aan een Centrum voor Volwassenenonderwijs (Hoger Beroepsonderwijs) en een opleiding Hoger Beroepsonderwijs Verpleegkunde zelfs aan een secundaire school. Deze brochure geeft je enkel informatie over het hoger onderwijs in hogescholen en universiteiten.
5
Opleidingen In Vlaanderen vind je volgende opleidingen in het hoger onderwijs: ◊ professionele bacheloropleidingen aan hogescholen en de ermee verbonden Schools of Arts. Na een initiële bacheloropleiding kan je een bachelor-na-bacheloropleiding volgen; ◊ academische bachelor- en masteropleidingen aan universiteiten, Schools of Arts en de Hogere Zeevaartschool. Na een initiële masteropleiding kan je een master-na-masteropleiding volgen; ◊ de graad van doctor aan de universiteiten; ◊ postgraduaatopleidingen aan hogescholen en universiteiten; ◊ HBO5-opleidingen (Deze hogeronderwijsopleidingen worden nog niet aangeboden in de hogescholen, wel al in de Centra voor Volwassenenonderwijs. Meer info vind je op www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/ volwassen/vwo.htm.
PROFESSIONELE BACHELOROPLEIDINGEN
zijn in de eerste plaats gericht op de beroepspraktijk. Ze hebben tot doel je te brengen tot een niveau van algemene en specifieke kennis. Je zult ook competenties verwerven, nodig voor de zelfstandige uitoefening van een beroep of een groep van beroepen. Een professioneel gerichte bacheloropleiding biedt dus een directe uitstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt. ACADEMISCHE BACHELOROPLEIDINGEN
leggen de nadruk op een brede academische (theoretische) vorming of een vorming in de kunsten. Ze zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en bereiden je voornamelijk voor op een masteropleiding. Alle bacheloropleidingen hebben een studieomvang van minstens 180 studiepunten. MASTEROPLEIDINGEN
leggen de nadruk op gevorderde wetenschappelijke of artistieke kennis en competenties die je nodig hebt voor de zelfstandige beoefening van wetenschap of kunst, of voor de uitoefening van een beroep. Een masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef. Een masteropleiding heeft een studieomvang van minstens 60 studiepunten.
6
Na een bacheloropleiding kan je een BACHELORNA-BACHELOROPLEIDING volgen. Deze opleidingen zorgen voor een verbreding of specialisatie van je bacheloropleiding. Een MASTER-NA-MASTEROPLEIDING volgt op een andere masteropleiding. Deze opleidingen zorgen ervoor dat je je vergaarde kennis en competenties binnen een bepaald studiegebied verder kan uitbouwen.
Als je geen diploma hebt dat je rechtstreeks toelaat tot de opleiding waarvoor je je wil inschrijven, kan de instelling je een VOORBEREIDINGSPROGRAMMA opleggen. POSTGRADUAATOPLEIDINGEN
Je kan met je bachelor- of masterdiploma een postgraduaatopleiding volgen en dus specialiseren in een specifiek studiegebied. Een postgraduaatopleiding heeft een studieomvang van ten minste 20 studiepunten en leidt tot een getuigschrift.
DOCTOR
Een doctoraatsdiploma is het hoogste diploma. Je moet dan baanbrekend wetenschappelijk onderzoek verrichten en je doctoraatsproefschrift publiek presenteren en verdedigen. Een SCHAKELPROGRAMMA is een programma van 45 tot 90 studiepunten dat je kan opgelegd worden als je je wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een professioneel bachelordiploma. Op basis van wat je door praktijkervaring hebt geleerd (EVC) en wat je eerder hebt gestudeerd (EVK) kan het aantal studiepunten dalen tot 0.
7
Lerarenopleiding In het hoger onderwijs kan je zowel aan de hogescholen als aan de universiteiten een lerarenopleiding volgen. Er zijn twee soorten lerarenopleidingen: de geĂŻntegreerde lerarenopleiding en de specifieke lerarenopleiding. GEINTEGREERDE LERARENOPLEIDING: dit is
een professionele bacheloropleiding van 180 studiepunten. Deze opleiding kan enkel gevolgd worden aan een hogeschool. Je wordt opgeleid tot leraar kleuter-, lager of secundair onderwijs. Van de 180 studiepunten bestaan er minstens 45 uit praktijk. In de geĂŻntegreerde lerarenopleiding die je opleidt tot leraar secundair onderwijs, kies je als student twee onderwijsvakken. Aan het einde van je opleiding behaal je het diploma van leraar. SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING: dit is een op-
leiding van 60 studiepunten die je volgt nadat je al een diploma (hoger onderwijs) behaald hebt. De helft van de 60 studiepunten wordt besteed aan praktijk. Aan het einde van je opleiding behaal je het diploma van leraar. Je hoofddiploma bepaalt voor welke vakken je les kan geven. Je kunt een specifieke lerarenopleiding volgen aan een hogeschool, een universiteit of aan een centrum voor volwassenenonderwijs. 8
Je stage/praktijk kan je in een specifieke lerarenopleiding doen via een leraar-in-opleiding-baan (de LIO-baan). Als leraar-in-opleiding word je aangesteld als tijdelijk personeelslid in een school en ontvang je dus al een loon. Je krijgt op regelmatige tijdstippen lesbezoeken van een begeleider, maar je staat meestal al zelfstandig voor de klas. Via een LIO-baan combineer je dus je lerarenopleiding met een job als leraar.
Contracten Bij de inschrijving aan een instelling hoger onderwijs heb je als student de keuze uit verschillende soorten contracten: ◊ DIPLOMACONTRACT Dit is de meest voorkomende soort contract. Hierbij schrijf je je in met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding en volg je de lessen. ◊ CREDITCONTRACT Als je slechts een aantal opleidingsonderdelen wil volgen, en je geen specifiek diploma wil behalen, kan je een creditcontract afsluiten. Je volgt de lessen en sluit het contract af met een creditbewijs voor de opleidingsonderdelen waarvoor je slaagt. ◊ EXAMENCONTRACT Tenslotte kan je ook kiezen voor een examencontract. Je schrijft je dan in voor het afleggen van examens. Je behaalt dan of een diploma van een opleiding of een creditbewijs voor één of meerdere opleidingsonderdelen. Je volgt de lessen niet. Je legt enkel de examens af. Bepaalde opleidingsonderdelen
komen door hun aard (bv. een practicum) niet in aanmerking voor een examencontract. Deze opleidingsonderdelen kan je alleen maar via een diploma- of creditcontract volgen. De instelling legt in de onderwijsregeling vast over welke opleidingsonderdelen het gaat en motiveert dat ook. Je mag meerdere contracten combineren. Zo kan je bijvoorbeeld een examencontract afsluiten voor het volgen van een welbepaalde opleiding en een creditcontract nemen voor die opleidingsonderdelen die uitgesloten zijn van het examencontract. Je kunt je per jaar ook voor meerdere opleidingen tegelijk inschrijven, zelfs aan verschillende instellingen. Voor elk van die opleidingen sluit je een diploma-, credit- of examencontract af. Of je schrijft je met een diplomacontract in voor een opleiding en volgt tegelijk met een creditcontract nog enkele opleidingsonderdelen van een andere opleiding.
9
Flexibele leerwegen combinatie werken en studeren Je kunt in het hoger onderwijs via een flexibele leerroute een diploma of een creditbewijs behalen. De instelling bepaalt zelf hoe ze de flexibele leertrajecten aanbiedt. De flexibilisering van het hoger onderwijs laat je als student toe zelf je studieprogramma samen te stellen. Je moet dus niet noodzakelijk een voltijds studieprogramma volgen. Afhankelijk van jouw capaciteiten en van de tijd die je aan je studie kunt besteden, bepaal je zelf voor hoeveel studiepunten je je inschrijft. Als je om de één of andere reden, bijvoorbeeld omdat je werkt, geen (voltijds) dagonderwijs kan volgen, zijn er veel mogelijkheden om toch een diploma hoger onderwijs te behalen: ◊ je kan met een hogeschool of universiteit een examencontract afsluiten, wat betekent dat je je enkel inschrijft voor het afleggen van examens en dus geen lessen volgt; ◊ sommige instellingen hebben een aanbod van begeleide zelfstudie ontwikkeld, waarbij je ruimte vrijhoudt voor practica en stages; 10
◊ aan sommige instellingen heb je de mogelijkheid om via afstandsonderwijs of e-learning een diploma te behalen; ◊ verschillende opleidingen kan je ook via weekend- of avondonderwijs volgen, of zijn zo ingericht dat alle lessen op één dag in de week gegroepeerd zijn. Sinds enkele jaren richten de hogescholen en universiteiten meer studietrajecten in die specifiek gericht zijn op studenten die al werken. Via www.hogeronderwijsregister.be kan je deze studietrajecten eenvoudig terugvinden. Je vinkt op de website “studietraject voor werkstudenten” aan. Voor meer informatie over de concrete invulling van de opleiding kan je terecht bij de hogescholen en universiteiten zelf.
Toelatingsvoorwaarden BACHELOROPLEIDINGEN
Om toegelaten te worden tot een bacheloropleiding moet je in principe een diploma secundair onderwijs hebben. Het maakt niet uit of het een diploma ASO, TSO, KSO of BSO is. Een getuigschrift BSO is echter niet voldoende. De toegang tot het hoger onderwijs is vrij. Een hogeschool of universiteit kan dus niet beslissen om een inschrijvingsstop in te voeren voor bepaalde opleidingen. Iedereen die voldoet aan de decretale toelatingsvoorwaarden (dus in het bezit is van een diploma secundair onderwijs) kan zich inschrijven in een bacheloropleiding van zijn keuze.
onderwijs- en examenreglement ook afwijkende toelatingsvoorwaarden tot hun opleidingen vastgelegd die rekening houden met humanitaire, medische, psychische of sociale redenen of met je kwalificatieniveau, je verdiensten of je competenties. Voor de opleidingen van de studiegebieden audiovisuele en beeldende kunst, en muziek en podiumkunsten moet je ook slagen voor een artistieke toelatingsproef. De hogeschool waar je je wenst in te schrijven, neemt deze toelatingsproef zelf af. Voor de universitaire opleidingen geneeskunde en tandheelkunde moet je ook slagen voor een toelatingsexamen. Dit toelatingsexamen wordt centraal georganiseerd. Alle informatie hierover vind je op de website www.ond.vlaanderen.be/toelatingsexamen.
Als je geen diploma secundair onderwijs hebt, neem je best contact op met de hogeschool of universiteit waar je een opleiding wil volgen om te bekijken wat de mogelijkheden zijn om toch toegelaten te worden. Als je ooit al een diploma hoger onderwijs (van een hogeschool of een centrum voor volwassenenonderwijs) behaald hebt, zullen ze je rechtstreeks kunnen toelaten, eventueel zelfs met vrijstellingen. De hogescholen en de universiteiten hebben in hun 11
MASTEROPLEIDINGEN
Om rechtstreeks toegelaten te worden tot een masteropleiding moet je in het bezit zijn van een academisch bachelordiploma. Een universiteit kan de toelating tot een masteropleiding beperken tot afgestudeerden van een welbepaalde bacheloropleiding. Als je geen diploma van deze bacheloropleiding hebt, kan de universiteit je wel toelaten, als je met succes een voorbereidingsprogramma voltooit. Ben je in het bezit van een bachelordiploma uit het professioneel hoger onderwijs, dan kan de universiteit je ook toelaten tot een masteropleiding als je eerst met succes een schakelprogramma volgt van minimum 45 en maximum 90 studiepunten. Op basis van wat je door praktijkervaring hebt geleerd (EVC) en wat je eerder hebt gestudeerd (EVK), kan het aantal studiepunten dalen tot 0. Net als bij de bacheloropleidingen kan een instelling ook voor de toelating tot een masteropleiding afwijkende toelatingsvoorwaarden vastleggen in het onderwijs- en examenreglement.
12
BACHELOR-NA-BACHELOROPLEIDINGEN EN MASTER-NA-MASTEROPLEIDINGEN
Om toegelaten te worden tot een bachelor-na-bacheloropleiding moet je in het bezit zijn van een professioneel bachelordiploma. Om toegelaten te worden tot een master-na-masteropleiding moet je in het bezit zijn van een masterdiploma. Een instelling kan bepalen dat enkel studenten met een specifiek bachelor- of masterdiploma rechtstreeks toegang hebben tot een bepaalde bachelor-nabacheloropleiding of master-na-masteropleiding. Als je niet in het bezit bent van dat specifiek bachelor- of masterdiploma, dan kan de instelling je een voorbereidingsprogramma opleggen.
Examens en diploma’s Voor alle opleidingsonderdelen waar je je voor ingeschreven hebt, heb je in de loop van het academiejaar recht op twee examenkansen, tenzij de aard van het opleidingsonderdeel het niet toelaat om twee keer te examineren in de loop van ÊÊn academiejaar. Dan moet je je in het volgende academiejaar opnieuw inschrijven voor dat opleidingsonderdeel. Examens kunnen verschillende vormen aannemen. Zo zijn er schriftelijke of mondelinge examens, maar bv. ook stages of permanente evaluatie behoren tot de mogelijkheden. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, behaal je een creditbewijs. Je slaagt als je minimaal 10 op 20 behaalt voor een opleidingsonderdeel, tenzij de instelling een andere, niet numerieke, vorm van resultaatsbepaling heeft vastgelegd. Een creditbewijs blijft onbeperkt geldig binnen de betrokken opleiding aan de instelling waar je dit behaald hebt. Een actualiseringsprogramma kan wel worden opgelegd wanneer ten minste 5 kalenderjaren verstreken zijn sedert het behalen van het creditbewijs. Als je voor alle opleidingsonderdelen van een opleiding een creditbewijs behaald hebt, krijg je het diploma van deze opleiding. Ook als je niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs behaald hebt, kan de instelling je geslaagd
verklaren voor het geheel van de opleiding en je het diploma uitreiken, op voorwaarde dat zij van mening is dat je de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal gehaald hebt. Samen met het diploma ontvang je een diplomasupplement dat meer toelichting geeft bij het diploma, zoals bv. meer informatie over de aard, het niveau en de inhoud van de opleiding die tot het diploma geleid heeft. Als je tijdens je opleiding niet voldoende studievoortgang boekt, kan een instelling je maatregelen van studievoortgangsbewaking opleggen. Ze kan je dan bindende voorwaarden opleggen voor je inschrijving. Zo kan een instelling bv. bepalen dat je in een volgend academiejaar minimaal voor een bepaald percentage van je opleidingsonderdelen moet slagen. Voldoe je niet aan deze voorwaarden, dan kan de instelling nadien je verdere inschrijving weigeren.
13
Als je na je examens je examenresultaten betwist, je het niet eens bent met het weigeren van een vrijstelling, je een examentuchtbeslissing hebt opgelegd gekregen waarmee je het niet eens bent of de instelling je een andere studievoortgangsbeslissing heeft opgelegd, dan heeft elke instelling een interne beroepsprocedure. Je vindt deze procedure in het
14
onderwijs- en examenreglement. Als je niet tevreden bent met de beslissing die de instelling genomen heeft na deze beroepsprocedure, kan je hiertegen beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Alle informatie over deze Raad vind je op www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/raad.
Leerkrediet Elke student krijgt bij de inschrijving in het hoger onderwijs een leerkrediet. Dat is een virtuele rugzak met 140 studiepunten. Voor je inschrijving haal je de studiepunten die je opneemt uit je rugzak. Als je slaagt, krijg je de opgenomen studiepunten terug. De eerste 60 studiepunten waarvoor je slaagt (als je ingeschreven bent met een diplomacontract), krijg je zelfs dubbel terug. Als je niet slaagt of gedelibereerd wordt, verlies je de opgenomen studiepunten.
Deze datum vind je in het onderwijs- en examenreglement van je instelling. Als je je voor deze datum uitschrijft, krijg je de ingezette studiepunten terug bij je leerkrediet. Als je je na deze datum uitschrijft, ben je het opgenomen leerkrediet kwijt.
De bedoeling van het leerkrediet is je te stimuleren een bewuste studiekeuze te maken en om de hogeschool of universiteit aan te sporen je studievoortgang te bewaken. Als je leerkrediet op of onder nul komt, dan kan je je enkel nog inschrijven met de toestemming van de instelling (hogeschool of universiteit) en kan de instelling het studiegeld verdubbelen.
Ben je echter een generatiestudent (dit is een student die zich de eerste keer in het hoger onderwijs inschrijft voor een bacheloropleiding), dan zijn de spelregels een beetje anders. Als je dan voor 1 december van opleiding verandert (of ‘heroriënteert’), krijg je het volledige leerkrediet terug. Doe je dit tussen 1 december en 15 maart, dan nog krijg je de helft terug. Voor opleidingsonderdelen waarvoor de examenperiode gestart is kan je het leerkrediet niet meer terugkrijgen door van opleiding te veranderen (of te heroriënteren). Daarvoor kan je het leerkrediet enkel terugverdienen door te slagen voor de examens.
Als je na je inschrijving ontdekt dat je toch een verkeerde studiekeuze gemaakt hebt en dus van opleiding wenst te veranderen, dan kan dit gevolgen hebben voor jouw leerkrediet. Elke instelling bepaalt zelf de datum tot waarop je je kan uitschrijven uit een opleiding met teruggave van het leerkrediet.
Als je ingeschreven bent met een creditcontract kan je bij uitschrijving nooit het ingezette leerkrediet terugkrijgen.
15
Op het ogenblik dat je een masterdiploma behaalt, worden er 140 studiepunten terug afgetrokken van jouw leerkrediet. Als je daarna nog een bachelor- of masterdiploma wilt behalen, zal je meer studiegeld moeten betalen, tenzij je nog een positief leerkrediet over hebt. Als je een professionele of academische bachelor behaalt, wordt er niets afgetrokken van je leerkrediet. Op deze manier wil de overheid toch aan iedereen de kans geven om een masterdiploma te behalen. Als je na het behalen van een masterdiploma of bij het verlaten van het hoger onderwijs geen 60 studiepunten meer over hebt van jouw leerkrediet, kan je eenmalig terug leerkrediet opbouwen. Jaarlijks krijg je 10 studiepunten toegekend tot een maximum van 60 studiepunten. Zodra dit leerkrediet opgebruikt is, zal je wel zelf je bijkomende opleiding(en) in het hoger onderwijs moeten bekostigen. EĂŠnmaal je onder deze opbouw valt, kan je geen aanspraak meer maken op de bonus voor de eerste 60 geslaagde studiepunten.
16
Alle informatie over het leerkrediet vind je op www.studentenportaal.be. Via deze website kan je ook de stand van je eigen leerkrediet opvolgen. Zolang je voldoende leerkrediet hebt, kan een instelling in principe niet weigeren om je in te schrijven. Een instelling kan je wel weigeren, ook al heb je voldoende leerkrediet, als je in het kader van studievoortgangsbewaking bindende voorwaarden opgelegd hebt gekregen voor je inschrijving en je hieraan niet voldeed.
Studiekosten Studiegeld Bij je inschrijving betaal je studiegeld. De maximale hoogte van dit studiegeld is decretaal vastgelegd en wordt jaarlijks geĂŻndexeerd. Jaarlijks bepalen de hogescholen en universiteiten, op basis van het vastgelegde maximum, het studiegeld voor hun opleidingen. Voor het academiejaar 2012-2013 konden de hogescholen en universiteiten bv. voor een voltijdse opleiding (tussen 54 en 66 studiepunten) maximaal 596,30 euro studiegeld vragen. Dit bedrag is het maximale bedrag dat studenten die geen studietoelage ontvangen, betalen. Als je een studietoelage ontvangt, betaal je uiteraard minder studiegeld. Ook bijna-beursstudenten betalen een verminderd studiegeld (maximaal 2/3 van het gewone studiegeld).
Studietoelagen De Vlaamse overheid springt bij voor studenten die de kosten verbonden aan de studie niet kunnen dragen. Als je aan bepaalde financiĂŤle en pedagogische voor-
waarden voldoet, kan je in aanmerking komen voor een studietoelage. Je vindt alle informatie in verband met studietoelagen op www.studietoelagen.be.
Studentenvoorzieningen / sociale voorzieningen In het hoger onderwijs zijn de studietoelagen van de Vlaamse overheid lang niet de enige financiĂŤle tegemoetkoming. Aan elke hogeschool of universiteit zijn er studentenvoorzieningen of sociale voorzieningen die studiefinancieringen en studieleningen aanbieden, of overbruggingsleningen als je door omstandigheden tijdelijk meer kosten hebt. Ze betalen waar nodig ook renteloze voorschotten uit op de studietoelagen van de Vlaamse Overheid. Contactgegevens en meer informatie over studentenvoorzieningen of sociale voorzieningen vind je via www.centenvoorstudenten.be. 17
Studeren met een functiebeperking Het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO) streeft naar het realiseren van gelijke kansen voor en volwaardige participatie van studenten met een functiebeperking in het hoger onderwijs. SIHO helpt ook studenten met een behoefte aan extra ondersteuning (bv. in geval van dyslexie). SIHO onder-
steunt daarnaast alle Vlaamse hogescholen en universiteiten door studiedagen, workshops en brochures. Het SIHO ontwikkelde de gids ‘Verder studeren, het kan! Ook met extra ondersteuning’. Deze gids ondersteunt toekomstige studenten bij hun zoektocht naar een studierichting en onderwijsinstelling die aansluit bij hun talenten en verwachtingen. Hogescholen en universiteiten bieden heel wat redelijke aanpassingen die er voor zorgen dat studeren voor iedereen mogelijk wordt. De gids is terug te vinden op www.siho.be.
18
Studeren in het buitenland Als je wilt studeren in het buitenland, zijn er 2 mogelijkheden.
Inschrijven aan een buitenlandse instelling
Studeren via een mobiliteitsprogramma
De tweede manier is je inschrijven aan een buitenlandse hogeronderwijsinstelling. Dit is meestal een dure en ingewikkelde mogelijkheid (taalexamen, inschrijvingsgeld, huisvesting,…).
De eenvoudigste en meest voordelige manier is je inschrijven aan een Vlaamse hogeschool of universiteit en dan tijdelijk studeren in het buitenland via een mobiliteitsprogramma (bv. via Erasmus). Tijdens deze studies in het buitenland blijf je ingeschreven aan een Vlaamse hogeschool of universiteit. Je blijft dan ook in orde voor de sociale zekerheid. Meer informatie vind je op: www.epos-vlaanderen.be of via het ‘international office’ in je eigen instelling. Indien je je diploma behaalt, verwerf je een volledig Vlaams diploma van een Vlaamse hogeschool of universiteit.
Als je ingeschreven bent in een onderwijsinstelling in de Franse of Duitstalige Gemeenschap of in een ander land van de Europese Hogeronderwijsruimte (EHEA), kan je een studietoelage krijgen, maar er zijn wel bepaalde voorwaarden. Die voorwaarden zijn opgesomd op deze website: www.studietoelagen.be. Als je ingeschreven bent in een onderwijsinstelling buiten de Europese Hogeronderwijsruimte (EHEA), moet je aan dezelfde voorwaarden voldoen én mag de opleiding niet bestaan in Vlaanderen. Die opleiding moet ook bijdragen aan de verdere uitbouw van de wetenschappelijke discipline. Als je nadien met je buitenlands diploma aan de slag wil gaan in Vlaanderen, kan het zijn dat je dit gelijkwaardig moet laten verklaren. Hiervoor kan je 19
terecht bij NARIC-Vlaanderen (www.naric.be). Als je een opleiding gevolgd hebt in een van de landen van de Europese Economische Ruimte die leidt tot een gereglementeerd beroep (bv. apotheker, arts, architect, verpleger, leraar, ‌) dan kan je beroep doen op de Europese richtlijn 2005/36 voor de professionele erkenning en dien je niet langs NARIC-Vlaanderen te passeren. Je vraagt je professionele erkenning aan bij de bevoegde Federale Overheidsdienst, tenzij het gaat om het beroep van leraar. Dan kun je wel bij NARICVlaanderen terecht.
Belangrijk! Voor je start met je buitenlandse studies kan je ook al contact opnemen met het NARIC-centrum van het land waar je wil studeren, om meer informatie te krijgen over het hoger onderwijs in dat land. Je vindt de contactgegevens via www.enic-naric.net. Je doet er ook goed aan op voorhand informatie in te winnen over eventuele studiefinanciering.
20
Europese doelstelling omtrent mobiliteit De Vlaamse Overheid wil studenten de mogelijkheid bieden om zowel voor studie, als voor stage of scriptie, mobiel te zijn. Ze zal de volgende jaren veel aandacht besteden aan het behalen van de Europese doelstelling omtrent mobiliteit. Deze zegt dat tegen 2020 tenminste 20% van alle afgestudeerden een internationale leerervaring moet hebben. De Vlaamse Overheid wil hiervoor op termijn de nodige beurzen voorzien, met extra aandacht voor studenten uit kansengroepen. Informatie over studeren in het buitenland vind je ook via www.euroguidance.be, www.flamenco-vzw.be of www.qrossroads.eu
Veel gebruikte woorden Academiejaar Een periode van een jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Elke hogeschool of universiteit bepaalt zelf wanneer het academiejaar start. Academisch gerichte bacheloropleiding Bacheloropleidingen, georganiseerd door universiteiten, Schools of Arts of de Hogere Zeevaartschool, die de nadruk leggen op een brede academische vorming of een vorming in de kunsten. Ze zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en hebben als hoofddoelstelling het doorstromen naar een masteropleiding. Accreditatie De bevestiging dat een opleiding voldoet aan vooraf vastgestelde minimale kwaliteits- en niveauvereisten. Voor de Vlaamse opleidingen is de NVAO (www.nvao.net) de organisatie die opleidingen accrediteert.
Afstandsonderwijs Het onderwijs dat bijna uitsluitend met behulp van multimedia wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is. Afstudeerrichting Een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste dertig studiepunten. Associatie Een samenwerkingsverband tussen één universiteit en ten minste één hogeschool. Bacheloropleiding Een opleiding in het academisch onderwijs of in het hoger professioneel onderwijs, die aansluit bij het secundair onderwijs, en waarvan de studieomvang ten minste 180 studiepunten bedraagt. 21
Bachelor-na-bacheloropleiding Een bacheloropleiding die enkel rechtstreeks openstaat voor personen die reeds in het bezit zijn van een diploma van een andere (professioneel gerichte) bacheloropleiding. Bekwaamheidsonderzoek Het onderzoek naar de aanwezigheid van EVC’s (eerder verworven competenties) en/of EVK’s (eerder verworven kwalificaties) (zie verder bij EVC/EVK) Bewijs van bekwaamheid Het bewijs dat een student op grond van EVC’s of EVK’s de competenties heeft verworven eigen aan: ◊ het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of ◊ het masterniveau, of ◊ een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen.
22
Creditbewijs Dit bewijs vormt de erkenning van het feit dat een student de competenties verbonden aan een opleidingsonderdeel heeft verworven. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden aangeduid als “credits”. Creditcontract Dit is een contract dat je als student kan aangaan met een hogeronderwijsinstelling. Hiermee schrijf je je als student in met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor één of meer opleidingsonderdelen. Diplomacontract Dit is een contract dat je als student kan aangaan met een hogeronderwijsinstelling. Hiermee schrijf je je als student in met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding of voor een volledig schakel- of voorbereidingsprogramma of voor een postgraduaatsopleiding.
Europese Economische Ruimte Dit zijn de landen van de Europese Unie, aangevuld met Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland. Europese Hoger Onderwijsruimte De opsomming van de landen in de Europese Hoger Onderwijsruimte vind je op deze website: http://www.ehea.info/members.aspx. EVC Een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, verworven door middel van leerprocessen, die niet met een studiebewijs werd bekrachtigd. EVC gaat over wat je door praktijkervaring hebt geleerd. De competenties die je door praktijkervaring hebt verworven, kunnen overeenkomen met de competenties die aangeleerd worden in (bepaalde opleidingsonderdelen van) je bachelorof masteropleiding.
EVK Een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met succes gevolgd werd. EVK gaat over wat je eerder hebt gestudeerd. “Kwalificaties” door vroegere studies kunnen zijn: diploma’s, creditbewijzen, getuigschriften, binnen- of buitenlandse studiebewijzen en attesten van opleidingen waarvoor je een examen hebt afgelegd. Examen Elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Examencontract Dit is een contract dat je als student kan aangaan met een hogeronderwijsinstelling. Hiermee schrijf je je als student (onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden) in voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van een graad of een diploma van een opleiding, of een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
23
Generatiestudent Een student die zich, in een bepaald academiejaar, voor het eerst inschrijft met een diplomacontract voor een professioneel of academisch gerichte bachelor in het Vlaamse hoger onderwijs. Graad Aanduiding van bachelor of master verleend op het einde van een opleiding. Kwalificatie Een getuigschrift of diploma uitgereikt na het met goed gevolg voltooien van een formeel opleidingsof scholingstraject. Kwalificatie van een graad Toevoeging die verwijst naar de voltooide opleiding. Bijvoorbeeld “Bachelor in de rechten”, waarbij “bachelor” de graad is en “in de rechten” de kwalificatie.
Masteropleiding Een opleiding die aansluit bij een bacheloropleiding en waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt. Masteropleidingen leggen de nadruk op gevorderde wetenschappelijke of artistieke kennis en competenties die nodig zijn voor de zelfstandige beoefening van wetenschap of kunst, of voor de uitoefening van een beroep. Masteropleidingen worden afgesloten met een masterproef. Masterproef Werkstuk waarmee een masteropleiding wordt voltooid. Daardoor geef je blijk van een analytisch en synthetisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau of van het vermogen tot kunstzinnige schepping. Het werkstuk weerspiegelt je algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of je onderzoeksingesteldheid. Master-na-masteropleiding Een masteropleiding die enkel rechtstreeks openstaat voor personen die reeds in het bezit zijn van een diploma van een masteropleiding.
24
Opleiding De structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma. Opleidingsonderdeel Een afgebakend geheel van onderwijs-, leeren evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Elke opleiding is onderverdeeld in verschillende opleidingsonderdelen. Professioneel gerichte bacheloropleiding Bacheloropleidingen, georganiseerd door hogescholen en de ermee verbonden Schools of Arts, die tot doel hebben de studenten te brengen tot een niveau van algemene en specifieke kennis en competenties nodig voor de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen.
Schakelprogramma Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het hoger professioneel onderwijs uitgereikt bachelordiploma. Een schakelprogramma omvat ten minste 45 en ten hoogste 90 studiepunten. Studiegebied Een categorie waarin opleidingen zijn samengebracht. Studiegeld Het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens. Studieomvang Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding. De studieomvang van een bacheloropleiding bedraagt minimaal 180 studiepunten, die van een masteropleiding minstens 60.
25
Studiepunt Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. Volgtijdelijkheid De regels, vastgelegd door de instelling, die bepalen in welke volgorde je examen kan afleggen over verschillende opleidingsonderdelen of in welke volgorde je kan inschrijven voor opleidingen. Zo zal je bijvoorbeeld maar kunnen inschrijven voor en examen afleggen van het opleidingsonderdeel “Engels voor gevorderden” als je eerst geslaagd bent voor het opleidingsonderdeel “Engels voor beginners”.
26
VKS (Vlaamse kwalificatiestructuur) Meer informatie over de Vlaamse kwalificatiestructuur is terug te vinden op www.ond.vlaanderen.be/kwalificatiestructuur. Voorbereidingsprogramma Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die geen diploma heeft dat hem/haar rechtstreeks toelaat tot opleiding waarvoor hij zich wenst in te schrijven. Vrijstelling Een vrijstelling voor een opleidingsonderdeel betekent dat je voor dat opleidingsonderdeel geen examen meer moet afleggen.
Verder lezen ‌ www.hogeronderwijsregister.be www.onderwijskiezer.be www.studentenportaal.be www.epos-vlaanderen.be www.flamenco-vzw.be www.euroguidance.be www.qrossroads.eu www.naric.be www.enic-naric.net www.studietoelagen.be www.centenvoorstudenten.be www.siho.be www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/raad
27
Nog vragen? Heb je na het lezen van deze brochure nog vragen, dan kan je deze mailen aan hogeronderwijs@vlaanderen.be
28
Colofon
Coördinatie Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Afdeling Hoger Onderwijs i.s.m. Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Verantwoordelijke uitgever Luc Jansegers, Administrateur-generaal Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Depotnummer D/2012/3241/245 Foto’s Pascal Vinycke, www.seniorennet.be op pagina’s: cover, 1, 3, 18 en 21. Flickr op pagina: 19. www.morguefile.com op pagina’s: cover, 5, 15 en 17. Layout Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Communicatie, Patricia Vandichel
29