BROT Magazine

Page 1

januari 2012 - jaargang nummer 1 - 2 euro

WE MAKE GRAPHICS EVI DE COSTER

ROSANNE GROENEWEG

KOENRAAD IMPENS STICKERNOSTALGIE

SABIEN CLEMENT

COLOR OF THE YEAR


] [ intro

IN HET DIEPE

Een magazine maken, dit was een van de opdrachten in het eerste semester van mijn tweede bachelor grafische vormgeving. Een uitdaging! Van het begin tot einde beslis je alles zelf: formaat, lettertype, inhoud,... De keuze van de artikels en zo ook de ontwerpers (onderwerpen) lag in mijn eigen handen. Het magazine is persoonlijk vormgegeven, met voor jullie een positief gevolg. De ontwerpers die ik koos liggen over het algemeen in mijn stijl van vormgeving, ze geven me inspiratie. Ik hoop aan jullie deze te kunnen doorgeven. EĂŠn interview is door mezelf afgenomen, de andere heb ik gekozen uit mijn interessewereld. Het varieert wat tussen grafische vormgeving en illustratie omdat ik graag deze twee later zou combineren. Het grafische nieuws (stickers) en de experimentele pagina zijn door mezelf geschreven. Op een bijzondere manier geef ik een kleine deeltje mee van mijn eigen leef en - denkwereld.

Met ups en downs is dit magazine tot stand gekomen: zoeken en schuiven was de boodschap. Ik hoop dat het jullie kan boeien en het eindresultaat inspireert. Vergeet niet; als ontwerper/illustrator, bewandel je steeds nieuwe paden en liggen er altijd nog nieuwe dingen verborgen... Veel leesplezier! Helina Heremans

[2]


inhoud [4]

[ 20 ]

[ 27 ]

[ 10 ]

[4] EVI DE COSTER [8] COLOR OF THE YEAR [10] SABIEN CLEMENT [20] STICKERNOSTALGIE

[ 32 ]

[23] EXPERIMENT [27 ] ROSANNE GROENEWEG

[ 40 ]

[32] WE MAKE GRAPHICS [39] GENTSTE AVONDLUCHT [40] KOENRAAD IMPENS

[3]


INTERVIEW EVI DE COSTER

Achter Zwar Evi De Coster

Weekend Knack, één van de meest hoogstaande bladen van Vlaanderen, die er week op week telkens opnieuw in slaagt om een magazine van hoge kwaliteit af te leveren. Hier wou ik al lang eens een kijkje achter de schermen nemen. Op naar de redactie dus, in Brussel. Daar heb ik een afspraak met art director Evi de Coster.

U heeft gestudeerd op Sint–Lucas in Brussel, was dit een leerrijke ervaring? Ja, mijn opleiding was een professionele bachelor, dat was toen een 4-jarige opleiding, de eerste 2 jaar bestond uit reclame en grafische vormgeving en daarna ben ik overgestapt naar grafische aangezien ik heel hard geïnteresseerd was in lettertypes. Toen kwamen ook pas de computers, daarvoor was het enkel knip en plakwerk. We leerden werken met kwarkexpress en niet met indesign zoals tegenwoordig . Hier op de redactie werken wij nog steeds met kwarkexpress trouwens. En op die twee jaar heb ik eigenlijk heel veel bijgeleerd, en dat waren dan ook opdrachten zoals magazines maken, wat ook mijn eindwerk was. Het is dan ook zo dat op de eindejaar tentoonstelling Greta Boon (die toen werkte op de lay-out van Weekend) mijn magazine had zien liggen. [4]

Zij vond dat wel leuk en daardoor ben ik hier terecht gekomen. Eigenlijk ben ik dus wel na school meteen hier terecht gekomen. En ondertussen werk ik hier al van het jaar 2000, wat al 11 jaar is.

U doet uw job graag, maar heeft u ook nog andere ambities? Ik ben hier eigenlijk freelance director, oorspronkelijk ben ik hier wel toegekomen met een stage-contract, wat dan overgegaan is in een vast-contract als vormgever maar dan moet je hier echt wel 5 dagen zitten en dat zag ik niet zo meteen zitten want ik wou ook nog andere dingen doen. Dus ben ik freelance gaan werken, wat wil zeggen 3 dagen op de redactie en 2 dagen om zelfstandig te werken. Vroeger deed ik dat nog vaak, dat is nu hard verminderd, maar later zou ik dat wel terug willen oppakken want

ik heb nu 2 kleine kindjes. Oorspronkelijk was het niet mijn ambitie om art director te worden, daar ben ik eigenlijk ingerold. Toen de vorige art director vertrok, was er een plek over en ik viel gewoon in, en uiteindelijk ben ik dat blijven doen.

U was eerst vormgever, nu art director, wat is het verschil? Wel, de art director moet echt alles be-


rt

Want het is

niet omdat iets blinkt dat het ‘chiquer’ is.

slissen: hoeveel pagina’s een artikel krijgt, welke fotograaf er mee gaat, wie de illustraties doet, een team briefen, nakijken of alles goed is, doorsturen naar de drukkerij, vergaderen met de journalisten. Als gewone vormgever kan je natuurlijk ook altijd je ideeën bijbrengen, maar zij hebben niet zoveel verantwoordelijkheid, dat is het grootste verschil. Ik, als art director, zit eigenlijk niet meer zoveel achter de computer,

behalve dan voor de cover, die doe ik wel, en wanneer het heel druk is, dan spring ik ook bij. Dat is geen enkel probleem, ik vind het zelfs leuk, want soms mis ik het vormgeven wel. De restyling van de Black, dat doe ik dan wel weer allemaal. Eerst een dummy maken en dan volgt de rest.

De black-editie is een topper van formaat, is dit het resultaat van teamwork? En heeft ieder lid van jullie team een eigen stijl of sluiten ze bij elkaar aan? Absoluut, we hebben echt een goed team vormgevers. Iedereen heeft leuke ideeën en ieder kan zijn eigen ding doen; we passen perfect samen. Het is echter niet zo, dat wij extra aandacht geven aan de black-editie. We werken zoals bij ieder ander nummer, [5]


INTERVIEW EVI DE COSTER

alleen de basisprincipes zijn anders dan bij een gewone Weekend-editie . Alles moet gewoon kloppen en daarvoor zitten we dan wel veel samen. Bij de gewone weekend moet alles veel sneller gaan. Op vlak van stijl denk ik dat we allemaal wel een beetje op dezelfde lijn zitten, redelijk strak, maar toch ook nog dat tikkeltje extra. Misschien dat ik onbewust die mensen eruit pik, want er is hier de laatste jaren wel een af- en aanloop geweest van mensen. De stijl van Weekend leunt waarschijnlijk wel dichter aan bij mijn stijl. Als ik terug kijk naar de Weekend van 4 à 5 jaar geleden, toen er iemand anders art director was, dan zie je wel dat het veranderd is, en ik zie dan wel duidelijk de dingen die ik anders doe.

Heeft u een voorkeur om te werken met foto’s of illustraties? En specifiek voor de cover? Niet bepaald, het hangt er van af waar het

[6]

artikel over gaat. Is het een interview, dan huren wij een fotograaf in voor portret bijvoorbeeld. Gaat het eerder over psychologie, of een human intrest stuk, dan nemen wij meestal een illustrator, want dan kan dat iets extra geven. Maar ik vind dat er een evenwicht is tussen het gebruik van beide. Bij de cover zijn het wel meestal foto’s. Alleen bij de zomernummers proberen we elk jaar iets extra te doen, en de laatste jaren zijn dat al illustraties geweest. We hebben dat al eens gedaan met foto’s maar die covers vormden niet zo duidelijk een geheel. We werken ook altijd met verschillende illustratoren, maar hebben hier op de redactie wel een vaste illustratrice, Sarah Vanbelle, “een hele goeie”, zij maakt de illustratie in de rubriek ‘Radar’ en ‘stijlgids’. Zij heeft heel veel contacten en beslist ook vaak mee over met wie we gaan samenwerken. We hebben niet echt een voorkeur of één vast iemand. We geven echt veel men-

sen de kans, nieuwe mensen, jonge mensen, iedereen mag zijn portfolio opsturen, ik zal altijd antwoorden.

Zijn er vormgevers naar wie u opkeek tijdens uw studie? Of momenteel? Goh, niet echt een bepaald persoon. Nu zijn dat vooral magazines, buitenlandse, zoals bijvoorbeeld ‘Monocle’ vinden we heel goed. Wat betekent een papierkeuze voor u? Dat is heel belangrijk voor een magazine. Want het bepaalt grotendeels de stijl. Wij verkiezen het matte papier boven dat blinkende. Want het is niet omdat iets blinkt dat het ‘chiquer’ is. Soms kan de papierkeuze een magazine maken of kraken. Heeft u altijd inspiratie? Nee, niet altijd, soms komt dat vanzelf op een goede dag, maar dat is bij iedereen wel zo denk ik. En op een mindere dag dan wij


Ja, soms kijk

hele dag in boekjes.

ik wel een

hebben hier veel magazines liggen en er is een hele documentatie dienst, dan kan je daar gaan kijken. Niet om iets na te maken, maar wel kijken naar de principes van de lay-out, of soms puur inhoudelijk. Ja, soms kijk ik wel een hele dag in boekjes. Of wat we ook doen, is even gaan samen zitten, dat vinden we heel belangrijk, want dan kunnen we verder gaan op elkaars ideeën

Vandaag de dag zijn er heel veel grafisch ontwerpers? Een hype? Ja, er zijn er inderdaad heel veel, en spijtig genoeg ook veel slechte. Dat is jammer en bovendien worden zij tot mijn verbazing heel veel gevraagd. Natuurlijk zijn er ook nog heel veel goede ontwerpers.

Heeft u een lievelingskleur? Niet echt, maar misschien wel zwart. Dat vind ik altijd wel heel stijlvol. Maar echt een favoriet, nee. Wij gebruiken wel eerder zachte kleuren, geen felle. Rood vond ik vroeger mooi, maar dat gebruiken we nu niet veel meer. Advies? Veel lezen, boekjes kijken, tentoonstellingen bezoeken, en zeker je eigen ding doen, kritiek kunnen aanvaarden is heel belangrijk. Tips voor typografie? Dit vind ik echt heel belangrijk! Een boekje staat of valt met de typografie. Is deze slecht, onleesbaar of klein, dan krijgen we

hier onmiddellijk opmerkingen over. Een persoonlijke voorkeur van lettertype heb ik niet echt, vroeger gebruikte ik veel de ‘bauer Bodoni’ maar nu niet meer. Als ik het nu opnieuw gebruik geeft dit het gevoel alsof het een aantal jaren geleden is gemaakt. Ik zie graag een combinatie van schreef en schreefloos en hier wordt dan ook sterk op gelet bij een restyling. Naast het lettertype is de volgorde van een magazine ook heel belangrijk, daarvoor gaan we ook dikwijls samen zitten met de hoofdredactrice en de eindredactie. Interview door Bie Verstraete

[7]


GRAFISCH NIEUWS

colorTANGERINE of the year! TANGO Het kleur van het jaar 2012 is aangekondigd door Pantone. Ze wouden naast al het grijze een opfleuring van de wereld. Ze kozen voor een kleur dat een energie boost geeft, en moed schept. Een kleur dat overgaat tot actie. Dit deden ze expres, ze wouden geen rustgevend, ontspannend kleur, ze wouden terug actie geven voor de heropleving van de economie. Tangerine Tango is zowel dramatisch als verleidelijk. Het kleur van 2011, kamperfoelie ‘Honeysuckle’, was ook een energiegevend kleur maar Tangerine Tango gaat verder, dit kleur heeft veel meer diepte. Het is een mengeling van de adrenaline rush van rood in combinatie met de vriendelijke warmte van geel, het doet denken aan de stralende nuances van een zonsondergang. Pantone kiest ieder jaar een kleur. Deze keuze is heel doordacht en gebaseerd op allerlei invloeden van over de hele wereld op kleur. Dit is ondermeer de entertainment-industrie, reisbestemmingen, kunst en andere sociaal-economische omstandigheden. Maar daarnaast ook de invloed van nieuwe technologieën en de beschikbaarheid van nieuwe texturen en effecten van kleur.

geschreven door bie verstraete

[8]



INTERVIEW SABIEN CLEMENT

SABIEN CLEMENT

mama, ik wil illustrator worden.

Donderdag 20 oktober, ik heb de hele namiddag het nodige opzoekwerk gedaan om mijn interview met Sabien Clement, een illustratrice wonend in het Gentse, voor te bereiden. Ik krijg een mailtje van Sabien of we dinsdagvoormiddag kunnen afspreken. ’s Avonds loop ik Sabien geheel toevallig tegen het lijf. Zij moet zich afgevraagd hebben waarom ik, een voor haar totaal vreemde, op haar af stapte. Maar nadat ik me een hele dag verdiept had in haar werk en leven, kon ik niet anders dan haar even aan te spreken. Ik hoopte ooit de openingszin “Hallo, ik interview u dinsdag” te kunnen zeggen, dit moment leek me uitermate geschikt. Ik wist toen al dat deze sympathieke illustratrice me aan een fijn en interessant interview zou kunnen helpen – de verwachtingen werden ingelost. De te interviewen persoon, bijgestaan door haar kat; een vragenlijst, hiervan afwijken bleek onvermijdelijk; een vriendin als rechterhand, voor het geval ik met mijn mond vol tanden kwam te staan wat gelukkig niet gebeurde; en koffie: de ingrediënten voor een gezellig interview.

[ 10 ]


Ik las dat je illustratie en grafische vormgeving studeerde in Antwerpen. Wist je vooraf dat je voor illustratie zou kiezen, of was grafische toch nog een optie? Ik ben sowieso aan mijn studie begonnen met het idee om illustratie te doen. Ik wou echt wel illustreren, en dat weet ik al sinds mijn twaalf jaar. We kregen in de klas de opdracht een boek te maken, iedereen werd verdeeld in groepjes, en ik had daar echt geen zin in. Maar toen zei de leerkracht dat er ook nood was aan een illustrator. Ik wist toen niet echt wat dat was, de leerkracht zei me dat een illustrator de tekeningen in een boek verzorgde. De leerkracht zei: “dat ligt voor de hand, dat is Sabien”. Het was zalig,

dat ik dat mocht doen, want ik deed toen al niks liever dan tekenen. Die dag ging ik naar huis en ik zei tegen mijn moeder: ik wil illustrator worden. En toen ben ik altijd blijven tekenen, en ik ging naar de weekendacademie. Na lang zagen mocht ik in het vijfde en zesde middeljaar uiteindelijk kunstschool volgen. Voor mijn hogere studies heb ik in Antwerpen gekeken welke richtingen ze aanboden, omdat mijn zus daar al studeerde. En daar had je inderdaad illustratie en grafisch ontwerp. Ik zag daar echt illustraties aan de muur hangen en ik dan wist ik dat ik die richting wou volgen. Dan heb ik ook nog gekeken naar Gent, maar op dat moment sprak Gent me niet zo aan. Alles

was nog veel meer toegespitst op vormgeving. Op dat moment leek Antwerpen de beste illustratierichting aan te bieden, terwijl deze richting nu in Gent ook zeer mooi uitgebouwd is met goeie docenten die zelf al een carrière hebben. Toen was dat nog niet zo. Ik denk dat Gerda Dendooven toen wel al les gaf in Gent maar dat is toen niet tot me doorgedrongen. Achteraf ben ik daar wel blij om want ik denk dat indien ik daar les zou gevolgd hebben, mijn manier van tekenen erg beïnvloed zou zijn door haar. Wij hadden helemaal geen goede illustratiedocenten. Wij hadden Koen Fosset het eerste jaar, die was toen wel wat met illustratie bezig. Nu is hij met mantra’s en zo [ 11 ]


INTERVIEW SABIEN CLEMENT

bezig, heel bizar, echt raar. Dus wij hebben in die vier jaar nooit echt een illustrator als leerkracht gehad. We hebben erg veel begeleiding gehad van grafische, maar in verband met illustratie bleven we in het ongewisse en deden we ons eigen ding. Maar ik wou toch nog steeds illustratie doen. Je moest alles zelf doen terwijl je nu veel meer begeleiding krijgt. De mensen waar men iets in ziet worden direct doorgeloodst naar de uitgeverijen. Op zich is het erg goed dat het niet zo moeilijk meer is om die weg te vinden, maar aan de andere kant vind ik dat alles nu te snel gaat. Het is niet echt een harde wereld, de modewereld bijvoorbeeld is veel harder. Illustratie is een lief wereldje, maar je moet wel knokken om er te staan. Niet iedereen zit te wachten op weer een nieuwe illustrator.

Je moet jezelf toch bewijzen? Niet bepaald bewijzen, maar je moet tonen dat je je eigen ding doet en dat je niet een tweede, derde kopie bent van iemand anders. Stel dat het toch niet zou lukken om de kost te verdienen met illustreren, zou je dan nog iets in de creatieve sector doen, zoals dan bijvoorbeeld iets grafisch? Ik ben natuurlijk niet direct fulltime illustrator geweest. Ik heb nog in de horeca gewerkt, ik vond dat toen heel leuk. Ik heb mijn D-cursus gedaan, dus op zich zou ik les geven moest ik niet meer kunnen illustreren Ik zou het wel in de creatieve sector willen zoeken, maar veel jobs zijn er nu eenmaal niet voor handen. Ik heb ook nog computerwerk geprobeerd maar dat was echt niet mijn ding, na twee weken was ik ontslaan. Ik dacht het misschien snel bij te leren, maar dat ging echt niet. Terwijl ik al deeltijds aan het illustreren was, zat ik bij enkele toffe organisaties die met allerlei [ 12 ]

dingen bezig waren. Dus als het in illustratie niet gelukt zou zijn zou ik in al die richtingen wel iets gezocht hebben. Mijn zus heeft een koffiebar, daar heb ik veel geholpen. Moest ik minder tekenopdrachten hebben zou ik daar veel meer werken.

komt dat er uit omdat je ook die adrenaline voelt. Je tekent dan vaak kleine tekeningetjes die je ooit al eerder tekende of waar je niet zo hard moet bij nadenken. Maar als je een nieuw boek begint en je moet van nul beginnen, dan is die basis van erg handig.

De laatste boeken die je illustreerde waren meer voor volwassenen, gaat je voorkeur er naar uit om voor volwassenen of voor kinderen te illustreren? Ik vind beide erg leuk , maar nu voel ik wel dat ik nog eens iets grappig of iets zot wil illustreren, dus iets voor kinderen. Toch vind ik ook poëzie en tekst voor volwassenen erg leuk. Ik vind dat tof omdat je daar nog veel meer kan instoppen dan bij kinderen. Bij kinderen moet alles nog tamelijk duidelijk zijn. Bij volwassenen gaat het er hem vooral over mensen te raken met een beeld, zodat ze denken: “wauw, zo voel ik mij soms ook”. Het is meer gevoelsmatig, en die laag hebben kinderen niet altijd. Ze kennen wel gevoelens als droefheid, maar ze hebben bepaalde liefdesperikelen nog niet gehad. En die dingen vind ik wel tof om te verwoorden.

Naar kunst kijken is een vorm van inspiratie voor jou. Zitten er in het eindresultaat nog sporen van deze inspiratiebronnen, of zijn deze volledig opgelost in het geheel? Bij bijvoorbeeld mijn eerste boekje, Jij lievert, lag mijn boek van Miro open. Kan je dat zien? Dat denk ik niet. Ik denk niet dat daar iets van Miro inzit. Ik had toen veel meer onzekerheid, ik vroeg me constant af of wat ik aan het doen was wel goed was en of mensen er wel iets aan zouden hebben. En toen lag er een heel dik boek van Miro open. Daarom niet op de meest ingewikkelde tekeningen, maar gewoon om te zien hoe hij ook gewoon maar 2 kleuren en een vlak combineert, en dat werkt. En voor mij was dat erg inspiratievol. Gewoon, om mij te motiveren om het niet te ver te zoeken, je moet gewoon doen en je amuseren en dan kom je tot leuke beelden die werken. Maar bij Wigbert denk ik wel dat je Matisse als inspiratiebron ziet. Ik denk dat je dat kan zien aan de cover. Maar ik ging er niet constant Matisse bij nemen, dat was voor dat ene beeld. Het was iets dat ik mooi vond, maar in een totaal ander beeld gezet. Dus soms herken je mijn inspiratiebron nog, maar meestal niet.

In je tekeningen komen veel menselijke figuren voor. Baseer je je daarvoor nog steeds op modellen of mensen die je ziet, of komt dat vanzelf uit jou, hoe een menselijke figuur eruit ziet. Ik vind het erg belangrijk om de realiteit te beleven, om te schetsen en te tekenen naar de realiteit. Iedere zondagavond doe ik modeltekenen met een groep. Dat is fantastisch, modeltekenen is mijn ding, ik vind dat echt zalig. Als ik een tijdje geen modeltekenen meer gehad heb, dan voel ik dat die vlotheid van het tekenen verdwijnt. Je traint om erg snel te tekenen. Ik kan wel op de boekenbeurs bijvoorbeeld, een soort ‘show’ geven waar ik dat snelle tekenen toon. Dan

Je ging als Erasmusstudent naar Polen, hoe viel dat mee? Die school was helemaal niet zo goed. Ik zat ergens in the middle of nowhere, achteraf gezien. Ik zat niet in Warschau of Krakau. Krakau zou je kunnen vergelijken met Gent, die gezelligheid en het leven bruist daar ook, en er zijn ook veel meer kunstscholen en


Ermasusstudenten. En Warschau is meer te vergelijken met Brussel, ook qua grootte. Ze hadden mij gevraagd: wil je naar het buitenland? En ik wou dat graag doen, liefst zo ver mogelijk. Spanje of Italië leek me leuk, want Spaans en Italiaans zijn mooie talen, en ik wou ook een nieuwe taal leren. Ik heb trouwens geen echte Erasmus gedaan, maar een voortgezette opleiding. Dus je hebt je diploma, en doet dan nog een extra jaar via Erasmus. Ik wou niet weer streven om punten te halen, ik wou voor mezelf naar het buitenland gaan en niet achteraf examens moeten leren en alles inhalen. Dat zag ik niet zitten. Ik heb het dus na mijn studies gedaan. Toen zei men dat Spanje en Italië nog een extra jaar wachten was, maar ze hadden nog een nieuwe aanbieding. Men vroeg of ik Polen zag zitten, ergens waar nog niemand op Erasmus was geweest. Dan wisten ze of het daar goed was of niet. Ik kon ook kiezen voor Toulouse in Frankrijk, of Engeland. Achteraf gezien had ik beter gewoon Toulouse gekozen. Maar ik kon al Frans en Engels, en als ik die talen nog eens wou bijschaven, kon ik dat eender wanneer doen. Maar ik wou een nieuwe taal aanleren. Dus ik dacht: “Pools, ok, we doen dat”. Dat bleek een heel moeilijke taal, iets helemaal anders. Het was er ook erg koud. Ik woonde er op de tien-

de verdieping, helemaal alleen, er zat daar niemand anders. En ik had al die eenzaamheid in mij, ik was erg gesloten. Mij dan op het tiende verdiep steken waar er niemand anders zit, dat bevordert de eenzaamheid niet. Het was ook een lastig feit dat die Polen erg gesloten waren, heel moeilijk om te leren kennen. Die waren wel nieuwsgierig en dachten “wauw, een buitenlander!”, want ik was er de enige van buiten Polen. Ik kon daar geen Engels spreken want niemand verstond mij. Dat was wel al tien jaar geleden, nu zal dat waarschijnlijk al veel beter zijn.

Heb je verschillen opgemerkt tussen de Vlaamse en Poolse kunst en manier van illustreren? Ja, de school was niet goed. Men vond mij erg exotisch en ze durfden niet veel tegen mij zeggen. Ik wou veel modeltekenen doen en op groot formaat werken, dat was mijn ding. Maar, papier op groot formaat was niet eens voor handen in dat stadje. Ze hadden een maximum formaat van 70 op 100 denk ik. Hier heb je rollen papier dus je kan je op

elke mogelijke grootte werken. Dat was een gigantisch probleem. Ik ben beginnen tekenen en mijn manier van tekenen was toen met erg veel witruimte, in één lijn kon iets er staan. Uiteindelijk vond ik toch groot papier via een kunstenares. Zij heeft me wel erg veel geholpen. Dus ik schilder op dat groot formaat, en ik vraag iemand om commentaar te geven. En die zegt: “ik geef pas commentaar als het af is”. Maar die tekening was al af voor mij! Hij vond dat niet kunnen, want er was hier nog wit en daar en volgens hem moest echt alles volstaan. Het kwam er op neer dat iets pas af was als het volgeschilderd was. Het was ook gewoon een erg klassieke school, heel academisch. Men gebruikte heel veel olieverf, en dan deed men én roze, én groen door elkaar, en dan was dat klaar. Ik vond het echt verschrikkelijk. Op een bepaald moment heb ik er mij bij neergelegd, en dan deed ik wat men mij vroeg. Ik schilderde vlakken vol, maar dan op mijn manier. En achterafgezien heb ik daar wel uit geleerd. Je kan inderdaad wel doorwerken op een tekening, dat is ook boeiend. En de verschillen tussen Vlaamse en Poolse zijn er duidelijk. Ik vind het daar nog veel klassieker, braver, die [ 13 ]


INTERVIEW SABIEN CLEMENT

waren echt niet veel gewend. Ze hadden wel een paar erg goeie affichekunstenaars, hun affichekunst was er bekend.

Meer het grafisch werk? Ja. Ik wist dat Tom Schamp daar al geweest was, dus ik dacht wel dat het goed zou komen, maar hij heeft vast ergens anders gezeten. Ik heb er eigenlijk erg weinig dingen opgestoken. Ik ben enkele keren naar Warschau geweest en daar heb ik dan wel tentoonstellingen gezien. Erg veel heb ik er niet gedaan, want die Polen hebben allemaal geen centen. Voor hun was het al een heel gedoe om samen ergens naartoe te gaan. Het was toch een teleurstelling? Ja, het was toch erg doorbijten, een harde periode. Een half jaar heb ik mijzelf afgevraagd: “Wat doe ik hier?”. Mijn zus was toen een jaar naar India, dus ik kon haar ook niet veel bereiken. Er waren nog geen gsm’s. Nu zou je eens iemand van het thuisfront kunnen bellen, maar toen moest dat zelfs nog vanuit een telefoonkotje gebeuren.

[ 14 ]

Je hebt al meerdere keren samengewerkt met Pieter Gaudesaboos. Ik las dat er mensen waren die dachten dat die samenwerking niet goed zou aflopen, omdat je elkaar elkaars werk misschien zou tegenwerken. Oei, dat is helemaal niet waar. Onze samenwerking bij Linus verliep erg goed. Dat was een fantastische periode in mijn leven. Ik ging elke dag bij hem tekenen en ’s middags aten we daar samen. Het was ook een erg zonnige periode, dat was super. Ik heb nog nooit zoveel getekend. Als ik thuis alleen was, ging ik eerst nog dit en dat doen voor ik begon te tekenen, of ik begon op te ruimen. Pieter zei dat we gewoon de fun van tekenen gingen terugzoeken. Hij kende mij wel en hij vond het zo jammer dat ik soms zoveel worstel met al dat tekenen. Uiteindelijk komt het er wel maar je ziet er ook zoveel van af. En dan ben ik iedere keer bij hem gaan tekenen en dat ging luchtiger. Ik zat in zijn living te werken, en als ik naar huis ging ’s avonds nam ik ook geen tekeningen mee en kon ik ook even alles laten waaien. Nu is mijn bureau beneden, maar vroeger

tekende ik in mijn leefruimte. Als het dan even niet gaat, dan zit je nog steeds met die tekeningen onder je neus. Ik heb dat erg lang gedaan, tot een jaar geleden. Tijdens de samenwerking met Pieter wist ik dat de muze en de inspiratie moesten komen, maar ik besefte ook dat ik gewoon erg veel moest tekenen. Het was ook leuk omdat je een goeie moraal hebt. Dus bij Linus hebben we echt een toffe samenwerking gehad, tot het einde. Ik denk dat we in die hele periode, we hebben er zes maand aan gewerkt, slechts enkele keren een meningsverschil hadden over een beeld. Maar dat waren totaal geen wrijvingen, dat was niet persoonlijk, dat gaat over een beeld. Dan hebben we Eksternacht samen gemaakt, maar dat was wel anders. Dat was al zoveel jaar later, dat was hier al, want hij woont hier boven. Dat was moeilijker, dat was een andere tijd. Maar dat is op zich ook wel gelukt. Ik heb die tekeningen apart gemaakt, en hij deed ook zijn ding. Bij Linus was het elke keer een beeld dat samen ontstond, of ik maakte iets dat hij toen verwerkte. Nu was het anders


in die zin dat als hij bijvoorbeeld een kleur niet mooi vond en ik wel, dat ik vroeger onmiddellijk de kleur zou aangepast hebben. Terwijl ik nu iets koppiger geworden ben.

Maar het ging er hem meer over dat je erg verschillende stijlen hebt, en dat men dacht dat dat elkaar niet zou versterken. Ja, das is waar. De mensen vonden het verbazend dat wij iets samen zouden maken en dachten dat onze stijlen niet bij elkaar zouden passen. Maar dat ging wel. Ik las dat Gaudesaboos je losse krabbels en schetsen erg interessant vond. Vind je het zelf moeilijk om te weten wanneer iets af is? Of heb je soms de neiging om iets af te werken, meer dan nodig? Dat is zoeken, ja. Het is moeilijk, en ik heb ik soms ook twijfels. Dan doe je het, en dan is het vorige toch net beter. En ik denk heel vaak, je hebt geen ‘appeltje-z’ zoals op de computer. Dat is iets dat ik veel illustratoren hoor zeggen: “Appeltje-z! Appeltje-z!”, maar ja, dat gaat niet. Maar je leert wel dat wanneer je iets goed vindt, je er af moet blijven. Bij modeltekenen heb ik dat ook. Je bent de hele tijd aan het tekenen, je denkt dat de tekening af is maar er zijn nog vijf minuten van deze pose. Dan moet je je tekening opzij leggen en een nieuwe maken en op deze tekening verder werken. En dat heb ik met

illustreren ook. Maar ja, ik vind het moeilijk te weten wanneer ik moet stoppen, maar je leert er wel uit. Ik ga nu sneller iets laten zoals het is en opnieuw beginnen. Alle, wat je opnieuw maken kan noemen. Of als ik vind dat ik iets stom gedaan heb, dan knip ik dat ene ding er uit wat ik goed vind en kleef ik dit op iets anders. En daardoor kom je soms tot nog een beter compositie.

Jij hebt Pieter Gaudesaboos een beetje geleerd om gestileerder te werken, om minder te willen vol proppen. Heeft hij jou iets kunnen bijbrengen? Ja, natuurlijk, gewoon het plezier van tekenen en hij heeft mij ook een soort discipline bijgebracht. Want, hij woont boven en werkt hier beneden. Ik hoor hem naar beneden gaan, hij werkt van 8 uur kwart tot 5 of 6 uur, ik vind dat heel lang. Het is moeilijk om je zo lang te concentreren, voor mijn manier van tekenen vind ik dat onmogelijk. Ik heb dat geprobeerd maar dat gaat gewoon niet. Ik kan niet intens emoties op papier zetten van 8 uur ’s morgens tot 6 uur ’s avonds. Hij heeft mij veel geleerd, hij is dan ook een goeie maat. Hij leerde mij zelfzeker te zijn en bepaalde dingen te appreciëren, ja, ik vind dat wel tof. Ik kijk altijd op naar zijn werk en als hij jouw werk dan ook leuk vindt, terwijl het een totaal andere manier van tekenen is, is dat een fijn gevoel.

Illustratie is

lief

een wereldje, maar je moet wel knokken om er te staan. [ 15 ]


INTERVIEW SABIEN CLEMENT

Hoh ja, er is zoveel, wederzijds respect bijvoorbeeld. En bij Linus stelde hij mij voor op totaal nieuwe materialen te tekenen. Hij gaf mij dan een blikken doos of dit of dat. Dan dacht ik dat er wel niets op zo een ondergrond zou pakken, maar toen probeerde ik toch eens acrylverf. Dan deed ik dat en begon dat te roesten, en kwamen er roestvlekjes, en dan riep ik “Pieter, Pieter, er komen vlekjes op!” Dan scande hij dat vlug in. Hij leerde me dat ik gewoon moet doen en niet moet denken dat het niet gaat lukken. Ik zou een hele dag moeten nadenken wat hij me allemaal leerde. Veel, zoals een echt maat. Ah, wat hij me nog leerde! Ik moet me vaak haasten voor een deadline. Dan maak ik snel iets en zeg: ja, dat is klaar, de volgende. En dan zegt Pieter soms dat hij die tekening toch niet zo goed vindt. Maar dan heb ik al dagen aan die tekening gewerkt. En hij kan dan echt zeggen: “Neen Sabien, het is echt niet goed.”. En als hij dat dan oprecht zegt, begin ik natuurlijk ook te twijfelen. Hij heeft me geleerd om de tijd te nemen om te herzien en opnieuw te durven beginnen. Als ik in een bepaalde richting aan het werken ben, blijf ik daar vaak in doorwerken. Gewoon uit een soort luiheid, ik geef dat toe. Of uit stress omdat ik niet veel tijd meer heb. Terwijl hij echt wel erg gestaag alles opbouwt en zijn tijd er voor neemt. [ 16 ]

Terwijl ik denk: “Nog drie dagen? Huphuphup!”. Dan zit ik in stresssituaties en dat is niet altijd goed. Je leert dingen opnieuw en opnieuw doen tot je er tevreden over bent. En ja, hij heeft echt veel discipline, dat is zot. Ik probeer me er ook aan te houden maar dat lukt niet altijd.

Je tekeningen lijken grotendeels met de hand gemaakt, komt er achteraf toch nog veel computerwerk een te pas? Bij mij is alles altijd zoals het getekend is, geen computerwerk. Tenzij in een samenwerking met Pieter, omdat hij er dan aan werkt, anders nooit. Behalve als ik zelf zeg: ik wil één lijntje weg, maar meestal eigenlijk niet.

Bij uw illustraties, vooral bij die voor volwassenen lijkt het dat je illustraties meer zeggen dan de tekst zelf, dat er iets meer achter zit? Kunnen schrijvers het wel altijd appreciëren? Gaat de samenwerking met schrijvers steeds vlot? Ik heb daar nog niet veel last mee gehad. Je ziet ze niet altijd veel. Nu begin ik er wel een gewoonte van te maken dat als ik een tekst krijg, ik de schrijver wil zien. Ik denk dat dat ook is omdat de teksten die bij mij terecht komen niet de brave teksten zijn, niet de teksten voor eerste lezertjes of zo. Het zijn teksten die iets vertellen. Dan wil ik ook wel weten wat de visie van de schrijver daar op is. Als ik de tekst goed vind, zie ik een soort beelden die meestal veel meer zijn dan een

Ik wou dat ik bij het tekenen ook simpelweg

appeltje-z kon toepassen!


standaard braaf tekeningetje. Dan hoop ik dat de schrijver zich kan tevreden stellen met zo een beeld. Bij Iedereen ging op zijn mieren zitten zei de schrijver dat hij akkoord was met de beelden die ik in mijn hoofd had, en ik mocht mijn ding doen. Ik heb nog nooit gehad dat men zei dat er teveel in een tekening zat. Dat is eigenlijk de taak van een illustrator om een extra verhaal bij een verhaal te creëren. Maar je mag niet alle fantasie afnemen van de lezer.

Maar hebben schrijvers het niet moeilijk om iets waar ze zo lang aan werkten uit handen te geven? Ja, ze hebben het uiteraard moeilijk om dat los te laten, ik snap dat ook wel. Die tekst is hun kindje, dat voel ik bij mijn illustraties ook. Ja, die hebben het daar moeilijk mee. Maar als ik een tekst binnen krijg en er staat elke keer per hoofdstuk “Jantje heeft zulke kleren aan” of hele gedetailleerde beschrijvingen, dan neem ik de opdracht niet aan. Ik heb al gehad dat men zei in welk perspectief de tekeningen moesten getekend zijn. Dat is niks voor mij. Ik kan mij daar ten eerste niet aan houden, ik kan niet in opdracht tekenen. En dan denk ik: teken het gewoon zelf, het is toch nooit goed genoeg. Ik word daar erg lastig van. Nu kan ik daar ook strenger in zijn, of persoonlijker. Vroeger twijfelde

ik meer om zulke teksten te weigeren, uit angst om geen opdrachten te hebben. Maar ik ben wel blij dat ik dat iedere keer gedaan heb, waarna er dan twee weken later toevallig een supergoede tekst binnenkwam. Maar ja, schrijvers hebben het moeilijk hun tekst los te laten, en dan is het belangrijk dat ze de illustrator waarmee ze in zee gaan vertrouwen. En, dat ze je je ding laten doen. Meestal hoor je achteraf dat ze iets heel anders in gedachten hadden, maar dat ze wel erg tevreden zijn over het resultaat.

Ja, jullie kennen dan ook jullie vak. Hohja, je probeert ook maar, het is niet je stiel kennen als een timmerman. Dat is iets anders dan illustreren. Een loodgieter die zijn vak kent weet hoe hij buizen moet steken, maar illustreren is altijd zoeken. Heb je altijd zin om te tekenen of heb je er soms een degout van? Ik teken eigenlijk altijd wel graag, maar het lukt niet altijd. En dan word ik kwaad als het niet lukt. Het is natuurlijk anders om te tekenen voor je plezier, of als je op reis gaat. Dan teken ik het liefst, ik vind het fantastisch om de hele dag kleine tekeningen te maken en daar compositietjes mee te maken. De discipline is moeilijk. Op zich heb ik misschien wel zin om te tekenen maar dan heb ik niet

de rust om mij op mijn stoel te zetten en te tekenen. Maar ik teken wel altijd graag. Ik ben wel een sociaal iemand, en dan is het soms moeilijk om mij apart te zetten en te tekenen, daarom heb ik soms geen zin. Maar gewoon voor de lol tekenen dat wil ik altijd wel doen. Als je illustrator wordt dan teken je ergens wel ook voor een andere reden. Het moet wel goed zijn en de druk wordt toch wel anders en groter. Maar het tekenen zelf vind ik fun.

Kan je muziek of iets anders als afleiding appreciëren tijdens het werk, of verkies je de stilte? Muziek vind ik heel leuk. Als ik begin te ontwerpen, moet ik muziek hebben die ik erg goed ken, dan moeten het mijn lievelingsliedjes zijn en zelfs de hele tijd dezelfde liedjes. Gewoon zodat je een soort veiligheidsgevoel hebt, en door die liedjes voel ik me sowieso in een vrolijke mood. Het gebeurt soms dat de muziek ten einde is en dat ik dan niet door heb dat er stilte is, dan heb ik mijn koptelefoon nog op en doe ik gewoon verder. Dat is voor mij een goed teken want blijkbaar was ik dan wel geconcentreerd. Nu kan ik ook gewoon genieten van de rust, er moet niet altijd iets opstaan. Als Pieter daar zit en hij heeft zijn koptelefoon op en ik ben aan het werk, kan ik [ 17 ]


INTERVIEW SABIEN CLEMENT

ook goed werken. Ik heb het liefst dat er iemand rond mij is, ik heb dus eigenlijk wel de perfecte combinatie gevonden door dit atelier. Het is er pas van begin dit jaar, dus nog niet zo lang. Maar dat is leuk, en het is voor mij belangrijk dat je weet dat je samen aan het tekenen bent. Bij sommige boekjes kan ik zeggen: hier heb ik bij deze persoon getekend, aan de livingtafel terwijl zij aan het studeren was. Als ik in mijn eentje teken ben ik veel onrustiger. Of het tekenen lukt niet, en dan ik ga naar de stad. Ik heb nog aan de Graslei gewoond, en daar ben je gigantisch snel afgeleid. Ik dacht dat ik dat ging missen als ik naar hier verhuisde, maar dat is niet zo. Nu weet ik dat als ik naar daar ga, ik het werk even achter me laat en plezier ga maken.

Waar ben je momenteel mee bezig? Ik heb net mijn keuken verbouwd, ik heb daar drie weken voor uitgetrokken. Nu ga ik terug beginnen aan een boek met Stijn Vrancken voor het Middelheim. Tegen midden januari moeten de tekeningen af zijn. We zijn in de zomervakantie naar Dworp op residentie geweest, dat is een vormingscentrum. We hebben daar een week gewerkt in een aparte kamer aan die opdracht van Middelheim, dat was intensief maar zeer tof. En hij heeft de tekst thuis verder geschreven en ik moet nu dringend aan de tekeningen beginnen. Het wordt een boekje in klein formaat. Hiervoor heb ik net [ 18 ]

een boek geïllustreerd voor poëzie. Ik heb een boek geïllustreerd, Ik wil je, dat is liefdespoëzie, in een klein boekje. Het was de bedoeling dat er vijf delen van zouden komen, elk boekje met een andere illustrator. Nu zijn ze na een paar jaar terug bij mij gekomen met de vraag of ik de andere delen ook wou illustreren, maar dan niet meer in verschillende delen, nu in één groot boek. En er komt een katern waar ik vrij werk kan maken, en dat vind ik leuk. Je kan zeggen: nog een boek illustreren, en nog één, en nog één; maar ik probeer ook te denken wat mij verrijkt in mijn wandelpad doorheen het tekenen. En als men mij dan een katern vrij werk aanbiedt vind ik dat interessant, ik mag gewoon mijn ding doen. Daarom heb ik daar ja op gezegd. Ik heb wel nood aan een adempauze tussen twee opdrachten. Ik kan niet zeggen: “Hup, weer het volgende”. Als ik direct aan iets nieuws zou beginnen zou het toch niet gaan. Daarom kwam de renovatie van de keuken perfect uit.

Hoe lang werk je gemiddeld aan een boek? Ik maak ongeveer twee boeken per jaar. Van begin tot einde, tot wanneer het boek in de winkel ligt moet je een half jaar rekenen. Maar zelf ben je er vier maand aan bezig, in die zin dat het voor mij dan niet full time is, dat je er niet van ’s morgens tot ’s avonds aan werkt. Er komen ook workshops tussen, en een hele hoop andere dingen. Maar je zit er wel vier maanden mee in je hoofd, en de

laatste maanden ben je er wel erg intensief mee bezig.

Kan je iemand aanraden uit de illustratiewereld die het opzoeken waard is? Bij mij verschilt het erg van moment tot moment wat ik leuk vind. Nu vind ik Bastien Vivès erg leuk. Dat is een heel jonge gast. Ik vind zijn werk erg knap. Al zijn boeken hebben een heel andere stijl en je voelt dat hij zoekt hoe hij een personage kan weergeven. In al zijn boekjes verschilt zijn manier van tekenen maar toch voel je dat het van hem is. Het hele boek is van zijn hand, hij schrijft ook zelf. Ik vind graphic novels erg leuk. Je moet soms goed zoeken om iets moois te vinden. Manuele Fior vind ik ook erg leuk. Ik heb er veel respect voor illustratoren van graphic novels, want wij maken dan één beeld, en zij, zij blijven maar bezig. Ik was aan het googelen en bij Polina van Vivès zag ik dat dit boek volledig met de computer getekend is. Ik vind het sterk, het is met de computer gemaakt maar toch voel je die emotie. Stel dat het huis zou afbranden en je mag één ding redden, wat zou je kiezen? Oh, allee, mijn katje! Ja, dan zijn al mijn tekeningen weg, maar dan heb ik mijn kat toch nog.

interview door Ines Maroye



GRAFISCH NIEUWS

s  ptuicrekneosrtaslgie!

De sticker (ook wel zelfklever gen oemd in de Nederlandse schrijftaal) ontstond eind jaren '60 als één van de eerste hoogwaardige kleefmiddelen. In de jaren '70 werd het een product voor de hele gemeenscha p. Vanaf de jaren '80 is het niet meer weg te denken uit onze maatschappij en wordt het een communicatiem iddel voor kunstenaars en actievoerders.

van straatop zich; een vorm m or tv ns ku n anier hun kriStickers zijn ee een goedkope m op en ill w s ar kunst. Kunstena n. ële doeltiek/mening uite k voor commerci oo s, ar na te ns ku lijke gele Maar niet enkel uikt. Zoals de le sticker vaak gebr de t rd koelkast wo je en op nd ei ne kinderen net die door klei le te n , het Rode va ru rs uB ke St ic st van Ketnet, rs ke ic st de f O . vol van (tot worden gemerkt s kind helemaal al er ng hi uw ho zicht). Kr uis,… mijn sc was ook echt geen n de ouders, het va is rn ge er e ot gr ke schouw: er dan de huiselij rd ve ts ie k oo en oproep uit Die stickers reik wel wat vreemde n ee er am kw sticker totaal de straat. Recent over tuigd dat de n va er en m is e hier wel in Nederland. Daar genlijk kan ik m Ei t. ijn w rd ve d de stickers uit het straatbeel ht zoeken achter ec je t oe m ig rd oek gevinden. Tegenwoo en zelf op onderz jes, panelen,… (B ok sh en.) Met bu nd n, vo le ge pa op enkel pareltjes g no ch to b he ze op je eigen weest in Gent en sticker’, roepen n ee ak pl g, da werp de actie ‘Kleur de nende stickeront twer pen, het win on te r ke ic st ’ ie ‘moo dr ukt. atbeeld wordt 550 keer ge en het grijze stra duidelijk ze will is p ha sc od bo Hun kers. et de vrolijke stic wat opfleuren m

[ 20 ]


nten) deze kunst ensen (en gemee m t wa el nblik he n pe Toch snap en rommelig aa een verloederde t di t da n nten re ee m we . Vele ge niet. Ze be veilig door voelen on lf ze ch zi t. ui er es ze et geeft, dat en delen zelfs bo al het kuiswerk ickers. st de n va worden boos van en t het verdwijn to t id le en eg no Al dit onge minder een kers zijn gewoon ic st , en le al et ni me bloei in het Maar dit nu ook een enor nt ke st un tik affi gen, maar nooit hype. De gr kers deels vervan ic st de l za en d woon helemaal. straatbeel verander t ook ge t ei lit ta en m De helemaal. ts te weten te ko sen buiten om ie en m de ne en ei kl am n Vroeger kw les via het web, va ig verneem je al men. Tegenwoord tenaars maken an. Ook de kuns m ro le he n ee t ts lanceert via reclame to s men dan toch ie Al n. va k ui br ge en de straat niet hier gretig mbastisch dat m bo zo t he te is d, el het straatbe vandaag gewoon or de mens van vo is r ke ic st De meer ziet. altijd meer... klein, we willen n maar het blijft ee inder een hype, m n ie ch rs iss ke m tic is rs De sticker nieuwe soor t muu nk maar aan de het terug is nu En sterk concept, de d. tij les heeft zijn Al . an ga af el sn die er weer omdat het leuk is! plakken, gewoon tijd om samen te Door Helina Heremans

[ 21 ]


AUTHENTIEK BRUSSEL door fotografe anna nej

VAN 09/02 - 7/03/2012

BOZAR BRUSSEL

inkom: 3euro


ROUTE 1 - 9U Vertrek met de fiets naar het atelier. Het is vrij bewolkt

ROUTE 2 - 10U35 Terug naar het kot met de fiets. Het is nog steeds vrij bewolkt

Bijna dagelijks ben ik met de fiets op weg in Gent, bijna dagelijks laat ik overal op mijn weg laat ik sporen achter. Wat als we het nu is een keertje omkeren… Gedurende één dag ging ik via papiertjes op mijn schoenen sporen opnemen, ik draaide voor één dag (7 november 2011) de rollen om. Ik vroeg me af of er een patroon zou zitten in die sporen die ik dageljks achterlaat en voor dit experiment opnam. Ik neem vaak dezelfde wegen en heb zogoed als altijd dezelfde ondergrond. Of zou het weer roet in het eten gooien? Op deze vragen heb ik een antwoord proberen zoeken; het ene bleef al vager als het andere. De conclusies zijn voor jullie lezers, misschien wel vaag, maar laat ook jullie fantasie gaan zoals als ik met dit toch wel vreemde experiment. ROUTE 3 - 11U Vertrek te voet van op kot en met de tram naar de delaize (+terugweg), Het weer is er nog steeds stabiel, mooi bewolkt.

SPOREN...

EXPERIMENT

ROUTE 4 - 13U40 Vertrek van op kot met de fiets naar school voor de les kunstfilosofie. Het is bewolkt.

ROUTE 5 - 15U45 De les zit erop, terug naar het kot. Het begint te miezelen

ROUTE 6 - 20U35 Even aan ontspanning toe. Per fiets vertrek naar Maurine ’s kot met een tussenstop op Lise ’s kot. Het is al donker en gestopt met miezelen

ROUTE 7 - 12U45 Huiswaarts vertrek met de fiets. Donker, maar droog.

[ 23 ]

EXPERIMENT


1

3

2


6

5

7

4

[ 25 ]


WERKWIJZE. Elke nummertje staat op de kaartjes (tezien op volgende pagina's) staat voor een route, dit betekent dat ik die route met die bepaalde papiertjes (die u ziet) heb gelopen/gefietst. Zogoed als elke keer heb bij een nieuwe start, nieuwe/propere papiertjes op mijn schoenen gekleefd. Ik kleefde die met dubbelzijde plakband elke keer op exact dezelfde plaats (plaats had ik afgebakend met stift). Als ik de papiertjes verwijderde stopte ik deze in een envloppe met de route, vervoersmiddel en uur op. De achterkant van de papiertjes schreef ik of het van de linker of rechter schoen kwam. Zo kon ik alles zorgvuldig opvolgen. (De papiertjes van in het magazine komen links/rechts overeen met de linker- en rechtervoet)

CONCLUSIE AFSTAND. Algemeen kan gezegd worden dat de papiertjes er ongeveer hetzelfde uitzien. Dit is vrij vanzelfsprekend aangezien ik zogoed als altijd op dezelfde ondergrond liep, namelijk steen en asfalt. Toch zien we een verschil als ik te voet en met de tram (nummer drie) naar de Delhaize ging. De papiertjes zijn hier duidelijk donkerder van aard. Ook is er een hoekje van het papiertje van op de linkervoet gelost. Het is hier duidelijk te zien dat er meer contact was met de begane grond want te voet i.p.v met de fiets Bij nummer zes lossen de randjes ook, volgens mij te wijten aan de langere periode van het dragen. De rechtersporen vertonen meer vuiligheid dan de linker afdrukken. Misschien te wijten aan mijn loophouding.

WEER. Het weer heeft niet veel invloed uitgeoefend op dit experiment. Gewoon omdat het die dag vrij stabiel bleef, het leek wel of er elk moment een regenbui ging losbarsten, maar helaas op die dag zien we daar geen resultaat van. In de linkerbovenhoek zier u wel het resultaat van een regenachtige dag: het papier is weer bijna pulp.

PATROON. Of er een echt patroon in de sporen zit, vind ik niet. De randjes zijn wel steeds wat donkerder maar voor de rest zit er niet echt één lijn in, je kan er niets rechtlijning in herkennen. Je ziet natuurlijk wel wanneer je over enkel steentjes gelopen hebt, zoals bij nummer één, twee, vier, vijf, zes en zeven. Deze geven van die bizarre krassen en putjes. Je kan zeggen dat er weinig verschil in afdruk is tussen de linker en rechterafdruk, enkel het verschil in donkerte.

door helina heremans

GESLAAGD? Dit experiment is grotendeels geslaagd. Het was leuk was om te doen en sommige van mijn veronderstelling enzijn uitgekomen. Dit experiment is een startpunt om verder mee te experimenteren. Een grotere afstand, tijd, de handen, het hoofd en het achterwerk zullen me niet ontkomen.

[ 26 ]


r

INTERVIEW ROSANNE GROENEWEG

rosanne groeneweg

vriendelijk haar

Poëtisch, esthetisch, maar heel fijn en individueel. Werken van Rosanne Groeneweg brengen de lezer in een sprookjesachtige wereld met prachtige kapsels en een vriendelijke atmosfeer. De jonge illustrator uit Nederland deelt haar kleine geheimen over haar werk met Brøt magazine.

Rosanne, je bent net afgestudeerd in Illustratie, wat is veranderd in jouw leven? Eigenlijk heb ik nog steeds het gevoel dat ik ieder moment weer een dag naar school zou moeten. Dus het voelt nog heel onwerkelijk en eigenlijk niet echt of er iets veranderd is. Maar natuurlijk is er een hoop veranderd! Nu moet ik zelf mijn opdrachten gaan zoeken, heb geen tal van leraren meer om een mening aan te vragen en zal zelf mijn geld bij elkaar moeten sprokkelen. Studeren is eigenlijk zo lekker. Er wordt natuurlijk vaak wel gezeurd door studenten van, oh ik moet dit nog leren en dat nog doen! Nou ik zou daar op het moment maar al te graag naar toe terug gaan! Ik denk dat ik over een tijdje wel mijn draai heb gevonden, maar nu vind ik het eigenlijk allemaal nog maar wat eng en niks is zeker. Ik heb nog totaal geen vaste inkomsten en ben dan ook erg blij met mijn kunstenaarsuitkering waardoor ik mijn eigen bedrijfje de lucht in kan helpen. Wil je misschien meer over jouw werk vertellen? Jij gebruikt veel beelden met haar, kan je dat toelichten? Mijn werk wordt vaak poëtisch genoemd. Zo ziet het er ook wel uit. Ik wil dat mijn werk altijd esthetisch is. Ik wil dat mensen het ‘mooi’ vinden en niet ‘grappig, of ‘leuk’ En in dat esthetische zit ook altijd iets be-

vreemdend. Iets wat meer griezelig, gruwelijk of eng of raar is. En over mijn beelden met haar, mijn afstudeerproject ging over haar en ik ben nog niet gestopt met haar te tekenen. Ik heb het gebruik van matte Oost Indische inkt op speciaal papier ontdekt en niets is zo fijn om daarmee haar te tekenen. Ik denk dat ik daardoor ook steeds illustraties verzin waarbij haar een hoofdrol speelt.

Gebruik je verschillende papiersoorten? Welke is jouw favoriete? Wat is belangrijk voor je als je een papierkeuze maakt? Ik gebruik tegenwoordig één papiersoort en dat is zuurvrij aquarel papier geloof iets van 200 à 300 grams met een beetje een korrelig oppervlak. Als er een textuur in het papier zit dan werkt de inkt heel fijn. Die gaat dan een beetje haperen soms waardoor er een soort oldskool effect ontstaat. Als je snapt wat ik bedoel!

Studeren is eigenlijk zo lekker . Nou ik zou daar op het moment maar al te graag naar toe terug gaan. [ 27 ]


Ik vind jouw eind project heel sterk. Wat was de inspiratiebron? Hoelang duurde het proces van het eerste idee tot werkelijke einde? Dankjewel! Ik kijk veel naar de wereld om mij heen. Vooral de mensen, hoe ze met elkaar omgaan. Ik word daar eigenlijk wel vaak verdrietig van hoe onnadenkend en verschrikkelijk ego誰stisch mensen kunnen zijn, maar er zijn ook genoeg blije momenten als ik weer zie hoe aardig we ook weer voor elkaar kunnen zijn. Van daaruit ben ik verder gaan werken, ik wilde graag mijn mening, dat de wereld een stuk vriendelijker zou moeten zijn, delen met de rest van de wereld.

[ 28 ]

Waarom heb jij voor HKU gekozen? Ben je er blij mee? Kan je tips geven aan studenten, bijvoorbeeld wat moeten ze zeker doen en wat niet, of zaken die veel aandacht vereisen? HKU was niet mijn eerste keuze, maar dat was niet omdat het geen goede school is. Ik wist sowieso niet zoveel van kunstacademies af. Eerder had ik altijd het idee om autonome kunst te gaan doen, terwijl mijn tekenleraar van de middelbare school al had gezegd dat ik ook eens naar de opleiding Illustratie moest gaan kijken. Ik wist niet wat Illustratie was, had daar het idee van striptekenen bij (wat ik niet leuk vind om te doen) maar toen ik op een open dag van de kunstacademie in Rotterdam langs de Illustratie afdeling kwam, wist ik dat mijn leraar

gelijk had, dit is wat ik eigenlijk al deed. Toen ben ik dus toelating gaan doen in Rotterdam, vooral ook met het idee dat dit het meest dichtbij was. Maar in Rotterdam werd ik tot mijn teleurstelling niet toegelaten.Ik kwam er achter dat Utrecht even ver was en heb me toen bij hun aangemeld. De hele toelatingsdag was zo veel fijner dan die in Rotterdam en de sfeer voelde meteen goed. Utrecht stond als kunstacademie ook goed aangeschreven dus ik was/ ben er erg trots op dat ik daar ooit toegelaten ben. Maar ik moet zeggen dat deze school, ik denk vooral door bezuinigingen, in mijn ogen een beetje ingezakt is qua niveau. Al heb ik er wel al die jaren heel veel aan gehad en zou ik nooit staan waar ik nu stond, zonder deze opleiding. Ik zou aan studenten als tip willen


INTERVIEW ROSANNE GROENEWEG

Ik wilde graag mijn mening, dat de wereld een stuk

vriendelijker zou moeten zijn, delen met de rest van de wereld.

geven om er vooral zelf zo veel mogelijk proberen uit te halen. Experimenteer zo veel mogelijk. Daar heb je die vier jaar de tijd voor en je krijgt er de kans voor. Ik zou ook zo veel mogelijk feedback vragen ook al lijken de leraren daar niet altijd tijd voor te hebben en ook al vind je het eng. En vooral ook onderuit durven te gaan Dat is wel een valkuil bij mijzelf geweest dat ik vaak niet wilde horen dat ik het slecht gedaan had. Terwijl een paar keer flink op je bek gaan, je alleen maar helpt om nog veel beter te worden. En zorg er voor dat je tijdens stage of wanneer dan ook wat meer leert over de zakelijke kant van het ontwerpen, want dat mistte ik wel flink bij ons op school.

[ 29 ]


Welke kunstenaar of kunststroming heeft een grote invloed gehad op jouw werk? Ben jij nieuwsgierig? Er zijn heel veel kunstenaars die invloed hebben gehad om mijn werk, omdat er echt niet normaal veel verschillende interessante kunstenaars/ontwerpers zijn. Maar in mijn laatste jaar was het vooral Yuko Shimizu. In de eerste jaren van de opleiding ben je nog heel erg bezig met experimenteren en in het laatste jaar kies je toch al snel in welke stijl of op welke manier je het eindexamenwerk gaat maken. Ik werkte eigenlijk altijd met fineliner of potlood en ik wilde in mijn eindexamen jaar eindelijk iets maken wat er echt professioneel en krachtig uit zou zien. Maar ik werk graag met de hand dus het moest niet te computer gemaakt worden. Ik vind dat bij Yuko’s illustraties heel sterk. Het ziet er uit alsof het totaal met de hand is gemaakt, maar het is half met inkt half met photoshop. Ik heb heel veel op internet gezocht hoe zij haar illustraties maakte en ben zelf daarmee gaan experimenteren. Dat is wat ik trouwens heel vaak doe, als ik een interessante stijl zie ga ik het internet

afstruinen totdat ik vind hoe diegene het gemaakt heeft, zo dat ik er zelf mee kan gaan experimenteren. Dus dat zou ik zeker wel nieuwsgierig noemen.

Iedereen weet dat moeilijk is om een baan te vinden, zeker in de kunstwereld. Heb je jouw droombaan gevonden? Of ben je nog steeds op zoek? Wat is jouw droom eigenlijk? Ik heb mijn droombaan nog lang niet gevonden, ik ben pas net klaar en heb moeite met op te starten. Maar als ik eenmaal op gang ben ga ik mijn ‘droombaan’ vinden. Ik zet het expres tussen haakjes omdat het waarschijnlijk niet echt één baan gaat zijn. En daarbij kom ik gelijk op vaag acht. Wat ik het liefst zou willen is een winkeltje, in ieder geval samen met een vriendin van mij, Thirza, maar misschien ook nog wel anderen, waarin we onze spullen kunnen verkopen, waar mensen lekker kunnen lunchen en een boek kunnen lezen, waar andere beginnende kunstenaars de mogelijkheid krijgen tot exposeren, waar beginnende bandjes kunnen komen optreden en waar we feestjes

kunnen geven. Alles in één dus! Dat lijkt me echt geweldig

Als er is geen illustratie bestond wat zou je dan nu doen? Dat ligt er aan, als er geen illustratie zou bestaan, zou er eigenlijk helemaal geen kunst of iets kunnen bestaan, in dat geval zou ik archeologie zijn gaan doen, want dat wilde ik wel graag als kunstacademie niets voor mij bleek te zijn. Als alleen illustratie niet zou bestaan en andere kunstdisciplines wel, dan zou ik denk ik toch autonome kunst zijn gaan proberen, maar was daar dan waarschijnlijk niet voor toegelaten en dan was ik alsnog bij archeologie terecht gekomen. Dus hoe dan ook, archeologie! Het lijkt me heerlijk om heel de dag in de grond te graven en fantastische ontdekkingen te doen. Ik vond geschiedenis op de middelbare school al interessant. Interview door Anna Gorichenko

Ik zou aan studenten als willen geven om er vooral zelf zo veel mogelijk proberen uit te halen.

tip

experimente

zo veel mogelijk. Daar heb

[ 30 ]


INTERVIEW ROSANNE GROENEWEG

eer

b je die vier jaar de tijd voor en je krijgt er de kans voor. [ 31 ]


WE MA

Jong talent in de pijplijn... Op een druilerige dinsdag in oktober ben ik met gezonde stress op weg naar Antwerpen-Berchem. Ik barst van nieuwsgierigheid om vandaag een blik te kunnen opvangen van de ‘echte’ grafische wereld. Met mijn uitmuntend oriëntatievermogen vond ik op tijd hét grafische bureau ‘We make Graphics’. Op het eerste zicht lijkt het niet de façade te zijn van een grafisch bureau (in mijn ogen dan toch). Subtiel staat hun naam op de brievenbus. Binnen bij de jonge heren (Jonas Winand en Johan Theeuwes), blijken ze ook wat ongemakkelijk te zijn over het interview, goed begin!

Wanneer begon het te kriebelen om aan grafische vormgeving, illustratie en webdesign te doen, want dit is toch allemaal aanwezig in het bureau? JONAS Dat is begonnen lang voor ik mijn bureau ben gestart. Ik zat in het vierde middelbaar op een standaard school en daar miste ik het gevoel met de praktijk en wat ik echt graag zou doen. Ik zocht naar iets zeer specifiek. Dan ben ik Multimedia gaan doen in Mechelen. In het vijfde middelbaar ben ik daarmee begonnen. Daar heb ik heel brede dingen gekregen zoals webdesign en grafische vormgeving. Ik heb dit gedaan tot het zesde middelbaar. Nadien ben ik één jaar [ 32 ]

hier in Antwerpen naar de academie gegaan en dan had ik echt het gevoel van “ik wil een bureau”, ik wil hier niet nog eens vier jaar op school zitten. Achteraf gezien, misschien wat naïef, maar uiteindelijk zijn we toch vier jaar verder en was het wel een goede beslissing om vrij snel de knoop door te hakken. Ik wilde ook niet langer vormgeven voor de docenten, maar voor echte klanten. Omdat het mij echt meer motiveert om te weten waar dat vormgeven voor gaat gebruikt gaat worden. Dat je een bedrijf echt kan vormgeven, dat het echt bestaat en niet iets fictief. Maar ja, je moet wel ergens leren …

Zat/zit grafische vormgeving in de familie? JONAS Ja, eigenlijk wel, mijn vader is op de oude manier met typografie bezig geweest. Hij was typograaf in een bedrijf en moest persplaten voorbereiden, hij heeft kennis van letters en boekbinden. Maar heel traditioneel, hij heeft mij nooit een initiatie MAC gegeven, alles behalve, dat moet ik nu met hem doen. Hij vindt het zelf ook gek hoe dat nu geëvolueerd is. Jonas het bureau werd opgestart omdat je dat echt wou, verliep alles dan ook vanzelfsprekend of ging het eerder moeizaam? JONAS Het ding is dat het in het begin heel


INTERVIEW WE MAKE GRAPHICS

AKE GRA studentikoos was, we hadden niet veel nodig en we hadden gewoon een minimumloon elke maand. Als je met die ingesteldheid een bureau opstart of je start een bureau op uw veertig jaar als je een hoop lopende rekeningen en kinderen hebt, dan heb je veel meer nodig. Wij kwamen met een kleine duizend euro ruimschoots toe, dus dan kan je ook rustig beginnen.

De naam van het bureau spreekt voor zich, maar waarom juist de keuze voor die naam? JONAS Er is wel lang over nagedacht, we wilden een naam die zonder meer uitleg zei wat we doen, waar het voor staat. Zonder

dat het clichĂŠ klinkt, dat hoop ik toch. Lang het hoofd over gebroken. Ook veel domeinnamen die bezet zijn. Je kan wel een goede naam bedenken, maar als alle domeinnamen bezet zijn ben je er niet veel mee.

Het bureau gaat binnenkort verhuizen, dat is omdat jullie gaan samenwerken en omdat het wel goed gaat? JOHAN Het ding is, ik ben een eenmanszaak, Jonas is een eenmanszaak en we hebben beiden genoeg klanten. Het komt gewoon veel beter uit. JONAS Je hebt anders ook heel de tijd administratieve rompslomp. We willen gewoon

samen, een gemeenschappelijke vennootschap worden dat we makkelijk creatief kunnen werken, zonder dat je aparte entiteiten hebt.

Kan je elkaar dan beter inspireren? Of is dat minder de bedoeling? JOHAN Jazeker, ik werk veel beter als ik hier zit, dan als ik thuis alleen werk. Als ik even vastzit dan moet ik gewoon even vragen wat Jonas er van vindt en dan kunnen we weer verder. Het is veel productiever. JONAS Zeker, en ieder heeft ook zijn specialiteiten. Je kan opdrachten onderverdelen, Johan kan heel goed illustreren. Daardoor [ 33 ]


APHICS ga je niet alleen beter werken, maar ook productiever en betere eindproducten maken. En we zijn goede vrienden ook natuurlijk!

Hebben jullie momenteel grote opdrachten voor bekende bedrijven hier in Antwerpen of in België? JONAS Ja, wel wat meer in het milieu, we werken voor de architecte Sofie Van Note, daar maken we een logo, huisstijl, website,… Ze is zelf ook nog jong en pas aan het opstarten, dus dat is wel leuk. Ze gaat nog een grote naam worden! Voor het Zuiderpers (cultuurhuis) in Antwerpen hebben we de eindejaarscampagne gemaakt. Ook het boekje ‘This is Antwerp’; hetgeen driemaandelijks uitkomt, het is een boekje voor jongeren die Antwerpen willen leren kennen. We hebben eveneens alle communicatie voor errond mogen maken, zoals bijvoorbeeld de maandelijkse kalender. Het is wel boeiend als je alles mag maken. JOHAN We hebben ook de nieuwe plaat voor de Black Box Revelation mogen maken. Dat is qua bekendheid wel vrij groot. JONAS & JOHAN Er zijn nog wel dingen, maar soms is dat zoveel dat je het allemaal niet meer weet. “Het wordt soms één grote wolk in uwe kop.” Al die inspiratie, jullie inspireren elkaar, maar waar blijven jullie dat halen? Zijn er mensen of dingen die je inspireren? JOHAN Bij mij is dat bij elke opdracht anders. Het hangt er vanaf wat de klanten willen, in welke stijl of richting. En dan ga je kijken in boeken, internet… overal waar je wat kan vinden. Het is elke keer anders. [ 34 ]

JONAS Soms heb je ineens zelf een idee. Vooral heel veel rondkijken, rondom u, het is eigenlijk bijna een levensstijl. JOHAN Vooral erover praten, dat is heel belangrijk. JONAS Samen brainstormen. JOHAN Erover praten met mensen die er niets mee te maken hebben, die kijken er helemaal anders tegenaan. En dan kan het plots ook komen. JONAS Soms dingen laten rusten, dat is ook heel belangrijk. Als je geen deadline heb natuurlijk! Dat moet je natuurlijk leren; snelsnel en goed werken. Mensen verwachten heel veel op korte tijd. Soms is het maar een minuut brainstormen en we starten al.

Welke technieken hanteren jullie vooral om te ontwerpen, zijn dat schetsen of direct digitaal? JOHAN Dat is vaak een idee schetsen en dan direct digitaal. JONAS De ruwe lijnen handmatig zetten en composities, maar de rest direct digitaal. JOHAN Tenzij het illustreren is natuurlijk. JONAS De digitale wereld in! JOHAN Pixels heel de dag! Het is veel handiger als je direct digitaal begint anders zit je veel te lang te prutsen. JONAS En dan kan je al sneller iets laten zien een de klant. In jullie werken is grafische vormgeving vaak gemengd met illustratie, is er eigenlijk een groot verschil tussen die twee voor jullie? JONAS Het is toch wel belangrijk voor ons om die brug tussen de twee consequent te maken. Dat is ook gewoon omdat we die kwaliteiten hier hebben, al zijn we maar


INTERVIEW WE MAKE GRAPHICS

Het is wel

typerend voor wat we met twee. Er zijn niet veel bureau’s die er aan denken dat wat op te dringen, wij dringen dat bijna op. Bijvoorbeeld symbolen ofzo. JOHAN Vaak is er een opdracht grafisch, regelen we toch dat er wat illustratie aan te pas komt. Omdat dat wel leuk is. JONAS Gewoon heel visueel, typografie is belangrijk, maar symbolen, beelden en tekeningen dat communiceert gewoon nog veel beter en breder voor sommige projecten denken wij.

Wanneer is jullie werk geslaagd? Voldaan? JONAS Het cliché zegt dat dat is als de klant tevreden is. Maar daar zijn we het niet altijd mee eens natuurlijk. JOHAN Dat is zo moeilijk, omdat je op een bepaald moment tevreden bent met het project waar je aan werkt, maar de week erna als de deadline al voorbij is en alles gedrukt is denk ik, ik had dat misschien zo moeten aanpakken. Maar dan neem je dat

wel mee naar je volgende opdracht. JONAS Het is wel typerend voor wat we doen dat je voor elke opdracht eigenlijk honderd opties hebt. Je kiest één optie die je helemaal uitwerkt en het is dan spannend of dat de beste optie was of niet. Het is een combinatie van een tevreden klant en zelf tevreden zijn. JOHAN Ook de tijd die je krijgt voor een bepaalde opdracht speelt parten. En de soort opdracht. JONAS Je moet eigenlijk alles toegepast zien, dat hebben we moeten leren, want veel mensen werken vaak binnen eenzelfde stijl maar als je voor klanten werkt moet je het heel breed bekijken. JOHAN Dat vinden we juist leuk die afwisseling. JONAS Het is niet alleen omdat we voor de Black Box mogen werken dat we voldaan zijn. Voor een zakelijk bedrijf werken is fijn, zo een keer heel clean en minimalistisch werken.

doen dat je voor elke opdracht eigenlijk honderd opties hebt. Je kiest één optie die je helemaal uitwerkt en het is dan spannend of dat dan de beste optie was of niet. [ 35 ]


Jonas jij hebt je school niet helemaal afgemaakt, Johan jij wel? JOHAN Ik wel, ik heb een master illustratie/ grafisch ontwerp in Antwerpen gedaan.

Pixels

heel de dag! Het is veel handiger als je direct

Wat is jullie mening eigenlijk over het ‘echte vak’, leer je dat op school of eerder in de realiteit, nu, met de job? JOHAN Bij mij is dat wat anders dan bij Jonas, ik heb echt leren tekenen op school. Ik heb echt een evolutie doorgemaakt van het eerste tot en met het vierde jaar. Maar het hangt er ook vanaf wat voor student je bent. Je krijgt op school voor een opdracht wel twee, drie maand tijd en in de realiteit is dat echt zeer lang. In het echt is dat één week, twee weken. Wat je op school deed, doe je hier een heel pak sneller. Ook omdat je het veel efficiënter aanpakt. JONAS Dat is wel waar wat je zegt. Het ding is wel dat ik in Antwerpen nog avondacademie heb gevolgd gedurende drie jaar, twee avonden in de week, vier uur les. Ik ging daar nog op andere avonden naartoe en het feit is dat dat ergens wel mijn opleiding is geweest. Anders zou ik niet staan, waar ik nu sta. Het is niet dat ik buiten het middelbaar en één jaartje academie het helemaal op mezelf heb gedaan. Ik heb heel veel ge-

Wat is een goed ontwerper volgens jullie? Stel dat er iemand voor jullie begint te werken, waarop let je dan? Hebben jullie bepaalde criteria? JOHAN Criteria dat is zo raar… JONAS Dat is moeilijk eh! Hier werkt iemand halftijds freelance (student KASK, vorig jaar afgestudeerd), die is gewoon goed. Hij heeft hier stage gelopen en op dat moment kan je wel beter inschatten of iemand geschikt is om mee te draaien in het kleine team of niet. JOHAN Het moet ook gewoon klikken, als je die persoon niet kan uitstaan ook al maakt hij goed werk, dan gaat het niet. JONAS Het is een combinatie van dingen. JOHAN We zijn er ook nog niet zoveel mee geconfronteerd geweest. JONAS En lange dagen draaien, dat is het minimum. Nee dat is eigenlijk helemaal niet waar. Wij werken van half negen tot zes.

begint anders zit je veel te lang te prutsen.

digitaal

[ 36 ]

had aan die leerkracht van de avondschool. Toen was ik met het idee bezig een eigen bureautje op te starten en hij gaf toegepaste opdrachten die aansloten bij hetgeen ik wou doen.


INTERVIEW WE MAKE GRAPHICS

Dus als grafisch vormgever heb je toch nog tijd voor jezelf, want er wordt gezegd dat je zogoed als geen leven meer hebt… JOHAN Dat is hoe dat je dat zelf oplegt. Wij beginnen nu om halfnegen het doel is om om vijf à zes uur te stoppen. Er zijn ook wel avonden dat wij doorwerken tot twaalf uur, maar we proberen dat zo in de planning te voorzien dat we snel en efficiënt werken. Structuur is zeer belangrijk, dan lukt dat wel. Je moet het eigenlijk zelf bepalen? JONAS & JOHAN Jazeker! JONAS Je moet je niet laten domineren door je klanten. Dat is gewoon, dat is misschien geen fout, maar niet iedereen kan tegen de klanten zeggen het is pas tegen de week erna. Als je genoeg opdrachten hebt is het ook niet zo erg als de klant zegt dat hij ergens anders gaat. Daar komt het wel op neer, sommige mensen verwachten gewoon teveel. Een goede planning helpt gewoon en als je van half negen tot zes uur werkt… JOHAN Kan je wel heel wat verzetten. Zou er iemand van jullie ooit kunnen lesgeven aan studenten? JOHAN Op dit moment niet, maar misschien als ik veertig ben wel. Ik weet het niet. Ik heb er nu echt niet de drang voor toe. Ik ben vooral voor ons bezig. JONAS Ik zou dat inderdaad misschien ook ooit wel willen doen. Maar dan een specifieke opleiding en niet een heel jaar. Ik zit daar eigenlijk nog niet op te wachten. Momenteel willen we een goed en gezond bureau!

INTERVIEW

Er is al iets over gezegd, maar is het moeilijk om al die uiteenlopende opdrachten voor de klanten met verschillende eisen te volbrengen? Moet je soms een klant afschepen omdat die te grote eisen stelt? JOHAN Wij zijn wel eerlijk met de klanten, als wij iets niet kunnen, zoals bijvoorbeeld video, dan zeggen we dat gewoon. JONAS We proberen wel samenwerking op te bouwen zodat we ook kunnen doorverwijzen, maar als ze naar ons komen voor een 3D-rendering ofzo dan moeten we gewoon zeggen dat kunnen we niet. En ook qua webdesign hebben we een keuze gemaakt, we doen enkel het ontwerp, de html en CSS laten we doen door een webbureau. We kennen de basis wel maar we focussen ons beter op andere dingen. Ik denk dat dat wel een sterkte is, dat je je specialiteiten hebt. Het is belangrijk om er open kaart over te spelen naar de klanten toe. Hebben jullie ooit al een prijs, voor bijvoorbeeld beste ontwerp,… gewonnen? JONAS Johan heeft al in de Computer Arts gestaan. Het is niet echt het doel om prijzen/awards te winnen. We zijn gewoon met ons bureau bezig en we willen dat goed doen. Ik denk dat dat meer in de reclamewereld is, om zo wat meer prestige te krijgen. Zouden jullie ooit in functie van jullie job Antwerpen verlaten? JONAS Daar zijn wel ideeën over, maar dat is nog ver. Misschien wat meer Europees werken. Dat uit zich dan gewoon in een extra bureau in Berlijn ofzo en daar dan een samenwerking opzetten met freelancers.

[ 37 ]


grote

wolk

Het wordt soms één

in uwe kop.

JOHAN Dat zijn gewoon maar wat ideeën. JONAS Als we wild mogen fantaseren is dat al veel. Je moet doelen voor opstellen als je zelf iets opstart. Eerst ons nieuw kantoor hier in Berchem!

Als afsluiter, wat zijn nu de concrete toekomstplannen? Of is het meeste al bereikt? JONAS Misschien nog wat meer mensen in het bureau, uit een ietsje groter team (zes mensen ofzo) werken lijkt wel leuk. En opdrachten meer richting culturele sector, heel typografische en hoogstaande vormgeving maken. JOHAN Zeker, zeker! JONAS Grotere klanten die meer mensen bereiken, dan voel je je als vormgever veel zinvoller als je iets maakt dat meer mensen raakt. Interview door Helina Heremans

[ 38 ]


GENTSE AVONDLUCHT

Beroepsmisvorming,, u bent niet alleen, grafisch ontwerpers hebben er last van. We lopen op straat en ergeren ons dood aan alle ‘slechte’ affiches, uithangborden, winkeletalages, vrachtwagenopschriften,… En als we nu eens een grafisch ontwerper laten experimenteren met een fototoestel en zijn sluitertijd krijg je dit. De typografie (misschien niet van hoogstaande kwaliteit) kan hier niet ontlopen. De ‘M’, ‘V’/’W’ en 'S' zweven hier duidelijk rond in de Gentse avondlucht.

TEKST EN BEELD HELINA HEREMANS

[ 39 ]


[ 40 ]


INTERVIEW KOENRAAD IMPENS

Koenraad Impens BOZAR – Behind the graphic

scenes.

Hij draait al een tijdje mee in de grafische wereld en het was geen sinecure deze grafische duizendpoot vast te pinnen voor een interview. Na heel wat formeel mailverkeer en wachten lukte het dan toch. Het is een zonnige donderdagmiddag wanneer Koenraad Impens naast mij opduikt op een Gents terrasje en zich vriendelijk excusseert voor de vijf minuten vertraging. Twee pintjes, drie onderbroken telefoontjes en een waslijst vragen later is het mij gelukt wat inzicht te verkrijgen in de wereld van deze ervaren vormgever.

Laten we beginen met het logische: met wat hou je jezelf op dit moment zoal bezig? Op dit moment probeer ik mij vooral te focussen op mijn werk bij BOZAR en eigen werk dat ik maak in m’n vrije tijd. In BOZAR hebben we een klein team van drie mensen waarmee we de grafische vormgeving doen en dan één webmaster en iemand die de content doet van de website. We zitten dus samen in een bureau met drie vormgevers en doen dus praktisch bijna alles: affiches, folders, flyers, concertprogramma’s, het maandelijks magazine, banners, inhouse signalisatie, promotiemateriaal, advertenties, .... Om je een idee te geven van het werk

dat we hebben: er zijn in BOZAR 7 artistieke departementen. De twee grote pijlers hierbinnen zijn BOZAR Expo, de 2 grote tentoonstellingen die om de twee à drie maand afwisselen en dan nog een twee of drietal kleinere tentoonstellingen. De tweede pijler zijn de concerten, BOZAR Music, waarvan er meer dan 250 per jaar zijn. Meestal klassieke muziek maar ook jazz en elektro. Verder zijn er in bij BOZAR twee meisjes die zich enkel en alleen bezig houden met het samenstellen en maken van de catalogi die uitkomen bij elke grote tentoonstelling. De reden hiervoor is simpel: wij hebben er gewoonweg geen tijd meer voor om ons daar mee nog

bezig te houden (lacht). Daarenboven is het vormgeven van een boek toch nog een stiel op zich.

Zoals BOZAR Electronic Weekend? Ja. BOZAR wil een zo breed mogelijk muziekgamma aanbieden, gekoppeld aan allerlei evenementen en tentoonstellingen. De andere departementen bevatten onder andere cinema dat strikt genomen in twee delen valt: het ene heeft een meer experimenteel karakter en het tweede zijn vooral avant-premières en grotere filmproducties.

[ 41 ]


De grafische wereld is toch wel héél klantgericht. Ontwerpen jullie ook de de publicaties en dergelijke voor CINEMATEEK? Neen. Zij zitten ook wel in het paleis (Paleis voor Schone Kunsten, het Hortagebouw nvdr) maar hebben eigenlijk geen connectie met ons. Het is een aparte organisatie die hun zalen heeft in een klein gedeelte van het gebouw. Doe je tussendoor ook veel freelance werk? Dat gebeurde vroeger meer omdat ik freelance begonnen ben. Ik heb dat nu stilletjes aan proberen afbouwen omdat ik de laatste twee jaar meer vrij werk wou maken, los van opdrachten. Daarenboven heb ik maar één dag per week vrij wat niet echt veel is om nog freelance opdrachten te zoeken of uit te werken. Het is eigenlijk een puur praktische beslissing die ik voor mezelf heb genomen. Wat heb je gestudeerd? De opleiding de ik heb gevolgd was digitale vormgeving. Aansluitend heb ik een jaar webdesign gevolgd in avondopleiding. Beiden aan het KISP, op de HIGROcampus. Ik vind het vooral belangrijk jezelf te blijven vormen. Mijn opleiding was heel technisch en legde minder nadruk op het creatieve, maar dat compenseerde ik door zelf eigen werk te maken. Verder heb ik ook cursussen gevolgd in film en kunstgeschiedenis.

[ 42 ]

Waarom ben je precies bij BOZAR gaan werken? Het was eigenlijk een vrij spontane sollicitatie. Ik ben een achttal jaar geleden gaan solliciteren, toen BOZAR eigenlijk pas was opgestart. Daarvoor was het een losse verzameling van vzw’s die verzameld waren in het paleis (Paleis voor Schone Kunsten nvdr). Ze regelde tentoonstellingen, muziekoptredens, literaire evenementen en dergelijke. Voor de samenvoeging waren het dus losse organisaties die gegroepeerd zijn onder een branding uitgevoerd door BaseDesign in Brussel. Centraal in BOZAR zijn natuurlijk de grote tentoonstellingen met hun bijbehorende campagnes. Jullie maken hiervoor dan het promotiemateriaal en de reclamefolders, maar hebben jullie als vormgevers ook inbreng in hoe het geheel er mag uitzien? Die dingen hangen echt af van project tot project. Bij de grote tentoonstellingen gaat het toch over zéér grote budgetten. Het zijn vaak samenwerkingsverbanden met buitenlandse musea of kunstinstellingen of er wordt een externe gastcurator aangesteld. Dat kan iemand zijn die werkt bij een ander internationaal museum of een bekende kunstenaar of kunstcriticus. De programmatie wordt dus door de directe vastgelegd, in overleg met de instelling waaraan we het collectiemateriaal ontlenen. Achteraf zijn er wel meetings om de


INTERVIEW KOENRAAD IMPENS

visual te bepalen en pas nadien komen ze naar ons om het geheel gedetailleerder uit te werken en precies te bepalen hoe we het gaan aanpakken.

Geldt hetzelfde ook voor de kleinere tentoonstellingen? Dat hangt opnieuw af van geval tot geval. Het interessante aan kleinere projecten is dat we vaak zelf meer vrijheid hebben om beelden te kiezen. Soms vragen ze zelfs om specifiek een affiche op basis van typo te maken als er geen visual gevonden kan worden. Dit gebeurt echter meer bij festivalachtige evenementen. Het materiaal wordt dus aangeleverd? Het materiaal dat we mogen gebruiken voor de vormgeving van onze publicaties wordt aangeleverd door de musea of instellingen waar we dan specifieek mee samenwerken. Het Paleis voor Schone Kunsten is op zich een leeg gebouw. We zijn eigenlijk geen museum met een permanente collectie. We hebben concertruimtes, tentoonstellingsruimtes, multimediale ruimtes en ook theater maar werken steeds in uitwisselingsverband. Misschien kunnen we even doorgaan over de verschillende departementen? Binnen BOZAR is er dus nog theater, dans, architectuur, literatuur en BOZAR Studios. Studios houdt zich meer bezig met projec-

ten rond kinderen en meestal in het kader van de grote tentoonstellingen. Zo kunnen ze overdag allerlei workshops doen en de tentoonstellingen bezoeken met allerlei bijbehorende projecten.

Heb je nog verdere carrièreplannen of is dit het eindstation? Dat weet ik eigenlijk nog niet (lacht). Ik ben er zelf nog niet helemaal uit of ik hier eigenlijk nog wel verder in wil gaan omdat ik toch al twaalf à dertien jaar bezig ben met vormgeving. Ik probeer natuurlijk los van mijn werk zelf nog te evolueren en mijn andere interesses, zoals muziek en mode, verder te ontplooien. Maar om daar dan een job in te vinden, ook niet vanzelfsprekend hé (lacht). Desalniettemin is muziek toch wel een zware passie. Ik zal stellen dat de toekomst niet helemaal duidelijk is op dit moment. Op je blog kunnen we ook vrij werk van je terugvinden. Waar haal je doorgaans je inspiratie? Die blog gebruik ik eigenlijk als een soort vrij portfolio. Ik haal vooral inspiratie uit muziek, film, tentoonstellingen en fotografie. Fotomontage en collage hebben mij altijd wel al geïnteresseerd. Ik probeer die dingen wel af te scheiden van mijn werk bij BOZAR. Zo ga je op mijn tumblr nooit een link vinden naar BOZAR.

Zonder vast

stramien geen goed magazine. [ 43 ]


Het magazine wordt dus vormgegeven door een team van 3 vormgevers. Hoe gebeurt dit juist? Is er een taakverdeling? We hebben nu onlangs een restyling van het magazine doorgevoerd. De originele maquette van het magazine was gemaakt door BaseDesign en dateerde dus al van acht jaar geleden. We hebben dat doorheen de jaren wel af en toe aangepast op vraag van de directie maar een maand of vijf geleden hebben we toch een radicale restyling doorgevoerd. De maquette was dus doorheen de jaren steeds met kleine stukjes aangepast maar het geheel was er niet beter op geworden. Integendeel, het werd veel te rommelig en onoverzichtelijk. Dat lag deels ook aan de programmatie. Er gebeurt gewoonweg elke maand zoveel (lacht). Het is dus niet evident dat overzichtelijk vorm te geven. Zo heb ik de kalender gegroepeerd achteraan het magazine en dus niet langer per departement verspreid met daartussen nog eens heel veel advertenties en kleurenbalken. De restyling die ik nu heb doorgevoerd had dus als doel een simplificatie en vooral een meer klare lijn. We werken nu met bepaalde keywords, vaste titelstrucuren, het groeperen van logo’s en elk departement heeft nu een kleur gekregen. En wat met de taakverdeling? Ik heb mij voornamelijk bezig gehouden met de restyling en ben bijgevolg ook meer bezig met het magazine. Mijn collega’s houden zich momenteel meer bezig met de vormgeving voor de tentoonstellingen. Al switcht dat wel regelmatig, om het interessant te houden (lacht). Wat is jou idee van goed grafisch ontwerp? Wanneer is iets goed grafisch vormgegeven? Meestal heb ik meteen een mening: ik vind het goed of ik vind het niet goed. Als ik in

[ 44 ]

andere musea of culturele instellingen ben, probeer ik wel altijd eens te kijken wat zij doen met hun folders en publicaties. Maar eigenlijk is dat niet zo’n gemakkelijke vraag (lacht). Soms vind ik iets goed maar is het niet mijn smaak, maar daar moet je van kunnen afstappen. Iets kan technisch heel goed gemaakt zijn door iemand die het duidelijk goed kan, maar daarom vind ik het nog niet mooi.

Wanneer is je passie voor vormgeven begonnen? Er is natuurlijk wel altijd al een zekere interesse geweest. Ook het idee van te werken in de grafische wereld sprak mij enorm aan. De opleiding die ik gevolgd heb was minder kunstgericht dan de opleiding die jullie hier op het KASK volgen. We leerden vooral heel klantgericht werken: je maakt een eerste schets en werkt in overleg met je klant. Achteraf gezien was dit wel een pluspunt. (Na denkpauze) De grafische wereld is toch wel héél klantgericht (lacht). Onze tentoonstellingen en evenementen moeten natuurlijk aanspreken. Vele affiches die je tegenwoordig ziet zijn niet echte ‘branché’. Het zijn geen echte designklassiekers die puur gemaakt zijn voor de vorm. Maar alles is natuurlijk gerelateerd aan sponsering en coproducties. Dus het moet redelijk toegankelijk blijven? Ja, eigenlijk wel. Zijn er bepaalde vormgevers die je zelf goed vindt? Ik vind dat je zelf steeds moet blijven evolueren – wat toch gemakkelijker is gezegd dan gedaan. Pakweg tien jaar terug vond ik het Zwitsers designbureau burodestruct heel goed. De laatste twee jaar volg ik de grafische scène wat minder. Ik ben momen-


INTERVIEW KOENRAAD IMPENS

Je kan in mijn ogen moeilijk zeggen dat het

beeldende belangrijker

is dan het typografische.

teel meer bezig met fotografie en muziek. Al vind ik het Berlijns bureau Hort op dit moment wel goed. Vroeger kon ik uren bezig zijn met bureaus online te checken, maar dat is de laatste jaren wat afgenomen. Er zijn er ook zoveel hé (lacht).

de beelden en plaatsing ervan. Kleur en lettertypes zijn wel vastgelegd in een stramien, wat noodzakelijk is. Zonder vast stramien geen goed magazine. Onze taak komt er op neer om het visueel goed en aantrekkelijk te maken.

Het magazine heeft toch een bepaalde uitstraling, mede door advertenties voor merken als Hermès en Delvaux. Compleet je zin doen zit er dus nooit echt in? Absoluut niet. We werken altijd binnen een vast stramien en in overleg met de hoofdredacteur die de tekst schreef met zijn redactieteam. Hij bepaalt de planning van de pagina’s en hoe het magazine er gaat uitzien. Het is wel onze taak om te melden wanneer dingen niet werken. We mogen achteraf dus wel pagina’s verplaatsen en er is sowieso ook de vrijheid in het kiezen van

Je zei al dat je als vormgever zelf moet blijven evolueren. Heb je nog advies voor beginnende grafische ontwerpers? In puur grafische vormgeving vind ik persoonlijk de balans tussen typografie en beeldmateriaal belangrijk. Je kan in mijn ogen moeilijk zeggen dat het beeldende belangrijker is. Typografie vind ik soms zelfs belangrijker. Ik doe dus heel veel lay-out bij BOZAR en dat moet soms heel erg snel gaan. Het is niet zo dat we maanden op een folder zitten te werken. Nu werk ik aan een nieuw project dat maandelijks zal door-

gaan. Daar rek je een paar dagen voor uit: je maakt een visual, pleegt overleg en begint te ontwerpen. Meestal blijft het wel in ons stramien van de huisstijl maar voor de rest ben je eigenlijk vrij qua lettertypes en plaatsing. Uiteindelijk moeten we het gewoon voorstellen en moet het aanvaardt worden door de directie. Je moet als vormgever dus heel flexibel kunnen zijn. Je moet ook snel maar grondig kunnen werken. Als je freelance werkt moet je volgens mij vooral contacten onderhouden. Niet bij de pakken blijven zitten maar zelf mensen gaan contacteren. Interview door Tom Packet

[ 45 ]


EXT TIM

&

ROTSAK FE - SOUL COMMUNICATION & REASEARH DE BLAUWE PEER SARA FANELLI

FILLES A PAPA

UBER UND KOSHER


&

UBER UND KOSHER

]

COLOFON Hoofdredactie Helina Heremans Art director Helina Heremans Vormgeving Helina Heremans

Interviews Ines Maroye Bie Verstraete Anna Gorichenko Helina Heremans Tom Packet Grafisch nieuws Bie Verstraete Helina Heremans Printshop

Qualicopy

Speciale dank aan Bieke Depuydt Marc Popelier Danny Dobbelaere Copyright Š 2012 Gent

WALDVOGEL


SEE YOU NEXT MONTH !


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.