link Magazine 2023, #01

Page 1

DE VERBINDING

TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

februari 2023 | nummer 1 | jaargang 25

HOOFDREDACTIONELE

WISSELING VAN DE WACHT

‘COMMUNICATIEMENSEN

HEBBEN SOMS DE NEIGING EEN ARTIKEL

HELEMAAL PLAT TE WILLEN SLAAN’

BILL OF MATERIALS

GEHEIM VAN EEN

SUCCESVOLLE TRANSITIE IS EEN ‘GEK’ DIE IEDEREEN MEETREKT

COMMERCIEEL DIRECTEUR

THOMAS WAALS (VAN BUSSEL): :

‘WE ZIJN GEEN BEDRIJF

MET KNEITERHARDE

GROEIDOELSTELLINGEN’

VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

THEMA

DE VERBINDING

TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

THEMA

VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

Dat er problemen zouden ontstaan, kon al van ver worden voorspeld. De lange, onzekere levertijden van heel veel componenten, gecombineerd met volle orderboeken, zorgden ervoor dat leveranciers massaal gingen bestellen. Maar wat is daarvan inmiddels nog nodig? Hoe worden de spanningen in de keten gelenigd?

‘SOMMIGE COMMUNICATIEMENSEN HEBBEN DE NEIGING EEN ARTIKEL HELEMAAL PLAT TE WILLEN SLAAN’

Na 23 jaar vertrekt Martin van Zaalen als hoofdredacteur. Alexander Pil volgt hem vanaf de april-uitgave op. Een interview van Pil met Van Zaalen, en andersom. Over observaties en verwachtingen: ‘Ik ben heel benieuwd hoe het ecosysteem rond ASML zich gaat ontwikkelen.’

TOPIC CERTIFICERING

Zo’n veertien jaar geleden deed Thomas Waals zijn mts-afstudeerstage op de tekenkamer bij Van Bussel Metaaltechniek in Asten. Nu is hij er commercieel directeur én mede-eigenaar. ‘Fijne klanten, superleuke medewerkers, warm bedrijf, mooie producten’, vat hij het samen. Van Bussel wil de wereldmarkt op.

OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over Bond3D dat inmiddels een imposante rij 3D-printers op de werkvloer in Enschede heeft staan. Nog dit jaar wil de start-up de medtech-markt op met 3D-geprinte implantaten.

BILL OF MATERIALS

HET GEHEIM VAN EEN SUCCESVOLLE TRANSITIE IS EEN ‘GEK’ DIE IEDEREEN MEETREKT

Een stuklijst, het lijkt een stoffig onderwerp om over te discussiëren. Tijdens het Link Café over de uitdagingen rond de bill of materials kwam echter naar voren dat behoorlijk wat bedrijven ermee worstelen. Terwijl een goede BOM noodzakelijk is voor een toekomstig businessmodel op basis van servitization.

42 MDR verhoogt op termijn de veiligheid van medische producten, maar vergt wel meer inspanning

Achterstanden en hogere kosten: fabrikanten kiezen voor hun cash cows

45 Van Doren Engineers levert besturingspanelen die voldoen aan alle Noord-Amerikaanse eisen ‘Het is soms echt spijkers op laag water zoeken, maar het moet’

DUURZAAMHEID

56 TalkING Industry over duurzaam ondernemen ‘Veel bedrijven gaan gewoon door, terwijl straks hun businessmodel niet meer werkt’

81 Data en beprijzen footprint kunnen ‘inefficiënte’ foodsector snel veel duurzamer maken Ketenregisseur legt de bal bij de overheid

ZIE VERDER PAGINA 5

/23 #1 3 februari 2023
30
WISSELING VAN DE WACHT
STRATEGIE THOMAS WAALS, C OMMERCIEEL DIRECTEUR BIJ
BUSSEL 34 38 12
‘WE ZIJN GEEN BEDRIJF MET KNEITERHARDE GROEIDOELSTELLINGEN’
VAN

BESTE LEZER, EN VERDER: MARTIN

6 UIT DE MARKT

29 ENGINEERING VIRO breidt wederom uit ‘Lokale aanwezigheid maakt ons aantrekkelijker als ontwikkelingspartner’

33 DEFENSIE Nedinsco-ceo bepleit technologieclusters

Betere verdediging Europa vraagt om betere samenwerking

46 STRATEGIE Dennis van Beers vertaalt corporate Blue World-visie Festo naar werkvloer

‘Dat vergde – en vergt nog – goed uitleggen’

54 PRODUCTONTWIKKELING Merlin ontwikkelt met ITEQ ‘sexy’ muntuitgiftemachine

Op maat voor Geldmaat

61 PROCESVERBETERING Affix Engineering: partner op vlak van robotisering en vision

‘Samenwerking met topmerken moet ons de place to go maken’

63 PROCESVERBETERING PLM Xpert implementeert PRO-FILE bij Heinen & Hopman

‘De tool moet geen keurslijf zijn, maar een goed zittende jas’

66 ONDERHOUD TU/e: alleen mensen kunnen zorgen dat algoritmes vertrouwd worden

‘Personeel van nature wantrouwig jegens geavanceerde voorspeltechnieken’

68 PRINTING FMI Additive bundelt 3D-printactiviteiten in Tilburg

‘We willen dat hightech engineer meteen aan 3D-printen denkt’

70 STANDAARDISERING Openheid is de remedie tegen industriële spraakverwarring

‘Al die geheimzinnigheid komt voort uit angst’

75 COLUMN Hogere kwaliteit en productiviteit vergen samenwerking software-engineers

76 PRECISIEMETEN Mitutoyo Benelux opent nieuwbouw in Veenendaal ‘Sommige klanten hadden het niet meer verwacht’

79 STRATEGIE 25-jarig Hortec gaat nieuwe markten verkennen ‘Ik zie kansen in de elektrificatie’

85 UIT DE MARKT (Vervolg)

Ruim 23 jaar heb ik me als hoofdredacteur tot jou gericht. In het begin was jij vaak ouder dan ik, nu ben je vooral jonger. Je droeg begin deze eeuw nog een stropdas en ik twijfelde of ik je met ‘u’ of ‘je’ moest aanspreken, nu tutoyeer ik je zonder aarzelen en bemerk ik die twijfel soms juist bij jou.

Ik denk dat we elkaar de afgelopen meer dan twee decennia goed hebben leren kennen en begrijpen. Dat kan eigenlijk ook niet anders als je zolang zo intensief met elkaar omgaat. Want je was niet alleen mijn lezer, je was ook mijn verteller. In 1999 moest ik je altijd eerst doel en aanpak van Link Magazine uit de doeken doen, tegenwoordig kan ik dat overslaan. Hoeveel uur hebben we wel niet samen gezeten? Ik met blocnote en pen, jij tegenover me, alleen of met twee of meer. Maar we kwamen elkaar ook tegen bij conferenties. Soms stond je dan op het podium, vaker trof ik je bij de borrel.

Altijd was ik op zoek naar antwoorden en jij op zoek naar de balans tussen welke je kon geven en welke niet. De ene keer moest ik echt trekken aan de antwoorden, de andere keer kwamen die als een vloedgolf over mij heen. Interessant waren ze eigenlijk altijd. In het begin vertelde je dat je je toeleverketens ging verleggen naar het oosten, inmiddels leg je ze weer terug. Toen besteedde je steeds meer uit, later haalde je ook weer werk naar binnen. Produceren was voor jou de enig denkbare basis van een verdienmodel, nu is dat ook service. Software was voor jou volgend, maar nu zet je het in de lead. Philips vond je toen groot en ASML klein, nu is het andersom. Het verhaal over je cashflowproblemen dat je me nu vertelt (zie het themadeel) heb ik al vaker van je gehoord, zij het in een andere context.

En in den beginne klaagde je over een gebrek aan ketentransparantie. Maar het e-mailen was nauwelijks ingedaald, veel ging per fax en telefoon, en soms nog zelfs per geposte brief. Dus had je in die analoge wereld geldige redenen waarom niet altijd alles bij iedereen bekend was. Je compenseerde dat met een bepaalde onbevangenheid en openheid en je vermogen fouten te accepteren. Tegenwoordig app en post je en heb je alle mogelijkheden om ERP-systemen te koppelen aan die van partners, kun je alle product- en productie-informatie in digital twins kwijt en zijn er slimme algoritmes en AI-systemen die vraag en aanbod met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen voorspellen. Maar nog steeds klaag je over het gebrek aan inzicht in de keten. Ontijdig en onvolledig informeren kun je echter niet meer compenseren, want die onbevangenheid en openheid en dat acceptatievermogen van toen zie je nu zelf ook als een gebrek aan professionaliteit.

Nu kennen we elkaar, dus je weet dat ik hier niet ga schrijven dat vroeger alles beter was. Nee, de uitdagingen zijn nu complexer, maar in al die jaren hebben we veel geleerd, dus per saldo zijn ze nog even groot. En dat is fijn, want wat zouden we – jij en ik – zonder moeten.

Ik dank jou, lezer en verteller, voor je gezelschap, aandacht en verhalen al die jaren. Een afscheid is dit niet (ik blijf met je praten en voor en over je schrijven), maar bij deze draag ik wel mijn rol als hoofdredacteur van Link over aan Alexander. Het was mij een eer en oprecht genoegen. Rest mij hem alle succes te wensen en mijn collega’s – John, Mireille, Lucy, Aad, Hans, Jan, Wilma en nog tal van anderen –te danken voor die vele jaren van fijne samenwerking.

MARTIN VAN ZAALEN

Hoofdredacteur Link Magazine

COLOFON

Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 25, NUMMER 1, FEBRUARI 2023

UITGEVER H&J Uitgevers

Mireille van Ginkel

Bosscheweg 76

5151 BE Drunen

(010) 451 55 10 06 51 78 41 97

uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), P. Berting (Huisman), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), M. Courage, F.M. Eisma (Trumpf Nederland), P. Fokke (Siemens), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), F. Groot (ISAH), ir. M.H. Hendrikse (HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), S. Kleijngeld (Inther Group), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech).

HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen

EINDREDACTIE Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl

AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Gerben van den Broek, Jan Broeks, Frank Ophelders, Bas van Oudenhoven, Alexander Pil en Marjolein de Wit-Blok.

COVERFOTO Vincent Knoops

GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 82,75 exclusief BTW per jaar

ADVERTENTIE-EXPLOITATIE

John van Ginkel

john.vanginkel@linkmagazine.nl

(010) 451 55 10, 06 53 93 75 89

VOLGEND NUMMER

Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 21 april 2023. Het thema van dit nummer is: ‘Parijs halen: de energietransitie kostenefficiënter én duurzamer’.

ISSN 1568 - 1378

Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

5 februari 2023
n eurom maar die de en metorme k f En enderm de g tijd d dk LIK

UIT DE MARKT

RENÉ SAVELSBERG (SET VENTURES): ‘ELEKTR ISCHE AUTO’S WORDEN ONDERDEEL VAN SLIM ENERGIENETWERK’

SET Ventures uit Amsterdam investeerde een jaar geleden samen met partners EnBW New Ventures, Smartworks en Hermann Hauser Investment GmbH zo’n 8,3 miljoen in start-up Easelink in het Oostenrijkse Graz. Easelink ontwikkelt het automatisch oplaadsysteem Matrix Charging waarbij een elektrische auto uitgerust wordt met een compacte, universele Matrix Charging

Connector aan de onderkant. De auto wordt bovenop een oplaadplaat geparkeerd, de Matrix Charging Pad. Connector en pad maken fysiek contact en het opladen begint automatisch.

René Savelsberg, managing partner en co-founder van SET Ventures: ‘Wat de wereld nodig heeft, is elektrificatie van de mobiliteit. Het aanbod van elektrisch aangedreven auto’s groeit gestaag. Eén van de cruciale zaken daarbij is een goede oplaadinfrastructuur. In het verleden zag je een duidelijke afbakening in de mobiliteitssector tussen de autofabrikanten enerzijds en de oliemaatschappijen met hun tank-

stations anderzijds. Maar dat loopt steeds meer in elkaar over.’ Automobielbedrijven zien een kans om hun businessmodel op lange termijn om te vormen. Zij hebben met hun elektrische voertuigen een belangrijk device in handen om aan het energiesysteem van de toekomst te hangen. Savelsberg: ‘We gaan steeds meer apparaten rechtstreeks aan het energiesysteem koppelen. Soms hebben die energie nodig, dan weer kunnen ze juist energie leveren aan het net, of energie tijdelijk opslaan.’ Auto’s op batterijen worden onderdeel van het grotere energiesysteem waarbij alles optimaal met alles uitwisselt en verbonden is. In de toekomst rijden auto’s steeds meer of uiteindelijk volledig autonoom. ‘Als een auto die laatste meters naar zijn parkeerplek rijdt, is het raar dat de bestuurder vervolgens nog met een oplaadkabel in de weer moet. Laat die auto automatisch starten met opladen.’ De auto staat op zijn plek, de connector komt automatisch uit de onderkant van het voertuig en maakt verbin-

ding met de oplaadplaat. Dat automatisch opladen geeft gebruiksgemak, maar de echte driver zit ’m volgens Savelsberg in het feit dat de automobielindustrie de zekerheid heeft dat auto’s verbonden zijn met het energiegrid zodat ze ermee kunnen gaan ‘spelen’: energie toevoegen, energie opslaan in de uren dat energie goedkoop is, en energie eruit halen om te rijden of bijvoorbeeld een gebouw van energie te voorzien. ‘Met een oplaadkabel heb je die zekerheid niet. Als ik de kabel niet aansluit, gebeurt er niets.’ De technologie is er, de connector van Easelink is heel compact en is in elke auto in te bouwen. Een marktintroductie in de automotive is echter

3T KIEST VOOR GECONTROLEERDE GROEI

Onder invloed van de schaarste aan componenten en de logistieke crisis die nog steeds voortduurt, neemt de vraag naar de expertise van 3T toe, stelt Michiel Bloemen, die mei vorig jaar aantrad als ceo bij deze ontwikkelaar van klantspecifieke elektronica en embedded systemen met vestigingen in Enschede en Eindhoven.

‘En dat geldt voor alle markten waar wij ons op richten, van complexe machinebouw en medical tot defence & security en meetsystemen. Onderdelen blijven slecht verkrijgbaar en wij kunnen bedrijven helpen alternatieven te vinden.’

Het aantal nieuwe projecten, klanten en medewerkers bij 3T stijgt nog steeds, zij het niet meer zo sterk als in de afgelopen jaren. Een bewuste keuze, aldus Bloemen. ‘We zijn een echte ontwikkelclub met kennis en competenties als corebusiness, die kwaliteit levert. Daarom willen we gecontroleerd groeien. Er zit dan ook een limiet aan het aantal nieuwe engineers die we kunnen inwerken en opleiden. Daarnaast bekwamen onze medewerkers zich in de nieuwste technieken en technologieën om klanten die kwaliteit te kunnen blij-

ven leveren. Daar ligt onze focus en daarop gaan we ons dit jaar nog meer richten.’ Momenteel telt 3T ruim honderd medewerkers.

De verhuizing eerder dit jaar van de Eindhovense vestiging naar de High Tech Campus in Eindhoven, biedt perspectief wat dat betreft. ‘De regio Eindhoven is belangrijk voor 3T. Dan is de HTC een inspirerende locatie, die helpt bij het aantrekken van nieuwe medewerkers. Bovendien zit een aantal klanten van ons nu op loopafstand, wat een-opeengesprekken tussen techneuten vergemakkelijkt.’ Daarnaast biedt het nieuwe, grotere pand ruimte voor groei. ‘Enerzijds willen we meegroeien met onze huidige klanten, want we streven naar langjarige samenwerkingen. Anderzijds zetten we in op uitbreiding van ons klantenbestand in onze vier focusmarkten. Mijn speerpunt voor komend jaar is om die balans goed te houden en ervoor te zorgen dat onze organi-

satie daar goed bij past, zodat de kwaliteit altijd gegarandeerd blijft.’ Bloemen ziet ook kansen in Duitsland. Het hoofdkantoor van Kendrion – specialist in hoogwaardige elektromagnetische systemen en componenten voor industriële en automotive toepassingen, die in september 2021 3T overnam – bevindt zich in Amsterdam, maar het bedrijf heeft vestigingen wereldwijd, onder meer in Duitsland. ‘Daar ligt een markt voor ons open. Een mooie uitdaging voor de toekomst.’ www.3t.nl

een zaak van lange adem, gezien de enorme kwaliteitseisen en de vele keuringen. Easelink is in gesprek met een grote groep oem’ers. Met de ene autofabrikant zijn ze verder dan de andere. De Easelink-connector kan ingebouwd worden tijdens de productie van de auto, of als aftermarket-product geleverd worden. De plate – Savelsberg noemt het ‘een sophisticated stopcontact’ – is makkelijk te realiseren op of in de grond. De investering van SET Ventures en consorten wordt onder meer gebruikt om het systeem verder te kwalificeren en certificeren. In Oostenrijk rijden inmiddels al taxi’s met het Easelink-systeem. ‘Als het eenmaal rond is met die fabrikanten, weet je dat je voor langere tijd grote aantallen kunt gaan leveren.’

De rol van SET Ventures is geld verschaffen, maar vooral ook het verder helpen bij het uitbouwen van het bedrijf. ‘Denk aan de vele partnerships die nodig zijn om de productie op te schalen, het goed omgaan met de cash flow, alle aspecten van bedrijfsvoering. We zijn niet alleen aandeelhouder, maar zitten ook in de raad van commissarissen, en overleggen intensief met het management.’ De marktpotentie is er: ‘Easelink maakt geen auto’s of batterijen, ze maken een oplossing om een auto slim te connecten aan het energienet en dat wordt cruciaal.’

SET Ventures is opgericht in 2007 en kiest voor zijn investeringen technologiebedrijven met digitale oplossingen die zich richten op innovaties voor een CO2-vrij energiesysteem.

www.setventures.com

www.easelink.com

6 februari 2023
René Savelsberg. Foto: Bart van Overbeeke Michiel Bloemen, ceo 3T, ziet voor 3T kansen op de Duitse markt. Foto: 3T

IFS-ONDERZOEK: SERVICEBEDRIJVEN HEBBEN MOEITE SLA’S NA TE LEVEN

Field service bedrijven staan onder druk om niet alleen aan de verplichtingen van de klant te voldoen, maar ook om concurrerend te blijven en duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Dit laatste geldt als eerste actiepunt voor de toekomst. Respondenten spreken ook hun bezorgdheid uit over het gebrek aan geschoolde arbeidskrachten (40 procent) en verandermanagement in combinatie met de adoptie van nieuwe technologie (37 procent).

Aldus het wereldwijde onderzoek State of Service waarvan cloudbedrijf voor bedrijfssoftware IFS eind januari de resultaten publiceerde. Het onderzoek belicht de grootste uitdagingen en prioriteiten van field service bedrijven voor het komende jaar. Gezien de ervaren arbeidsmarktkrapte is het niet verbazingwekkend dat bijna de helft (46 procent) van de respondenten aangeeft dat hun bedrijf moeite heeft om de service level agreements (SLA’s) na te leven. De bevindingen laten ook zien dat technologische superioriteit de belangrijkste onderscheidende is

factor geworden op het gebied van field service (29 procent) en heeft daarmee de klantervaring ingehaald (26 procent). 37 procent van de respondenten ervaart verouderde of gebrekkige technologie als een constante druk. Deze trend toont aan dat bedrijven inmiddels inzien dat het niet investeren in de juiste digitale technologie grote gevolgen kan hebben, aldus het commentaar van IFS op de uitkomsten.

Hoe dan ook, sinds 2018 wordt er steeds meer geïnvesteerd in technologie. Uit het State of Service-onderzoek van 2022 blijkt dat de implementatie van artificial intelligence meer dan verdubbeld is, namelijk van 22 procent naar 46 procent. Ook is reverse logistics (oftewel retourlogistiek: het ophalen van kapotte, gebruikte of afgeschreven producten/verpakkingen) gegroeid van 25 procent naar 54 procent en is de implementatie van chatbots bijna verviervoudigd van 11 procent naar 44 procent. Alhoewel technologie de investeringstrends aanstuurt, blijft de focus op de klantervaring belang-

rijk. 44 procent van de respondenten is van plan om hulp op afstand te implementeren; 42 procent wil kennisbeheer implementeren; 40 procent gaat inzetten op Scheduling Optimization and Automation; ten slotte geeft 36 procent aan customer self-service belangrijk te vinden en te gebruiken. Marne Martin, president service management van IFS: ‘Terwijl

klantgerichtheid hoog op de agenda blijft staan, is het belang van technologie veel groter geworden. Succes is echter afhankelijk van het vermogen om mensen en vaardigheden af te stemmen op de marktdynamiek, en de vraag van de klant naar consistente dienstverlening.’

www.ifs.com

7 februari 2023
Bron: IFS
Proud to be part of something great Jij kunt AAE direct bezoeken met onze Virtual Tour via www.aaebv.com/careers

INDUSTRIE IN 2023: TWEEDELING IN DEELSECTOREN DOOR ENERGIEKOSTEN

Na een groei in 2022 van 3,5 procent staat de industrie in 2023 een krimp van 1,5 procent te wachten. Dat blijkt uit de vooruitzichten voor de gehele industriesector die ING Research opstelde. De hoge energieen grondstofprijzen en een teruglopende binnen- en buitenlandse vraag zorgen voor een omslag. Maar het verhaal is niet voor de complete industrie hetzelfde. Energie-intensieve industrietakken aan het begin

van de keten krijgen het moeilijk onder druk van de sterk gestegen Europese gasprijzen, de voorraadafbouw en een afnemende vraag door een afkoelende (wereld)economie.

‘De technologische industrie groeit juist gematigd door, zo’n 1,5 procent, dankzij de goedgevulde orderboeken, het wegwerken van productieachterstanden en de structurele vraaggroei’, aldus Gert Jan Braam, ING sector banker Industry. Hij lichtte de vooruitzichten voor de industrie toe aan het begin van de TalkING Industrybijeenkomst onlangs bij OpackGroup in Giessen, georganiseerd door ING Business Banking Industry, regio Zuid-

West, en Link Magazine (zie het artikel vanaf pagina 56). Binnen de technologische industrie groeit de automotive in 2023 het sterkst (+5 procent). Dat komt vooral door inhaalgroei vanwege uitgestelde productie. De verstoringen in toeleveringsketens zijn in 2023 minder groot en nemen geleidelijk verder af, is de verwachting van ING. Ook aan de flinke stijging van de in– en verkoopprijzen komt een eind. Braam: ‘Dit zien we ook terug in een afname van ingekocht materiaal en onderhanden werk. Levertijden verbeteren als gevolg hiervan.’

Het producentenvertrouwen is na een periode van dalingen in december opnieuw iets toegenomen, bedrijven zijn positiever over de productie in het eerste kwartaal. Al met al komt de groei voor de technologische industrie in 2023 (+1,5 procent) vermoedelijk wel een stuk lager uit dan in 2022 (+7 procent).

www.ing.nl/industrie

UIT DE MARKT 8 februari 2023
Protonic ontwikkelt en produceert industriële elektronica voor OEM’ers en heeft hiervoor alle kennis in huis. • Research • Engineering • Productie
www.protonic.nl
info@protonic.nl

TRAININGEN IA PROFESSIONALS TOEGEVOEGD AAN

VAKPASPOORT INDUSTRYID

Marc Waarle, trainer en academy coördinator bij IA Professionals, heeft eind januari een overeenkomt met IndustryID ondertekend. Daarmee worden de trainingen van Industrial Automation Professionals erkend en toegevoegd aan IndustryID. Software- en hardware-engineers krijgen voortaan het vakpaspoort IndustryID uitgereikt na het volgen van een training bij IA Professionals. Zo kunnen ze aan werkgevers en opdrachtgevers laten zien welke competenties ze in huis hebben. IA Professionals geeft recente schoolverlaters op technisch gebied een duwtje in de rug voor een succesvolle carrière als software- of hardware-engineer. Ook medior en senior engineers kunnen hier bijleren. ‘De inhoud, kwaliteitsnormen en visie sluiten naadloos aan op die van IndustryID. Mooier kun je het niet krijgen’, vertelt Marc Waarle, bij de ondertekening samen met André Braakman van IndustryID.

De trainingen van IA Professionals zijn ontwikkeld door twintig engineers van MA-IT MyAutomation.

MA-IT MyAutomation is met ruim 125 engineers leverancier van kennis en kunde voor de industriële automatisering, en actief in een scala aan branches. De trainingen bestaan, naast het overbrengen van techniek en methodieken, ook uit een soft skill-programma. Engineers worden een stuk effectiever als ze sociaal vaardig zijn. ‘Het leukste van engineering is het samenspel van techniek en de menselijke skills die je nodig hebt om je vak uit te oefenen’, aldus Marc Waarle. IndustryID is een vakpaspoort waarmee skills op een simpele manier vastgelegd kunnen worden. Door de NFC-chip of QR-code op de IndustryID-pas te laten scannen, kan iemand het online opleidingsen competentieprofiel inzien. Het vormt een industrieel toegangsbewijs, waarmee het voor opdracht-

NEVAT ONTWIKKELT METHODE OM MEDEWERKERS SNEL TE ‘UPDATEN’

In januari heeft NEVAT samen met haar leden BOZ Group en Confed de UPDATE-methode gelanceerd. Deze methode is door en voor bedrijven in de maakindustrie ontwikkeld en stelt organisaties in de maakindustrie in staat om leren, ontwikkelen en inzetbaarheid van medewerkers naar een hoger plan te tillen. Het zorgt voor medewerkers die zich bewust zijn van het belang van leren en ontwikkelen en hierin hun rol pakken. Ook geeft de UPDATE-methode leidinggevenden gereedschap in handen waarmee ze medewerkers optimaal kunnen ondersteunen.

Onder gebruikmaking van de SLIMsubsidieregeling is aan consultancybureau BRUIS de opdracht gegeven om op inhoud en procesmatig de UPDATE-werkgroep hierin te ondersteunen. Gedurende twee jaar is de methode ontwikkeld en bij BOZ in Bergen op Zoom en Confed in Amersfoort en Dordrecht uitvoerig getest. Nathalie Scholtes van BRUIS: ‘De methode heeft zich in de praktijk bewezen. Het draagt, zo blijkt uit de evaluaties, bij aan het vergroten van de kennis, vaardigheden en competenties van medewerkers. Ook versterkt de methode de relatie tussen medewerker en orga-

nisatie.’

De UPDATE-methode is specifiek ontwikkeld voor mkb’ers in de maakindustrie. ‘Om de methode te kunnen gebruiken is beslist geen HR-afdeling of HR-kennis in de organisatie vereist’, zo geeft AnneJaap Deinum, directeur van NEVAT, aan. ‘Alle organisaties die met de methode aan de slag gaan, zullen de voordelen ervaren.’ Die voordelen bestaan onder meer uit het krijgen van inzicht in de competenties die in de nabije toekomst voor de organisatie noodzakelijk zijn. Wat moet er ontwikkeld worden om medewerkers hierbij aan te laten sluiten? Ook een kant-en-klare gespreksmethodiek maakt onderdeel uit van UPDATE.

De methode versterkt en vergroot het toekomstperspectief van werknemer en werkgever. Ze draagt bij aan goed werkgeverschap en helpt verzuim en personeelsverloop te reduceren, aldus NEVAT. Medewerkers worden wendbaarder en kunnen omgaan met ontwikkelingen in bijvoorbeeld technologie. De methode is voor alle bedrijven in de maakindustrie beschikbaar. Kijk op de NEVAT-site voor meer informatie.

www.nevat.nl

gevers en werkgevers inzichtelijk is aan welke installaties iemand mag werken. Dit systeem is in alle industrieën en branches toepasbaar. IndustryID-passen worden gratis uitgereikt aan de cursisten door de aangesloten technische opleiders. De trainer voegt behaalde trainingen toe. Daarna vindt nog een controle plaats door de organisatie achter IndustryID. Zo is er altijd zekerheid over de juistheid van de geregistreerde opleidingen en persoonsgegevens. Het systeem registreert afgeronde opleidingen en de gebruiker wordt proactief gewaarschuwd als de geldigheid van het diploma afloopt. Alleen de gebruiker zelf bepaalt

wanneer iemand toegang krijgt tot de informatie door de pas te laten scannen. Hiermee wordt privacy gewaarborgd. IndustryID is een initiatief van FEDAcademie, een stichting die zich inzet voor een leven lang leren in de techniek. Steeds meer technische opleiders en brancheorganisaties haken aan bij dit industriebrede initiatief. www.fedacademie.nl

www.my-automation.nl

www.iaprofessionals.nl

Govers Accountants/Adviseurs

Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen.

Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Postbus 657 5600 AR Eindhoven

T 040 2 504 504

F 040 2 504 599 E kolen@govers.nl I www.govers.nl

Benieuwd hoe Van Vliet

Kijk op de achterpagina Maak het met Isah.

9 februari 2023
Marc Waarle (links) en André-Braakman. Foto: IndustryID
make-or-buybeslissingen maakt?
Automotive
20051ISAH-Advertentie-Link-magazine-teasersindd119/01/202313:51
Discover our business units. NieuweWeme Group Münsterstraat 12-14 NL-7575 ED Oldenzaal +31 541 530 500 info@nieuweweme.nl www.nieuweweme.nl a Koolen Industries company Manufacturing & assembly Charging solutions Containerized solutions control systems Your complex systems and processes made mobile, compact and plug & play From expert electrical engineering to small series, large series or serial production. Expert engineering. From small series to serial production. EV charging development, prototyping, engineering and serial production. For building a better tomorrow The one stop shop

UIT DE MARKT

SIOUX BOUWT VOOR ITEC RAZENDSNELLE RFID-TAGMACHINE

Het inleren blijkt heel vlot te zijn gegaan. ‘De eerste hebben wij gebouwd terwijl de mensen van Sioux hebben meegekeken, de tweede hebben we samen met hen gebouwd en de derde hebben zij gebouwd en hebben wij meegekeken’, schetst Mark Vogels. De senior sourcing manager van ITEC heeft het over de overdracht van de bouw van de ADAT3 XF Tagliner. Dit is een door ITEC ontwikkelde machine die een die (het hart van een chip) van een wafer haalt en die op een rfid-antenne plakt. Zo worden in een uur maar liefst 46.000 tags geassembleerd. ‘Met die snelheid onderscheiden we ons van de concurrenten. Pin me er niet op vast, maar die komen bij mijn weten vaak niet verder dan 8.000 tot 10.000 stuks per uur.’ Snelheid is zo belangrijk omdat de rfid-tag moet concurreren met de sticker met streepjescode. ‘Qua prijs komen we nu daarbij in de buurt. En een barcode moet je scannen. Een rfid-tag hoeft alleen maar een poort te passeren om uit te kunnen lezen. Om een winkelwagen vol

producten voorzien van tags af te rekenen is het voldoende om ermee door een poort rijden.’

Vanwege die productiesnelheid van de Tagliner is er inmiddels veel vraag naar van zogeheten tag-suppliers die op hun beurt de retail en de distributiecentra als klandizie hebben. Om die vraag het hoofd te kunnen bieden moest ITEC op zoek naar een additionele leverancier. ‘Alleen het ontwikkelen doen we zelf. Het bouwen, testen en installeren bij de klant laten we over aan een integrator. De Tagliner is een van de zes platformen voor het die bonden die we op de markt brengen. In eerste instantie zou Sioux alleen een module van de Tagliner leveren aan de integrator van de andere vijf platformen. Maar omdat de vraag naar de platformen te groot werd, zijn we

THIS IS PARKER

in overleg gegaan met Sioux. De eerste gesprekken waren in mei, in de zomer hebben we besloten de volledige integratie bij hen neer te leggen en inmiddels is de eerste Tagliner die door hen is gebouwd bij de klant geïnstalleerd.’ ITEC heeft reeds een flink aantal orders voor de machine binnen van een aantal internationale klanten. Momenteel wordt er één Tagliner per maand uitgeleverd. ITEC is een fabrikant van halfgeleiderapparatuur als machines voor het bevestigen en verlijmen van die’s, test- en visionapparatuur en

softwareoplossingen voor procesoptimalisatie. Het bedrijf is gevestigd op de Novio Tech Campus in Nijmegen. Het is een spin-out van multinational Nexperia, een onderneming met tientallen jaren ervaring met de ontwikkeling en hoogvolume productie van onder meer diodes, bipolar transistors, ESD protection devices en MOSFETs voor met name de automotive.

www.itecequipment.com

www.sioux.eu

Wereldwijd marktleider

op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing

systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units. parker.nl

11 februari 2023
automotive railway AEROSPACE industrY SPECIALIST IN ENGINEERING, PRODUCTION AND ASSEMBLY OF HIGH-TECH ELECTRONICS ELECTRONICS www.hortec.nl
De Tagliner. Foto: Itec Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën,
0448LinkThisIsParker98x12810022023indd119-01-202316:24

SCHAAR STE ÉN PLOTSE OVERVLOED LEIDEN TOT GELDSTRESS IN DE KETEN

WIE NIET VOORUITKIJKT

MOET FLEXIBEL ZIJN

‘De opdracht gaat tóch door.’ Je toeleveranciers dat vertellen heeft soms nog steeds de connotatie van een slechtnieuwsgesprek. Gelukkig is de supply van veel elektronicacomponenten de laatste weken op gang gekomen. Maar als je niet oppast, wordt de hele jaarbehoefte in één keer op de stoep geparkeerd, met een betalingstermijn van twee weken. Terwijl je niet de mensen hebt om er wat mee te doen. Tegelijk zijn er nog genoeg ‘moeilijke’ artikelen over. Het resulteert – onvermijdelijk – in fikse cashflowproblemen bij veel toeleveranciers. Problemen die zich een jaar geleden al aftekenden, maar evengoed nu zorgen voor telefoontjes naar advocaten. Zoals zo vaak zit ook nu de oplossing in flexibiliteit betrachten.

VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

k zie dat mijn bezoek is gearriveerd’, meldt Frank van Lierop, senior technical purchaser van IAI in Veldhoven, ter afronding van het Teams-interview. Zijn gast is een medewerker van Panasonic, leverancier van de sensoren waarvan er tientallen geïntegreerd worden in de paspoort- en ID-productiemachines van IAI. De verkrijgbaarheid van die belangrijke componenten was lange tijd een groot probleem. ‘Wij kochten

die in via onze partner itsme, maar zijn op een gegeven moment ook rechtstreeks met Panasonic gaan communiceren. We zitten nu regelmatig in een driehoek bijeen en hebben daardoor de leveringen weer redelijk op de rit. Transparantie naar je leveranciers hebben we altijd al betracht, maar is tegenwoordig – meer dan ooit – noodzakelijk.’

ROADMAP DELEN

Ook met de strategische partners – AAE, MTA en Mevi – die IAI van complete modules voorzien, heeft Van Lierop zeer regelmatig overleg om leveringsproblemen op te lossen. ‘Deze partners kopen zelf ongeveer 95 procent van de onderdelen die ze nodig hebben in, veelal wel op onze voordeligere inkoopvoorwaarden. Dat gaat zowel om klantspecifieke zaken als standaardproducten. Wij kopen dus 5 procent voor hen samen in, uit praktische overwegingen’ schetst Van Lierop. ‘Dat zijn ook componenten die we voor het eerst toepassen, vanwege een redesign. Wij delen onze roadmap met hen, met daarin de nieuwe features voor de machines die we ontwikkelen, zodat zij er in hun sourcing tijdig rekening mee kunnen houden.’

END-OF-LIFE MELDINGEN

Dát er problemen zouden ontstaan, kon al van ver worden voorspeld. De lange, onzekere levertijden van heel veel componenten, gecombineerd met volle orderboeken, zorgden ervoor dat leveranciers massaal gingen bestellen, om in elk geval enigszins aan de levertermijnen van hun klanten te voldoen. Maar wat als straks al die (drie-)dubbel bestelde componenten (eindelijk) geleverd zouden worden? Hoeveel daarvan is nog nodig als de markten dan ook nog ’ns vertragen? Die vragen stelden we een jaar geleden in Link Magazine, met daarbij de mogelijke, onzalige antwoorden. Inmiddels wordt veel – maar ook weer niet alles –onaangekondigd uitgeleverd, terwijl er hier en daar klanten orders serieus uitschuiven. Hoe worden de spanningen in de keten gelenigd? En nemen ondernemers nu wel structurele maatregelen om herhaling te voorkomen?

• ‘Transparantie naar je leveranciers is tegenwoordig meer dan ooit noodzakelijk.’

• ‘De levering van klantspecifieke elektronica is nog vaak lastig.’

• ‘Uiteraard kunnen we de levering van tienduizend verschillende artikelen niet proactief opvolgen.’

• ‘De dynamiek van de markt is de laatste jaren groter dan de keten kan opbrengen.’

• ‘Kom je er samen niet uit, dan zijn er alleen maar verliezers.’

‘Soms valt het tegen, een andere keer rekenen we niet op een opdracht en komt die toch. Dat vertalen we allemaal een-op-een door naar onze toeleveranciers: we maken het niet mooier of anders dan het is’, aldus Frank van Lierop van IAI. Foto: IAI

Redesigns komen niet alleen voort uit de roadmap, maar zijn tegenwoordig ook veelvuldig nodig vanwege end-of-life meldingen. Lag pre-corona dat aantal meldingen op een handvol per jaar, sindsdien is dat gestegen naar tientallen. ‘Door tekorten aan grondstoffen of onderdelen komt het nu veel vaker voor dat fabrikanten –eerder dan verwacht – melden dat ze bepaalde componenten niet meer produceren, per direct, of binnen enkele maanden. Soms is daarvoor een alternatief voorhanden dat de oude component een-op-een kan vervangen. Maar soms zijn elektrotechnische, mechanische en softwarematige aanpassingen nodig om zo’n alternatief goed ingepast te krijgen’, aldus Van Lierop. ‘En

dat moet dan wel zodanig gebeuren dat we er ook onze grote installed base mee kunnen servicen. Voor het ontwikkelen van oplossingen daarvoor hadden we pre-corona al het change control board, een team waarin naast mijzelf collega’s van development, continuous improvement engineering en service plus de supply chain manager zitting hebben. Maar dit team komt nu elke veertien dagen bijeen. Die een-op-eenuitwisselingen kunnen we daarin snel oplossen, maar er zijn ook complexe issues waar we al maanden mee bezig zijn.’

BETER FORECASTEN

Ook met sales is het overleg sinds ‘het kapotgaan van de supplychains’ veel intensiever. ‘Voor de paar componenten die we pre-corona “moeilijk” vonden, hadden we te maken met een levertijd van hooguit acht weken. Daarna is dat naar meer dan veertig weken en in sommige gevallen naar

12 februari 2023
‘I
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
THEMA

zelfs meer dan een jaar gegaan, voor een steeds langere lijst van componenten. Om beter te kunnen inschatten wat we wanneer nodig hebben en zo onze leveranciers beter te kunnen forecasten, zitten we vaak met de mensen van sales. Als er tien aanbestedingen lopen waarop we hebben ingeschreven, proberen we in te schatten welke tot een opdracht zullen leiden. Daar zit een risico in. Soms valt het tegen, een andere keer rekenen we niet op een opdracht en komt die toch. Dat vertalen we allemaal een-op-een door naar onze toeleveranciers: we maken het niet mooier of anders dan het is. Transparantie werkt het best.’

SUPPLYPROBLEEM ERBIJ

Opdrachten die tóch doorgaan. Je toeleveranciers dat vertellen heeft dus nog steeds soms meer de connotatie van een slechtnieuwsgesprek. Voor zijn bedrijf zijn de toeleveringsproblemen met elektronische componenten goeddeels achter de rug, vertelt Edward Voncken van systeemleverancier KMWE. ‘Maar de levering van klantspecifieke elektronica is nog wel vaak lastig. En daar komt voor ons nu weer een supplyprobleem bij’, aldus de ceo van de Eindhovense onderneming. Hij doelt daarmee op de verkrijgbaarheid van ‘exotische materialen’ zoals bepaalde legeringen titanium, nodig voor de modules die KMWE levert aan klanten in de aerospace. ‘Door de sancties tegen Rusland en de geopolitieke spanningen tussen de VS en China is het beter dat soort materialen elders in de wereld te sourcen, bij-

voorbeeld in Australië. Maar als straks de hele aerospace bij dezelfde paar leveranciers gaat bestellen, hebben we weer een probleem’, zo voorziet hij.

ONTVANGSTEN MANAGEN

Tegelijk wordt met name zijn vestiging in Maleisië geconfronteerd met marktvertragingen. ‘Vooral de back-end semicon in Azië staat wat op de rem. Onze leveranciers van componenten voor die markt ervaren dat natuurlijk ook en willen maar al te graag uitleveren. Dus moeten we oppassen dat we niet ongevraagd onze hele jaarbehoefte in één keer op de stoep gezet krijgen’,

LEVERINGEN MANAGEN

De front-end semicon, waarvoor de klandizie met name in Eindhoven en omstreken zit, vertoont echter nog geen enkel teken van vraaguitstel. ‘Hetzelfde geldt voor de analytics. Met name door die markten zijn we in 2022 meer dan 20 procent in omzet gegroeid. Voor dit jaar gaan we uit van een stijging van 15 procent.’ Mooi, maar dat levert dus nog altijd sourcingsuitdagingen op. Voncken: ‘Dan laten wij de klant weten dat zijn order een doorlooptijd heeft van twaalf weken. Om vervolgens een week voor de uitleverdatum van een leverancier te horen dat hij toch pas drie weken later kan leveren. Wij kopen plusminus

aldus Voncken. ‘We moeten nu niet alleen het tijdig toegeleverd krijgen goed managen, maar ook zorgen dat bestellingen niet te vroeg komen. Want als wij onverhoopt tekenen voor ontvangst, worden we geacht die ook maar meteen te betalen. Dat zorgt voor volle voorraadruimtes en cashflowproblemen.’

tienduizend verschillende artikelen in en kunnen al die leveringen vanzelfsprekend niet proactief opvolgen. Wij proberen zo goed mogelijk te communiceren met onze klanten, maar soms moeten we ze toch teleurstellen.’

13 februari 2023 LEES VERDER OP PAGINA 14
Illustratie: Primo!Studio | Aad Derwort
‘HET TEKORT AAN MENSEN IS NU DE BEPERKENDE FACTOR’

VERVOLG VAN PAGINA 13

MEER LOCAL4LOCAL?

Het betekent dat Voncken en zijn managers de nodige ‘pittige gesprekken’ moeten voeren, met leveranciers, maar dus ook met klanten. ‘Die tonen veelal begrip, maar zijn daarmee natuurlijk niet geholpen. We zijn veel bezig met brandjes blussen. Graag zou ik structurele verbeteringen in mijn organisatie willen doorvoeren, maar daarvoor ontbreken dan weer de mensen. De arbeidsmarkt is krap.’

Een oplossing kan liggen in het meer local4local werken, met toeleverketens per continent. ‘Daarom proberen we met concullega’s in de Brainport, die ook vestigingen elders in de wereld hebben, tot samenwerkingsafspraken te komen. Want waarom zou je problemen ieder voor zich oplossen als je het ook samen kunt doen?’ Wellicht ook dat het onderbrengen van activiteiten in Vietnam soelaas kan bieden, aldus Voncken, die in december aanwezig was bij de meeting van vertegenwoordigers van de Brainportregio met de premier van Vietnam, Pham Minh Chinh. Die was met een delegatie van vijf ministers een week in Nederland om bedrijven te interesseren voor vestiging in zijn land. ‘Vietnam is een land met bijna 100 miljoen inwoners, een mogelijk goede workforce en een alternatief dat des te belangrijker wordt nu toelevering vanuit China geopolitiek steeds moeilijker komt te liggen. Ja’, verzucht hij, ‘corona als disruptieve factor had niemand in de hand, maar de oorlog en het protectionisme zijn een ander verhaal.’

HELE JAARBEHOEFTE INEENS

Net als KMWE kampen ook de klanten van Wilfred Poot momenteel vrijwel allemaal met

‘uitdagingen’ aangaande de cashflow en/of de voorraad. Hij is country manager van Future Electronics, distributeur van elektronicacomponenten in allerlei soorten en maten, afkomstig van een kleine tweehonderd fabrikanten. Zijn klanten zijn vooral EMS-bedrijven (Electronics Manufacturing Services) en dat die met zulke uitdagingen zitten, verbaast hem geenszins. ‘De beschikbaarheid van heel veel componenten is de laatste maanden weer op gang gekomen. Dat betekent dat orders die soms al twee jaar geleden zijn gegeven nu in één keer worden uitgeleverd. Bedrijven krijgen ineens hun hele jaarbehoefte op de stoep. En dat niet van één of twee componenten, maar van tientallen.’

HOKJESDENKEN

Deze situatie konden bedrijven van ver zien aankomen, maar geanticipeerd is er veelal niet of te laat. ‘De dynamiek van de markt is de laatste jaren groter dan de keten kan opbrengen. Die is daarvoor niet flexibel genoeg.’ Dé oorzaak is wat Poot betreft een grote mate van hokjesdenken in de keten. Een duidelijke communicatie tussen eindklant, EMS, distributeur en chipfabrikant zou de keten veel minder kwetsbaar maken. Dit begint al in de designfase van een product. ‘Engineers van de eindklant ontwerpen producten zonder rekening te houden met de beschikbaarheid van onderdelen die zij in hun design opnemen. De inkoper bestelt dan onbewust niche-componenten met de daarbij behorende risico’s. Als je die daarop wijst, is de reactie vaak: “Daar ga ik niet over, dat is de keuze van de engineers.”’

FABRIKANTEN DENKEN NIET MEE

Chipfabrikanten communiceren veelal ook beperkt over plotselinge verbeteringen in de planning en leveren orders met een leverdatum in het verleden onaangekondigd uit. Gelukkig zijn sommige van hen zich wel bewust van hun rol in de keten: ‘Het Japanse Renesas Electronics heeft bijvoorbeeld distributeurs gevraagd bij hun klanten na te gaan aan welke orders echt nog behoefte was. Zo niet, dan kregen ze een maand de tijd om die te annuleren. Want Renesas wist dat er tijdens de periode van grote tekorten veel bestellingen zijn gedaan bij dure brokers, zonder de eerder gedane orders bij hen te cancelen’, vertelt Poot. ‘Wij hebben dat verzoek vervolgens doorgezet naar onze klanten. Als je het zo proactief vraagt, wordt er wel geannuleerd, ja.’ Maar niet alle fabrikanten denken zo mee. ‘Sommigen hebben al vroeg geëist dat er

alleen nog besteld kon worden met de garantie dat die order niet later weer gecanceld zou worden. En die vinden nu dat de distributeurs en hun klanten het onderling maar moeten oplossen.’

INFLEXIBILITEIT COMPENSEREN

Voor Future komt het er dan op neer dat het de inflexibiliteit elders in de keten moet compenseren door zelf flexibeler te zijn. ‘Onder andere door uitstel van betaling te geven. Afkloppen, er is nog niet één klant van ons failliet gegaan en dat wil ik graag zo houden. Het is maatwerk per klant. In sommige gevallen horen we van een eindklant dat zijn markt vertraagt. In overleg met hem en zijn leveranciers gaan we dan op zoek naar een oplossing. Soms houden we de order vast. In overleg verkopen we die aan een andere klant die die componenten wel nu kan gebruiken. Dan bewijst zich het voordeel van wereldwijd actief zijn: orders die we momenteel in Europa niet kwijt kunnen, kunnen we wellicht in de VS kwijt. En dan hopen we natuurlijk dat die klant die we nu niet beleveren niet straks de componenten elders inkoopt, omdat het daar een paar cent goedkoper is.’

BOOT AFHOUDEN

Die sourcingsproblemen bestonden al even, de nijpende cashflowproblemen zijn daar nu dus bij gekomen. Het levert de nodige spanningen op in de keten, constateren de Eindhovense advocaten Marcel Westphal en Sven Johansen in hun industriële praktijk. Ook zij zien dat steeds meer klanten de daadwerkelijke afname van de bestelde producten willen uitstellen. Machinebouwers houden de boot bij hun leveranciers af, ziet Johansen: ‘Projecten blijven hangen in de ontwikkelfase omdat ze geen mensen hebben om het verder te brengen. Ze hebben dan de eigen buffers al vol en vragen hun leveranciers de bestelde zaken nog maar even niet uit te leveren. Of ze hebben niemand kunnen vrijmaken voor het bemensen van beursstands of het bezoeken van klanten, waardoor de verkopen lager zijn dan eer-

THEMA VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN
‘Corona als disruptieve factor had niemand in de hand, maar de oorlog en het protectionisme zijn een ander verhaal’, verzucht KMWE-ceo Edward Voncken. Foto: Bart van Overbeeke
14 februari 2023
Vanwege werkkapitaalproblemen kloppen leveranciers vaker bij aan met het verzoek afnamegaranties op te stellen, constateert advocaat Sven Johansen. ‘Met als expliciete voorwaarde: als dan en dan de order nog niet volledig afgenomen is, moet die wel volledig betaald worden.’ Foto: Com-magz

SEIZOENSGECORRIGEERDE DAGPRODUCTIE (INDEX 2015 = 100)

der geforecast naar leveranciers. En dan willen ze in plaats van de order van dertig stuks er maar tien afnemen.’

TEKENEN VOOR AFNAME

Vanwege die werkkapitaalproblemen kloppen leveranciers steeds vaker aan bij de twee juristen met het verzoek afnamegaranties op te stellen. ‘Soms moet het moederbedrijf van de klant daar dan voor tekenen. Of de klant moet tekenen voor een percentage vooruitbetaling. Met daarbij als expliciete voorwaarde: als dan en dan de order

nog niet volledig afgenomen is, moet die wel volledig betaald worden.’ Partijen komen er vrijwel altijd wel samen uit, concludeert Westphal ook: ‘Dan gaat de leverancier bijvoorbeeld toch maar akkoord met een betaling drie maanden later. Want kom je er samen niet uit, dan zijn er alleen maar verliezers.’

De werkkapitaalproblemen worden dus veelal in harmonie opgelost, maar hebben wel effect op de wat langere termijn, verwacht Johansen: ‘Als veel geld vastzit in voorraden, heeft dat gevolgen voor de investeringsbereidheid. Voor innovatieve pro-

jecten is minder geld en dat leidt straks tot minder orders.’ Echte financiële problemen verwacht Westphal vooral bij de start-ups en scale-ups: ‘Als investeerders op hun handen gaan zitten, kunnen innovatietrajecten volledig tot stilstand komen.’

LOKALISEREN HEEFT DE AANDACHT

Ook toeleveringsproblemen zijn er in hun waarneming nog steeds volop: ‘Die zijn zeker niet minder geworden dan een jaar geleden. Maar ze

DEVELOP TECHNOLOGY THAT MATTERS

Imagine people rely on your engineering solutions. You can use your creativity and skills in technological solutions and social challenges. You develop innovative products and systems for the society of tomorrow. You can do this in various areas, such as healthcare, safety, sustainability and communication.

Whatever your role at Demcon is: you will make a difference with meaningful innovations.

imagine tomorrow. challenge today.

15 februari 2023
LEES VERDER OP PAGINA 16
NEDERLANDSE INDUSTRIE KOOPT MINDER MATER IAAL IN, BOUWEN VOORRAAD GEREED PRODUCT AF
the world of tomorrow needs your engineering solutions today.

THEMA VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

VERVOLG VAN PAGINA 15

zorgen steeds minder vaak voor contractuele problemen. Want leveranciers die bij het afsluiten van een order geconfronteerd worden met flinke penalty’s voor te late levering, bedingen dan wijselijk heel lange leveringstermijnen. Of ze laten een groot bedrag vooruitbetalen, zodat ze daarmee een eigen voorraad kunnen financieren waaruit ze op afroep kunnen leveren.’

WERKKAPITAALBESLAG NEEMT JUIST AF

In de data waar hij als sectoreconoom Industrie van de ABN AMRO toegang toe heeft, ziet Albert Jan Swart juist dat het werkkapitaalbeslag sinds september vorig jaar afneemt. En dat heeft wat hem betreft alles te maken met het weer op gang komen van de supply van met name elektronicacomponenten. ‘Want die machines waarin dat ene onderdeel nog ontbrak, kunnen nu worden uitgeleverd. En die hoge buffervoorraden die de afgelopen jaren zijn aangelegd – om maar niet mis te grijpen – worden nu afgebouwd. Daarom hebben de leveranciers van halffabricaten het nu even wat minder druk.’

‘ONGELOOFLIJK GOED’

Terugblikkend op de afgelopen drie jaar vindt Swart het ‘bewonderenswaardig’ hoe goed de Nederlandse hightech maakindustrie zich door

de afgelopen onrustige periode heen heeft geslagen. Ondanks de grote volatiliteit doet met name de machinebouw ‘het ongelooflijk goed’. Hij wijst daarbij op de groei van de productie in deze sector in 2021 van 39 procent. Dat succes is deels simpelweg te danken aan de hoge kwaliteit die deze branche weet te leveren. ‘Daarop zal ASML zeker van grote invloed zijn. De hoge eisen die zij stellen aan hun toeleveranciers, waarvan er veel in Nederland zitten, stuwt dit ecosysteem naar grotere hoogten en daar profiteren ook andere machinebouwers van. Als je de beste machines levert, maakt het veel minder uit dat je duurder bent geworden door hogere energie- en loonkosten.’

De krappe arbeidsmarkt is echter ook voor de machinebouw een groot probleem, hoe hoog de salarissen er hier en daar ook liggen. ‘Ik denk dat we ons over de Nederlandse economie geen zorgen hoeven te maken, maar wel over die arbeidsmarkt. En op de langere termijn zal dat de economische groei remmen. Voor de machinebouw is momenteel de toelevering van chips en elektronica niet meer de grote, beperkende factor. Dat is het tekort aan mensen.’

WEF: VOORKOM RESOURCE RIVALRY

Medio januari vond in Davos het World Economic Forum plaats. Daar werd het Global Risks Report 2023 gepubliceerd, waarin gewezen

wordt op resource rivalry: een cluster van milieu-, geopolitieke en sociaaleconomische risico’s die samenhangen met de schaarste aan natuurlijke hulpbronnen zoals voedsel, water en energie. ‘Geopolitieke rivaliteit en naar binnen gerichte visies zullen de economische beperkingen verergeren en de risico's op korte en lange termijn verder vergroten.’ De WEF roept landen op niet te wedijveren, maar samen te werken om deze tekorten het hoofd te bieden.

In dat perspectief zijn de Nederlandse tekorten aan arbeidskrachten, sommige chips en metalen en cashflow betrekkelijke luxeproblemen.

Dat ons land en de Nederlandse industrie gevrijwaard zullen blijven van die schaarstes aan meer basale bronnen, is vanzelfsprekend niet gegarandeerd.

• www.iai.nl

• www.kmwe.com

• www.futureelectronics.com

• www.wjadvocaten.nl

• www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights

• www.weforum.org

Wil je met jouw installatie ultranauwkeurig verplaatsen, bewegen of positioneren? Heeft je installatie momenteel een hoge omsteltijd?

Of zou je graag het energieverbruik willen verlagen?

Als Motion Control expert heeft VSE voor al deze vragen een oplossing op maat. Dankzij de integratie van zeer eciënte en zuinige servomotoren kunnen wij de e昀ectiviteit en eciency van jouw installatie gegarandeerd verhogen.

Maak nu een afspraak voor een gratis inventarisatie!

Gecerti昀ceerd Motion Control expert

High-end totaaloplossingen op maat

Geïntegreerde servomotoren

Alle gerenommeerde platformen 24/7 servicedienst

16 februari 2023
Motion is our drive vse.nl/motion
De e昀ectiviteit en eciency van je installatie verhogen?

ALS FLEXIBILITEIT BELANGRIJKER WORDT DAN KOSTEN, KOMT NEDERLAND WEER IN BEELD

Uit het Global Reshoring & Footprint Strategy-rapport van BCI blijkt dat meer dan 60 procent van de supply chain executives verwacht een deel van hun Aziatische productie terug te halen naar Europa en de VS. Bedrijven uit Europa kijken naar Centraal- en Oost-Europa als mogelijke productiebestemmingen. Maar ook West-Europa is een serieuze optie, omdat door alle wereldwijde onrust voor veel bedrijven wendbaarheid en flexibiliteit belangrijker zijn geworden dan lage arbeidskosten. Niet alleen Tsjechië en Polen worden overwogen: voor productie van belangrijke componenten en eindmontage, is ook Nederland weer in beeld als keuzemogelijkheid. Zeker als hier de supplier base in orde is en duidelijk is wie de leveranciers van de leveranciers zijn. (BCI, maart/december 2022). Het VK daarentegen is nauwelijks een optie, waarschijnlijk door de Brexit. www.bciglobal.nl

Tsjechië Duitsland

Overige landen West-Europa Benelux

Polen

Hongarije

Overige EU-landen

Turkije/Noord-Afrika

Roemenië, Servië, Macedonië Verenigd Koninkrijk

Verenigde Staten

Mexico

Centraal/Zuid-Amerika

ONE STOP SHOP FOR READY TO USE PRODUCTS

17 februari 2023 7 3 1 0 4 6 9 2 8 INDUSTRIE IN CIJFERS 5
ELECTRONICS MANUFACTURING SERVICES (EMS) Check vdltbpelectronics.com
OVERWOGEN LOCATIES VOOR RESHORING
Zeer waarschijnlijk Zeer onwaarschijnlijk Waarschijnlijk Neutraal Onwaarschijnlijk

CREATING MECHATRONICS

CREATING MECHATRONICS

BETTER TOGETHER

BETTER TOGETHER

BEST PRICE / PERFORMANCE RATIO

BEST PRICE / PERFORMANCE RATIO

BEST TIME TO MARKET

BEST TIME TO MARKET

MTA is de one-stop-factory voor de ontwikkeling, industrialisatie en/of serieproductie van hightech mechatronische systemen. We werken voor gerenommeerde OEM’s uit diverse markten.

MTA is de one-stop-factory voor de ontwikkeling, industrialisatie en/of serieproductie van hightech mechatronische systemen. We werken voor gerenommeerde OEM’s uit diverse markten.

Of het nu gaat om produceren volgens klantspecificaties (BTP), of dat we eerst in co-creatie ontwikkelen en daarna produceren (BTS), het zit in ons DNA dat we streven naar een zo’n optimaal en kostenefficiënt mogelijk productieproces.

Of het nu gaat om produceren volgens klantspecificaties (BTP), of dat we eerst in co-creatie ontwikkelen en daarna produceren (BTS), het zit in ons DNA dat we streven naar een zo’n optimaal en kostenefficiënt mogelijk productieproces.

Dit doen we door de development & engineering, industrialisatie, productieen assemblageprocessen met elkaar te verbinden. Zo slagen we erin om tot klantspecifieke oplossingen te komen die voldoen aan de commerciële en technische doelstellingen.

Dit doen we door de development & engineering, industrialisatie, productieen assemblageprocessen met elkaar te verbinden. Zo slagen we erin om tot klantspecifieke oplossingen te komen die voldoen aan de commerciële en technische doelstellingen.

MTAGROUP.NL
MTAGROUP.NL

EXPERTS ZIEN AMERICA-FIRST-POLITIEK VEEL EFFECT HEBBEN OP (HER)INRICHTING TOELEVERKETENS

LOCAL4LOCAL? GEOPOLITIEK GAAT IMPACT HEBBEN

Johan Beukema constateerde twee jaar geleden in een interview met Link Magazine dat er in heel veel directiekamers serieus gesproken werd over het kopiëren dan wel verplaatsen van de supplychain naar andere continenten. Maar ook dat zelden de daad bij het woord werd gevoegd. Vanwege ‘de optelsom van veranderingen’ trekt de managing partner van Buck Consultants International (BCI) nu een andere conclusie. Sectoreconoom Albert Jan Swart van ABN AMRO is vooral beducht voor de langetermijneffecten van de geopolitieke spanningen.

BETERE PAPIEREN

China raakt net een beetje uit wéér een nieuwe covid-crisis, de oorlog in de Oekraïne woedt nog volop en de geopolitieke spanningen worden er ook nog niet minder op. ‘Bedrijven worden geconfronteerd met een optelsom van veranderingen. “Ja, de huidige coronacrisis in China zal over een paar maanden vast minder zijn, maar dan is er wel weer wat anders aan de hand”, zo wordt er geredeneerd. Er blijven zich voortdurend plotse veranderingen voordoen. Dus wordt nu wel gevolg gegeven en wordt er daadwerkelijk gewerkt aan de opbouw van een toeleverketen elders’, constateert Beukema in zijn wereldwijde netwerk van industriële bedrijven.

‘Eind 2020 waren directies nog bezig met het uitwerken van scenario’s, nu wordt er echt geinvesteerd in het verplaatsen van een fabriek, of in het kopiëren van een productievestiging in China naar een ander continent, zodat die in China alleen voor de Chinese markt kan gaan produceren.’

Beukema ziet wel verschillen per sector. ‘De semicon kent veel, zeer kapitaalkrachtige bedrijven die gemakkelijk in een lokale supplychain kunnen investeren. De foodtech – en dan de vaak jonge ondernemingen die vlees-, melk- en visvervangers ontwikkelen en produceren – gaat nog sneller: al bij het plannen van de eerste vestiging wordt nagedacht over waar de tweede en de derde moeten komen. De farma daarentegen is terughoudender. Immers, deze zwaar gereguleerde sector heeft jaren nodig om elders een vestiging inclusief toeleverketens op te bouwen waarbij ook aan alle regels wordt voldaan.’

Noord-Amerika heeft betere papieren om bedrijvigheid van elders binnen te halen dan Europa, aldus Beukema. Door de hogere energiekosten hier, maar ook door het America First-beleid, recent vastgelegd in de Inflation Reduction Act. ‘Daar komt als voordeel bij dat lagelonenland Mexico om de hoek ligt. Sinds medio vorig jaar is in menige boardroomdiscussie over investeren in Europa de voet op de rem gezet. Als de marktvraag niet al te hoog is, wordt voorlopig even volstaan met het verhogen van de capaciteit van bestaande vestigingen, bijvoorbeeld door er een lijn bij te plaatsen. Maar als het tekort aan capaciteit echt nijpend is, wordt doorgezet. Dit betekent dat er nog steeds een significant aantal projecten loopt voor productielocaties in Europa.’

MEDIAHYPE

Albert Jan Swart van ABN AMRO ziet in local4local toch vooral een ‘mediahype’. Ten tijde van de pandemie werd die beweging alom verwacht, aldus de bankman. ‘Maar het verplaatsen van de supplychains naar het eigen continent is complex, riskant en duur. Daarom is zelden de daad bij het woord gevoegd. En dat is maar goed ook. Wie dat vanwege de hoge transportkosten toch heeft gedaan komt – nu de containerprijzen weer genormaliseerd zijn – van een koude kermis thuis.’

Evenwel verwacht ook hij dat de geopolitieke maatregelen wel een langetermijneffect gaan hebben op de vestigingskeuzes. Hij doelt daarmee ook op de America First-politiek van de VS die Trump heeft ingezet, in reactie op het protectionisme van China (vervat in de strategie Made in China 2025). Biden heeft daar met de Inflation Reduction Act, de Chips Act en additionele exportcontroles ‘nog een flinke schep bovenop

gedaan’, constateert Swart. ‘TSMC en Intel gaan daarom nu chipfabrieken bouwen in de VS. De semicon daar zal groeien. Het zal ASML nopen zijn activiteiten daar verder uit te breiden. Voor sommige suppliers zit er dan niets anders op dan te volgen.’ ASML heeft onder meer in Connecticut een grote r&d- en productielocatie.

ENERGIE-INTENSIEVE INDUSTRIE VERTREKT?

Ook de energie-intensieve industrie – de chemie, de papierindustrie en de basismetaal – zal het in Europa niet gemakkelijker krijgen, verwacht de ABN AMRO-man. ‘In Nederland is de productie in de chemie en basismetaal al met 16 procent gedaald ten opzichte van een jaar geleden. In 2023 verwacht ik een verdere daling. Het investeringsklimaat verslechtert, niet alleen door de energiecrisis, maar ook door nieuw beleid. De klimaatmaatregelen van de EU bestaan vooral uit CO2-heffingen, vervat in regelingen als het ETS (Emissions Trading System, red.) en het CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism, red.). De VS doen met hun Inflation Reduction Act precies het tegenovergestelde: zij subsidiëren het bedrijfsleven met grote bedragen en hebben bovendien met hun schaliegas veel minder last van de energiecrisis. In de VS is de productie van de chemische industrie in 2022 met zo’n 4 procent gegroeid. De energie-intensieve sector is in Nederland niet heel groot, maar als die vertrekt naar de VS zal dat gevolgen hebben voor alle dienstverleners en andere toeleveranciers. En in Duitsland is die zware industrie omvangrijker en ook dat is voor Nederlandse bedrijven een afzetmarkt die kan verdwijnen.’

• www.bciglobal.com

• www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights

19 februari 2023
DOOR MARTIN VAN ZAALEN Uit het Global Reshoring & Footprint Strategy-rapport van BCI uit maart vorig jaar blijkt dat toen meer dan 60 procent van de supply chain executives verwachtte een deel van hun Aziatische productie terug te halen naar de VS en Europa. Inmiddels lijkt de aantrekkingskracht van Europa afgenomen. Bron: BCI
THEMA VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

GEZAMENLIJKE XS PARTS-DATABASE VAN EMS-BEDR IJVEN TELT MEER DAN 11 MILJOEN ONDERDELEN

‘JE KUNT ELKAAR BETER VOORRADEN GUNNEN DAN ZE VERKOPEN AAN EEN BROKER’

Vorig jaar zorgden geopolitieke spanningen, grondstoffenschaarste en de hoge energieprijzen voor schaarste in componenten voor elektronica, en daarmee voor aanzienlijke problemen bij EMS-bedrijven. Reden om als EMS-cluster binnen FHI, de federatie van technologiebranches, dit punt hoog op de agenda te zetten en hierin samen op te trekken, onder meer via XS Parts, een componentendatabase voor leden. De toekomst blijft echter ongewis. Vier bedrijven over hun ervaringen en verwachtingen.

DOOR WILMA SCHREIBER

Het EMS-cluster telt inmiddels zeventien leden. Een daarvan – tevens medeinitiatiefnemer – is Protonic in Zwaag. Dat ontwikkelt en produceert elektronica voor machines en apparaten binnen de industrie, agrotechniek, medische technologie, automotive en energie & infrastructuur. ‘Als cluster komen we regelmatig bij elkaar om gezamenlijk de markt te bespreken en kennis te delen op directieniveau, zoals nu de problematiek van levertijden rond componenten’, vertelt Tanja van Truijen, commercieel directeur bij Protonic. Zomer 2022 ontstond zo het idee voor een website waarop leden hun overschotten aan componenten kunnen vermelden. ‘Als je build-to-order werkt, conform stuklijst van je klant, houd je weleens componenten over, of kom je tekort. Waarom zouden we voorraden niet aan elkaar gunnen in plaats van ze te verkopen aan een broker, die ze daarna duurder doorverkoopt?’

DUBBELE VOORRADEN

Genoemde voorraden zijn de afgelopen twee jaar opgebouwd. ‘Fabrikanten zeiden toen: “We willen alle orders voor 2022 en 2023 nu al hebben, anders gaan we ze niet maken.” Niemand wilde misgrijpen, dus wij hebben ingekocht, onze klanten soms ook, om nooit meer stilstand op een bepaalde component te hebben. Je zit daardoor met dubbele voorraden, terwijl de eerste tekenen van een recessie zich aandienen. Klanten in bepaalde branches trappen op de rem.’ Hoewel voorraad voor een familiebedrijf als Protonic een minder groot probleem is, kijkt Van Truijen goed of ze componenten nodig heeft dan wel een bestelling naar achteren kan verschuiven. ‘Sommige fabrikanten hanteren een non-cancelable, non-returnable beleid. Begrijpelijk, want de grote beursgenoteerde Amerikaanse bedrijven erachter hebben geen boodschap aan onze problematiek. Toch is dit kortetermijndenken: ze kunnen dit jaar scoren, maar zien volgend jaar een dip, omdat wij dan minder nodig hebben.’

BLIJVEN INVESTEREN

Geluk bij een ongeluk is dat Protonic uiteenlopende markten bedient en dat de eigen r&d-afdeling actief meedenkt en meezoekt naar uitwijkmogelijkheden en alternatieven. Daarnaast heeft het bedrijf de afgelopen jaren geïnvesteerd in energiezuinige machines en isolatie van de panden. Maar er blijven zorgen. ‘Tekort aan personeel, plus energieprijzen, loonkosten en componentenprijzen die gestegen zijn en hoog blijven, hoewel de levertijden wel verbeterd zijn. Je hoopt dat het weer normaal wordt, maar de wereld zal blijven veranderen. We moeten als bedrijf dan ook vooral adaptief zijn, want je weet niet hoe de wind gaat waaien. Daarnaast blijven we investeren, onder meer in automatisering om het handwerk te minimaliseren.’

PRIJZEN DOOR HET DAK

Ook VDL TBP Electronics, een EMS-bedrijf met ruim 140 medewerkers op de hoofdvestiging in Dirksland en een engineerings-

• ‘Qua productie is het hollen of stilstaan: is er niks, dan kun je niet draaien. Komt er wat beschikbaar, dan moeten alle registers open.’

• ‘Het naijleffect is dat er minder nieuwe typen boards en dus geen nieuwe machines op de markt zullen komen.’

• ‘De huidige productieproblemen zullen tot in 2024 aanhouden: voor 40 procent van de productgroepen blijft een lange levertijd gelden.’

• ‘Er is een wezenlijk deel ontwikkelcapaciteit verloren gegaan door ontwikkelaars weer in bestaande projecten in te schakelen.’

locatie in Eindhoven, loopt al langere tijd tegen materiaalschaarste aan. ‘Waar je normaal gesproken de supplychain onder controle hebt met vaste leveranciers, moet je nu ook met brokers aan de slag. Daar komt bij dat je voor iets wat voorheen 4 euro kostte, nu zomaar 400 euro kunt betalen. Als er dan twintig op een board moeten, gaat de prijs van dat board ook door het dak. Dan moet je met je opdrachtgever om tafel over de extra kosten’, schetst Klaas van Duin, manager production technology bij VDL TBP Electronics. Door alle ontwikkelingen is de voorraad nog nooit zo hoog geweest. ‘Op een board zitten tig soorten componenten, waarbij de productie pas kan starten als alles binnen is. En als je tegen de leverancier zegt: wacht met leveren tot de laatste component komt, heeft hij die ondertussen al voor een hogere prijs verkocht’, zegt Van Duin. ‘Dus ontstaat een enorm opslagprobleem met alle kosten van dien. Qua productie is het hollen of stilstaan: is er niks, dan kun je niet draaien. Komt er wat beschikbaar, dan moeten alle registers open, omdat onze relaties eergisteren geleverd wilden krijgen om zo snel mogelijk hun eigen opdrachtgevers te bedienen.’

MEER AUTOMATISEREN

Om voorbereid te zijn op een eventuele volgende crisis, investeert VDL TBP Electronics in de communicatie met de klant. ‘Die is nu veel meer betrokken bij de supplychain en denkt ook steeds meer mee over alternatieven, waarvan mogelijk elders voorraad ligt. Daarnaast zijn we meer gaan automatiseren om beschikbare informatie bij leveranciers en fabrikanten via API’s te kunnen benaderen, en te zien waar voorraden liggen en wat de kosten zijn.’ Samenwerken met concullega’s in het EMS-cluster juicht Van Duin toe. ‘Uiteraard moet je het elkaar wel wat gunnen en niet de hoofdprijs vragen, want dat was de reden

20 februari 2023
THEMA
Tanja van Truijen, commercieel directeur bij Protonic in Zwaag: ‘Waarom zouden we voorraden niet aan elkaar gunnen in plaats van ze te verkopen aan een broker?’ Foto: Protonic
VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

om brokers buiten de deur te houden. Verder staan we als platform toch sterker, zeker omdat partijen in de Benelux niet zo groot zijn.’

NAIJLEFFECT

Van een eventuele downturn in 2023 is bij VDL TBP Electronics geen sprake dankzij de spreiding in de orderportefeuille. ‘Die groeit zelfs. Wel kost het qua planning en logistiek meer moeite om dingen de deur uit te krijgen.’ Daarnaast signaleert Van Duin dat bedrijven vanwege de componententekorten vooral druk zijn met aanpassing van hun design op alternatieve componenten en uitlevering, en minder met nieuwe ontwikkelingen. ‘Het naijleffect is dat er minder nieuwe typen boards en dus geen nieuwe machines op de markt zullen komen.’ Hij is dan ook een warm pleitbezorger van reshoring. ‘Waarom niet weer naar Europa terughalen wat we eerder aan Azië hebben uitbesteed? Daar is nu momentum voor. Want als de technologiebasis hier afkalft, komt die niet meer terug en blijven we afhankelijk. Het verschil tussen ons en de lagelonenlanden zit alleen in de handen, de machines zijn daar net zo duur. Dus door slim te automatiseren, kun je de maakindustrie hier houden. Dat is goed voor de werkgelegenheid en beter voor het milieu vanwege de logistiek. En voor opdrachtgevers zijn de lijntjes dan ook korter.’

BOTTLENECK

Als distributeur van elektronicacomponenten betrekt EBV in Utrecht producten van fabrikanten in Europa, de VS en Azië. General sales-

manager Rens Wagter ondervindt nog dagelijks de impact van recente ontwikkelingen. ‘Voor chips vormen grondstoffenschaarste en gebrek aan voldoende productiecapaciteit nog steeds de bottleneck’, vertelt hij. ‘Fabrieken draaien op 100 procent terwijl de vraag 120 procent is. Dat leidt tot hogere verkoopprijzen vanwege de hogere prijs van basismateriaal. Bovendien kost productiecapaciteit uitbreiden ook weer geld, dus volgend jaar worden componenten naar verwachting nog eens 15 tot 20 procent duurder. En dan nog moeten bedrijven een jaar lang wachten voor ze geleverd krijgen.’ Vanwege de aanhoudende groei en verwachte inhaalslag bouwt EBV op 190.000 vierkante meter een extra magazijn in Duitsland. Daarnaast heeft EBV zijn afdeling supply control in Europa qua bemensing bijna verdubbeld. ‘Doel is een bovenmatig aandeel van de componentenproductie binnen te krijgen, om onze klanten te kunnen beleveren. Daarbij doen we rechtstreeks zaken met de originele fabrikanten met het oog op de kwaliteit. Daarnaast leggen we extra focus op automatisering. Want het feit dat we continu achter orders aan moeten zitten, betekent een factor 5 meer werk qua logistiek, melden naar fabrikanten en terugmelden naar klanten.’

HOPEN OP EEN RECESSIE

Hoewel Wagter dus nog niets van een downturn merkt – ‘de vraag van consumenten en bedrijven

naar elektronicaproducten is nog steeds groter dan wat geproduceerd kan worden’ – hoopt hij wel op een beperkte recessie. ‘Dat zou ertoe kunnen leiden dat vraag en aanbod op de elektronicamarkt weer in balans komen.’ Hij ziet wel dat sommige klanten problemen hebben met het afnemen van producten, omdat ze al heel veel

WELCOME TO THE WORLD OF ITEQ

product leading solutions - iteq.nl

21 februari 2023
LEES VERDER OP PAGINA 23 Klaas van Duin, manager production technology bij VDL TBP Electronics: ‘Het verschil tussen ons en de lagelonenlanden zit alleen in de handen, de machines zijn daar net zo duur. Dus als je slim automatiseert, kun je de maakindustrie hier houden.’ Foto: Arjo van der Graaff
Een strategische partner voor OEM’ers in design, engineering, productie én assemblage van (samengestelde) plaatwerkproducten.

VERVOLG

voorraad hebben. ‘In 90 procent van de gevallen is deze echter niet compleet, dus kunnen ze het eindproduct niet maken. Zo’n componentendatabase XS Parts is dan ook een supergoed initiatief. Wel ben ik benieuwd hoe het uitwerkt, omdat momenteel slechts aan drie of vier van de in totaal zeg honderd productgroepen een schreeuwend tekort is. Het is dus de vraag of iemand juist die overheeft.’

IMPACT OP CASHFLOW

Nu in Azië de consumentenmarkt wat is afgekoeld de laatste maanden, is het volgens Wagter niet ondenkbaar dat van enkele productgroepen ineens toch componenten beschikbaar komen. ‘Het is moeilijk om op die leveringen in te spelen, ook voor ons. Maandenlang staat levering bijvoorbeeld in de planning voor april 2023 en dan komen componenten ineens in januari al binnen. Wij informeren klanten dan ook continu: “Als het gaat draaien, heb je dit in order staan.” Want een plotselinge levering van 70.000 componenten beïnvloedt serieus de cashflow bij onze klanten en onszelf. Ik kan ook niet voor heel Nederland alle componenten op voorraad leggen.’ Verder houdt EBV haar klanten ook op de hoogte van welke productgroepen naar verwachting dit jaar nog steeds problemen zullen opleveren. ‘Om e-bikes, solaromvormers, laadpalen en andere elektrische toepassingen te kunnen produceren, zijn componenten vereist waar momenteel nog geen productie-uitbreiding op plaatsvindt. Dus de huidige productieproblemen zullen tot in 2024 aanhouden: voor 40 procent van de productgroepen blijft een lange levertijd gelden.’

Eurocircuits in Mechelen (B) telt ruim 500 medewerkers en bedient als gespecialiseerde fabrikant en assembleur van prototype- en kleine series printplaten klanten door heel Europa. De impact

van recente ontwikkelingen manifesteert zich vooral op het vlak van kostenstijgingen voor grondstoffen en energie. ‘Net als voor andere bedrijven is het voor ons onmogelijk om deze kostenstijgingen te negeren en we hebben die moeten verwerken in onze verkoopprijzen. Daarnaast heeft het componententekort vele opdrachten vertraagd, hoewel na de zomer van 2022 hier toch enige verbetering in optrad voor de overwegend kleine hoeveelheden die wij steeds nodig hebben’, aldus Dirk Stans, managing partner bij Eurocircuits. Het bedrijf is ‘niet snel bang van een rimpel in de economie’. ‘We hebben onze strategie op geen enkel vlak gewijzigd en in 2022 een volledig nieuwe assemblagefabriek gebouwd en afgewerkt. Daardoor gaan we in Eger (Hongarije) naar een driemaal grotere werkvloeroppervlakte en van vijf naar zeven assemblagelijnen.’

PARTS PRE-ORDER-SERVICE

Aangaande de beschikbaarheid en de langere leveringstermijnen van componenten deed Eurocircuits een oproep aan hun klanten, overwegend ontwikkelaars. ‘Enkel zij kennen het tijdsverloop van hun project en weten wanneer

ca, waarvan Stans sinds 2018 voorzitter is, medetrekker van het EMS-cluster en hun XS Partsdatabase. ‘We hebben allemaal dezelfde proble-

‘Er

zij de kritische componenten voor hun project hebben gedefinieerd en vervolgens deze keuze hebben vastgelegd. Voorwaarde voor een snelle pcb-assemblage is dat de componenten beschikbaar zijn bij het begin van het productieproces. Om dit te garanderen, kunnen klanten gebruikmaken van onze Parts Pre-Order-service. Kritische onderdelen zijn in de regel immers lang voor de pcblay-out klaar is in de stuklijst gedefinieerd.’ Net als Van Duin van VDL TBP Electronics merkt Stans dat er afgelopen jaar minder nieuwe pcb-ontwerpen naar Eurocircuits toe kwamen dan in 2021. ‘Er is een wezenlijk deel ontwikkelcapaciteit verloren gegaan door ontwikkelaars weer in bestaande projecten in te schakelen om niet meer verkrijgbare onderdelen door andere te vervangen. En een uur van een ontwikkelaar kun je slechts in de één of andere richting inzetten. Dit zou voor 2023 en 2024 wel enig gevolg kunnen hebben voor productiebedrijven die series produceren.’

SPANNENDE TIJDEN

Daarnaast is Eurocircuits als zeer actief lid van de FHI-branche Industriële Elektroni-

men en beslommeringen en het is fijn en waardevol deze met elkaar te delen en ook samen na te denken hoe deze aan te pakken. Clusterleden die in het XS Parts-project participeren en een match vinden bij een ander clusterlid voor wat zij zoeken, maken onderling een deal en helpen zo elkaar een stockoverschot of een beschikbaarheidsprobleem op te lossen’, zegt hij. Intussen hebben negen partners hun XS-voorraad op de site gezet: meer dan 11 miljoen onderdelen, waarvan ruim 18.000 uniek. Kijkend naar de toekomst, verwacht Stans spannende tijden. ‘We zijn voorzichtig in het heden, zodat we een tijdelijke storm het hoofd kunnen bieden. Op middellange termijn willen wij de Europese fabrikant van prototypes en kleine series van elektronica-applicaties worden en blijven. Daarin zijn we al goed op weg, daar we in eigen Europese fabrieken reeds pcb’s produceren, deze bestukken, behuizingen bewerken, alles samenstellen, inclusief verpakking en handleidingen, en volledig klaar aan onze klanten leveren – toch wel uniek in Europa.’

• www.protonic.nl

• www.vdltbpelectronics.com

• www.ebv.com

• www.eurocircuits.com

23 februari 2023
NIET SNEL BANG
VAN PAGINA 21
‘NET ALS VOOR ANDERE BEDRIJVEN IS HET VOOR ONS ONMOGELIJK OM DE KOSTENSTIJGINGEN TE NEGEREN’
Rens Wagter, general salesmanager bij EBV, hoopt op een beperkte recessie. ‘Dat zou ertoe kunnen leiden dat vraag en aanbod op de elektronicamarkt weer in balans komen.’ Foto: EBV/Zoeteweij is een wezenlijk deel ontwikkelcapaciteit verloren gegaan door ontwikkelaars weer in bestaande projecten in te schakelen om niet meer verkrijgbare onderdelen door andere te vervangen’, aldus Dirk Stans, managing partner bij Eurocircuits. Foto: Eurocircuits

Develop yourself….

Join

We take great pride

FIRST TIER SUPPLIER OF

• Semicon Industry

We design, produce and assemble complete integrated systems, mechanical modules, mechatronical modules and high-end precision parts for a wide range of OEM customers.

in
mechanical modules, high precision and 3D printed parts www.fmi.nl www.werkenbijfmi.nl
making a difference
• Medical Industry
FMI
• Analytical Industry
www.werkenbijfmi.nl

VOOR KTR B ENELUX IS GLAS HALFVOL, ONDANKS VOORSPELDE DOWNTURN

‘NIETS IS MEER BETROUWBAAR, ZO BIZAR IS HET’

Terugkijkend constateert Hans Hagedoorn, vestigingsleider van KTR Benelux in Hengelo, een van de 24 dochterondernemingen van het moederbedrijf KTR Systems in Rheine (D), dat er een tweede bizar jaar achter de rug is, waarin alles razendsnel verandert. ‘Er gebeurt zoveel tegelijkertijd dat je eigenlijk nergens goed op kunt reageren. Je bent altijd te laat. De afspraak met klanten is dan ook: mocht het wat worden, dan wordt alles geactualiseerd: prijzen, levertijden, transport, de afnames.’

Als fabrikant en toeleverancier van koppelingen en koel- en remsystemen worstelt KTR met de prijzen in de markt en heeft het bedrijf te maken met allerlei externe factoren die impact hebben op de kostprijs van de productie. ‘Je krijgt prijsverhogingen voorgelegd waarvan je denkt: dat kan niet waar zijn. En met toeleveranciers van materialen kun je bijna geen langetermijnafspraken meer maken, alles gaat tegenwoordig alleen op korte termijn en met dagprijzen. Je probeert het te sturen, maar er valt weinig aan te doen. Net zoals machinebouwers ook weinig kunnen sturen bij ons op hun kostprijs, als wij met een prijsverhoging of materiaaltoeslag komen. De hele supplychain zit in die prijsverhogingsmodus, want ik kan me niet voorstellen wie er 10 of 15 procent verhoging kan slikken’, aldus Hagedoorn.

OPTIMISTISCHE PROGNOSE

Net als eind 2021 zijn er nu opnieuw signalen van een mogelijke downturn. Die hebben echter geen invloed op de huidige langetermijnafspraken van KTR Rheine, aldus Hagedoorn. ‘Mocht zich begin 2023 toch een neerwaartse spiraal voordoen wat betreft de orderintake, dan zullen ze waarschijnlijk trachten de afspraken open te breken en de bestelaantallen te verlagen, zodat je uiteindelijk een lagere voorraad krijgt in het magazijn. Dat lukt natuurlijk niet binnen een week. En de vraag is ook: wanneer ga je dat doen? Dat is best ingewikkeld.’ Bij KTR lijkt dit vooralsnog geen voor de hand liggend scenario: ‘Alleen al in Nederland is onze omzet de afgelopen twee jaar met dubbele cijfers gegroeid.’ Bij het opstellen van de prognose voor het nieuwe jaar heeft Hagedoorn zoals gebruikelijk contact met de top 20 aan klanten. ‘Of ze iets durven zeggen over 2023. De ene helft heeft (nog) geen idee, de andere helft is optimistisch, maar niemand zegt tegen mij: “Houd er rekening mee dat we 10 of 20 procent minder gaan doen.”’

ALLES ACTUALISEREN

Bij die nieuwe opdrachten blijkt vaak de afgegeven leveringstermijn van een kwartaal geleden niet meer relevant. Hagedoorn: ‘De afspraak met klanten is dan ook: mocht het project doorgaan, dan wordt alles geactualiseerd: prijzen, levertijden, transport, de afnames. Niets is meer betrouwbaar, zo bizar is het. Richting klanten zijn we dan ook steeds eerlijk en transparant geweest als we bepaalde verwachtingen niet konden waarmaken. We kijken wat er gebeurt, leven bij de dag.’

Kansen zijn er in de ogen van de Nederlandse vestigingsleider nog volop. Bijvoorbeeld een grote overname in de markt, waarbij twee belangrijke concurrenten van KTR betrokken zijn. ‘De vraag is dan wat er met producten gebeurt, welke er eventueel naar de uitgang gaan, en hoe medewerkers reageren. Vanwege die onrust en onzekerheid kunnen klanten ervoor kiezen hun heil elders te zoeken. Een externe ontwikkeling die onze kant op kan vallen.’

GLAS HALFVOL

Sowieso zijn Hagedoorn en KTR Benelux ‘extreem van het glas halfvol’. ‘Er zullen zich dit jaar ongetwijfeld weer nieuwe hobbels voordoen, maar geen idee welke dit precies zullen zijn. Het helpt dat we actief zijn in verschillende branches

met onze producten, uiteenlopend van scheepvaart en agri tot mobiele hydrauliek. Wanneer de ene markt het iets minder doet, gaat de andere juist als een speer.’ Aan de inkoopkant zal de grilligheid toenemen, verwacht hij. ‘Bij het hoofdkantoor in Rheine krijgen ze de hogere prijzen voor grondstoffen als staal en aluminium gewoon door de strot geduwt en daar moeten wij in meegaan. Richting de klant doen we een prijsaanpassing, maar intern als dochteronderneming die verrekent met het moederbedrijf in Rheine, hebben we daar ook mee te maken.’

OP AMAZON?

Momenteel wordt in Rheine de strategie voor de komende vijf jaar bepaald. Om de groei door te zetten, buigt KTR Systems zich over het huidig en toekomstig portfolio, eventuele nieuwe producten c.q. overnames, het opzetten van een geheel andere producttak en de presentatie en communicatie via digitale kanalen. ‘Willen we op Amazon met onze producten om ons in de toekomst te profileren? De constructeur van nu kijkt op internet en wil eigenlijk met twee keer klikken bij het juiste product zijn. Je moet heel veel dingen anders gaan faciliteren.’

• www.ktr.com/nl

25 februari 2023
DOOR WILMA SCHREIBER Hans Hagedoorn, vestigingsleider KTR Benelux, is ‘extreem van het glas halfvol’. Foto: Ronald Hissink
THEMA VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN

NTS TUIGT WERELDWIJDE MATRIXORGANISATIE OP OM FLEXIBEL IN TE K UNNEN SPELEN OP EISEN MULTINATIONALS

VAN EINDHOVEN NAAR SINGAPORE NAAR VENRAY EN WEER TERUG

NTS Group hanteert de strategie ‘lokaal ondernemen op globale schaal’. De onderneming heeft zich ontwikkeld tot een globale organisatie die zich voortdurend aanpast aan de orders die binnenkomen, aan de lokale en geopolitieke en economische ontwikkelingen en aan de dynamiek van de lokale supplychains en arbeidsmarkt. Want alleen zo kan NTS de multinationale klant overal ter wereld op precies dezelfde manier van dienst te zijn.

Om flexibel in te kunnen spelen op uiteenlopende ontwikkelingen is NTS tegenwoordig opgezet als een matrix. Verticaal staan per vestiging de voortbrengingsprocessen uitgetekend, horizontaal de functies waarin de vestigingen samenwerken. ‘Onze D&E-functie bijvoorbeeld is in Eindhoven het grootst, maar we hebben op nagenoeg elke vestiging wereldwijd design & engineering-mensen rondlopen. Het is in feite één ecosysteem’, illustreert Roald Dogge.

TRANSFERS

Dogge is head of sites en managet de productielocaties in Eindhoven, Helmond, Venray, Bergeijk, Tsjechië, Singapore en China. ‘Als er op de vestiging in Shanghai een tekort aan personeel is door een grote klantorder (of door een hoog coronaziekteverzuim; medio december was dat daar 40 procent, red.) kan Eindhoven bijspringen, of andersom. Gedurende de lifecycle van een

benen, mede door een verhuizing. En dus is een deel van het productiewerk verplaatst naar onze vestiging in Venray, in de wetenschap dat de grote series toch weer in Azië geproduceerd zullen gaan worden.’

ALTIJD LAAGSTE

KOSTEN, HOOGSTE

KWALITEIT

NTS Group heeft vooral grote multinationale klanten die actief zijn in de semicon, analytics en healthcare (bij naam wil Dogge ze liever niet noemen). Die willen overal op de wereld op precies dezelfde manier beleverd worden, via dezelfde processen en conform dezelfde kwaliteitstandaarden, schetst hij. ‘Ze verwachten van je dat je ze niet alleen helpt een product sneller naar de markt te brengen met de ontwikkel- en productiecapaciteit die je hebt, maar ook dat je de processen zo organiseert dat je dat gedurende de lifecycle steeds tegen de laagste kosten kan, bij de hoogste, steeds dezelfde kwaliteit.’

VOLDOEN AAN EISEN

product kunnen er activiteiten getransfereerd worden. Zo hebben we in Eindhoven een product ontwikkeld voor een Nederlandse klant. Onze vestiging in Singapore was daar al vanaf de prototypebouw bij betrokken, zodat ze de serieproductie konden overnemen. Vervolgens bleken ze daar de snelle ramp-up toch niet te kunnen bij-

Dus wordt in de ontwikkelfase het werk daar gedaan waar de eigen D&E-mensen fysiek in de buurt zitten van die van de klant. ‘Wij maken nu eenmaal geen tandenborstels. Het gaat vaak om zeer innovatieve producten waarbij tijdens de ontwikkeling de grenzen van wat fysisch mogelijk is worden opgezocht. Dat vergt intensieve interactie met de medewerkers bij de klant en dan is fysieke nabij-

heid een must. Maar belandt een product op een gegeven moment in de fase van maturiteit, dan moet je in staat zijn dat werk te verplaatsen naar een land met lagere lonen. Componenten kopen we bij voorkeur lokaal in, om onnodig transport te voorkomen. Maar zijn bepaalde componenten lastig verkrijgbaar, dan moet je kunnen regelen die toch snel toegeleverd te krijgen, via je vestigingen elders, waar de verkrijgbaarheid beter is. En voor het verlenen van service moet je aanwezig zijn dichtbij de markt. Aan al die multinationale eisen proberen wij zo goed mogelijk te voldoen.’

GEOPOLITIEK

Rekening houden met de geopolitieke belangen hoort tegenwoordig dus ook tot dat eisenpakket. Dat de Aziatische uitvalsbasis Singapore is, is niet toevallig. ‘Dat is een stabiele economie met een goed functionerend rechtssysteem, met Maleisië als lage-lonen-achterland. Al sinds het aantreden van VS-president Trump in 2017 lopen

26 februari 2023
DOOR MARTIN VAN ZAALEN de spanningen tussen de VS en China op en sturen met name onze Amerikaanse klanten strak op waar we produceren en inkopen.’
‘DE LEIDING VAN NIEUWE VESTIGINGEN IS ALTIJD IN HANDEN VAN IEMAND DIE GOED GEWORTELD IS IN NTS’
THEMA VOLLE BUFFERS EN TOCH TEKORTEN
Rekening houden met de geopolitieke belangen hoort tegenwoordig ook tot de eisen die multinationals stellen aan NTS Group. Dat de Aziatische uitvalsbasis het ‘stabiele Singapore’ is, is niet toevallig. ‘Sinds 2017 lopen de spanningen tussen de VS en China op en sturen met name onze Amerikaanse klanten strak op waar je produceert en inkoopt’, duidt Roald Dogge. Foto: NTS

ARBEIDSMARKTPROBLEEM

Maar het ‘consolideren’ – het sluiten van de vestiging in Shanghai – is niet aan de orde, benadrukt Dogge. ‘Want in Eindhoven hebben we een arbeidsmarktprobleem. ASML heeft hier een aanzuigende werking op mensen van hoog niveau van over de hele wereld, maar zorgt er tegelijk voor dat de poel waarin we kunnen vissen snel leeg raakt. Dan is het prettig dat we in China zitten. En ook in Venray. Dat ligt weliswaar op relatief korte afstand van Eindhoven, maar heeft toch een heel andere arbeidsmarkt die veel meer op productie gericht is en weinig verloop kent. Hetzelfde zien we in Tsjechië: in Brno doen we daarom de integratie, assemblage en het testen, in Slavicín, tegen de grens met Slowakije, het productiewerk.’

EÉN MA NIER VAN WERKEN

De NTS-strategie van lokaal ondernemen op globale schaal vraagt vanzelfsprekend meer dan alleen het simpelweg optuigen van een matrixorganisatie. Het vergt ook een centraal ITsysteem, het hanteren van één boekhoudsysteem, één product creation process en een eenduidige kwaliteitscultuur, ook richting de lokale toeleveranciers. ‘Bij een aantal vestigingen werken we nog met een ander ERP-systeem, maar uiteindelijk willen we alle vestigingen op één en het zelfde ERP-platform hebben. Dat geldt overigens ook voor PLM. Voor het borgen van die ene manier van werken is de leiding van nieuwe vestigingen

altijd in handen van iemand die goed geworteld is in NTS, vaak dus een Nederlander’, aldus Dogge.

AANSTUREN NEGEN SITES

Zelf heeft hij, vanwege zijn verleden bij Te Strake (in 2005 gefuseerd met Nebato tot NTS), een aantal jaren leiding gegeven aan de vestiging in Singapore en de andere Aziatische vestigingen. Momenteel is hij, behalve directielid, dus head of sites en in die rol stuurt hij in totaal negen

vestigingen aan, goed voor meer dan duizend personeelsleden. ‘Voor 80 procent van de activiteiten is het een no-brainer waar die het beste kunnen plaatsvinden. Voor die overige 20 procent kan er discussie ontstaan en dan hak ik de knoop door, zodat ze zich nergens over de kop werken of juist met de armen over elkaar zitten.’

• www.nts-group.nl

27 februari 2023
BAX METAAL Elskensakker 17 | Bergeijk T +31(0)497 555 393 info@baxmetaal.nl BAX METAAL, PRECIES WAT JE NODIG HEBT. ENGINEERING. LASERPARTS. SAMENSTELLEN. FINISHING. MONTAGE.
De matrixorganisatie van NTS met de diverse vestigingen en bedrijfsfuncties. Bron: NTS

Drive technologies and systems for the semiconductor industry

As a provider of high-precision drive solutions, maxon is an ideal partner to the semiconductor industry. maxon offers turnkey drive components as well as development and manufacturing services which give the equipment and machine manufacturers access to customized drive systems for peak performance. www.maxongroup.com

Precision Drive Systems Systems

VIRO BREIDT WEDEROM UIT: ACHTSTE NEDERLANDSE VESTIGING KOMT IN NOORD-HOLLAND

‘LOKALE AANWEZIGHEID MAAKT ONS AANTREKKELIJKER ALS ONTWIKKELINGSPARTNER’

Om klanten het gemak van nog meer landelijke dekking te bieden bij het aanreiken van integrale oplossingen voor de industrie, opent VIRO eind april de deuren van een geheel gerenoveerd pand in Beverwijk. Pal aan de snelweg, dus niet te missen voor potentiële opdrachtgevers die op zoek zijn naar een allround ingenieursbureau. Een bureau dat hen kan ondersteunen met engineerings- en projectmanagementwerkzaamheden als het gaat om optimalisatie of vernieuwing van een product, machine, productielijn of plant.

Deze uitbreiding in eigen land volgt op recente internationale ontwikkelingen, te weten in België en Duitsland. Vanwege het feit dat de vestiging in Geel (B) uit haar jasje groeide, werd nieuwe huisvesting gezocht en gevonden in een pand in Herentals. Dit biedt werkplekken en ruimte aan 35 medewerkers. Eveneens startte VIRO afgelopen najaar een vestiging in Berlijn; deze nieuwe aanwinst is per 1 januari 2023 tevens een zelfstandige GmbH geworden. Daarmee telt VIRO, in 1968 opgericht door de ingenieurs Visser en Roerink, straks acht vestigingen in Nederland (Hengelo, Arnhem, Echt, Groningen, Vlaardingen, Oss, Zwolle en Beverwijk), één in België (Herentals) en vier in Duitsland (Osnabrück, München, Aalen en Berlijn).

LOGISCHE STAP

Met het oog op de bedrijvigheid in NoordHolland vormt de nieuwe vestiging in Beverwijk een logische stap. ‘Als je kijkt naar de industrie in deze regio, dan zijn er voor ons veel mogelijkheden op verschillende gebieden. Te denken valt aan de machinebouw, procesindustrie, offshore en de voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast zijn we ook actief in de semicon’, vertelt Lex Winder, die momenteel fungeert als afdelingshoofd van Beverwijk. ‘Tot nader order vormen wij een dependance van onze locatie in Vlaardingen en leg ik verantwoording af aan de vestigingsmanager aldaar. Eind april gaan we van start met zeven medewerkers, de bedoeling is dat later verder uit te breiden tot we groot genoeg zijn om zelfstandig verder te gaan. Mijn taak is dus de vestiging op te zetten.’

THUIS VOELEN

In aanloop naar de opening in april wordt het pand aan de A22 verbouwd in de VIRO-huisstijl door de vaste architect die erop toeziet dat alle panden dezelfde indeling en moderne uitstraling hebben. ‘In totaal zijn er dertig werkplekken en daarnaast is er ook het V-café: een plek waar onze mensen even kunnen ontspannen met een lekkere kop koffie of voor een informeel samenzijn’, aldus Winder. ‘Dat sluit naadloos aan bij één van de kernwaarden van VIRO, dat we het belangrijk vinden dat mensen zich thuis voelen in de organisatie.’

STRATEGISCHE STAP

Directe strategische aanleiding om ook in NoordHolland voet aan de grond te willen krijgen, is de landelijke dekking die VIRO nastreeft. Met de vestiging in Beverwijk is een witte vlek ingevuld. ‘Lokale aanwezigheid is iets wat onze klanten op prijs stellen. Dat je niet alleen een project bij hen oppakt, maar hun bedrijf ook beter leert kennen doordat je er regelmatig op bezoek komt’, aldus Winder. ‘Daar spelen we vanuit VIRO op in. Zo

hebben we al van collega-vestigingen gehoord dat ze een klant in onze regio die ze tot nu toe zelf bedienen, om die reden aan ons willen overdragen. Dat is toch handiger voor de opdrachtgever in kwestie en het draagt ook bij aan onze aantrekkelijkheid als ontwikkelingspartner.’

CONNECTIE SNEL GELEGD

Zelf is Winder intussen een jaar in dienst bij VIRO en zijn eerste ervaringen zijn positief. ‘Ondanks de omvang – we hebben zo’n 950 mensen in dienst – voelt het echt als een familiebedrijf. Collega’s zijn makkelijk bereikbaar en helpen je graag. Doordat onderlinge connecties eenvoudig gelegd worden, kunnen vestigingen altijd op elkaar terugvallen. Voor ons als nieuwe vestiging is dat een prettige gedachte. En hetzelfde geldt natuurlijk voor onze klanten. Die helpen we in eerste instantie vanuit de meest nabijgelegen locatie, maar in feite kunnen ze – indien nodig online – een beroep doen op de brede expertise van alle VIRO-engineers in binnen- en buitenland.’

• www.viro-group.com

29 februari 2023
DOOR WILMA SCHREIBER Het bestaande pand aan de A22 wordt momenteel verbouwd in de VIRO-huisstijl door de vaste architect die erop toeziet dat alle panden dezelfde indeling en moderne uitstraling hebben. Visuals: VIRO
ENGIN EERING

EEN WEDERZIJDS INTERVIEW TUSSEN DE KOMENDE EN GAANDE HOOFDREDACTEUR VAN LINK MAGAZINE

Na 23 jaar vertrekt Martin van Zaalen als hoofdredacteur. Alexander Pil volgt hem vanaf de april-uitgave op. Een interview van Pil met Van Zaalen, en andersom. Over observaties: ‘Sommige marketingcommunicatie-mensen hebben de neiging een artikel helemaal plat te willen slaan.’ En over verwachtingen: ‘Het samenwerken in de keten zal verder geïntensiveerd worden. En ik ben heel benieuwd hoe het ecosysteem rond ASML zich gaat ontwikkelen.’-

MARTIN: ‘SOMMIGE MARKETINGCOMMUNICATIE-MENSEN HEBBEN DE

PLAT TE WILLEN SLAAN’

Martin van Zaalen (64) was sinds 2000 de hoofdredacteur van Link Magazine. ‘Ik heb altijd commerciëlere dingen ernaast gedaan, maar ik vond Link het leukst om te doen’, zegt hij. ‘Want er is geen vak waarin je zo vrij bent als de journalistiek. Je kunt alle vragen stellen. Mits je goed blijft luisteren bestaan domme vragen in mijn optiek niet.’

Dat die vrije journalistiek past bij zijn persoonlijkheid realiseerde Van Zaalen zich al vroeg. Hij koos na de havo voor de School voor de Journalistiek in Utrecht en specialiseerde zich als zelfstandig ondernemer, na een baan als persvoorlichter aan de Universiteit Twente, in de industrie. ‘Ik vind het fascinerend om techniek in beweging te zien. Al ben ik geen techneut, ik wil – in grote lijnen – begrijpen hoe het werkt’, zegt Van Zaalen. ‘De doelgroep van Link heeft altijd goed bij mij gepast. Veel managers hoeven ook niet alle technische details te weten en zijn – net als ik – ook geboeid door de sociale kant van het werken in de industrie.’

INTRINSIEK GEÏNTERESSEERD

Van Zaalen heeft het interviewen het leukste van zijn werk gevonden. ‘Het waren bijna altijd interessante gesprekken. Ook al gaat het in de basis vaak over hetzelfde – de efficiëntie en effectiviteit verhogen – het is toch steeds weer anders. Een ander bedrijf, een andere markt, een andere aanpak, een ander product en vooral ook, andere mensen. Dat geeft steeds weer een nieuwe dynamiek.’

In zijn gesprekken neemt Van Zaalen de vrijheid om ‘sturend’ te zijn en om vooral te blijven doorvragen. ‘Mensen merken dat ik intrinsiek geïnteresseerd ben in wat ze te vertellen hebben. Dat vinden ze vrijwel altijd prettig. Ze waarderen het als je met oprechte belangstelling luistert.’ Daarbij beseft hij gelijk dat als je in Link Magazine aan bod komt, je automatisch bij de top 20 procent

van meest innovatieve industriële bedrijven hoort. ‘Die hebben ook altijd wel wat te vertellen. Maar er is natuurlijk ook een peloton aan bedrijven, hele industrieterreinen staan er vol mee, die niet investeren in vernieuwen en daarom veel minder een verhaal hebben.’

WISSELGELD

De lastigste gesprekspartners zijn de personen die alles open vertellen in een interview, maar zich pas realiseren dat het ook op papier komt te staan als ze de concept-tekst te lezen krijgen. ‘Natuurlijk weet ik ook wel dat je niet alles kunt opschrijven wat mensen in het vuur van het gesprek zeggen. Maar we bedienen onze lezers ook niet met artikelen waar alle jeu vanaf is. Sommige marketingcommunicatie-mensen hebben de neiging een artikel helemaal plat te willen slaan. Terwijl artikelen waarin ook de problemen aan bod komen, die vervolgens zijn opgelost, veel geloofwaardiger zijn. Onze lezers weten immers uit eigen ervaring dat het nooit allemaal in één keer

halingstekens in de interviews. De geïnterviewde is immers altijd het best op de hoogte. Natuurlijk vertelt die niet altijd alles. Maar Link heeft een geïnformeerde doelgroep die het type bedrijven kent waarover de artikelen gaan. Die kunnen door de façade van mooie woorden heen lezen. Ze snappen dat een ‘uitdaging’ staat voor een ‘flink probleem’.’

ZEN-TEMPO

Zodra hij het stokje bij Link Magazine heeft doorgegeven (hij zal ook nog de special bij de april-uitgave voor zijn rekening nemen), heeft Van Zaalen tijd om de pan-Europese politieke partij Volt actief te ondersteunen, onder meer in de campagne richting de Provinciale Statenverkiezingen in maart. ‘Politiek is belangrijker dan ooit. We leven immers in een tijd waarin heel grote, existentiële beslissingen moeten worden genomen. Beslissen we niets – het grootste gevaar is dat we blijven doorgaan op de 170 jaar geleden ingeslagen weg van economische groei – dan vervallen we straks van de ene crisis in de andere’, denkt Van Zaalen. ‘Ik vind Europa daarom buitengewoon belangrijk. We moeten in Europa tot samenwerking komen bij de grote uitdagingen, ons niet uit elkaar laten spelen door met name China en de VS. Er wordt nu teveel regionaal en nationaal gedacht en gehandeld, maar de internationale problemen moeten we op Europees niveau aanpakken.’

Daarnaast ziet Van Zaalen nog genoeg ruimte voor andere dingen. Zo zal hij voor Link blijven

‘LEZERS KUNNEN DOOR DE FAÇADE

VAN MOOIE WOORDEN HEEN KIJKEN.

ZE SNAPPEN DAT EEN ‘UITDAGING’

STAAT VOOR EEN ‘FLINK PROBLEEM’’

goed gaat. Daarover ga ik de discussie dan aan. Ook in het belang van het betreffende bedrijf. Ongeloofwaardige artikelen worden minder goed gelezen en daar hebben de geïnterviewde en marketingcommunicatie geen baat bij’, zegt Van Zaalen.

Van Zaalen heeft met Link altijd bewust gekozen voor een niet-opiniërende schrijfstijl. ‘Behalve in de columns staan de meningen alleen tussen aan-

schrijven. ‘Leuk, vanwege de inhoud en ook om deel te kunnen blijven uitmaken van het team van mensen met wie ik 23 jaar zo fijn heb samengewerkt. Maar ik heb ook 23 jaar alleen maar tijdsdruk gekend. Het is wel eens lekker om daar een keer vanaf te zijn’, zegt hij. Dit voorjaar wil hij een fietstocht maken naar Zuid-Spanje: ‘Zestig, hooguit tachtig kilometer per dag. In meditatief zen-tempo.’

30 februari 2023
NEIGING EEN ARTIKEL HELEMAAL
DOOR AL EXANDER PIL EN MARTIN VAN ZAALEN
WISSELING VAN DE WACHT

ALEXANDER:

‘LINK WAS ALTIJD EEN VAN DE WEINIGE BLADEN DIE IK ECHT SERIEUS NAM’

Alexander Pil (48) zat op de middelbare school bij de lessen natuurkunde helemaal vooraan. Geboeid luisterde hij naar leraar Joop Schaffers en zoog diens woorden over de fysische wetmatigheden in zich op. De keuze voor de studie Natuurkunde aan de Radboud Universiteit lag dan ook voor de hand, maar het was er ook één die weinig carrièregerichtheid verraadt. Want in die vijf jaar leerde hij ‘van alles een beetje en van niks veel’. ‘Niks praktisch, waar je in een beroep wat mee kan.’ Het is dé reden, weet hij, waarom natuurkundemasters massaal kiezen voor een PhD als vervolg. Maar Pil had tijdens zijn afstudeeronderzoek ontdekt dat het jarenlang focussen op één afgebakend onderwerp niet zijn ding was. Dus kwam de millenniumbug als geroepen. Veel IT-bedrijven grepen dat gevaar aan om hun software eens grondig te updaten – ‘om de datums en de data op orde te krijgen’ – en zochten mensen. Maar ook op dat werkterrein raakte de Nijmegenaar vrij snel uitgekeken. Met zijn vriendin verkaste hij voor een jaar naar Milaan om daar in een callcenter van Fiat klagende klanten uit Nederland en België te woord te staan.

ROOD GESTREEPT

Weer terug in Nederland, waar de arbeidsmarkt toen ruim was, zelfs voor techneuten, belandde hij bij het UWV. Daar trok een vacature van uitgeverij Techwatch zijn aandacht. Die zocht een redacteur voor het blad Bits & Chips. ‘Ik had geen enkele ervaring met schrijven, maar hoofd- van

bijzaken onderscheiden dat kon ik als nerd met mijn analytisch vermogen in elk geval wel. Mijn eerste artikelen kwamen volledig rood gestreept van de hoofdredacteur terug, maar op een gegeven moment had ik het trucje door.’

In 2007 startte de uitgever Mechatronica+ Machinebouw en vanaf 2010 mocht Pil dat blad redactioneel gaan leiden. ‘Inhoudelijk trok die uitgave me meer. Niet langer schrijven over embedded software, maar over mechatronica, over dingen die je kunt zien bewegen.’

Nu maakt hij de overstap naar Link Magazine dat weer een ander bladprofiel heeft. Waarin niet de techniek, maar de mens centraal staat. ‘Hoe me dat bevalt, moet ik nog goeddeels gaan ervaren. Maar, tijdens het werken aan mijn eerste artikelen voor Link heb ik al wel een aardig idee gekregen. In een onderwerp als marketing zat tot mijn verrassing wel degelijk innovatie. Het is veel meer halen dan brengen. Juist veel managers van technische bedrijven ontbreekt het aan inzicht daarin en artikelen daarover zijn voor hen dus van waarde.’

PROMOTIE?

‘Of ik de stap naar Link Magazine als een promotie zie? Het is misschien niet aardig naar de andere industriële magazines, maar Link was altijd een van de weinige bladen die ik echt serieus nam. Waarvan ik de artikelen las, om ideeën uit te halen bijvoorbeeld. Om te weten wat er speelde in de industrie. Want dat idee had ik al en is inmiddels bevestigd: Link heeft een enorm

Link Magazine wordt al jaren gemaakt door hetzelfde kernteam: tweede van links scheidend hoofdredacteur Martin van Zaalen, rechts naast hem de uitgevers John en Mireille van Ginkel. Rechts daarvan eindredacteur Lucy Holl en vormgever Aad Derwort. Uiterst links de nieuwe hoofdredacteur vanaf de april-uitgave: Alexander Pil. Eindredacteur Wilma Schreiber ontbreekt op de foto.

Bart van Overbeeke

netwerk, publiceert over bedrijven die ik helemaal niet kende en komt vrijwel overal binnen.’ Anders dan Mechatronica+Machinebouw schrijft Link dus niet-opiniërend. De meningen komen altijd alleen van de geïnterviewden, niet van de redacteur in kwestie. ‘En dat vind ik een goede keuze. Het is geen sportjournalistiek. Als je een voetbalwedstrijd verslaat, kun je met eigen ogen aanschouwen wat er mis gaat op het veld. Schrijf je over een bedrijf, dan heb je dat volledige inzicht niet, ken je nooit alle kanten van het verhaal. Link laat het aan de lezer, met diens achtergrondkennis, daar zelf zijn eigen mening over te vormen.’

ASML-ECOYSTEEM

Gevraagd naar de belangrijkste ontwikkelingen in de industrie de komende jaren, verwacht Pil dat het samenwerken in de keten verder geïntensiveerd zal worden, noodzakelijk om concurrerend te kunnen blijven. ‘En ik ben heel benieuwd hoe het ecosysteem rond ASML zich gaat ontwikkelen. Er zouden de komende jaren 70.000 banen bij moeten komen? In het Eindhovense is daar simpelweg geen ruimte voor. Dus zullen delen van dat ecosysteem zich verplaatsen naar elders op de wereld, het meest waarschijnlijk naar de VS. Dat kan met zich meebrengen dat het zwaartepunt van het ecosysteem in Nederland zich naar de toeleveranciers verplaatst. En dan heb je wel een probleem: een ASML’er die een technisch detail uitgebreid wil onderzoeken krijgt daar vaak alle tijd en geld voor. Ze hebben een r&d-budget van 1 miljard euro per kwartaal! Als die de overstap moeten maken naar een supplier waar alles gericht is op snel en goedkoop, kan die stap wel eens heel ingewikkeld blijken.’

• www.linkmagazine.nl

31 februari 2023
Foto:

Satisfaction Guarantor.

Service.

Hermle

www.hermle-nederland.nl
Wij nemen al uw wensen serieus en doen er alles aan om uw machine te laten draaien –zowel persoonlijk ter plaatse, ondersteuning op afstand of via onze hotline. De Hermle service is een sterke referentie binnen de markt. Dat bevestigen klanten, pers en zelfs onze concurrenten. Nederland B.V., info@hermle-nederland.nl

NEDINSCO-CEO BEPLEIT TECHNOLOGIECLUSTERS ALS TUSSENSTAP NAAR ÉÉN EUROPESE DEFENSIE-INDUSTRIE

BETERE VERDEDIGING EUROPA VRAAGT OM BETERE SAMENWERKING

De oorlog in Oekraïne heeft de defensie-industrie behoorlijk opgeschud. De noodzaak om in defensie te investeren is er, het geld inmiddels beschikbaar. Een zinvolle besteding vraagt echter wel om inzicht in een groot aantal aspecten. Arno Bouwmeester van Nedinsco ziet vooral mogelijkheden wanneer er op Europees niveau een langetermijnvisie wordt geformuleerd, zodat bedrijven ruimte en draagvlak krijgen om hun expertise verder te verdiepen. Bijvoorbeeld in technologieclusters. ‘Je levert als land wat in en tilt samen de Europese defensieindustrie naar een hoger niveau.’

DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK Samenwerken met het mkb in de ontwikkelingsfase bemoeilijkt weer het uitzetten van de opdracht bij dezelfde partij vanwege ‘voorkennis’ en zo zijn er nog meer praktische problemen. ‘Daarbij is Nederland qua inkoop vaak ‘braver’ dan andere landen. In ons land gaat bijvoorbeeld een aanzienlijk kleiner deel naar de eigen defensie-industrie dan andere landen aan ‘hun’ bedrijven toebedelen. Met uitschieters van landen die bijna het gehele budget binnen de grenzen houden.’

Met de extra investeringen van 2 miljard euro in Defensie haalt Nederland in de jaren 2024 en 2025 de NAVO-norm van 2 procent van het bbp. Het additionele geld vult eerst zoveel mogelijk de tekorten aan die de afgelopen jaren zijn opgebouwd. Dat betekent investeren in huisvesting, materieel en vooral mensen. Daarnaast maakt het ministerie van EZK zich samen met onder meer de Defensie Materieel Organisatie (DMO) hard voor het inkopen van de juiste producten bij de juiste bedrijven.

INFANTERIE MATERIEEL OPNIEUW IN DE KIJKER

Ceo Arno Bouwmeester van Nedinsco, ontwikkelaar en producent van opto-elektrische systemen voor diverse NAVO-landen, kent de inkoopproblematiek van Defensie. ‘Dat start al met het vaststellen van wat er het meest nodig is. Het is nog maar kort geleden dat Europa ervan overtuigd was dat de rol van tanks en ander zwaar infanteriematerieel was uitgespeeld. De oorlog in Oekraïne bewijst het tegendeel, waardoor de inkoopvisie op de schop moet. Zwaar materieel dus; maar voordat dit beschikbaar is, zijn we een paar jaar verder.’

Een deeloplossing ligt wat Bouwmeester betreft in het uitvoeren van MidLife Updates. ‘Dat is uitgebreid onderhoud halverwege de levensduur van materieel waarna het volledig ge-upgrade de tweede helft van de lifecycle volwaardig kan meedraaien. Intussen moeten we ook nieuw materieel aanschaffen waarbij de vraag rijst: moet dit voldoen aan de laatste stand der techniek, of moet het meer passen bij het bestaande materieel? En vervolgens: wáár kopen we in?’

NEDERLAND VEEL ‘BRAVER’

Er zijn de nodige drempels te nemen. De wet- en regelgeving verplicht bijvoorbeeld dat er vanaf een specifiek bedrag Europees wordt aanbesteed.

Bouwmeester gelooft daarom in samenwerken op Europees niveau. ‘We kunnen Europa an sich niet veranderen, maar we kunnen wel samenwerken en zo de spreekwoordelijke taart verdelen. Dit is onder andere belangrijk voor bedrijven om meer te kunnen verdiepen. Op dit moment ligt de focus vooral op verbreden waardoor bedrijven binnen Europa vergelijkbare producten leveren. Verdiepen, en daarbij producten maken met echte UPS’s, is veel lastiger: het risico is nu eenmaal groter wanneer je alleen aan de Nederlandse defensie kunt leveren. Deze situatie biedt bedrijven maar weinig ruimte zich verder te specialiseren in een bepaalde technologie.’ Een mogelijke voorsprong op technologiegebied houdt zo maar moeilijk stand en zelfs het bestaansrecht van een bedrijf kan in gevaar komen, aldus Bouwmeester. ‘Dit wordt anders wanneer je op Europees niveau gaat samenwerken.’

LANGETERMIJNDROOM

Bouwmeester schetst zijn ‘langetermijndroom’ waarin hij uitkomt op één Europese defensieindustrie. ‘Ik zeg met nadruk ‘lange termijn’, omdat dit niet binnen enkele jaren is te realiseren. Je kunt wél beginnen om samen te werken met landen die ongeveer gelijke zaken inkopen. Of het nu om tanks gaat of kleding. Je kunt dan

de opdrachten onder de landen verdelen waarbij ieder zijn eigen specialisme verder kan doorontwikkelen. Wanneer je dit met twee of drie landen doet, ontstaat een technologiecluster dat (door)ontwikkelt voor de gehele Europese defensie-industrie. Bijvoorbeeld op het vlak van radars of marinebouw. Je levert als land wat in, maar hebt de mogelijkheid om samen de Europese defensie-industrie op een hoger niveau te brengen. Ik verwacht dat de wat meer individueel gerichte landen hierdoor ook meer bereid zijn om aan te haken.’

EERSTE STAP BILATERAAL

De eerste stap naar Europese samenwerking ziet Bouwmeester in bilaterale samenwerking. Zoals Nederland en Duitsland momenteel op hoog niveau doen. Daarnaast zal de wet- en regelgeving moeten worden aangepast om Europese samenwerking vlot te trekken. ‘Het is op dit moment vooral een stap die de politiek moet zetten, niet zozeer het technische bedrijfsleven. Wat dat betreft spreek ik echt mijn bewondering uit voor de manier waarop EZK, de DMO en Defensie op dit moment roeien met de riemen die ze hebben. Ik begrijp de klachten vanuit de defensie-industrie dat ze te weinig ruimte krijgen deels. Maar daar realiseert men zich onvoldoende dat eenvoudig niet alles kan op dit moment. Ik hoop dan ook van harte dat de Europese landen dit idee kunnen oppakken en met een langetermijnvisie aan de slag gaan. Voor een slagvaardiger Europa.’

• www.nedinsco.com

33 februari 2023
Verkennings- en bewakingsvoertuig Fennek met een electro-optical targeting system. Foto: Nedinsco
DEFENSIE

BILL OF MATERIALS IS DE BASIS VAN SERVITIZATION-BUSINES SMODEL

GEHEIM VAN EEN SUCCESVOLLE TRANSITIE IS EEN ‘GEK’ DIE IEDEREEN MEETREKT

Een stuklijst, het lijkt een stoffig onderwerp om over te discussiëren. Tijdens het Link Café – dat mede mogelijk werd gemaakt door Siemens – over de uitdagingen rond de bill of materials kwam echter naar voren dat behoorlijk wat bedrijven ermee worstelen. De behoefte is groot, want een goede BOM blijkt een noodzakelijke eerste stap richting een businessmodel op basis van servitization.

HAKEN EN OGEN

Een bill of materials is een lijst van ruwe grondstoffen, deelassemblages, componenten en onderdelen die nodig zijn om een eindproduct te maken. Een simpele stuklijst dus, zoals je die ook voor in de handleiding van een IKEA-kast vindt? Ja en nee. Het lijkt erop maar simpel is het allerminst, getuige de opkomst tijdens het Link Café over het onderwerp bij Voortman Steel Machinery in Rijssen.

Er zitten nogal wat haken en ogen aan het creeren van een goede BOM. Om te beginnen moet de lijst natuurlijk correct en compleet zijn. Dat klinkt logisch, maar is een flinke uitdaging als je dat moet doen voor een complexe machine met mechanische, elektronische en softwarecomponenten die overal uit je organisatie vandaan komen, en wellicht zelfs door externe partijen worden geleverd. De stuklijst voor een Billy-boekenkast is overzichtelijk, maar voor een geavanceerde staalbewerkingsmachine van Voortman ligt dat heel anders. Voor dergelijke complexe systemen is het ingewikkeld en tijdrovend om de BOM compleet te krijgen.

HELS KARWEI

• Voor complexe systemen is het ingewikkeld en tijdrovend om de BOM compleet te krijgen.

• Machines en systemen zijn zelden statisch.

• Zonder sturing en uitleg kan een BOM gezien worden als administratieve rompslomp.

• Te veel data maakt het nodeloos complex en onoverzichtelijk.

• De transitie vraagt om nieuwe skills en nieuwe rollen.

direct op het netvlies staan om alle wijzigingen netjes te registreren in de BOM. Zonder sturing en uitleg bestaat het gevaar dat een BOM wordt gezien als niets meer dan administratieve rompslomp, waarschuwden meerdere Link Cafébezoekers. ‘Je hebt iemand in je organisatie nodig die er heilig in gelooft, door muren heen breekt en iedereen kan enthousiasmeren’, aldus Göran Oesterholt, sales director Nederland bij Siemens Digital Industries Software.

CONSISTENT FORMAT

Frank Scherphof van Voortman Steel Machinery: ‘Onze business rust op drie pijlers. Om te beginnen proberen we zo veel mogelijk te automatiseren, in onze machines maar ook in onze processen. Ten tweede draait het om outputmaximalisatie. En hoe meer je automatiseert, hoe meer je ingrijpt in het proces bij je klanten en dus hoe afhankelijker hij ook van je wordt. Daarom moet je ook de customer service goed op orde hebben. Je wilt overal ter wereld support kunnen leveren. Dat is de derde pijler.’

Foto’s: Arjan Reef

Daar komt bij dat machines en systemen zelden statisch zijn. Het is namelijk niet zo dat een systeem wordt ontwikkeld, je een BOM opstelt en dat het daarmee klaar is. Tijdens de levensduur van het systeem treden er heel veel wijzigingen op. Aan het begin, omdat de machine al op de markt komt voordat deze volledig uitontwikkeld is. Engineers blijven immers graag nog sleutelen tot het helemaal perfect is. Maar ook daarna verandert een systeem: door onderhoud en service, vervangende onderdelen die worden geplaatst, software die wordt geüpdatet. Al die veranderingen moeten nauwgezet worden bijgehouden. Het is een hels karwei om dat proces te structureren en in goede banen te leiden. In het Link Café, dat midden in het flitsende Experience Center van Voortman was opgesteld, ging die uitdaging regelmatig over tafel.

Het wordt nog ingewikkelder als je je bedenkt dat niet iedereen in de organisatie er even veel belang aan hecht om de BOM up-to-date te houden. Het zal dus niet bij elke medewerker

Door alle wijzigingen gaat de BOM van die ene specifieke machine steeds verder afwijken van de originele BOM. Met de huidige toeleveruitdagingen en materiaaltekorten is dat helemaal een issue. Want het geplande reserveonderdeel kan zomaar niet beschikbaar zijn. De klant wacht, dus je lost dat op met een alternatief onderdeel dat wel voorhanden is. En daarmee wordt die ene machine volledig uniek, met ook een unieke BOM. Het is geen sinecure om al die verschillende BOM’s efficiënt te beheren en te managen. Tijdens de borrel en het diner na afloop van de groepsdiscussie wisselden deelnemers tips en tricks uit hoe ze dit probleem kunnen tackelen. De input voor een BOM komt van verschillende afdelingen binnen een bedrijf. Al die disciplines hebben hun eigen beeld bij wat een BOM is en welke informatie deze moet bevatten. Ze spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen tools, waardoor het niet voor de hand ligt om een mechanische BOM te combineren met een elektronische BOM. Dus is een consistent format nodig, dat aansluit bij de verschillende producten in je bedrijf en waar alle teams mee overweg kunnen.

WELK DETAILNIVEAU?

Als je het dan intern op de rails hebt, ben je ook nog afhankelijk van toeleveranciers. De informa-

34 februari 2023
DOOR AL EXANDER PIL
BILL
OF MATERIALS

tie die zij geven over de geleverde onderdelen, moet passen in jouw BOM-structuur en moet bovendien ook worden bijgehouden. Hoe doe je dat? Idealiter koppel je de beide BOM-administraties aan elkaar, maar dat is allerminst evident. Sowieso om dat technisch voor elkaar te krijgen, maar ook omdat lang niet alle bedrijven in de keten op hetzelfde volwassenheidsniveau zitten met hun BOM’s.

Verder moet je goed nadenken over het detailniveau van je BOM, want al die externe componenten hebben immers zelf ook weer een BOM. Is het voor jouw machine van belang om van bijvoorbeeld een ingekochte besturingseenheid te weten welke elektronica daar in zit? Waarschijnlijk heb je genoeg aan het artikelnummer en wat basale informatie. Te veel data maakt het nodeloos complex en onoverzichtelijk. Wat zal het Voortman bijvoorbeeld uitmaken welke specifieke knopjes er zijn gebruikt in het controlepaneel dat het bedrijf inkoopt? Aan de andere kant is voor sommige toepassingen juist complete transparantie vereist. Dan is zo’n overcomplete BOM wel degelijk noodzakelijk en zul je heel kritisch naar je proces en je BOM’s moeten kijken.

BEGINT BIJ BOM

Als een BOM in de basis alleen een lijstje met componenten is en het in de praktijk zo ingewikkeld is om deze compleet en up-to-date te houden, waarom zou je er dan zo veel moeite voor moeten doen? Frank Scherphof, operationeel manager bij Voortman Steel Machinery, was daar in zijn presentatie voor het Link Café duidelijk over: ‘De bill of materials is een eerste en noodzakelijke stap richting een digital twin en een

servitizationmodel. De reis van een businessbenadering die is gericht op producten naar een verdienmodel dat draait om diensten, begint bij een goede BOM. Want als we klanten willen afrekenen op de output of de uptime van onze machine, moeten we heel goed in de smiezen hebben wat er daadwerkelijk

35 februari 2023
REIS LEES VERDER OP PAGINA 36 Bij Broshuis is een BOM-manager aangesteld die goed in de gaten houdt of voorgestelde mutaties daadwerkelijk nodig zijn, vertelde Melanie van Beek (tweede van rechts).
www.variass.nl

in het veld gebeurt. Dan wil je de fysieke werkelijkheid koppelen aan de virtuele wereld, aan je digital twin, die gevoed wordt met operationele data en sensorgegevens. En voor een goede digital twin heb je een goede BOM nodig.’

ÉÉN BRON, ÉÉN LIJST

Voortman is die weg ingeslagen, maar het bedrijf is er nog niet, geeft Scherphof toe: ‘We zijn nog niet in staat om een goede stuklijst te maken, laat staan een digital twin. We kunnen het best goed, maar niet op het niveau dat we de stap kunnen zetten van een basis-BOM naar een as-built – een combinatie van een BOM en een grafische weergave van hoe het product er daadwerkelijk uitziet – naar een digital twin.’

anders, dan is het voor mij een ander product. Zo zwart-wit kijk ik ernaar.’

VERDIENEN AAN JE BOM

Zoals gezegd, is de digitale transformatie rond BOM’s en digital twins vooral ook businessgedreven. Als je het goed doet, zit er al geld in de as-built-data, vertelt ceo Arno Bouwmeester van Nedinsco in Venlo: ‘Tenminste, als je je businessmodel laat draaien om service en onderhoudscontracten.’ Dan is het essentieel om te weten wat er in elke machine zit. Onderhoudsmonteurs hoeven dan niet eerst polshoogte te nemen voordat ze een reparatie kunnen uitvoeren, maar kunnen exact zien welke componenten erin zitten, en dus direct ook het juiste reserveonderdeel meenemen. Als je wordt afgerekend op de uptime van de machine, levert je dat direct veel geld op. Een as-built heeft zeker voor een monteur meer waarde dan een BOM. Het gaat immers niet om

wat de engineer heeft bedacht, maar wat er in productie is gebeurd. De BOM van het oorspronkelijke ontwerp heeft waarde, omdat het de basis vormt van waaruit je alles kunt afleiden.

AS-MAINTAINED

Waardevoller is het om van elke machine in het veld een as-built te hebben. Of beter nog, een as-maintained, want ook onderhoudsingrepen of software-updates moeten natuurlijk netjes worden geregistreerd. Als je dat onder de knie hebt, ga je richting servitization en predictive maintenance op hoog niveau.

Zo’n database is ook erg interessant als een bedrijf overal op de wereld machines heeft staan en uit efficiëntieoverwegingen werkt met lokale monteurs. Die zullen net wat minder goed op de hoogte zijn van mogelijke verschillen in het systeem. Met een as-built is dat veel duidelijker en explicieter. Scherphof: ‘Mits je geen concessies doet aan de koppeling tussen de fysieke en de digitale wereld, staat immers exact op papier uit welke componenten die ene machine is opgebouwd.’ De stap naar ondersteuning via augmented reality is dan niet meer zo groot.

BUSINESSMODEL OP DE KOP

De invoer van goede BOM’s en de daaropvolgende stappen naar een digital twin en servitization betekenen nogal wat voor een organisatie. ‘De transitie van producten naar diensten zet je businessmodel op z’n kop’, weet Scherphof. ‘Dan is het niet meer dan logisch dat ook de organisatiestructuur op de schop moet.’

Uit de discussies en gesprekken in het Link Café komt één ding duidelijk naar voren: als je van deze transformatie een succes wilt maken, heb je een drijvende kracht nodig. Engineers zijn immers van nature nogal eigenwijs en zullen in eerste instantie hun hakken in het zand zetten als ze hun vertrouwde werkwijze moeten veranderen. Het levert ze namelijk ‘saai’ werk op, dat wellicht zal voelen als corvee als je niet goed uitlegt waarom het nodig is.

Die volwassenheid heeft Voortman wel voor ogen. ‘We willen toe naar een single source of truth’, vertelt Scherphof. ‘Eén BOM per product, waaruit je alle stuklijsten kunt halen die in onze organisatie nodig zijn; voor onze mechanici, elektronici, software-engineers, productiemedewerkers en onderhoudstechnici. Eén bron, één lijst. Als je er een digital twin van wilt maken, zitten precies die componenten en materialen erin, geen discussie, geen grijs gebied. En is de lijst

VERVOLG VAN PAGINA 35 Simpel is een BOM allerminst, getuige de opkomst tijdens het Link Café over dit onderwerp.
36 februari 2023
‘Er is geld te verdienen met een as-built’, vertelde Arno Bouwmeester van Nedinsco (uiterst links)
‘WE WILLEN TOE NAAR EEN SINGLE SOURCE OF TRUTH’

PRIORITEIT EN BETROKKENHEID

In die reis is natuurlijk een belangrijke taak weggelegd voor het management, dat allereerst de noodzaak moet voelen en een stip op de horizon moet hebben waar het naartoe wil. ‘Aan die overtuiging ontbreekt het nog wel eens bij bedrijven’, constateert Scherphof. Ook de cfo moet immers overtuigd zijn, want het proces kost tijd en geld.

Als het management de richting eenmaal heeft bepaald, volgen daaruit de processen en hoe de BOM en de digital twin daarin passen. Het management moet de transitie prioriteit geven en betrokkenheid tonen. Oesterholt (Siemens): ‘Het geheim is een “gek”, een mobilizer die iedereen meetrekt, maar ook het hele proces kan overzien.’ De push komt vanuit de managementkamer, de pull ligt idealiter in handen van één sterke aanjager die de verandering door de organisatie trekt, over de grenzen van de disciplines kan kijken en mensen weet te motiveren.

WAAKHOND

De transitie vraagt ook om nieuwe skills en nieuwe rollen in een organisatie. Sommige bedrijven hebben al een chief data officer of brengen het onder bij een chief information officer. Daarnaast lijkt het verstandig om op operationeel niveau

Technology for Tomorrow. Service for Today.

Values Forever.

Take advantage of our comprehensive technology and process know-how. We are committed to developing perfect solutions that integrate optimally into your procedures. Benefit from innovations that do take you further.

iemand aan te stellen die de bibliotheek van alle BOM’s beheert. ‘Wij hebben zo’n waakhond die goed in de gaten houdt of voorgestelde mutaties ook daadwerkelijk nodig zijn’, vertelt coo Melanie van Beek van Broshuis in Kampen. Een BOM-manager met een kritische blik kan bovendien controleren of er geen duplicaten de database komen te staan. In de praktijk ontwerpen engineers namelijk nog wel eens iets wat al eerder is bedacht of waarvan de eigenschappen heel sterk overeenkomen met een bestaand design. Een strenge bibliothecaris kan dat

onnodige werk voorkomen. ‘We gebruiken software om die overbodige designs te detecteren’, aldus Van Beek. Ontwerpers krijgen dan een seintje als ze een design bouwen dat al in de database staat.

• www.voortman.net

• www.sw.siemens.com

• www.nedinsco.com

• www.broshuis.com

For more information, visit pepperl-fuchs.com

37 februari 2023
Het Link Café was dit keer midden in het flitsende Experience Center van Voortman in Rijssen.

COMMERCIEEL DIRECTEUR THOMAS WAALS OVER DE ‘BRABANTSE’ AANPAK VAN METAALBEWERKER VAN BUSSEL

‘WE ZIJN GEEN BEDRIJF MET KNEITERHARDE GROEIDOELSTELLINGEN’

werken als één van de weinige metaalbedrijven in de regio niet voor ASML. Dat is helemaal prima.’ En als ASML ineens aan de deur zou staan? ‘Dan krijgen ze in ieder geval een bak koffie met iets lekkers erbij.’

Foto’s: Vincent Knoops

38 februari 2023
Commercieel directeur Thomas Waals van Van Bussel: ‘Wij
STRATEGIE

Zo’n veertien jaar geleden deed Thomas Waals zijn mts-afstudeerstage op de tekenkamer bij Van Bussel Metaaltechniek in Asten. Daarna volgde hij de hbo-opleiding technische bedrijfskunde en werkte tegelijkertijd elders in de industrie. Maar negen jaar geleden kwam Waals terug bij Van Bussel en nu is hij er commercieel directeur én mede-eigenaar. ‘Fijne klanten, superleuke medewerkers, warm bedrijf, mooie producten’, vat hij het samen. Van Bussel groeit en wil de wereldmarkt op.

Thomas Waals (34) is de Brabantse nuchterheid zelve. ‘Wij werken als één van de weinige metaalbedrijven in de regio niet voor ASML. En dat is helemaal prima, al denk ik dat we inmiddels qua kennis en machinepark niet onderdoen voor de gemiddelde ASML-toeleverancier.’ En als ASML ineens aan de deur zou staan? ‘Dan krijgen ze in ieder geval een bak koffie met iets lekkers erbij. Een warm worstenbroodje of zo.’ Iedereen wordt gastvrij onthaald in één van de locaties van Van Bussel in Asten. Dat zijn er nu al vijf: voor het plaatwerk, voor het lassen, voor het draaien en frezen, voor de assemblage en voor het onderdeel Spako Food Machinery, dat eigen ambachtelijke en industriële voedselverwerkende apparatuur levert.

UIT DE COMFORTZONE

Ton en Caroline van Bussel startten Van Bussel Metaaltechniek in 1979. Het groeide uit tot een modern metaalbewerkingsbedrijf met een state-of-theart machinepark en veel klanten in de food- en feedindustrie. Van Bussel is specialist in rvs. Waals somt met gemak een paar mooie, willekeurige projecten van vorig jaar op. Voor een Belgische industriële vleesverwerker werd een nieuwe productiehal gevuld met onder meer grote Spako-ketels, bakkasten en rookkamers. Aan Kaak Group werden grondstoffensilo’s voor de productie van biologische kinderkoekjes geleverd, inclusief een complete suikermaalinstallatie. ‘En voor Eurotech Sports & Events in Horst hebben wij – totaal uit onze comfortzone – een led wall voor een vrachtwagen ontwikkeld. Dat moest in zeer korte tijd: het grote scherm op de wagen moest bij de finish van de Amstel Gold Race komen te staan. Ze kenden ons omdat we voorheen eens bobsleeën voor hen hebben gebouwd. Bij die wall hebben we heel veel kennis en kunde van al onze afdelingen ingezet. Van zoiets ongewoons leer je met zijn allen gigantisch veel.’

Hoe ben je destijds weer bij Van Bussel beland?

‘Ik kwam toevallig wat producten ophalen en sprak eigenaar Ton van Bussel, met wie ik sinds mijn stagetijd al een heel goede klik had. Bij een kop koffie vertelde hij dat hij net een hal erbij gekocht had op het industrieterrein, en daarin vooral veel met draaien en frezen wilde gaan doen. We hebben daarna nog een paar keer bij elkaar gezeten: wat kun je daar neerzetten? Wat past bij ons, wat is van toegevoegde waarde? In 2014 ben ik weer bij Van Bussel aan de slag gegaan, toen nog als commercieel manager. We hebben langzaam maar zeker alle processen in het bedrijf tegen het licht gehouden.’

Wat trof je aan bij terugkomst?

‘Nog steeds hetzelfde schitterende bedrijf met fijne medewerkers en klanten. We hebben nu zo’n 90 medewerkers, maar waren destijds nog met 20, 25 man, van wie ik de meesten dus al kende van mijn tijd op de tekenkamer. Begin 2017 vroegen Ton en Caroline of collega Rudolf van den Broek en ik het bedrijf langzamerhand wilden overnemen. Ik had altijd al de ambitie om voor mezelf te beginnen. We hebben de tijd genomen. Sinds afgelopen december zijn Rudolf en ik volledig eigenaar. Ton en Caroline hebben nog een tijdje vanaf de zijlijn meegekeken, maar laten ons nu helemaal vrij.

• ‘Qua kennis en machinepark doen we niet onder voor de gemiddelde ASML-toeleverancier.’

• ‘Van iets ongewoons leer je met zijn allen gigantisch veel.’

• ‘We hebben langzaam maar zeker alle processen in het bedrijf tegen het licht gehouden.’

• ‘Dit is een rasecht familiebedrijf en dat blijft het.’

Dit is een rasecht familiebedrijf en dat blijft het. We kijken naar de lange termijn. Iedereen is echt onderdeel van ons team: de lijnen zijn kort. We streven naar zo min mogelijk rangen en standen, al heb je er wel een paar nodig helaas. Maar we doen het samen, welke functie je ook hebt. Iedereen loopt gewoon bij elkaar binnen en probeert elkaar te helpen. Dat geldt ook voor mij. Soms is een schouderklopje van mij genoeg, soms een luisterend oor, een heel enkele keer is een wat fellere toon nodig van “Zo gaan we het niet doen”.’

Hoe is de taakverdeling met Rudolf?

‘Hij zit sterk op de technische kant en is volop bezig met data. De één noemt het Industrie 4.0, de ander smart industry. Wij zeggen dat we ons gezonde boerenverstand gebruiken en zijn elke dag bezig met het verder optimaliseren van onze processen. Onze insteek is dat we heel veel zelf doen. Of dat goed of slecht is, daarover lopen de meningen heel sterk uiteen in de industrie. Maar wij kiezen daarvoor, om véél zelf te maken en dat zie je ook terug qua digitaliserings- en automatiseringskant. We hebben geen specifieke IT-partner en zijn continu zelf bezig hoe we alles slimmer aan elkaar kunnen koppelen. We zetten steeds kleine stapjes, zodat we iedere keer weer een overwinning kunnen vieren.’

Wat automatiseer je dan bijvoorbeeld?

‘We kijken hoe we orders van klanten steeds slimmer door de fabrieken kunnen loodsen. Onze locaties zitten allemaal op een steenworp afstand van elkaar, zijn alle gericht op bepaalde bewerkingen. Een klantorder kan dus door al de fabrieken heen gaan. Onze machines komen van uiteenlopende fabrikanten. We hebben kantbanken van LVD, machines van Trumpf, noem maar op. Binnenkort krijgen we een compleet nieuwe ont-

bramer van Q-Fin (zie kader, red.). We engineeren in SolidWorks, hebben een ERP-systeem van MKG. En alles koppelen we zelf aan elkaar. Ons doel is steeds beter en sneller de juiste informatie op de juiste plek te krijgen en op die manier veel efficiënter te werken. Dat is nooit af.’

DOOR LUCY HOLL 39 februari 2023
LEES VERDER OP PAGINA 41
‘ONZE INSTEEK IS DAT WE HEEL VEEL ZELF DOEN’
FILTRATE PURIFY MEASURE CONTROL ktr.com Tailor-made coolers for mobile machines or stationary hydraulics. Powerful and efficient. Connect Team KTR Benelux Met wie heb je het genoegen? KTR360.com Online magazine Zie onze koelers in actie, in applicaties wereldwijd. 9,000 m2 NIEUW SINDS 2019 Onze high-performance koelerfabriek in China. 0516AdvKTRLinkMag200x128indd119-01-202316:22

VERVOLG VAN PAGINA 39

Zijn de eigen Spako-producten nu niet heel dominant in de productie?

‘Dat valt mee. Spako in Deurne was voorheen een klant van ons, maar kwam een jaar of vier geleden om de productie van een ketel aan ons uit te besteden. Maar het verhaal was eigenlijk of we ze niet helemaal wilden overnemen. Dat beet niet met de opdrachten van onze bestaande klanten en we wilden altijd al graag eigen eindproducten om verder in de keten op te schuiven. Hun fabriek was gedateerd, maar ze maakten wel echt kwaliteit en hadden een goede naam. We hebben Spako eerst opnieuw gepositioneerd. Er zijn nu drie pijlers: een lijn met standaardproducten die met vele opties klantspecifiek te maken zijn. Daarnaast bieden we turn-key oplossingen. En de derde pijler is used machinery: we refurbishen eigen machines. We hebben toen ook nieuwbouw voor Spako in Asten neergezet.

De productie van plaatwerk en frees- en draaiwerk voor het Spako-assortiment loopt mee over de lijnen van Van Bussel. Mensen staan vaak verbaasd hoe we het overzicht behouden met al onze opdrachten in zo veel verschillende markten. Oké, wij moeten als management dat overzicht hebben. Onze mensen werken in relatief kleine teams aan afgebakende, heldere opdrachten.’

Wat heb je voor ogen met het bedrijf?

‘Dat is heel simpel. Wie ’s morgens opstaat, wil een fijne werkdag hebben.

Als je een fijne werkdag hebt met een fijn team mensen om je heen, dan voelen klanten dat, en krijg je vanzelf prettige klanten over de vloer. Die klanten gunnen het je dat je wat geld verdient en ze prijzen je elders aan. Dan komt de rest allemaal vanzelf. We zijn geen bedrijf met kneiterharde doelstellingen wat betreft groei en strategie. Ik heb voor mijn hbo-studie op Fontys Hogeschool rondgelopen. Daar worden mensen allemaal dezelfde kant opgestuurd. Iedereen die daar zijn diploma haalt, kan hetzelfde. Dat is niet uniek, hè. Ik wil gewoon met een fijn team medewerkers supermooie producten maken. Natuurlijk zijn wij commercieel. Natuurlijk kijken we heel goed wat we doen, alleen die informele sfeer is hier wel de basis.’

Wat is een fijne klant voor jullie?

Waals: ‘Als het moeilijk wordt, kan ik bij de pakken neer gaan zitten en vertellen hoe zielig ik ben. Maar ik kan ook gewoon de mouwen opstropen.’

‘Dat is iemand die ons waardeert als leverancier, die ons als mens behandelt. Of hij nu komt voor een onderdeel, assemblage of eindproduct. Het heeft niks te maken met de grootte van de order. Koud, afstandelijk en zakelijk is prima, maar dat past niet bij ons. Vanzelfsprekend krijgen we opdrachten binnen van klanten die we nauwelijks zien. Maar als onze medewerkers met klanten contact hebben, wordt er altijd wel een praatje gemaakt: hoe gaat het op het werk, hoe is het thuis? Er wordt altijd wel een keer gelachen. Dat is de Brabantse gemoedelijkheid, de deur staat bij ons open. We zijn harde werkers in een warme sfeer. Tegenwoordig is het toch allemaal al zo koud en individualistisch.’

PARADEPAARDJE VAN Q-FIN

Van Bussel investeert continu in zijn machinepark en is nu in afwachting van een nieuwe machine van Q-Fin in Bergeijk, fabrikant van machines voor het ontbramen, afronden en finishen van metalen plaatdelen. Thomas Waals en Rudolf van den Broek gingen in Bergeijk kijken en de deal was snel beklonken: het wordt het nieuwe paradepaardje van Q-Fin, de SER1200 Multibrush, een combimachine die vlakke plaatdelen snel ontbraamt en afrondt en ze voorziet van een richtingloze finish. De machine werd recentelijk op de Euroblech gelanceerd. Waals: ‘Richtingloos finishen is de meest gevraagde finishing door onze foodklanten. We hebben gekozen voor een standaardmachine met allerlei opties.’

Directeur Anton Bax van Q-Fin: ‘We combineren in de SER1200 alle finishmogelijkheden in één machine. Met de vijf bewerkingsstations zijn allerlei configuraties mogelijk. Van Bussel kan zelf programmeren wat er voor een bepaalde order nodig is aan bewerkingen en kwaliteit. Dat zit standaard in de software.’

• www.q-fin.nl

Hoe gaat dat als je verder wilt groeien en internationaliseren?

‘Ja, dan moet je toch iets meer op afstand gaan werken. We willen onze Spako-producten

wereldwijd uitrollen en zoeken overal naar dealers. Zo zijn we bezig met een agentschap in Nieuw-Zeeland, dat kwam toevallig op ons pad. Die mensen hebben we nu een paar keer gesproken via Teams. Als dat prettig verloopt en we krijgen vlot reactie op onze mails, is dat al fijn samenwerken. Van Bussel Metaaltechniek wil uitgroeien tot een totaalleverancier. Een aantal klanten wil dat wij meer complete en complexere subsamenstellingen gaan maken voor hun eindassemblage. Plaatdelen, freeswerk deden we al. We hebben nu een aparte hal voor dat soort subassemblages. Daar zit veel potentie in.’

Heb je moeite om medewerkers te vinden?

‘Ja, net als iedereen. Maar nee, want ik heb niet nu acuut mensen nodig. We hebben veel vacatures openstaan en kijken wie erop reageert. Past iemand bij onze familie? Is er een klik? Ik heb in mijn eindejaarstoespraakje iedereen ontzettend bedankt voor de inzet en gezegd dat we in 2023 weer leuke, nieuwe projecten aangaan. Op zo’n moment ga ik niet met allerlei cijfers en sheets lopen schermen. Omzetcijfers vind ik ook niet interessant om te noemen. Dat zegt helemaal niks, mensen gaan daar allerlei getallen aan ophangen en zelf invulling aan geven.’

Wat vind je lastig aan het directeurschap?

‘Ach, ze zeggen: “Winnaars hebben een plan en verliezers een excuus.” Als het moeilijk wordt, kan ik bij de pakken neer gaan zitten en vertellen hoe zielig ik ben. Maar ik kan ook gewoon de mouwen opstropen. ’s Morgens op tijd de wekker zetten en gas erop. We hebben natuurlijk een aantal turbulente jaren gehad. Van de coronacrisis rolden we in een materiaal- en energiecrisis. Dan kun je een hoop investeringen stopzetten en in paniek raken. Maar zolang je maar kansen blijft zien en vertrouwen hebt in medewerkers, klanten en markten, is er leven.’

• www.vanbussel.com

• www.spako.nl

41 februari 2023

ACHTERSTANDEN

EN HOGERE

KOSTEN: FABRIKANTEN KIEZEN VOOR HUN CASH COWS CERTIFICERING TOPIC

Lekkende siliconen borstimplantaten waren de reden voor de EU om de Medical Device Regulation (MDR) te introduceren. Of die veel strengere wet dit type incidenten voortaan voorkomt, is de vraag; vaststaat dat het keuren van medische producten nu veel meer tijd en geld kost. Want ook alle bestaande artikelen moeten helemaal opnieuw onder de loep. Een gesprek met twee managers van certificeringsinstantie DEKRA in Arnhem over de impact van de MDR in de EU (en daarbuiten).

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

Start-ups die hun innovatieve implantaten, medische verbruiksartikelen of apparaten naar de markt willen brengen, hebben er – meer dan bestaande bedrijven – alle baat bij dat de time-to-market zo kort mogelijk is. Immers, omzet draaien ze nog niet of nauwelijks: voor het financieren van hun operatie zijn ze (grotendeels) afhankelijk van geldschieters, veelal private equity of strategische investeerders. Het overleven van deze beruchte Innovation Valley of Death in de medtech is momenteel nog een stuk lastiger dan het al was. Althans, in Europa. Vanwege de Medical Device Regulation van de EU, de opvolger van de Medical Device Directive (MDD), kost het tegenwoordig veel meer tijd en geld om een medisch product gecertificeerd te krijgen. En juist daaraan hebben start-ups per definitie een tekort.

MINDER MEDISCHE PRODUCTEN

Ook volwassen medtech bedrijven worden geraakt door de introductie van de MDR. Die hebben er, ondanks een vaak wat minder krappe beurs en planning, evengoed last van dat de MDR financieel en tijdtechnisch veel meer voeten in de aarde heeft. ‘Wij zien in ons netwerk dat start-ups

moeilijker verder komen met hun innovaties. En dat bestaande bedrijven ervoor kiezen vooral die producten te laten certificeren waarmee ze veel omzet draaien of waarvan ze veel omzet verwachten’, vertelt Harry van Vugt, head of medical notified body bij certificeringsinstantie DEKRA in Arnhem. ‘En dat kan betekenen’, vult zijn collega en business director medical Teun Arends aan, ‘dat er straks minder producten en minder innovaties in de gezondheidssector terechtkomen. Dat scheelt ondernemingen, jong en oud, omzet. Maar, nog belangrijker: het kan de kwaliteit van onze gezondheidszorg aantasten.’

NIET WATERDICHT

De concrete aanleiding voor ‘Brussel’ om te besluiten tot de nieuwe MDR was een omvangrijk schandaal dat in 2010 aan het licht kwam. Toen werd duidelijk dat grote gezondheidsproblemen bij duizenden vrouwen te wijten waren aan hun lekkende siliconen borstimplantaten. De vraag is echter of de MDR dat probleem oplost, aldus Van Vugt: ‘De regulation is strikter dan de MDD. Maar het lekken van de implantaten was het gevolg van regelrechte fraude. De fabrikant heeft, zonder toestemming van de certificerende instantie, gekozen voor andere, goedkopere siliconen-gel. Om dit te voorkomen, kent de MDR

EUROPESE MEDTECH ONDERNEMINGEN OP ACHTERSTAND?

De andere grote, sterk gereguleerde medische markt van de wereld, is die van de VS. Het certificeren wordt daar uitgevoerd door de FDA (Food and Drug Administration), een overheidsorganisatie. Een systeem dat eveneens strikte eisen aan producten stelt alvorens ze worden toegelaten tot de markt. Een volledige hercertificering, volgens nieuwe wetgeving, van bestaande producten is in de VS echter niet aan de orde. Die stabiliteit heeft de MDR dus bepaald nog niet. Zet dit de Europese medtech ondernemingen op achterstand?

Teun Arends en Harry van Vugt denken dat dit voor bestaande bedrijven wel meevalt. ‘Medisch-techno-

logische bedrijven acteren vrijwel altijd op de wereldmarkt. Amerikaanse ondernemingen die de Europese markt op willen, worden evenzeer met de MDR geconfronteerd’, aldus Van Vugt. Voor Europese start-ups ligt dat anders. Arends: ‘Die willen veelal eerst certificeren voor de Europese markt, maar gaan nu regelmatig, om niet te veel tijd en geld te verliezen, meteen naar de Amerikaanse markt. Maar daar gelden hun patenten vaak niet en hebben ze nog geen enkel netwerk.’

• www.fda.gov

• ‘Bestaande bedrijven laten vooral producten certificeren waarmee ze veel omzet draaien.’

• De MDR moet de veiligheid van het gebruik van een groter aantal bestaande producten vergroten.

• ‘Wij hebben tegenwoordig een veel grotere pool van medici op onze loonlijst.’

• ‘Straks beschikken we wel over wet die zorgt voor veilligere medische producten.’

aanvullende eisen. Maar waterdicht is het niet.’ Evenwel, het doel van de MDR is de veiligheid te vergroten van het gebruik van een groter aantal bestaande producten (ook bijvoorbeeld cosmetische apparaten of contactlenzen vallen binnen de MDR-scope) en van innovaties. Dat doel dient de MDR wel, benadrukken de twee DEKRA-experts.

OOK BESTAANDE PRODUCTEN

Dat er met het goedkeuren van medische producten nu veel meer tijd en geld gemoeid is, heeft meerdere oorzaken. Omdat de MDR veel strikter is, kost het certificeren van een product veel meer tijd. ‘Soms wel twee keer zoveel’, weet Arends. ‘En de MDR vereist dat alle producten, nieuwe maar ook die allang op de markt zijn, helemaal opnieuw gecertificeerd worden.’ ‘Onder de MDD’, licht Van Vugt toe, ‘moesten bestaande producten na vijf jaar gehercertificeerd worden. Was er aan een product in de loop der jaren niets veranderd en waren er uit de markt ook geen klachten over bekend, dan was dat snel geregeld, voor een bedrag van 10.000 tot hooguit 25.000 euro, afhankelijk van de risicoklasse. Nu moet het dus helemaal opnieuw en veel grondiger. Dan ben je zo 30.000 tot 150.000 euro verder. Juist producten alleen bedoeld voor een kleine groep patiënten, die relatief weinig omzet opleveren, worden dan niet voor MDR-certificering ingediend.’

MINDER KEURINGSINSTANTIES

Evengoed is het aantal producten dat gekeurd moet worden sterk toegenomen. Dat maakt het des te nijpender dat er momenteel minder geaccrediteerde keuringsinstanties – notified bodies –zijn die het werk kunnen uitvoeren. ‘De MDR verplicht notified bodies zich opnieuw te laten accrediteren door het Joint Assessment Team (JAT) van de EU. Wij hebben onze accreditatie binnen. Maar dat geldt lang niet voor al onze

MDR VERHOOGT OP TERMIJN DE VEILIGHEID VAN MEDISCHE PRODUCTEN, MAAR VERGT WEL MEER INSPANNING
42 februari 2023

Europese collega’s. Of omdat ze niet voldoen aan de hogere MDR-eisen óf omdat het JAT nog geen tijd heeft gehad’, stelt Van Vugt. ‘Om precies te zijn’, checkt Arends op zijn laptop, ‘zijn er op dit moment binnen de EU 36 geaccrediteerde notified bodies. Voorheen waren dat er meer dan 70. Er zijn dus substantieel minder mensen beschikbaar voor het uitvoeren van meer certificeringstrajecten die ook nog eens zwaarder zijn geworden.’

HOGERE EISEN

Die hogere certificeringseisen zitten vooral in het ‘klinische deel’, aldus Van Vugt. ‘Wij hebben daarvoor tegenwoordig een veel grotere pool van medici op onze loonlijst. Ook voor bestaande producten moeten zij nu nagaan of de documen-

deze behandelmethode op jongere mensen anders uitwerkt. Dat kan voor hem aanleiding zijn vragen te stellen aan de producent, over de precieze opzet van zijn onderzoek en de samenstelling van de onderzoeksgroep. Komt de fabrikant niet met bevredigende antwoorden, dan kan dat ertoe leiden dat hij alleen een certificaat krijgt voor gebruik voor een bepaalde patiëntengroep. Of geen certificering ontvangt, maar eerst aanvullend onderzoek moet doen.’

UITFASEREN OF WACHTEN

precies bedoeld wordt. Terwijl de MDR natuurlijk wel door de notified bodies in de 27 EU-landen op precies dezelfde manier uitgelegd moet worden. Om tekstdelen nader toe te lichten, zijn er inmiddels al meer dan vijftig interpretatiedocumenten – guidance documents – gepubliceerd.’

UITSTEL?

tatie steek houdt. Daarin beschrijft de fabrikant hoe hij het product klinisch getest heeft en welke claims hij daaraan ontleent. Een radioloog leest dan bijvoorbeeld dat een device een bepaalde hoeveelheid radioactieve straling kan afgeven, dat het getest is op een groep oudere patiënten met een bepaald type tumoren. Die radioloog weet dan met zijn praktijkervaring of die hoeveelheid straling voldoende is voor dat type tumor. En of

Een grondige manier van werken die op zich te prijzen is, maar nu wel dus alle medische producten betreft, ook al zijn ze al jaren, zonder klachten in gebruik. ‘En dan is het voor fabrikanten verleidelijk nicheartikelen waarmee weinig omzet gegenereerd wordt, een lagere prioriteit te geven of eerder uit te faseren’, aldus Van Vugt. Een andere optie is nog even te wachten met het indienen van producten voor de MDR. De wet is weliswaar af, maar ervoor zorgen dat die overal in Europa op dezelfde manier wordt geïnterpreteerd, behoeft nog aandacht, aldus de DEKRA-mannen. ‘Ik heb de regulation op mijn bureau liggen. Dat is zo’n dik boekwerk’, verbeeldt Arends door zijn wijsvinger en duim een centimeter of vijf uiteen te houden: ‘Vele honderden pagina’s met heel veel details. Maar ook hier en daar onduidelijkheid over wat nu

Oorspronkelijk stond de inwerkingtreding van de MDR gepland voor mei 2020. Vanwege alle onrust, door alle certificeringsachterstanden die zich aandienden en omdat fabrikanten hun dossiers niet op tijd compleet hebben, is deze datum een aantal malen naar achteren geschoven.

Afgelopen december is er in Brussel, in het Europees Parlement en de EPSCO (de raad van de ministers van volksgezondheid van de EUlanden), weer veel en intensief over vergaderd. Met als uitkomst dat de MDR voor alle medische ‘hoog risico’-producten (zoals implantaten) in werking treedt per 31 december 2027. Voor alle ‘laag risico’-producten (denk aan pleisters) wordt het ultimo 2028. ‘Dat zou de notified bodies en de bedrijven lucht geven’, weet van Vugt. ‘Maar helemaal vast liggen die datums nog niet’, nuanceert Arends. ‘Wanneer wel? Eerst volgen nog meer vergaderingen. In Q1, dat zou toch moeten kunnen.’

Relativerend, tot slot: ‘De MDR kost nu de nodige energie, om alles om te zetten. Maar straks beschikken we wel over wet die zorgt voor veiligere medische producten.’

• www.dekra.nl

• www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ medische-hulpmiddelen

43 februari 2023
Vanwege de MDR moeten er nu veel meer producten gekeurd worden. Dat maakt het des te nijpender dat er momenteel minder geaccrediteerde keuringsinstanties zijn. ‘De MDR verplicht notified bodies zich opnieuw te laten accrediteren. Wij hebben onze accreditatie binnen. Maar dat geldt lang niet voor al onze Europese collega’s’, aldus Teun Arends. Zijn collega Harry van Vugt wilde om hem moverende redenen niet op de foto. Foto: Com-magz
‘START-UPS KOMEN MOEILIJKER VERDER MET HUN INNOVATIES’

Digital Innovation Park

Ontdek interessante automatiseringstrends en de nieuwste innovaties voor Industrie 4.0 en het IIoTmet nieuws, webinars, white papers en meer.

RESEARCH CONSULTANCYPRE-ENGINEERINGENGINEERINGMANUFACTURINGASSEMBLYTESTINGCOMMISSIONINGSERVICEROBOTICS VISION
leading in robotics and vision
www.turck.nl/dip
ERVAAR MEER

‘HET IS SOMS ECHT SPIJKERS OP LAAG WATER ZOEKEN, MAAR HET MOET’

De Noord-Amerikaanse markt is een groeimarkt voor Nederlandse machinebouwers. Maar wie zijn machines exporteert naar de Verenigde Staten en Canada, merkt dat de regelgeving voor besturingspanelen complex is en ook nog eens streng wordt toegepast en gecontroleerd. Van Doren Engineers weet exact hoe de zogeheten UL-normen in elkaar steken, voor ‘gewone’ besturingspanelen, en sinds twee jaar ook voor panelen die in of nabij hazardous locations oftewel explosiegevaarlijke omgevingen komen te staan.

informatie. Bijna altijd komen ze snel daarna met een project bij ons, omdat ze inzien dat het allemaal nogal ingewikkeld in elkaar zit. Dan gaan we ontwerpen, toetsen, bouwen en testen, zodat ze de besturingspanelen zorgeloos kunnen leveren. Niemand zit te wachten op afkeur of een claim in de VS of Canada.’

UITZONDERING OP UITZONDERING

Wetzels: ‘De denkwijze in de regelgeving in Europa en Noord-Amerika is anders. In de ULnormen staat bijvoorbeeld of je een component mag gebruiken, maar ook hoe en voor welke toepassing precies. Daar heb je je strikt aan te houden. In Europa is het: “Met gezond verstand weten we dat het volgens de technische specificaties op deze manier kan.” Voor de VS en Canada moet je je aan de letter van de wet houden, veel meer dan aan de geest van de wet. Die knop omzetten is belangrijk.’

Bovendien ligt in de VS de nadruk sterker op brandveiligheid dan op aanrakingsveiligheid. Eén van de lastige dingen aan de Amerikaanse normen zijn de talloze uitzonderingen. En de uitzondering op de uitzondering. ‘Op basis van onze kennis en ervaring weten we hoe we deze uitzonderingen juist kunnen toepassen’, zegt Wetzels.

OMDENKEN

Maar het gaat ver. Beijers: ‘Het is soms echt spijkers op laag water zoeken, maar ja, het moet, dus gewoon doen.’ Het is een kwestie van omdenken bij een Noord-Amerikaans project. De normen zijn de absolute basis voor het elektrotechnisch ontwerp.

Van Doren Engineers is al ruim twaalf jaar gecertificeerd om besturingspanelen voor de Noord-Amerikaanse markt te ontwerpen en te bouwen. Naast reguliere paneelbouw voor de Verenigde Staten en Canada worden sinds enkele jaren ook besturingspanelen ontworpen en gebouwd voor toepassing in en buiten de zogeheten hazardous locations; dat zijn omgevingen met kans op stof- of gasexplosies. Die besturingspanelen worden gecertificeerd conform de UL 121201 (NNNY). Voor besturingspanelen buiten dergelijke omgevingen, met intrinsiek veilige circuits, geldt de norm UL 689A (NRBX).

DE DIEPTE IN

De keuze destijds om in de UL-wereld te stappen, heeft Van Doren Engineers geen windeieren gelegd, aldus John Beijers, manager oem, en Stefan Wetzels, hardware engineer. Certificering

kost geld en tijd, evenals de twaalf verplichte UL-audits per jaar en het bijhouden van de kennis van de engineers en testers. ‘Maar het hele team is enorm bevlogen. Wij zijn steeds meer de diepte ingegaan en klanten erkennen hoe bedreven we zijn in het interpreteren en toepassen van de norm.’ Vorig jaar deed Van Doren Engineers een kleine 2.000 paneelbouwprojecten voor machinebouwers, waarvan nu al zo’n 8 procent voor export naar Noord-Amerika. Die aantallen gaan ongetwijfeld toenemen.

STRIKT NAGELEEFD

Nederlandse machinebouwers zijn geliefd in de Verenigde Staten en Canada. Ze leveren al jaren machines aan grote productiebedrijven in bijvoorbeeld de voedingsmiddelen- en verpakkingsindustrie. Vroeger was het nog wel te doen om hier en daar van de normen af te wijken, maar die tijd is voorbij. De UL-regelgeving wordt strikt nageleefd. Beijers: ‘Nederlandse oem’ers vragen Van Doren Engineers om advies en aanvullende

Als ergens een machine geïnstalleerd is in de VS of Canada, komt de Authority Having Jurisdiction – een keuringsinstantie – kijken. Die moet groen licht geven om de spanning erop te zetten. ‘Aangezien onze besturingspanelen volledig aan de normen voldoen, komt het zelden tot nooit voor dat dit niet lukt. In Europa kennen we deze procedure niet.’

UL-PANELSHOP IN NEDERLAND EN SLOWAKIJE

Van Doren Engineers bouwt de besturingspanelen onder meer in Panningen en in Nitra (Slowakije), twee officiële UL-panelshops. Slechts een paar bedrijven in Nederland beschikken over het certificaat voor panelenbouw voor een explosiegevaarlijke omgeving, aldus Beijers. ‘Die ‘hazardous locations’-markt is natuurlijk minder groot dan de gewone markt, maar nu we de volledige certificering hebben, gaan we hier ook vol op inzetten.’

• www.vandoren.nl

DIE VOLDOEN
NOORD-AMERIKAANSE EISEN
VAN DOREN ENGINEERS LEVERT BESTURINGSPANELEN
AAN ALLE
45 februari 2023
DOOR LUCY HOLL John Beijers (rechts) en Stefan Wetzels van Van Doren Engineers. Beijers: ‘Los van de audits en trainingen hebben we frequent contact met UL-Nederland in Arnhem. Alleen zo kunnen we een hoge kwaliteit op het vlak van UL garanderen.’ Foto: Vincent Knoops
CERTIFICERING TOPIC

DENNIS VAN BEERS VERTAALT CORPORATE BLUE WORLD-VISIE FE STO NAAR WERKVLOER VAN ZIJN NWE-CLUSTER

‘DAT VERGDE - EN VERGT NOGGOED UITLEGGEN’

Medio vorig jaar introduceerde Festo het ‘Blue World’-concept. Met onder meer als doel de carbon footprint van de processen en producten van de onderneming te verkleinen. Deze toekomstvisie heeft ook organisatorische implicaties: in Europa is het grote aantal landenorganisaties samengevoegd in zes functionele clusters. Aan het cluster Noordwest-Europa (NWE) geeft Dennis van Beers functioneel leiding. Een gesprek met hem, onder andere over wat de corporate visie betekent voor zijn verkooporganisatie en hoe hij die concretiseert per werkplek.

Zo’n zes jaar na de lancering van de Motion Terminal (VTEM) adopteert de klant het via apps programmeerbare, multifunctionele ventieleiland van Festo – eindelijk – volop. ‘Voor een product dat de machinebouwer zulke evident grote voordelen biedt, heeft het eigenlijk best lang geduurd’, constateert Dennis van Beers. ‘Want met de VTEM kun je een hele reeks monofunctionele eilanden vervangen, die je dus niet meer als spare parts aan hoeft te houden. En het biedt heel veel data over het eigen functioneren en dat van de machine waarvan het onderdeel uitmaakt. Ik verwachtte bij de lancering begin 2017 een veel snellere uit-

• ‘Voor een product dat de machinebouwer zulke evident grote voordelen biedt, heeft de adoptie eigenlijk best lang geduurd.’

• ‘Implementatie van de VTEM vergt altijd enig inleren en wat re-engineering.’

• Blue World is een toekomstvisie, niet alleen voor Festo, maar voor de gehele industrie.

• ‘Dat medewerkers trots zijn op de organisatie, de producten en de competenties van Festo is belangrijk.’

• ‘Onze sales-engineers hier zijn voor het oplossen van complexe technische vraagstukken van de klant.’

rol. Maar ja, je kunt het paard wel naar het water brengen, hij zal toch zelf moeten gaan drinken.’

NOOD ZAAK

De klant omarmt een innovatie vaak pas als er voor hem een expliciete noodzaak is. ‘Sinds het ontstaan van de supplyproblemen in de coronatijd zien we de vraag naar de VTEM exponentieel stijgen. Door die problemen kunnen machinebouwers soms gewoon niet verder. En dan word ik uitgenodigd om met de ceo te komen praten. Die vraagt zich dan hardop af of de VTEM al gecommuniceerd is naar zijn engineers. Dan moet ik het nogal eens opnemen voor zijn hoofd engineering. Immers, de implementatie van de VTEM vergt altijd enig inleren en wat re-engineering. Daar moet dan wel tijd en budget voor zijn en daarvoor zijn de engineers toch echt afhankelijk van het management.’ De managing director van Festo NoordwestEuropa ziet nog een tweede reden waarom softwarematig aangestuurde ventielen nu wel hun weg vinden naar het binnenste van de machines: ‘De VTEM wordt met apps geprogrammeerd. Klanten integreren en omarmen deze werkwijze steeds meer. Van invloed daarop is dat besluiten steeds vaker worden genomen door een samenwerking tussen de software- en werktuigbouwkundig engineers. In zijn algemeenheid zie ik

dat de software-engineers steeds meer invloed hebben op de investeringsbesluiten.’

VERKLEINEN VAN DE FOOTPRINT

Ventielen als de VTEM genereren veel data, onder meer over de energie-efficiency van het systeem waar ze onderdeel van uitmaken. Daarom passen ze naadloos in het Blue World-concept dat Festo medio vorig jaar op de Hannover Messe lanceerde. Blue World is een toekomstvisie, niet alleen voor Festo, maar voor de gehele industrie. Gericht op onder meer het verkleinen van de eigen carbon footprint en die van klanten, rekening houdend met allerlei externe trends als digitalisering, elektrificatie en kunstmatige intelligentie (zie illustratie). En met inachtneming van interne doelstellingen als kostenverlaging, verhoging van het concurrentievermogen en de winstgevendheid. De vraag aan Van Beers is dan: hoe vertaalt hij die corporate visie naar de werkvloer van de verkoopvestigingen in zijn cluster (Benelux, Groot-Brittannië en Ierland) waarvan hij sinds begin 2021 de functionele manager is?

CONCRETISEREN

‘“Wat betekent het concreet voor mij?” Dat is wat mijn medewerkers willen weten’, aldus Van Beers. Om tot antwoorden te komen, heeft hij de strategie voor zijn cluster geconcretiseerd naar vier

46 februari 2023
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
STRATEGIE
Dennis van Beers in het eXperience Centre in Delft bij een opstelling waarin componenten van Festo en van tal van andere merken volledig geïntegreerd zijn. ‘Festo heeft de Connectivity Finder ontwikkeld waarmee we al onze softwareproducten zoals motoren en controllers kunnen koppelen aan andere bekende elektrische aandrijfmerken.’ Foto: Com-magz

‘dimensies’: Proud to be Sales, Sales Excellence, Customers first Choice en Profitable Growth. De eerste is gericht op het vergroten van de ‘trots op hun werk’. ‘Dat medewerkers trots zijn op de organisatie, de producten en de competenties van Festo is belangrijk. Want dat mérken klanten. Dus hebben we veel geïnvesteerd in het verbeteren van de interne communicatie.’ Gestart is met een pulse check: een geanonimiseerd medewerkerstevredenheidsonderzoek. ‘Nee, niet alles bleek fantastisch. Er bleek een grote behoefte aan vertalen van die strategie, die toekomstvisie naar de eigen situatie.’ Voorts is dankbaar gebruik gemaakt van de technologie waarmee in coronatijd veel ervaring is opgedaan om alle thuiswerkers betrokken te houden. ‘We organiseren nu digitale Town Hall Meetings, waarin medewerkers op een laagdrempelige manier collega’s inzicht kunnen geven in wat hen bezighoudt.’

WERELDWIJDE ONDERSTEUNING

Die communicatiekanalen zijn tevens benut om de organisatorische consequenties van de strategie duidelijk te maken. Consequenties die Van Beers expliceert met een toelichting op de dimensie Sales Excellence. ‘Die houdt het zo organiseren van de salesactiviteiten in, dat alles zo efficiënt en effectief mogelijk wordt verricht en we snelheid creëren in het beantwoorden van de vraag of het aanbieden van de maatwerkoplossing aan klanten.’

Daarom worden de eerstelijns klantencontacten niet alleen onderhouden vanuit de verschillende verkoopvestigingen, maar ook vanuit multinatio-

nale contactcenters zoals in Barcelona. ‘Een wereldstad waar native speakers van veel talen wonen. We hebben er ook teams van Nederlanders die onze klanten in het Nederlands te woord staan. Om klanten zo goed mogelijk te ondersteunen, wordt gebruik gemaakt van gegenereerde data uit de bestaande digitale kanalen. Klanten stellen het op prijs dat we hen actief benaderen en informeren, bijvoorbeeld over het ontbreken

die nauw samenwerkt met de technisch specialisten in de landen zelf. ‘Daar gaat de technische vragen die binnen 24 uur worden beantwoord. Van klanten die iets niet kunnen vinden op de site of de maatvoering van een component willen weten, tot klanten die bevestigd willen hebben dat een artikel goed bestand is tegen stof of andere omgevingsfactoren.’

In Litouwen, tot slot, staat tegenwoordig het document processing and shared service-center. ‘Als we hier een klantspecifieke configuratie engineeren, hoort daar een CAD-tekening en documentatie bij. Die worden ons nu toegeleverd vanuit Litouwen. Lokale engineers controleren alles. Onze klanten hebben nog steeds hun vaste contactpersoon. We kunnen zo sneller werken en tegelijkertijd een aantrekkelijke prijs bieden aan onze klanten voor maatwerkoplossingen of service.’

GOED UITLEGGEN

van benodigde onderdelen in hun bestelling. Maar we doen dat alleen mits het om relevante informatie gaat. We werken immers met langetermijnrelaties. Barcelona is geen call center, maar een verlengstuk van onze salesorganisatie. Er ligt altijd een reeds bestaande, persoonlijke relatie onder. Aan het borgen van de privacy hechten wij een groot belang, dus we doen alles conform de AVG.’

BANGALORE EN LITOUWEN

In het Indiase Bangalore is tegenwoordig de technische support op productniveau ondergebracht

Wat het gesprek terugbrengt bij de Proud to be Sales-dimensie: ‘Twee jaar geleden opereerde landenorganisaties nog volkomen zelfstandig en deden al hun sales-activiteiten zelf. Nu doen ze voornamelijk nog die sales- en applicatie engineeringactiviteiten lokaal die ze echt lokaal moeten doen. Onze sales-engineers hier zijn voor het oplossen van complexe technische vraagstukken van de klant. Het is hoogwaardig werk en juist dat maakt hun baan aantrekkelijk en om trots op te zijn.’

47 februari 2023
LEES VERDER OP PAGINA 48
‘WE
ROBOTS’ ONLINE CURSUSSEN E-DUCATION Binnen enkele uren de juiste kennis op zak! www.measuringyourworld.nl www.measuringyourworld.be Bekijk onze online cursussen en gratis kennisdocumenten
PLEITEN NU VOOR EEN UNIVERSELE TAAL VOOR

Tegelijk, erkent Van Beers, zat het routinewerk, dat nu naar de centers elders is verkast, juist in de comfortzone van zijn medewerkers. Dat vergde – en vergt nog – goed communiceren. ‘Dat vraagt het goed uitleggen van Blue World, waarom die nodig is om als bedrijf winstgevend te zijn en te blijven. Want Profitable Growth, duidt hij de laatste dimensie, ‘is de kapstok voor al onze activiteiten.’

GROTE ROL VOOR DATA

Evenzeer moet die strategie dus de carbon footprint van Festo en haar klanten verkleinen. Data, gegenereerd door gedigitaliseerde componenten, moeten hierin een grote rol gaan spelen. Maar, juist het vrijuit laten stromen van die data door de keten heen stuit op barrières – nog altijd, constateert Van Beers enigszins bezorgd. ‘Wij hebben daarom ons AX-platform (Festo Automation Experience, red.) gelanceerd. Software die het, met AI en machine learning, eenvoudig maakt maximale waarde te halen uit de data die systemen genereren. Dat maakt het onze klanten –de machinebouwers – bijvoorbeeld gemakkelijker een businessmodel rond predictive maintenance op te bouwen: de voordelen voor de eindgebruikers en het milieu zijn energiebesparing en het voorkomen van uitval en materiaalverspilling. Maar veel eindgebruikers willen hun machinebouwers nog geen online toegang geven, uit vrees dat procesinformatie op straat komt te liggen.’

UNIVERSELE TAAL NODIG

Een ander, hardnekkig probleem is dat er nog altijd een digitale hand shake nodig is om in één machine of één lijn meerdere merken servomotoren, ventielen en frequentieregelaars met elkaar te laten communiceren en goed te laten samenwerken.

Een oplossing daarvoor zou machinebouwers en hun klanten verspilling van materiaal, tijd en geld schelen. ‘Festo heeft de Connectivity Finder ontwikkeld waarmee we al onze softwareproducten zoals motoren en controllers kunnen koppelen aan andere bekende elektrische aandrijfmerken. Wij hebben daarvoor in ons eXperience Centre de specialisten die dat soort problemen kunnen oplossen, de softwareconnectie kunnen maken en het ter plekke werkend maken. Maar een universele taal zou natuurlijk nog beter zijn. Daarom pleiten wij nu

voor een universele taal voor robots. Dan hoeft niet elke fabrikant zijn eigen human-machine interface te ontwikkelen en in de lucht te houden. Maar’, erkent Dennis van Beers, ‘met onze nieuwe pneumatische cobot – die we dit voorjaar op de markt hopen te brengen – betreden we deze markt voor het eerst en we hebben dus geen historische ballast om rekening mee te houden.’

• www.festo.nl

van de eigen industriële productie en die van klanten in een efficiëntere en meer klimaatvriendelijke manier van produceren. De technology equator toont de huidige en toekomstige technologische trends. De achtergrondfoto van de aardbol is genomen op 7 december 1972 door de bemanning van de Apollo 17: de Blue Marble, die de aarde toont in al haar kwetsbaarheid. Illustratie: Festo 247TAILORSTEEL.COM

Topkwaliteit voor een eerlijke prijs

Betrouwbare levering binnen 48 uur

24/7 online bestellen via uw assistent: Sophia® Flexibele aantallen vanaf 1 stuk

VERVOLG VAN PAGINA 47
48 februari 2023
Op maat gesneden metalen platen, buizen en kantdelen online
De corporate Blue World-visie van het Duitse Festo richt zich onder meer op het transformeren
Registreer snel en bespaar kosten en tijd!
WWW.247TAILORSTEEL.COM

FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK:

53 Nederlandse Brekr krijgt productie e-brommer weer op gang Fabrikant uit Doetinchem timmert flink aan de weg

‘DIE 50 MILJOEN OMZET GAAN WE ZEKER HALEN, AL WORDT HET EEN PAAR JAAR LATER’

Inmiddels is er meer dan 40 miljoen euro geïnvesteerd en de volgende financieringsronde loopt. Maar getuige de imposante rij 3D-printers op de werkvloer in Enschede heeft Bond3D de afgelopen jaren wel flinke vooruitgang geboekt. Nog in 2023 verwacht de start-up de medtech-markt op te kunnen met zijn 3D-geprinte implantaten, om vervolgens snel in omzet te groeien. ‘Want wat wij hier nu kunnen, kunnen ze nergens ter wereld.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

De oprichters, vader en zoon Bruggeman, dachten de ‘high-performance 3D-printer’ voor een paar miljoen wel te kunnen realiseren, met Demcon als ontwikkelaar en mee-investeerder. Maar dat bedrag bleek niet voldoende. De investeerders

Wim Brink (van onder andere de trekhaken) en Gerald Holtvlüwer (met ondernemerservaring in onder meer de zakelijke dienstverlening) stapten in 2016 in en veronderstelden met 3 à 4 miljoen extra wel een werkend apparaat te hebben. Voor het oplossen van technische issues werd opnieuw Demcon betrokken. Die oplossingen maakten achterliggende problemen zichtbaar. Daarop ging

Demcon ook weer als financier meedoen, net als Laluna Participatie. In 2019 was er alles bij elkaar 17,5 miljoen euro in de 3D-printer gestoken, maar was er nog steeds geen goed werkende machine.

DOORBRAAK

De doorbraak kwam in dat jaar met het financieel instappen van het Britse, beursgenoteerde Victrex. Inmiddels, zo vertelt ceo Holtvlüwer, is Bond3D 40 à 45 miljoen euro verder en wordt er 1 miljoen euro omzet gemaakt. En voor dit jaar nog rekent hij op een approval van de Amerikaanse FDA voor een product dat zij met hun 3D-printer produceren. ‘Het is in deze hightech wereld heel moeilijk te voorspellen wanneer je

NOG EEN FDA-APPROVAL, DAN KAN BON D3D MET PEEK 3D-PRINTS DE MARKT OP
49 februari 2023
Gerald Holtvlüwer voor de high performance 3D-printers op de werkvloer in Enschede. ‘Van de 5.000 onderdelen waaruit ze zijn opgebouwd, hebben we er 2.500 zelf ontwikkeld.’
Com-magz LEES VERDER OP PAGINA 51
Foto’s:

Pilz Services: Veiligheid voor mens en machine

Wist u dat Pilz u kan helpen compliant te zijn aan wet- en regelgeving voor machineveiligheid? Niet alleen met onze betrouwbare componenten en systemen maken wij uw machines veilig, ook met onze diensten brengen wij potentiële veiligheidsrisico’s voor mens en machine in kaart zodat ze vroegtijdig herkend en geëlimineerd kunnen worden.

Wat wij voor u doen:

Risicobeoordeling van machines | Veiligheidsconcept voor machines | Veiligheidsontwerp | Systeemintegratie voor machines en installaties | Veiligheidsvalidering bij de machineveiligheid | CE-begeleiding

Lees hier meer over onze diensten voor machineveiligheid!

HIGH PERFORMANCE MACHINING EQUIPMENT

We manufacture high-tech components, modules and systems, with the highest precision. We operate with the deepest conviction to make things better. Every Day. Want to know what we can do for you? Discover more at KMWE.COM

50 december 2022

VERVOLG VAN PAGINA 49

precies welke doelen realiseert. Maar die 50 miljoen euro omzet die ik in 2019 voorspelde voor 2024 gaan we zeker halen, al wordt het wel een paar jaar later’, vertelt hij met een ontspannen lach op het gezicht.

LASTIG TE PRINTEN

Met de 3D-printer zijn producten te printen in PEEK. Dat is een high performance kunststof die zeer licht, sterk en niet-corrosief is, maar razend lastig te printen blijkt. Zeker als daarbij moet worden voldaan aan de hoge eisen die voor medische implantaten gelden. Het product dat momenteel onder de loep ligt bij de FDA, betreft een spinal cage: een kooitje van een paar millimeter groot dat tussen rugwervels geplaatst moet worden ter vervanging van een ruggenwervelschijf. Een poreuze structuur waarin – eenmaal geplaatst – botweefsel kan groeien. De uitdaging om die vorm te printen, schetst Holtvlüwer, zat ’m vooral in het intact houden van de PEEKeigenschappen: ‘Printen doe je in laagjes en de hechting tussen de laagjes was zwak. De treksterkte in de X- en Y-richting was goed, maar onvoldoende in de Z-richting.’

LAGEN VERSMELTEN

De oplossing werd gevonden door pressurecontrolled te gaan printen. ‘Simpel gezegd: eerst worden twee dunne wandjes geprint waarna, onder druk, de ruimte tussen die wandjes met PEEK wordt gevuld. Dat gebeurt in een oven bij een temperatuur van ongeveer 200 graden, opdat de geprinte laag kan versmelten met de volgende laag. Dan krijg je een structuur die in alle richtingen minstens 95 megapascal sterk is. En dat is

BEKEND MERK WORDEN

Bond3D steekt niet alleen geld in technologieontwikkeling, maar ook in marketing om als oem’er heel zichtbaar te zijn. Als leverancier van een eindproduct wil Bond3D een bekend merk worden in de focusmarkten. Potentiële klanten krijgen samples dan ook niet zomaar in een bubbeltjesenvelop toegestuurd, maar in een chique, gestileerde doos, met daarin kleinere doosjes waarin de geprinte werkstukjes als juwelen worden gepresenteerd. ‘Marketing is voor ons heel belangrijk.’

de onderneming uit Enschede. ‘Markten die we willen bedienen met componenten in kleine series, in vormen die je alleen kunt 3D-printen en die aan heel hoge materiaaleisen moeten voldoen. In een EUV-machine gaan bijvoorbeeld tientallen manifolds, onderdelen met zeer complexe vormen die heel sterk moeten zijn, niet gaan roesten en bestand zijn tegen grote temperatuurschommelingen. PEEK heeft die eigenschappen’, aldus de ceo over deze kunststof. Victrex is er de uitvinder van, wat verklaart waarom deze multinationale kunststoffabrikant in 2019 als strategisch partner is ingestapt. ‘Zij wilden grip krijgen op de spinal-cage-markt.’

KLANTSPECIFIEK MAAKWERK

geweest. Maar niet meer dan dat. De IP is helemaal van ons. We beschikken over meer dan twintig patenten. In het octrooieren hebben we inmiddels tonnen geïnvesteerd.’

RAMEN AFGEPLAKT

ook wel nodig, want geïmplanteerd tussen wervels komt er veel kilo’s aan druk op’, aldus Holtvlüwer over het implantaat, waaraan intensief is samengewerkt met Invibio Biomaterial Solutions, onderdeel van Victrex.

DRIE FOCUSMARKTEN

De medtech lijkt voor Bond3D een miljoenenmarkt. Immers, het aantal mensen met wervelkolomproblemen wereldwijd loopt in de tientallen miljoenen, weet Holtvlüwer. De semicon en olie & gas zijn de twee andere focusmarkten van

Veel omzet draait Bond3D dus nog niet en de goedkeuring van de geprinte implantaten door de FDA laat nog even op zich wachten. De ontwikkelde 3D-printers die op de werkvloer in Enschede in een rij van vijf staan opgesteld, werken nu echter naar behoren, aldus Holtvlüwer. De plusminus 2,5 meter hoge en bijna 1,5 meter brede machine is volledig zelf ontwikkeld. ‘Van de 5.000 onderdelen waaruit die is opgebouwd, hebben we er 2.500 zelf ontwikkeld.’ Die worden – klantspecifiek dus – als module of component toegeleverd. Hoognauwkeurig plaatwerk is afkomstig van Masévon Technology uit Hardenberg, en Nijdra Group uit Middenbeemster produceert complete print heads en feeders. De rest van het klantspecifieke maakwerk wordt toegeleverd door tal van leveranciers, vooral uit het Twentse, zo checkt de ceo telefonisch even bij zijn cto. ‘Build-to-print. Natuurlijk is er hier en daar wat re-engineering door toeleveranciers nodig

De opzet is nadrukkelijk niet deze machines zelf op de markt te brengen. ‘Wij krijgen hier cto’s van grote olie- en gasbedrijven over de vloer die hun ogen uitkijken. Wat wij hier nu kunnen, kunnen ze nergens ter wereld. Wij willen niet het risico lopen dat onze technologie wordt gekopieerd’, aldus een trotse ceo. De foto’s die van hem op de werkvloer gemaakt worden, wil hij vóór publicatie dan ook nog wel even door zijn marketingafdeling laten screenen. En de ramen aan de straatkant zijn afgeplakt. ‘Om te voorkomen dat een techneut van een concurrent naar binnen gluurt en ideeën opdoet.’

De focus ligt dus op het vermarkten van de hoogwaardige, functionele producten die met die machines geprint worden. ‘Daarvoor zijn vooralsnog omvangrijke ontwikkeltrajecten nodig waar wel drie tot vier jaar mee gemoeid zijn. Het is geen kwestie van een CAD-tekening laden en printen maar. Onze vervolguitdagingen zitten in het sneller en nog betrouwbaarder printen. En niet alleen in PEEK, maar ook in allerlei andere high performance polymeren.’

MEER KAPITAAL NODIG

Voordat er serieus geld verdiend kan gaan worden, heeft de start-up, met intussen ruim tachtig mensen op de loonlijst, meer kapitaal nodig. Inmiddels loopt er weer een nieuwe financieringsronde. ‘Om nog eens 30 miljoen euro op te halen’, aldus Holtvlüwer. Namen kan hij nog niet noemen, maar hij verklapt wel dat hij niet op zoek is naar een private-equity-partij, maar naar –wederom – een strategisch partner. ‘En nee, ik denk niet dat we die in Nederland gaan vinden.’

• www.bond3d.com

51 februari 2023
‘ONZE VERVOLGUITDAGINGEN ZITTEN IN HET SNELLER EN NOG BETROUWBAARDER PRINTEN’

Ready for the next level of optimization? Discover EBV's Analog & Power Solutions!

The digital world needs analog semiconductors! Why? We will answer your questions, because as a specialist for Analog & Power products we have everything your technical heart desires.

An exciting journey begins and many interesting highlights await you, such as a podcast series on Analog & Power Management and a Tech Festival with many videos and expert topics.

Ready? We are, visit us now at ebv.com/getthepower

EBV’s Podcast

Passion for Technology!

Techies watch out! Our new podcast Passion for Technology is dedicated to the latest technologies, trends and applications in the electronics industry, such as a podcast series on Analog & Power Management! Listen also to our recent episodes on SiC & GaN, Wearables, EV Charging, UV LEDs, Edge Computing and Robotics.

Tune in now and dive into the world of semiconductors! And don’t forget to follow us on all popular podcast platforms. Or enjoy at ebv.com/podcast

Technology. Passion. EBV. ebv.com

NEDERLANDSE BREKR KRIJGT PRODUCTIE E-BROMMER WEER OP GANG

Brekr uit Doetinchem, fabrikant van elektrische brommers, timmert flink aan de weg. Onlangs lanceerde het bedrijf de Brekr Model F, een elektrische fatbike met 22 inch wielen en een in hoogte verstelbaar zadel. ‘De Brekr Model F is na de Brekr Model B de tweede stap in onze missie om de transitie naar groene mobiliteit te versnellen’, zegt Niels Willems. Hij richtte Brekr samen met Jasper Hagedoorn op. Brekr maakt een voorspoedige ontwikkeling door als fabrikant en merk van lichte, elektrische voertuigen op twee wielen. ‘We zien dat de elektrificatie van voertuigen in volle gang is en merken dat er in stedelijke gebieden steeds minder ruimte beschikbaar komt voor auto’s. Met Brekr

willen wij opties bieden voor afstanden van een paar kilometer tot tientallen kilometers per dag’, legt Jasper Hagedoorn uit. De twee Brekr-modellen lijken veel op brommers uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. ‘We hebben ons zeker laten inspireren door oude motorfietsen, maar tegelijkertijd zetten we een stap naar voren’, aldus Willems. ‘De Brekr heeft bijvoorbeeld geen benzinetank, maar een laaggeplaatste accubox die de brommer weer wat futuristischer maakt.’

Brekr Model B telt 250 onderdelen, waarvan het bedrijf er 150 zelf heeft ontworpen. Het aluminium frame wordt in Taiwan gemaakt en de elektromotoren komen uit China. De

accu’s worden geleverd door een Duitse partner, terwijl een Italiaans bedrijf de accuboxes produceert. Alle rvs-onderdelen worden in Nederland gemaakt. De assemblage van de e-brommer gebeurt seriematig bij IBN Groep in Veghel. ‘De nasleep van de coronapandemie was behoorlijk pittig voor ons: de levertijden van met name de batterijen liepen flink op. In de eerste helft van 2022 hebben we alle zeilen bij moeten zetten om de backorder-lijst weg te werken. Sinds een aantal maanden verlopen de productie en uitlevering van de Brekr Model B weer soepel. De komende jaren zetten wij daarom in op verdere groei. Niet alleen in Nederland, maar ook in België, Duitsland en Zwitserland’, zegt Willems. Groei die gestimuleerd wordt door te innoveren.

Eind vorig jaar is dus de Brekr Model F gelanceerd. Dit model is geïnspireerd op het design van Brekr Model B, maar dan in de vorm van een elektrische fatbike. Willems: ‘De pre-ordering van Brekr Model F loopt goed. De Launch Editions zijn

uitverkocht en de First Editions gaan ook hard. Het productieproces en de organisatie van de supplychain komen in een later stadium aan bod. We hopen in juni te starten met de assemblage, maar hebben nog geen definitieve keuze gemaakt of dit ook in Veghel gaat gebeuren.’

Hagedoorn voorziet op dit moment geen problemen met levertijden voor bepaalde onderdelen, zoals tijdens de coronaperiode. ‘We hebben voor bepaalde kritische onderdelen de leverbetrouwbaarheid extra laten meewegen bij de keuze voor een bepaalde leverancier. Voor sommige onderdelen hebben wij direct meerdere leveranciers ingeschakeld en geïnvesteerd in productiematrijzen.’ Over de leveringen van de batterijen is hij eveneens optimistisch. ‘Wij werken samen met een betrouwbare Duitse partner, die voorraad evenredig verdeeld. Bij ons Model F is het nu nog te vroeg om er iets over te zeggen, maar leveranciers geven ons niet de indruk dat we ons daar zorgen om moeten maken.’ www.brekr.com

KORT 53 februari 2023
ERP for discrete manufacturing | Engineering Integration | CAD/PDM integration | Configure Price Quote | Shop Floor Cockpit | Field Service Management | PLM solution | Production planning | End-to-End solutions Expert in automatisering delaware.pro/discrete-manufacturing
FAST Engineering & Manufacturing Solutions

MERLIN ONTWIKKELT MET ITEQ ENGINEERING ‘SE XY’ MUNTUITGIFTEEN MUNTINNAMEMACHINE

OP MAAT VOOR GELDMAAT

Begin 2020 stak Merlin, specialist in geldverwerking en betaaloplossingen, zijn nek uit voor het binnenhalen van een opdracht voor een grote serie aantrekkelijk ogende apparaten voor de inname en uitgifte van munten. Merlin kreeg de job. Partner ITEQ Engineering realiseerde vervolgens de functionele en maakbare prototypes, waarna de collega’s van ITEQ Industries ze bouwden. Een ooggetuigenverslag van een innige samenwerking.

beren we de potentiële klant een indruk te geven met schetsen en digitale 3D-modellen. Maar in dit geval ging het om een grote serie waarmee we deze voorinvestering goed zouden kunnen terugverdienen.’

TWEEDE LEVERANCIER

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

Als je een grote klant wilt binnenhalen, moet je risico durven nemen. Moet je bereid zijn het jezelf lastig te maken. Zo is de conclusie eind 2019 in de directieburelen van Merlin. Dit bedrijf, gevestigd langs de A2 in Breukelen, maakt met dochteronderneming Lincsafe sinds een half jaar deel uit van het Amerikaanse Cennox, aanbieder van ATM-oplossingen. Binnen Merlin legt men zich toe op het verkopen en servicen van de geldverwerkende apparaten die Lincsafe ontwikkelt, assembleert, test en onderhoudt. Het gaat bijvoorbeeld om intelligente kluizen, apparaten waarin heel gemakkelijk via een sleuf bankbiljetten opgeborgen kunnen worden. De kluis scant, telt en bergt het geld op. Het invoeren kan met één biljet of met tientallen biljetten tegelijk. En de kluis wordt geleverd in desktopformaat, geschikt om onder een kassameubel te schuiven, maar ook in uitvoeringen die vier keer zo groot (en zwaar) zijn. Verder fabriceert Lincsafe ook machines

waarmee je je briefje van tien kunt wisselen voor muntgeld dan wel op het politiebureau je verkeersboete contant kunt betalen. Of waarin je kind zijn spaarpot kan legen om het bedrag automatisch bijgeschreven te krijgen op zijn spaarrekening.

VERLEIDEN

De order die Merlin graag wil binnenhalen, betreft dat laatste type automaat, plus eentje om geld van de rekening in munten te laten uitbetalen. Zevenhonderd stuks die in de Gammabouwmarkten een plek moeten krijgen. De grote klant is Geldmaat, een consortium van de Nederlandse grootbanken dat de geldautomaten beheert. Om die te verleiden, wordt er aan de hand van het aanbestedingsdocument een prototype van het apparaat ontwikkeld dat er ‘sexier’ uitziet, met meer afgeronde hoeken. Een compleet fysiek, werkend model dus, dat de klant naar believen kan bekijken, betasten en uitproberen. ‘Normaal gesproken doen we dit niet’, bekent procurement manager Rob Olierook. ‘Dan pro-

De opzet slaagt: Geldmaat kiest voor Merlin. Maar het bekijken, betasten en uitproberen resulteert wel in de nodige nieuwe wensen. Aan het prototype moet dusdanig veel veranderd worden dat het handiger is een compleet nieuwe proto te gaan engineeren en bouwen, aldus Olierook, gezeten in de showroom van Merlin, met naast hem Willy Janssen, senior sales engineer van het Nijkerkse ITEQ. De behuizing voor dat eerste prototype is van de hand van het ontwikkelbedrijf van ITEQ, ITEQ Engineering. En die krijgt ook de opdracht voor het tweede. Merlin werkt met ITEQ sinds 2015, toen Olierook en Janssen elkaar dat jaar troffen op de ESEF-beurs. ‘Wij hadden al een toeleverancier die voor ons behuizingen produceerde. Maar dat ging altijd om hoekige automaten die backoffice staan. We wilden ook een leverancier die in staat zou zijn aantrekkelijker ogende omkastingen te engineeren en te bouwen, geschikt om in een winkel neer te zetten. Met een eigen look and feel, zodat de geïnformeerde buitenstaander direct zou zien dat het er één van ons is.’

NIEUW 3D-MODEL

Na het binnenhalen van de klant met het eerste prototype gaat het spel begin 2020 dus opnieuw op de wagen. De industrieel ontwerper van Merlin (ITEQ Engineering had er toen nog geen, maar heeft inmiddels eigen industrieel ontwerpers in dienst, zie kader) maakt het aangepaste digitale, functionele 3D-model. Daarin krijgen ook alle modules voor het ontvangen, transporteren, tellen, opslaan en afrekenen van het muntgeld (afkomstig van diverse toeleveranciers) een plek, conform het pakket van eisen van Geldmaat. ‘Daarin stond bijvoorbeeld gespecificeerd aan welke CEN-normering voor inbraakbestendigheid de machine moet voldoen, hoeveel munten de opslag moet kunnen bevatten, dat die zo moet worden ingericht dat een floormanager nog wel een vastgelopen munt kan lostrekken, maar niet in de muntopslag kan. En dat het aan mun-

54 februari 2023
PRODUCTONTWI KKELING
‘Munten’, heeft Rob Olierook van Merlin (rechts) al vaker ervaren, ‘lijken soms wel een eigen leven te leiden. Bij het testen gooiden we er tien munten in, waarna we er acht in de opslag vonden.’ Links Willy Janssen van ITEQ. Foto: Com-magz

ten ingevoerde bedrag binnen drie minuten is bijgeschreven op de rekening van de klant’, duidt Olierook.

TWEEDE EN DERDE PROTO

Met het model en dat pakket in de hand gaat ITEQ Engineering aan de slag. Met als resultaat een 3D-model waarin in detail, compleet met de exacte maatvoering, toleranties en materiaalkeuzes, de diverse modules in de omkasting een plek hebben gekregen, schetst Janssen. Dat 3D-model gaat nog een paar keer tussen Breukelen en Nijkerk heen en weer. Vervolgens wordt het startsein gegeven om het tweede prototype te gaan bouwen. Ook dat ondergaat nog de nodige wijzigingen, dus volgt er nog een derde. Olierook: ‘Pas als je het fysieke model hebt, kun je zien of alles past of dat een kabel toch beter iets anders gelegd kan worden, om ruimte te besparen of om de eindassemblage of de service te vergemakkelijken. En munten’, heeft hij al vaker ervaren, ‘lijken soms wel een eigen leven te leiden. Bij het testen gooiden we er tien munten in, waarna we er acht in de opslag vonden. Na flink zoeken ontdekten we de ontbrekende twee achter een rand in de deur waar ze naartoe gestuiterd waren.’

OVERDRACHT NAAR P RODUCTIE

Als aan het hele pakket van eisen is voldaan, worden de hardware en (besturings)software (Linc-

safe schrijft die zelf) bevroren en kan ITEQ Engineering, samen met hun productiecollega’s van ITEQ Industries, aan de slag met de 0-serie van 25 stuks, om de maakbaarheid te engineeren. ‘Dan bekijken we bijvoorbeeld in welke volgorde de lassen het best gezet kunnen worden. Hoe we precies de ronde hoeken met de juiste radius in de plaatmaterialen van staal, aluminium en rvs

CORONA

De weken van het sleutelen aan de maakbaarheid vallen in het voorjaar van 2020. De coronacrisis is losgebarsten. ‘We wilden met de 0-serie gaan proefdraaien, live in de Gamma-winkels. Maar winkels werden gesloten, gingen weer open, alleen afhalen op afspraak werd mogelijk…’, haalt Olierook de chaotische situatie van drie jaar geleden weer voor ogen. ‘We kregen de order pal voor de crisis, met als opdracht voor de zomer alle zevenhonderd stuks uit te leveren. Eenmaal uitgeëngineerd voor productie zou ITEQ zou er vijftig per week gaan maken. Zodat wij vervolgens hier de eindassemblage en het testwerk zouden doen. Maar door corona is uiteindelijk begin 2021 de laatste automaat aan Geldmaat geleverd.’

NIEUW PROJECT

Inmiddels zijn Lincsafe/Merlin en ITEQ

ITEQ Engineering is een volwaardig design- en engineeringbureau met eigen prototypingproductie, met de optimale kennis van maakbaarheid, duidt commercieel directeur Menno Bos. Het is een bedrijf dat zich richt op het ontwikkelen van innovaties met de inzet van de disciplines industrial design, prototyping, mechanical engineering, re-engineering en het productiegereed maken van onderdelen, in de diverse metaalsoorten en ook kunststoffen.

Het apart zetten van engineering van het serieproductiewerk binnen ITEQ Industries is een bewuste keuze.

Rob Olierook van Merlin is er uitgesproken enthousiast over: ‘Prototypebouw gebeurt bij ITEQ niet op dezelfde

kunnen persen. Wij maken daarvoor zelf de matrijs waarmee we de plaat in een rubberbed drukken’, beschrijft Janssen. In die fase ligt het zwaartepunt op de overdracht van engineering naar productie. ‘Zolang er binnen het ontwerp niets verplaatst wordt, hoef ik niet te weten hoe ITEQ het precies gaat maken’, aldus Olierook.

lijnen waarop ook de series worden gedraaid. En dat vind ik heel prettig. Want de bouw van proto’s verstoort dan de serieproductie en dat leidt altijd tot vertragingen in beide processen. Doordat ITEQ Engineering een eigen productie heeft, weet je als klant dat de planning altijd gehaald wordt.’

Fijn vindt Olierook ook dat hij tijdens dat ontwikkelingsproces maar met één engineer contact hoeft onderhouden: ‘Die weet alles van het project, is altijd van de laatste stand van zaken op de hoogte.’ Daarvoor is het weer een voordeel dat ITEQ Industries wel op dezelfde fysieke locatie in Nijkerk zit. Bos: ‘Doordat ITEQ Engineering een aparte BV is binnen ITEQ, heeft de klant wel de meer-

Engineering weer met een nieuw project bezig. ‘Een bestaand product, een kluis voor geldtransporteur Brinks, die een andere look and feel moet krijgen’, aldus Olierook. ‘En die ook’, vult Janssen aan, ‘gere-engineerd moet worden, om ’m goedkoper produceerbaar te maken.’

• www.merlin.nl

• www.lincsafe.com

waarde van het productiebedrijf, maar niet de verplichting. Na het engineeringtraject is de klant vrij om zelf een keuze te maken waar de productie onder te brengen, maar heeft wel de kennis van het productiebedrijf mogen gebruiken.’

Het afgelopen jaar heeft ITEQ Engineering geïnvesteerd in het aanstellen van twee industrieel ontwerpers. ‘Die stellen ons in staat’, aldus Bos, ‘eerder in de ontwikkeltrajecten van de klant in te stappen, zodat we hem nog beter kunnen ontzorgen.’

• www.iteq.nl

55 februari 2023
‘PAS ALS JE HET FYSIEKE MODEL HEBT, KUN JE ZIEN OF ALLES PAST OF DAT EEN KABEL TOCH BETER IETS ANDERS GELEGD KAN WORDEN’
APART, MAAR NIET G ESCHEIDEN
3T B.V. | Institutenweg 1, 7521 PH, Enschede +31 (0)53 433 66 33 | www.3t.nl | info-3t-iac@kendrion.com Toelevering | Co-Development | Innovatie & Support Uw ontwikkelpartner voor elektronica en embedded systemen electronics & embedded systems

TALKING INDUSTRY OVER DUUR ZAAM ONDER NEMEN

‘VEEL BEDRIJVEN GAAN GEWOON DOOR, TERWIJL HUN BUSINESSMODEL STRAKS NIET MEER WERKT’

Is duurzaamheid echt al onderdeel van de bedrijfsstrategie? Dat was één van de vragen die de deelnemers aan TalkING Industry, georganiseerd door ING Business Banking Industry, regio Zuid-West, en Link Magazine, eind januari voorgelegd kregen. Bij elke TalkING-bijeenkomst hoort een bedrijfsbezoek en dit keer was OpackGroup, locatie Giessen, de gastvrouw. Deze groep van verpakkingsproducenten kan de vraag naar duurzaamheid volmondig met ‘ja’ beantwoorden. Sustainability director Rob Verhagen vertelde hoe OpackGroup actief voor de troepen uit loopt in plasticland. ‘Maar hoe gaan we in de industrie met z’n allen valideren en verifiëren wat we doen? Dat is de belangrijkste volgende stap.’

• Duurzaamheid werd de laatste twee jaar ondergesneeuwd door andere prioriteiten.

• Voor je het weet, rekent je klant je toch weer af op prijs en niet op alle mooie dingen die je voor de wereld doet.

• ‘Bedrijven kunnen prachtige doelstellingen en voornemens op papier zetten, maar hoe ga je dat meten?’

• ‘We ontwerpen en letten op extra punten qua duurzaamheid. Dat is niet zo ingewikkeld.’

erlijk zeggen’, begint Peter Smit, partner van Kloepfel Consulting Benelux in Houten en deze middag moderator, de discussie. ‘Is het een ja of een nee op de eerste stelling “We hebben duurzaamheid onderdeel gemaakt van de bedrijfsstrategie”?’ Stuk voor stuk beamen de deelnemers de stelling. ‘Mooi’. Allemaal mee eens dus, al hoor ik bij de één een net iets overtuigender ja dan bij de ander.’ ‘Oké, het staat nog in de kinderschoenen, maar we zijn bezig’, verduidelijkt Bart Beune, ceo van FMI Holding, leverancier van hoogwaardige mechanische componenten en modules, met het hoofdkantoor in Bergen op Zoom.

BELANGRIJKER CRITERIUM

Het is simpel: de klant vraagt en eist die aandacht voor duurzaamheid meer en meer, aldus Corné van Opdorp, managing director van de BOZ Group, leverancier van precisieplaatwerk, eveneens uit Bergen op Zoom. ‘Stel dat een klant van

ons aan een aanbesteding meedoet. Dan is de totale CO2-uitstoot een steeds belangrijker criterium, en wil die klant weten hoe wij als toeleverancier daarop acteren. Enerzijds willen we verantwoord ondernemen uit eigen overtuiging, anderzijds zijn er commerciële overwegingen, het is eenvoudigweg een selling point.’ Van Opdorp vindt wel dat sommige klanten duurzaamheid nog onvoldoende ter sprake brengen bij de selectie van toeleveranciers. ‘Dat gaat trager dan ik had verwacht. Afgelopen tijd kwam dat wellicht doordat ze hun spullen lastig kunnen krijgen en zeggen van: “Kom maar op met wat je kúnt leveren.”’

VIRGIN GOEDKOPER

Duurzaamheid werd de laatste twee jaar ondergesneeuwd door andere prioriteiten, zoals de coronaperikelen, de grondstoffenschaarste en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, oordelen ook andere deelnemers. ‘Bij ons zit duurzaam ondernemen in het DNA’, zegt Peter van Veggel, managing partner en medeoprichter van 360 Group

in Tilburg, die duurzame plasticoplossingen realiseert met haar drie bedrijfsonderdelen Plastics, Compounding en Circular. ‘We leveren bovenal aan klanten die intrinsiek gemotiveerd zijn om met duurzame materialen te werken en duurzamer te opereren. Maar ook wij zagen de afgelopen tijd dat het lijntje erg dun is. Virgin materialen zijn nog steeds goedkoper, en klanten kiezen uiteindelijk toch voor hun eigen portemonnee. Bedrijven als Unilever en Procter & Gamble roepen in de media dat ze de stap naar duurzaamheid hebben gezet, dus die kunnen en willen ook niet terug. Maar in de grote middenlaag willen bedrijven misschien wel, maar maken ze net zo makkelijk weer andere afwegingen als het te veel geld gaat kosten.’ Het is tijdelijk, weet hij zeker. ‘Ze komen terug, ze zullen wel moeten. De wetgeving gaat ons daarbij helpen.’

PUNTENSYSTEEM

Pieter De Wilde, cco van Unitron uit IJzendijke, ontwikkelaar en producent van high-end lifescience-producten, levert aan grote, internationa-

56 februari 2023
‘E
DOOR LUCY HOLL
TALKING INDU STRY
Pieter De Wilde (Unitron): ‘Als duurzaamheid niet in je strategie zit, prijs je jezelf sowieso uit de markt als toeleverancier.’ Bart Beune (FMI): ‘In West-Europa is geen uur meer te krijgen, dus beweegt het werk zich naar Oost-Europa of verder. Daar wordt anders met duurzaamheid omgegaan en dan gaat toch de prijs weer tellen.’

le klanten met bijna altijd een expliciete ESGpolicy: ESG staat voor Environmental, Social and Governance. ‘Wij dienen als toeleverancier mee te doen en consistent te antwoorden op wat ze van ons verlangen. Jaarlijks worden we uitgebreid bevraagd op ESG-onderwerpen en moeten we vooruitgang laten zien, waarbij met een puntensysteem gewerkt wordt. Zo komt elk jaar ook weer de vraag of we aan kinderarbeid doen... Maar prima dat ze het zo aanpakken. Als duurzaamheid niet in je strategie zit, prijs je jezelf sowieso uit de markt als toeleverancier. We moeten iets doen en dat willen we ook. We produceren en ontwikkelen, en kunnen in onze ontwerpen ook makkelijk invloed uitoefenen op de gebruikte componenten en materialen.’

OPKNAPPEN

FMI mag dan nog aan het begin staan, Beune komt gaandeweg de discussie met steeds meer voorbeelden dat er eigenlijk al best veel gebeurt bij de bedrijvengroep qua duurzaamheid. ‘Onze locaties in het land zijn natuurlijk bezig met zaken als zonnepanelen en elektrische leaseauto’s. Eén van onze bedrijven verdient zijn brood met energiezuiniger produceren en kan de collegabedrijven adviseren. We draaien ook mee in het programma van een klant met de titel ‘Ready for reuse’. Daarbij krijgen we modules uit het veld terug die wij controleren en weer opknappen. Grote klanten zijn erg actief als het om duurzaamheid gaat, en wat ze van ons verlangen, vragen wij op onze beurt weer van onze toeleve-

ranciers zodat we de keten sluitend krijgen en kunnen controleren. Die leveranciers zitten bij ons veelal dichtbij. Stel dat je veel spullen van de andere kant van de wereld haalt, dan lijkt me dat veel lastiger.’

METEN EN RAPPORTEREN

Peter van Veggel (360 Plastics) met links van hem medeoprichter en neef Nick van Veggel: ‘De wetgeving gaat ons helpen.’

Foto’s: Erik van der Burgt

Wie is in staat om de CO2-footprint van zijn toeleveranciers te meten, wil Smit weten. Verhagen van OpackGroup noemt het juist valideren en verifiëren in de totale keten een cruciale volgende stap: ‘Bedrijven kunnen prachtige doelstellingen en voornemens op papier zetten, maar hoe ga je dat meten?’ De CSRD-richtlijn komt eraan, de Corporate Sustainability Reporting Directive van de EU, die steeds meer bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. ‘Maar de invoering loopt alweer vertraging op’, gaat Verhagen verder. ‘De meeste bedrijven in de maakindustrie moeten waarschijnlijk vanaf 2025 gaan meten, en vanaf 2026 rapporteren. Ondernemingen weten dat ze tegen die tijd een aantal zaken geregeld moeten hebben, maar bereiden ze zich daar wel echt op voor?’

Zo moet een bedrijf in de nabije toekomst een integraal jaarverslag opstellen, dat een accountant vervolgens moet goedkeuren. Maar veel accountants hebben nog zwaar onvoldoende kennis van wat er allemaal in moet staan. Wie zegt dat het klopt wat bedrijven erin zetten over hun milieuimpact: iedereen kan wel van alles roepen of verbloemen. Verhagen: ‘Stel, je bent als producent niet aangesloten bij zo’n wereldwijd duurzaamheidsratingsplatform als EcoVadis (met universele scorecards en benchmarks voor bedrijven, red.). Mag je accountant dan je gemelde CO2cijfers aftekenen zonder enige externe validatie? Die validatie en verificatie worden een heel grote uitdaging.’

57 februari 2023
LEES VERDER OP PAGINA 58

De afdeling Financiën binnen een onderneming krijgt ineens ook de verantwoordelijk voor die non-financiële rapportage. Onzekerheid en onbekendheid troef. Erwin Boons, relatiemanager business banking bouw en industrie bij ING regio Zuid-West, zat laatst met een grote groep accountants en cfo’s bij elkaar. ‘Het is voor alle partijen enorm zoeken hoe het allemaal moet met die CSRD-richtlijnen’, merkte hij. En het is 2025 voordat je het weet. Maak het niet te ingewikkeld, is zijn advies: ‘Begin met het in kaart brengen van je bestaande bedrijfsprocessen. Stoot je niks uit naar lucht, bodem en water, heb je dat goed geborgd en hoe dan precies? Laat je auditen volgens ISO 14001. De auditor komt en oordeelt, en de accountant kan aftekenen omdat alles volgens ISO 14001 is gedaan.’

WÉÉR REGELS ERBIJ

Het vergt een enorme inspanning voordat bedrijven het voor elkaar hebben, verwacht Waldo Maaskant, programmastrateeg circulaire econo-

ten onze cfo’s heen’, klinkt het van alle kanten in de zaal. Als we niet oppassen is de ene helft van Nederland straks bezig om de andere helft langs de meetlat te leggen, stelt Arie Vergunst, algemeen directeur van Brabant Groep, specialist op het gebied van het stralen en conserveren van staal, met het hoofdkantoor in Oosterhout. ‘Westerse bedrijven ervaren zo gigantisch veel regeldruk. Het kost ons veel en veel meer geld en tijd om alles op orde te hebben dan in Oost-Europa of Azië. Straks zijn we de helft van onze tijd bezig met rapportages. Groot applaus voor onze focus op duurzaamheid, maar laten we het alsjeblieft een beetje efficiënt organiseren.’ Jeroen Lieth, directeur bouw en industrie

HUN EIGEN PORTEMONNEE’

mie, biobased economy en groene chemie bij de provincie Noord-Brabant. ‘Veel bedrijven hebben nog geen idee wat de nieuwe richtlijnen inhouden en dat is begrijpelijk, want ze krijgen wéér regels erbij.’ Vanuit het Circular Value Center (het aanspreekpunt voor ondernemers in de maakindustrie in Brabant, Zeeland en Limburg die willen versnellen met circulair ondernemen, red.) zijn er informatie-bijeenkomsten. ‘Oh, daar moe-

WERKEN AAN IMPACT

Oerlemans Packaging Group heet sinds kort OpackGroup en omvat acht bedrijven met tien productielocaties en twee technology centers. De verpakkingsproducenten binnen de groep hebben allemaal hun eigen specialismen, waaronder levensmiddelenverpakkingen, palletzakken en heavy duty zakken voor bijvoorbeeld kunstmest, diervoerders of hout. In totaal werken er bij de groep 750 medewerkers, de jaaromzet is 240 miljoen euro.

Tijdens de TalkING-bijeenkomst leidt Rob Verhagen het gezelschap met trots rond bij Oerlemans Plastics in Giessen, producent van kunststof flexibele verpakkingen en folies. Daar is recentelijk een enorme uitbreiding met 9.000 vierkante meter productieruimte gerealiseerd. In een aparte hal staat een gigantische extruder continu ballonnen van 25 meter hoog te spuiten van kunststof korrels: de korrels zijn beneden in de installatie vloeibaar, worden bovenin vast en leveren uiteindelijk

bij ING regio Zuid-West, kan dat helemaal meevoelen: ‘Wij bieden leningen gekoppeld aan ESGdoelstellingen. De daarbij vereiste nulmeting bij EcoVadis is met name voor kleinere bedrijven uitdagend, vanwege het aanleveren van alle benodigde informatie. Op het moment dat ze deze procedure succesvol hebben voltooid, ervaren wij wel dat ondernemingen hier profijt van hebben, zowel aan de margekant als qua

uitstraling naar buiten, gezien het karakter van de lening.’

HARD NADENKEN

Bedrijven kunnen zelf veel initiatief nemen, maar hoe laten ze de veranderende wereld hun bedrijfsvoering en portfolio beïnvloeden, komt de vraag op tafel. Verhagen: ‘Stel, je levert koelvloeistof voor verbrandingsmotoren en weet dat die motoren op een gegeven moment niet meer mogen. Ben je dan niet heel hard aan het nadenken over hoe het verder moet? Ik zie grote verschuivingen in de markt, maar veel bedrijven lijken gewoon door te gaan alsof er niks aan de hand is. Terwijl over vijf à tien jaar hun businessmodel niet meer werkt.’ Organisaties hangen hier en daar misschien wat leuke led-lampjes op, maar wat voor compleet ander portfolio ze moeten gaan voeren gezien de demografische veranderingen, de milieuwetgeving en noem maar op, daar maken ze zich niet druk om. Verhagen krijgt soms partijen bij zich, die een duurzame verpakking willen. ‘Ik zou met het product zelf beginnen’, zegt hij dan wel eens voorzichtig. ‘Ja, nee, dat is te moeilijk’, is dan de reactie.

URGENTIE

Punt is dat alles ook gewoon door blijft draaien, aldus De Wilde. De urgentie van duurzaam

rollen plastic folie op in allerlei gewenste samenstellingen. OpackGroup heeft tientallen extruders staan die van korrels folie maken, maar dit is het neusje van de zalm. Verhagen werkt als sustainability director voor de gehele groep en vertelt over het uitgesproken duurzaamheidsbeleid. ‘Werken aan IMPACT, heet dat bij ons. Die letters staan voor Innovatie, Medewerkers en Partners, Ambassadeurschap, Climate impact en Transparantie. We verduurzamen in eigen huis en in de keten, en dragen dat overal uit. Daarbij hebben we het natuurlijk over de R’s: reuse, reduce, redesign, recycle en renew. Het één is niet per definitie beter dan het ander.

We kijken steeds wat de meest optimale combinatie is in een bepaalde situatie.’

• www.opackgroup.com

VERVOLG VAN PAGINA 57
‘VIRGIN MATERIALEN ZIJN NOG STEEDS GOEDKOPER EN KLANTEN KIEZEN UITEINDELIJK TOCH VOOR
Arie Vergunst (Brabant Groep): ‘Groot applaus voor onze focus op duurzaamheid, maar laten we het alsjeblieft een beetje efficiënt organiseren.’
58 februari 2023
Sustainability director Rob Verhagen

ondernemen wordt daardoor nog onvoldoende gevoeld, lijkt het. De gasprijzen gingen vorig jaar de lucht in, hier en daar werd weliswaar een fabriek stilgelegd, maar veel zichtbare veranderingen waren er niet. ‘Hoe kan het dat zo’n financiële prikkel van die gasprijs ineens wél het gasverbruik 10 tot 15 procent omlaag kreeg, terwijl de output van de industrie vorig jaar zelfs hoger lag?’, vraagt De Wilde zich af. Vergunst: ‘Kunnen we zeggen dat het gewoon luiheid is, dat we met zijn allen nog steeds te weinig aan duurzaamheid hebben gedaan?’

Uiteindelijk is het een puur strategisch verhaal, benadrukt Maaskant. Zit er echt toekomst in mijn producten en diensten, of moet ik een andere koers gaan varen? Daar wordt nog te weinig naar gekeken, ziet ook hij. Ondernemen toeleveranciers zelf actie of wachten ze passief tot hun oem’ers aangeven wat ze moeten doen? ‘Echt, je hebt invloed, want de oem’er heeft ook niet alle wijsheid in pacht.’ Dus doe iets.

DUURZAAMHEID ALS MARKETINGTOOL

Moderator Peter Smit komt met een volgende stelling: Voor kleinere oem’ers en toeleveranciers is de ESG vooral een administratieve last. Hebben mkb’ers onder de streep überhaupt wel wat aan een actieve houding op het gebied van milieu, maatschappij en governance? Of is het alléén maar gedoe dat niks oplevert?

‘Het is geen ja en geen nee’, volgens Verhagen. ‘Administratief heb je zeker gedoe, maar je wilt

als bedrijf groeien in bepaalde markten, en daar hoort een bepaald aanbod en bepaald gedrag bij. We waren de eerste in Nederland met een

BRC Global Standard for Food Safety, de eerste met biologisch afbreekbare producten. Alles wat je als eerste doet, is lastig, maar als je daarmee marktaandeel opbouwt, loont het zonder twijfel. Sommige bedrijven stoppen met liefde en plezier ongelooflijk veel geld in marketing. Voor ons is duurzaamheid een marketingtool, iets om ons mee te onderscheiden.’

De Wilde ziet veel quick wins als je je gezond verstand gebruikt. ‘We ontwerpen en letten op extra punten qua duurzaamheid. Dat is niet zo ingewikkeld. Ons kwaliteitssysteem volgens ISO 13485 voor medisch-technologische bedrijven hebben we ook niet omdat het zo fijn en leuk is. We hebben het omdat we het nodig hebben om opdrachten te verkrijgen en kwaliteit te garanderen. Het hoort erbij.’ Het is alleen maar slim om nu al stevig op duurzaamheid in te zetten, vindt hij. ‘Als je tijdig begint, heb je de tijd om fouten te maken en bij te leren. Als je pas start als iets ver-

plicht wordt, is het net als vroeger, dat je pas de avond van tevoren een examen ging leren.’ Dus zorg zelf dat je je zaken goed op orde hebt en investeer actief in duurzaamheid. Verhagen: ‘Daarmee wordt de barrier to entry voor nieuwe spelers hoger. Als mijn bedrijf voldoet aan vele eisen, moeten concurrenten ook daarin mee.’ Maar doe het ook weer niet té vroeg, want dan kun je jezelf uit de markt prijzen, klinkt het. Beune: ‘Kijk naar de toeleverwereld. In WestEuropa is geen uur meer te krijgen, dus beweegt het werk zich naar Oost-Europa of verder. Daar wordt anders met duurzaamheid omgegaan en dan gaat toch de prijs weer tellen.’ Voor je het

Corné van Opdorp (BOZ Group):
‘Enerzijds willen we verantwoord ondernemen uit eigen overtuiging, anderzijds zijn er commerciële overwegingen, het is eenvoudigweg een selling point.’
59 februari 2023
LEES VERDER OP PAGINA 60

weet, rekent je klant je toch weer af op prijs en niet op alle mooie dingen die je voor de wereld doet.

OMMEZWAAI NAAR CIRCULAIR

Smit wil weten of de bedrijven aan tafel vinden dat ze daadwerkelijk stappen hebben gezet richting circulaire productie en grondstoffen. Die ommezwaai naar circulariteit in de keten is nog wel even wat lastiger dan verbeteringen aanbren-

processen. Onze klanten produceren vervolgens bijvoorbeeld bloempotten met minimaal 70 procent gerecycled materiaal. De volgende stap is dat we die bloempotten uiteindelijk weer terug krijgen van de klant en opnieuw kunnen benutten. Aan het sluiten van die cirkel werken we nog.’

Unitron heeft een speciaal RMA-portal (Return Material Authorisation) waarop klanten heel gemakkelijk een apparaat kunnen aanmelden dat ze terug willen sturen voor bijvoorbeeld onderhoud of een opknapbeurt. Maar de regels zijn streng in de medische wereld. Iets komt van ziekenhuis A en gaat terug naar ziekenhuis A. Unitron heeft nog maar een heel beperkt refurbished aanbod.

gen in eigen huis. Van Veggel: ‘We maken met onze 360 Group grondstoffen voor producten, en gebruiken oude materialen als input voor onze

Tijdens de grondstoffencrisis kon er veel qua hergebruik van oude onderdelen en modules, klinkt het aan tafel. Nu willen bedrijven toch liever alles weer nieuw hebben. Maar goed, als circulariteit echt interessante businessmodellen gaat opleveren, kan het ineens snel gaan. Verhagen: ‘De wereld is enorm in beweging. Er is nog veel weerstand als je het over duurzaamheid hebt.

“De wetgeving is niet duidelijk”, zegt de één. “We weten we niet waar we heen moeten”, zegt de ander. Maar eigenlijk is dat vooral uitstelgedrag. Begin gewoon.’

• www.bozgroup.eu

• www.brabantgroep.nl

• www.360plastics.nl

• www.fmi-international.com

• www.unitron.nl

• www.brabant.nl

• www.kloepfel-benelux.com

• www.ing.nl/industry

VERVOLG VAN PAGINA 59
STEEDS
WEINIG
‘IS
HET GEWOON LUIHEID, DAT WE MET ZIJN ALLEN NOG
TE
AAN DUURZAAMHEID HEBBEN GEDAAN?’
60 februari 2023
Waldo Maaskant (provincie Noord-Brabant): ‘Veel bedrijven hebben nog geen idee wat de nieuwe richtlijnen inhouden en dat is begrijpelijk, want ze krijgen wéér regels erbij.’

AFFIX ENGINEERING: CONSULTANT EN TECHNOLOGIEPARTNER OP VLAK VAN ROBOTISERING EN V ISION

‘SAMENWERKING MET TOPMERKEN MOET ONS DE PLACE TO GO MAKEN’

Effectieve en efficiënt geautomatiseerde robot- en vision-oplossingen blijken voor veel system integrators en machinebouwers vaak nog een brug te ver. Ze steken veel geld in r&d en daarna in de aanschaf van hardware, maar niet zelden leidt dit tot suboptimale oplossingen of belandt dure apparatuur in een hoek. Affix Engineering in Best onderkent deze problematiek en wil de eigen kennis en kunde op het vlak van robotisering en vision inzetten om bedrijven te helpen hun productiviteit te verbeteren.

DOOR WILMA SCHREIBER De Greef en Noordenbos terughoren uit de markt.

Affix Engineering is specialist in het programmeren van industriële robots, met als doel het toepassen van robots te vereenvoudigen en als technologiepartner klanten – systeemintegrators of machinebouwers in de Benelux – hands-on te helpen om succesvolle applicaties uit te denken, te bouwen en in bedrijf te stellen. Danny de Greef, ceo en oprichter van het bedrijf, bouwt hiermee verder op zijn ruime ervaring bij automotive-bedrijven als Audi, Tesla, Volvo en Jaguar. In 2018 onderzocht hij de mogelijkheden voor robotica in Nederland. ‘De conclusie was dat robotica zonder meer interessant was, maar dat ICT-, robotica- en vision-projecten vaak de mist ingingen doordat bedrijven niet goed thuis zijn in deze nieuwe technieken. Bovendien waren het vaak lange en dure trajecten’, schetst hij. Affix Engineering richt zich naast de automotive op uiteenlopende markten, waaronder food, techniek, aerospace, farma, logistiek en metaal. Daarbij wordt een scala aan robotapplicaties ingezet, voor bijvoorbeeld pick & place, palletiseren, stralen, lijmen, meten, schroeven, controleren en verschillende plaatstaalbewerkingen.

TOPBEDRIJVEN OMARMEN

Om die ambities vorm te geven, werkt De Greef nauw samen met Meino Noordenbos (voorheen Philips, Hagemeyer, Biesheuvel Techniek en het latere Rubix) die ervaring heeft in deze trajecten. ‘Voor Affix Engineering betekent dit dat we de A-bedrijven op het vlak van robotisering hebben omarmd, zoals ABB, Fanuc, Yaskawa en Stäubli. We zijn ervan overtuigd dat je er met 2D- of 3D-vision meer uit kunt halen dan je in software kunt inbouwen. In die combinatie, waarbij de applicatie steeds klantspecifiek wordt ingericht, ligt onze kracht.’ Dit is mede ingegeven door wat

‘Iedereen kan een visioncamera of robot aanschaffen en daar de nodige tooling aan hangen. Maar een robot laten omgaan met wisselende omstandigheden of laten communiceren met andere robots vergt meer. Integratie is een voorwaarde om een applicatie probleemloos te laten draaien.’

INGEBOUWDE SOFTWARE

Hierbij benut Affix Engineering zijn kennis van de vision-markt en is het intussen een relatie aangegaan met vooraanstaande bedrijven als het Chinese Mech-Mind, het Duitse QUISS (voor het aanbrengen van lijmen in bijvoorbeeld de autoindustrie) en het Italiaanse IT+Robotics (voor bin-pick & flexible-feeding oplossingen). ‘Dat moet ons tot de place to go maken als het om 3Dvision draait. Onze klanten hoeven dan niet meer zelf alle vertegenwoordigers te benaderen. Het betreft A-merken – niet de populairste, wel de beste – die we goed kennen en waar we achter staan’, aldus De Greef. ‘Veel van de software voor aansturing van de robot zit al in de visiontoepassing. Die hoef je dus niet zelf te bouwen.’

BEVESTIGING UIT DE MARKT

Mech-Mind, waarvoor de Zuid-Duitse oprichters in China de faciliteiten hebben opgebouwd, is een 3D-camerasysteem waar De Greef en Noordenbos veel van verwachten. ‘Dit wordt straks het grootste systeem met de meest diverse toepassingen. De performance ervan springt werkelijk omhoog dankzij snellere herkenning en het feit dat werken in donkere of lichtere

lichtomgevingen mogelijk en sterk verbeterd is.’ Intussen heeft Affix Engineering dit 3D-visionsysteem ook in een aantal pilotprojecten bij Nederlandse klanten geïnstalleerd. ‘Het gaat dan om robottoepassingen als het oppakken van producten, handelingen uitvoeren, assembleren en micronauwkeurig inspecteren van de eindkwaliteit. Die bedrijven bevestigen dat de beelden echt top zijn’, zegt Noordenbos. De extra dimensie opent voor robots meer deuren, vult De Greef aan. ‘Je hebt meer toepassingsmogelijkheden waarin robots met een constant veranderende omgeving en producten kunnen werken. Daarnaast is 3D-vision minder gevoelig voor externe invloeden, zoals zonlicht.’

BEWEZEN SYSTEMEN

Een ander aspect waarmee Affix Engineering ongetwijfeld klanten voor zich gaat winnen, is de prijsstelling van de geboden applicatieoplossingen. ‘Nederlandse bedrijven steken veel geld in r&d om vergelijkbare prestaties te behalen. Waarom het wiel opnieuw uitvinden als je met bestaande bewezen systemen een stabiele omgeving kunt inrichten?’ zegt De Greef. ‘De leveranciers die wij hebben geselecteerd, zijn de top in hun markt en zitten prijstechnisch in de middenmoot. Dat scheelt duizenden euro’s.’

De Mech-Mind is in werking te zien in het Experience Center van Affix Engineering en op de Brainport Industry Campus.

• www.affixengineering.nl

61 februari 2023
PROCESVERBETERING
Meino Noordenbos (links) en Danny de Greef gaan voor A-merken. ‘Niet de populairste, wel de beste, die we goed kennen en waar we achter staan.’ Foto: Affix Engineering

Als specialist in aandrijven en positioneren leveren wij hoogwaardige componenten, diensten en complete oplossingen voor de apparaat- en machinebouw in de Benelux. Uw applicatiewensen staan hierbij centraal.

MilluxLinkad200x128mmv1indd101-09-202114:03

PROCESVERBETERING

PLM XPERT IMPLEMENTEERT PRO-FILE BIJ MULTINATIONAAL OPERERENDE HEINEN & HO PMAN

‘DE TOOL MOET GEEN KEURSLIJF ZIJN, MAAR EEN GOED ZITTENDE JAS’

Om de ontwikkeling van zijn klimaatbeheersystemen voor schepen te stroomlijnen, kiest Heinen & Hopman voor het PRO.FILE-softwareplatform. De directe koppeling met het ERP-systeem zorgt voor de gewenste ketenintegratie. Binnenkort krijgen ook inkopers en onderhoudsmonteurs toegang tot de single source of truth. ‘We doen het namelijk niet voor de engineering, maar voor de hele life cycle.

• ‘Engineers zitten niet op administratief werk te wachten.’

• ‘Het is zaak om zo veel mogelijk draagvlak te creëren.’

• ‘Een verandering doet altijd een beetje zeer.’

• ‘Iedereen moet zich comfortabel voelen bij de tool.’

• ‘Regelmatig komen nieuwe inzichten aan het licht.’

Hopman vanuit zijn engineerafdeling in Spakenburg het initiatief nam om de eigen ontwikkeltrajecten te stroomlijnen. ‘We wilden simpel per project kunnen bijhouden welke materialen en componenten we gebruiken’, legt Van Schaik uit. ‘Als je bedenkt dat het makkelijk om zevenduizend unieke objecten kan gaan, begrijp je dat het een gigantische klus is om alles bij te houden in Excel. Een kleine wijziging in het CAD-ontwerp kan al grote gevolgen hebben. Engineers zitten natuurlijk niet op dat administratieve werk te wachten.’

DOOR AL EXANDER PIL

Melis Heinen en Cees Hopman startten hun familiebedrijf in 1965, de tijd dat de grote gasvelden in Noord-Nederland werden ontdekt. Hun firma, Heinen & Hopman, specialiseerde zich in die eerste jaren in de installaties van cv-ketels in huizen, kantoren, fabrieken en scholen. In de jaren 70 deed het bedrijf zijn eerste klusje op een schip en al snel verwierf het zich een naam bij grote spelers in de scheepsbouw zoals Damen en Royal IHC. Inmiddels geldt Heinen & Hopman als een wereldspeler op het gebied van airconditioning en klimaatbeheersing op schepen; van luxe jachten tot olietankers. Op het hoofdkantoor in Spakenburg werken ongeveer 380 man, wereldwijd overstijgt het personeelsbestand de 2.600. In al die jaren is Heinen & Hopman organisch flink gegroeid, maar ook via overnames breidde

de organisatie haar bereik en scope behoorlijk uit. De holding omvat nu zo’n zestig bedrijven, waaronder Geotherm in Spakenburg, Gooiland Elektro in Hilversum en Warmtebouw in Utrecht. ‘Tot een paar jaar geleden werkten al die bedrijven en bedrijfjes autonoom, maar we zijn al een tijdje bezig om ze aan elkaar te verbinden’, vertelt ICT-manager Reinier van Schaik. Heinen & Hopman heeft hiertoe een mondiale IT-omgeving opgezet, met fysieke locaties in Amsterdam, Dallas en Singapore, waarop alle dochterondernemingen kunnen aanhaken. Die uniformiteit was nodig, stelt Van Schaik: ‘Nu kunnen we nog beter onderling samenwerken en er makkelijker voor zorgen dat de IT en security up-to-date blijft.’

PARTNER IN TRANSFORMATIE

Dat de organisatie van Heinen & Hopman complex en divers is, kwam naar voren toen Heinen &

Voor een databasegedreven oplossing kwam Heinen & Hopman uit bij PLM Xpert en de PRO.FILE-omgeving. Luuk Hopman (geen familie) is als business application engineer bij Heinen & Hopman verantwoordelijk voor het beheer en de uitrol van PRO.FILE binnen de organisatie. ‘Het is zaak om zo veel mogelijk draagvlak te creëren’, vertelt hij. De engineerstak van het bedrijf is georganiseerd aan de hand van projectteams die elk een eigen klant bedienen. ‘Die projectgroepen werken ieder op hun eigen manier; het zijn eilandjes’, heeft Hopman ervaren. ‘Per team moet je dus een nieuwe werkwijze introduceren.’

‘Een verandering doet altijd een beetje zeer, omdat mensen in eerste instantie denken dat ze hun flexibiliteit kwijtraken’, weet Bas Verbunt, business development manager Digitalization and Industry 4.0 bij PLM Xpert. ‘Je moet zo’n verandering echter positioneren als een verbetering. Je hoeft namelijk niet ziek te zijn om beter te worden. Bij PLM Xpert profileren we ons als partner in die transformatie.’

SOFT SKILLS

De implementatie van PRO.FILE binnen Heinen & Hopman begon vaart te krijgen na een eerste

63 februari 2023
Afgelopen november was een mijlpaal in de uitrol van PRO.FILE. Hopman (Heinen & Hopman, midden): ‘We hadden onszelf een deadline gegeven om alles technisch op orde te hebben. Niet alleen in onze testset-up, maar ook echt in productie.’ Links Reinier van Schaik (Heinen & Hopman) en rechts Bas Verbunt (PLM Xpert). Foto: Alexander Pil LEES VERDER OP PAGINA 65
Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl www.acalbf i.com/nl Consult. Design. Integrate. Tomorrow's technologies. Explore the possibilities. We’re leaders in the development of custom technology solutions for electronic applications. If you’re looking for a trusted design partner for the development of an electronic application, look no further. Our engineers and our approach will ensure we can solve your technical challenges with custom solutions that integrate multiple technologies.

demo, waar Verbunt en zijn collega’s lieten zien wat de tool zou kunnen opleveren. ‘Al snel ontstond de behoefte om wat dieper in te gaan op hun specifieke case. We hebben een proof of concept opgezet, waarin we op kleine schaal het grote probleem simuleerden’, vertelt Verbunt.

PLM Xpert stelde daarvoor software ter beschikking. ‘Dat pakte heel goed uit en we hebben gezamenlijk een plan van aanpak gemaakt.’

Van Schaik: ‘We zijn begonnen met een relatief complex pilotproject. Als we het daar voor elkaar kregen, zouden we het overal kunnen.’ Inmiddels werken vier projectteams actief met PRO.FILE. ‘Iedereen is enthousiast en je ziet dat het bij elk volgend team makkelijker gaat.’

Hopman voegt daaraan toe: ‘Sommige teams ontvangen je met open armen, omdat ze er al een paar jaar aan toe waren. Andere zeggen: maar het gaat toch goed? Het vraagt dus wat van je soft skills. Dan helpt het als je een paar mensen in zo’n team kent of dat je al eens een praatje hebt gemaakt. De jonge generatie pakt het over het algemeen ook wat sneller op. Maar technisch gezien moet het wel goed voor elkaar zijn, anders zijn ze kritisch en stappen ze snel terug naar hun oude werkwijze.’

Regelmatig wordt er overlegd over de beste strategie. ‘In de praktijk blijkt het goed te werken als ik fysiek bij zo’n team ga zitten’, zegt Hopman. ‘Dan ben ik in de buurt als er vragen zijn en kan ik direct meekijken. Die betrokkenheid is belangrijk, maar ik moet op een gegeven moment natuurlijk loslaten en overstappen naar het volgende team.’

CONSTANT VERBETERPROCES

De uitrol van PRO.FILE bij Heinen & Hopman was niet alleen een organisatorische uitdaging, maar had ook technisch gezien de nodige voeten in de aarde. ‘Projectgroepen hebben allemaal hun eigen werkwijze en die wil je zo veel mogelijk

deel van een groter geheel, dus daar moeten we op aansluiten’, verduidelijkt Peter Schuitemaker, CAD-administrator bij het Spakenburgse bedrijf. ‘Voor al die pakketten moet er een link komen naar

PRO.FILE. Hoe benader je bijvoorbeeld

PRO.FILE vanuit Plant 3D, zodat je ten volle kunt profiteren van dat pakket voor schematisch tekenen zonder dat je daar allerlei trucs voor uit hoeft te halen. Die links hebben we allemaal gelegd.’

Ketenintegratie is het toverwoord voor de implementatie. Schuitemaker: ‘Alles is nu gestuurd vanuit een centrale database. Dat is de single source of truth, wat betekent dat de componentenlijst en de tekening één zijn, met één bill of materials. Vanuit PRO.FILE is er een directe koppeling naar het ERP-systeem. Al die verbindingen zorgen ervoor dat heel veel handmatige – en dus foutgevoelige – handelingen zijn vervallen. We hebben één geïntegreerd systeem.’

PIONIEREN

‘ALLES IS NU GESTUURD VANUIT EEN CENTRALE DATABASE’

faciliteren’, zegt Hopman. Van Schaik vult aan: ‘Het moet immers geen keurslijf zijn, maar een goed zittende jas. Iedereen moet zich er comfortabel bij voelen. Want de tool is geen doel, maar een middel om de engineering efficiënter te laten verlopen.’

Hopman weer: ‘Eén team wilde zijn componenten in setjes bestellen, zoals het altijd al deed. Dan ga je overleggen of dat in PRO.FILE mogelijk is en implementeer je het. Zo zit je in een constant verbeterproces en creëer je tegelijk draagvlak.’

TOVERWOORD: KETENINTEGRATIE

Binnen Heinen & Hopman werken engineers met een scala aan CAD-pakketten, vaak omdat een klant dat eist. ‘Onze systemen zijn immers onder-

Voor PLM Xpert is het project bij Heinen & Hopman speciaal. ‘Meestal opereren we in het mkb. Dan ga je installeren, trainen, intaken, configureren, een pilot draaien en live’, aldus Verbunt. ‘Heinen & Hopman is bijna te groot om het nog als mkb te zien. Daarom pakken we het kleiner aan, met meer iteraties en steeds op maat voor een projectteam. Je doorloopt steeds dezelfde stappen waarbij je de specifieke eisen inventariseert en toetst of je dat al eerder hebt gedaan zodat je het kunt overnemen. Maar er komen ook regelmatig nieuwe inzichten aan het licht. Onze consultants zijn enthousiast, want het is een project buiten hun comfortzone, het is pionieren.’

BEVRIEZEN

Afgelopen 1 november was een mijlpaal in de uitrol van PRO.FILE. Hopman: ‘We hadden onszelf een deadline gegeven om alles technisch op orde te hebben. De basis, de verbindingen, alle integratie, we wilden het allemaal goed hebben staan. Niet alleen in onze testset-up, maar ook echt in productie.’

Schuitemaker vult aan: ‘Alle must-haves moesten

natuurlijk geregeld zijn, maar als je geen harde grens voor jezelf stelt, blijf je doorontwikkelen. We hebben er daarom voor gekozen om het te bevriezen. Verbeterpunten en nice-to-haves kunnen we prima in de testomgeving afhandelen en op een later moment via een nieuwe versie naar productie brengen. Zo houd je het beheersbaar.’

Hopman: ‘Die datum was ook een mooie gelegenheid om intern reclame te maken voor PRO.FILE. Zo neem je mensen mee en zorg je dat de uitrol soepeler verloopt.’

BUSINESSCASE

Zoals gezegd werken nu vier projectgroepen in Spakenburg actief met PRO.FILE. Nog een paar te gaan en dan wil Van Schaik uitbreiden. ‘We doen het namelijk niet voor de engineering, maar voor de hele life cycle. Dus ook de inkoopafdeling moet ermee aan de slag, zodat ze bijvoorbeeld kunnen zien welke materialen en componenten er in de pijplijn zitten.’

Ook voor de kwaliteitsafdeling van Heinen & Hopman is het interessant. De installaties gaan decennia mee en in die tijd moet er natuurlijk onderhoud worden gepleegd. De uitdaging daarbij is dat alles voortdurend in beweging is: de ene week ligt een schip in Shanghai, de volgende week in Singapore of Sydney. Verbunt ziet daar een businesscase, want ‘het is in de praktijk behoorlijk complex om alle onderhoudsacties bij te houden. Stel je wilt een ventilator vervangen in Monaco. Dan zou een monteur de PRO.FILE-app kunnen gebruiken om zijn werk te registreren, zodat de as-is-situatie centraal bekend is.’

Van Schaik denkt verder: ‘We werken toe naar een systeem waarbij we digital twins van alle schepen beschikbaar hebben. Voordat we zover zijn, is er echter al heel wat water door de Eem gestroomd. We zijn blij met waar we nu staan, maar zijn ook zeker nog niet bij het eindpunt.’

• www.heinenhopman.com

• www.plmxpert.nl

• www.pro-file.com/nl

65 februari 2023
VERVOLG VAN PAGINA 63
‘In de praktijk blijkt het goed te werken als ik fysiek ga zitten bij een team dat voor het eerst met PRO.FILE aan de slag gaat’, zegt Luuk Hopman. Foto: Heinen & Hopman

ONDERZOEK TU/E: ALLEEN MENSEN KUNNEN ZORGEN DAT ALGORITMES VERTROUWD WORDEN

‘PERSONEEL VAN NATURE WANTROUWIG JEGENS GEAVANCEERDE VOORSPELTECHNIEKEN’

Terwijl voorspellende onderhoudssystemen steeds betrouwbaarder uitspraken kunnen doen over het faalgedrag van installaties, vordert de implementatie van deze systemen op de werkvloer slechts traag. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven zien dat onderhoudspersoneel dergelijke systemen vaak niet accepteert. In een recente wetenschappelijke publicatie stellen ze dat dit vooral komt door ‘een gebrek aan vertrouwen’ in de systemen. ‘Er is a priori al een overtuiging bij technici: het algoritme is niks.’

afzonderlijk voorgelegd en hun is gevraagd of ze kloppen en hoe relevant ze zijn voor voorspellend onderhoud.

MENSEN MOGEN FOUTEN MAKEN, SYSTEMEN NIET

Stelling 1 luidde: ‘Systeemgebruikers houden langer en meer vertrouwen in menselijk advies dan in systeemadvies wanneer het advies fout blijkt te zijn.’ Deze stelling volgt uit onderzoek dat laat zien dat mensen sneller en meer het vertrouwen verliezen in – achteraf foute – adviezen als die afkomstig zijn van systemen dan wanneer datzelfde advies gegeven is door mensen. In dat laatste geval herstelt het vertrouwen zich ook sneller. Het panel was hierover unaniem: deze stelling is waar. Buijs heeft dit ‘eindeloos vaak gezien binnen diverse bedrijven’. Poppelaars herkent vooral het snel afschrijven van systemen door gebruikers: ‘Er is a priori al een overtuiging bij technici: het algoritme is niks. Bij elke afwijking van het algoritme, hoor je: “Dat systeem is onzin, daar ga ik niks meer mee doen.” Dat wordt een zelfbevestigend mechanisme.’ Van Dartel ziet binnen het waterschap meer vertrouwen in menselijk zelflerend vermogen: ‘Fouten maken mag en de volgende keer doen we het beter. Een systeem mag echter geen fouten maken.’

VERTROUWEN IN SYSTEMEN HERSTELLEN

Het onderzoek is onderdeel van PrimaVera, een project dat wordt gefinancierd door NWO en waarin vijf academische en twaalf industriële partijen samenwerken om de ontwikkeling en implementatie van voorspellend onderhoud te versnellen. In de wetenschappelijke publicatie beschrijven de vier auteurs van de TU/e (Bas van Oudenhoven, Philippe Van de Calseyde, Rob Basten en Eva Demerouti) hoe een voorspellend onderhoudssysteem eruit moet zien, willen gebruikers het gemakkelijker accepteren. Hiervoor onderzochten zij de relatie tussen vertrouwen en acceptatie en hoe vertrouwen acceptatie bevordert, waarbij ze literatuur over het gebruik van voorspellende technieken met inzichten uit de psychologie combineerden. Op basis daarvan formuleerden ze drie stellingen over de rol van vertrouwen van gebruikers in voorspellend onderhoud.

ZES EXPERTS

Deze stellingen bespraken ze vervolgens met een panel van zes experts, van wie drie binnen een

universiteit werkzaam zijn. Tiedo Tinga is hoogleraar Dynamisch onderhoud aan de Universiteit Twente en de Nederlandse Defensie Academie, en ontwikkelt onderhoudsmodellen door onderzoek naar monitortechnieken en de fysica van faalgedrag te koppelen. Roland van de Kerkhof promoveerde aan Tilburg University op zijn onderzoek naar het gebruik van voorspellend onderhoud binnen Tata Steel en BP. En Paul Buijs is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoekt welke menselijke factoren de acceptatie van geavanceerde, duurzame technologieën in de weg staan, met name binnen transport.

De andere drie experts zijn werkzaam in de praktijk. Ruud Poppelaars is programmaleider Sustainable Asset Management bij EQUANS Nederland. Sven Oosterhuis is senior consultant bij ORTEC, met een aantal onderhoudsoplossingen in zijn portefeuille. En Toine van Dartel is onderhoudsmanager voor het Brabantse waterschap De Dommel en zoekt naar innovaties die zijn onderhoudsprocessen transparanter en betrouwbaarder kunnen maken.

De drie stellingen zijn aan deze zes mensen

Panelleden droegen ook manieren aan om het vertrouwen te herstellen in een systeem dat een fout heeft gemaakt. Tinga stelt dat de eisen aan de nauwkeurigheid van nieuwe algoritmes niet te hoog moeten worden opgeschroefd. ‘Als je een systeem introduceert, moet je daarmee niet iets tot op de minuut willen voorspellen, want dan zit het er vaak naast. Maak de marges groter, ga bijvoorbeeld naar dagen of weken, dan zal het algoritme het vaker bij het rechte eind hebben. Zo leren mensen het algoritme te vertrouwen.’ Van de Kerkhof constateert dat een modelspecialist in staat is om het vertrouwen van personeel in zijn algoritme te bewaren, zelfs wanneer dat algoritme fouten maakt. ‘Binnen Tata Steel werd structureel een voorspellend algoritme gebruikt en het advies was regelmatig niet goed. De verantwoordelijke trillingsmetingspecialist kreeg er wel steeds meer vertrouwen in, wist steeds beter nuances in modeladviezen aan te brengen en kon het ook uitleggen aan anderen. Daardoor bleek het vertrouwen in het model hoog, ook na fouten.’ Oosterhuis concludeert: ‘Voor het opbouwen van vertrouwen is tijd nodig. Het komt te voet, maar het gaat te paard.’

66 februari 2023
DOOR BAS VAN OUDENHOVEN
ONDERHOUD
‘Onderhoudsalgoritmes begrijpelijk maken is in de praktijk heel ingewikkeld.’ Foto: istockphoto.com

ALGORITMES UITLEGGEN?

Stelling 2 was: ‘Systemen worden sneller geaccepteerd door gebruikers wanneer de algoritmes begrijpelijk zijn.’ Hoewel het panel de stelling als waar beoordeelde, waren de meningen verdeeld over de praktische haalbaarheid. Tinga en Oosterhuis in het bijzonder zien de kracht van begrijpelijke algoritmes. Samen algoritmes ontwikkelen biedt soelaas, zo is de ervaring van Oosterhuis: ‘Hoe meer een eindgebruiker zich onderdeel voelt van het project, hoe meer die het algoritme zal gaan gebruiken.’

Onderhoudsalgoritmes begrijpelijk maken is echter volgens Poppelaars en Van Dartel niet langer mogelijk. Ook Buijs ziet daar weinig in: ‘Dat is in de praktijk heel ingewikkeld. Hoe ga je uitleggen wat je voorstelt? Doe je dat door geavanceerde modellen te versimpelen, sluit het algoritme dan nog aan bij wat de gebruiker vraagt? Ik geloof hier niet zo in.’ Van de Kerkhof denkt dat een capabele analyticus meer waarde heeft voor de implementatie van een voorspellend onderhoudsalgoritme dan het samen met gebruikers ontwikkelen: ‘Een specialist begrijpt op den duur hoe dat systeem werkt. Dan is het model niet voor iedereen begrijpelijk en niet samen ontwikkeld, maar de specialist kan nuances aanbrengen bij adviezen en uitleggen wat het systeem wel en niet kan. Dat zorgt voor acceptatie bij andere gebruikers.’

GOEDE BEDOELINGEN

Stelling 3: ‘Het onderhoudssysteem wordt niet geaccepteerd wanneer de bedoelde gebruikers

geen vertrouwen hebben in de goede bedoelingen van de managers en systeemontwerpers.’ Het panel ziet deze stelling als waar en tevens als een groot probleem voor voorspellend onderhoud. ‘Als je met managers praat over automatisering’, zo is de ervaring van Buijs, ‘dan hebben ze het al heel snel over saneren. Ze hebben het gevoel dat planners veel fouten maken en vinden daarom

mentatie in opdracht van en samen met de eindgebruikers. Dat helpt de implementatie enorm.’

VAN NATURE WANTROUWIG

‘VOOR GEBRUIKERS MOET HET VOORDEEL HELDER ZIJN’

automatisering nodig. Maar dat is geen goede voedingsbodem voor de acceptatie van een systeem.’ Van de Kerkhof benadrukt dat het vertrouwen in de goede bedoelingen afneemt naarmate fabrikanten komen met hun eigen voorspellende systemen. ‘Mensen denken dan eerder dat die fabrikant dat alleen doet om extra geld te verdienen.’ Poppelaars stelt dat de bewijslast voor het tegendeel ligt bij de managers en de ontwikkelaars. ‘Voor gebruikers moet helder zijn welk voordeel er voor hen met het systeem te behalen valt.’ Oosterhuis ziet de oplossing voornamelijk in gezonde samenwerking tussen monteurs, planners en managers. ‘Monteurs en planners moeten bottom-up aangeven: “We hebben dit echt nodig om ons werk beter te doen.” Dan doe je de imple-

De acceptatie van voorspellend onderhoud neemt dus toe wanneer gebruikers de toegevoegde waarde ervan zien. En neemt af wanneer gebruikers vermoeden dat de implementatie meer gericht is op kostenbesparing dan op ondersteuning van personeel. ‘Ons panel benadrukt dat personeel van nature wantrouwig is jegens geavanceerde voorspeltechnieken en dat modelfouten dat wantrouwen bevestigen, wat de acceptatie van voorspellend onderhoud schaadt. Het vergroten van de acceptatie in algoritmes en hun adviezen is mensenwerk. Alleen mensen kunnen ervoor zorgen dat er stappen worden gezet in het met algoritmes voorspellen van onderhoud.’

Bas van Oudenhoven is onderzoeker aan de TU/e. Dit artikel is een ingekorte versie van het artikel ‘Predictive maintenance for industry 5.0: behavioural inquiries from a work system perspective’, verschenen in het International Journal of Production Research.

• www.tue.nl

PneuSAFE: Dé SMC

toolbox voor veiligheidsoplossingen

PneuSAFE is een effectieve tool van SMC voor veilige machinebesturingen op basis van pneumatische oplossingen. Met PneuSAFE kies je de juiste ISO 13849 productoplossing voor je veiligheidsapplicatie.

Onze kosteloze software biedt door de TÜV gecontroleerde pneumatische schema’s, onderdelenlijsten en instructies voor de meest toegepaste veiligheidsfuncties en hun applicaties.

Op basis van de vastgestelde veiligheidsfunctie – in een enkele of redundante uitvoering – kies je uit diverse door TÜV Rheinland gecontroleerde voorstellen.

Kijk op onze website voor meer informatie en gebruik PneuSAFE in je volgende applicatie.

67 februari 2023
www.smc.nl

FMI ADDITIVE BUNDELT 3D-PRINT-ACTIVITEITEN IN NIEUW COMPETENCE CENTER IN TILBURG

‘WE WILLEN DAT HIGHTECH ENGINEER METEEN AAN 3D-PRINTEN DENKT’

Tien jaar. Dat is toch wel hoelang een nieuwe productietechniek nodig heeft om uit te groeien tot een volwassen toepassing. Weet dan dat ze bij FMI al vanaf 2013 met 3Dmetaalprinting bezig zijn, en de optelsom is snel gemaakt. 2023 wordt hét jaar waarin 3D-printing voor de semiconmarkt een hoge vlucht gaat nemen, zo klinkt het bij de technologisch leverancier. Dus zijn de mogelijkheden voor 3D-metaalprinten geconcentreerd in een nieuw 3D competence center en kan een boost vanuit de semicon niet uitblijven.

cent is.’ Er is binnen FMI dus een duidelijke verschuiving van traditioneel geproduceerde implantaten naar implantaten met 3D-printen gemaakt.

Het kan volgens Beune haast niet anders, of FMI komt ook voor de semicon in Europa, met de nadruk op Nederland, op een hoger aandeel 3D-printen in de productie uit komende jaren. De eerste opdrachten voor de semicon zijn in elk geval binnen. ‘Denk bijvoorbeeld aan onderdelen voor een motorsysteem, waarin koeling een belangrijk aspect is. En ook aan toepassingen waarbij sterkte, beweging en massatraagheid voorop staan. Vaak gebruikt een machinebouwer daarvoor meerdere componenten. Die kan hij allemaal vervangen met één 3Dgeprint titanium-onderdeel.’

LICHT EN STERK

DOOR JAN BROEKS

Henk Jansen weet er alles van hoe hardnekkig beeldvorming kan zijn. Want dat beeld van de 3D-printer als desktopvariant, bedoeld voor prototyping, komt nog steeds geregeld terug. En toch, vertelt de managing director van FMI Additive in Tilburg: de ontwikkelingen volgen elkaar nu rap op. Sneller dan ooit zelfs. Had onderzoeks- en adviesbureau Gartner het vijf jaar geleden al over een flinke groei voor additive manufacturing, oftewel 3D-printing, nu is volgens Jansen het moment daar. Zeker nu het vertrouwen in de techniek er voldoende is, zegt Bart Beune, ceo van moederbedrijf FMI. ‘Het kost tijd om een techniek voldoende te beheersen. En dat laatste doen we inmiddels. We hebben de kennis en capaciteit. Het is nu aan klanten om met ons de stap te zetten.’

Kortom, laat het dit jaar maar komen, zo stellen Jansen en Beune. Op kantoor van FMI Additive vertellen ze deze ochtend enthousiast over de verwachtingen voor de semicon-markt, die meer en meer oog heeft voor 3D-geprinte onderdelen.

Vreemd is die interesse niet, zegt Jansen. ‘We praten hier over een kwalitatief hoogwaardige en beheerste serieproductie, waarbij een product tussentijds snel is aan te passen. Dat laatste maakt 3D-printen heel flexibel. Het is dé techniek voor high mix, low volume.’

OP NAAR AANDEEL VAN 60 P ROCENT

FMI is al zo’n tien jaar met 3D-metaalprinten aan de slag. De eerste jaren stonden in het teken van ontdekken. Van proberen ook, waarbij het wat ruwe oppervlak van 3D-geprint titanium in eerste instantie vooral geschikt bleek voor medische toepassingen. ‘Botten groeien er goed op aan,’ vertelt Jansen. ‘Bovendien is titanium erg licht en toch heel sterk.’ Dus was daar in 2015 de start van FMI Instrumed in Schiedam, voor de productie van medische implantaten. Toen de groei erin zat, volgde in 2017 FMI Additive in Tilburg. Binnen het totaal aan implantaten dat FMI produceert voor de wereldwijde medische markt (met de nadruk op de Verenigde Staten) hadden de 3D-geprinte varianten lang een aandeel van zo’n 10 procent, vertelt Jansen. ‘Totdat dat ineens ging groeien. Waardoor het nu 60 pro-

Het is aan FMI Additive zelf om de semicon-markt van de mogelijkheden van 3D-metaal-printing bewust te maken, benadrukt Jansen. ‘Want alles komt neer op die mindset. En dan meer specifiek die van de engineers. Gaan zij nu nog vaak uit van conventionele technieken zoals draaien en frezen, in plaats daarvan willen we dat de engineer in de hightech meteen aan 3D-printen denkt. Gaat het om een onderdeel dat zo weinig mogelijk moet wegen? En dat tegelijkertijd heel sterk is? Dan is het simpelweg een goed

PRINTEN MET LASER- ÓF ELEKTRONENSTRALEN

Henk Jansen, managing director van FMI Additive, zegt het met enige trots: dit 3D competence center, hier in Tilburg, is in Nederland de enige plek waar ook EBM-printen plaatsvindt. Kort gezegd komt dat neer op een smeltproces met elektronenstralen, waarvoor hier in Tilburg drie machines van Arcam staan opgesteld. De twee andere machines zijn lasermachines, gemaakt door Concept Laser. Zowel Arcam als Concept Laser is inmiddels overgenomen door GE Additive. Of van dat laatstgenoemde merk meer machines richting Tilburg komen? ‘We hebben er in elk geval plek voor’, zegt Jansen.

68 februari 2023
PRINTING
Henk Jansen (FMI Additive, links) en Bart Beune (FMI) in de productiehal van FMI’s 3D competence center in Tilburg. Vanuit hier moet de belevering voor de semiconmarkt in 2023 een flinke boost krijgen. Foto: Kees Beekmans

alternatief, zeker als dat het samenstellen van componenten voorkomt.’

Zie daar dan ook de bundeling van eigen mogelijkheden door FMI Additive. Stonden tot voor kort meerdere printmachines nog bij FMI Instrumed, nu staan ook die in Tilburg. Waarmee de vestiging is veranderd in een zogeheten 3D competence center, met in totaal vijf machines in dezelfde ruimte (zie kader). De hal telt zo’n 200 vierkante meter, is ruim opgezet en biedt daardoor plek aan mogelijk nog eens vijf machines. Ook omvat het competence center een 240

combinatie. Niet alleen binnen FMI Additive, maar zeker ook binnen heel FMI.’

PRINTERS VOOR FREESBANKEN?

Heeft een toename van het ene geen negatieve impact op het andere? ‘Nee, hoor’, zo weet Jansen zeker. ‘We ruilen de komende jaren heus niet al onze freesbanken in voor 3D-printers. We gaan binnen onze groep uit van fullservice contract manufacturing, en daarvan is 3D-metaalprinten een van de vele bewerkingen. Zie het als een techniek die de mogelijkheden van onze andere technieken aanvult.’

DUIDELIJKE VERSCHUIVING VAN TRADITIONEEL GEPRODUCEERDE NAAR 3D-GEPRINTE IMPLANTATEN

ZIET

vierkante meter grote cleanroom, naast een iets kleinere ruimte waar mogelijk nabewerking en assemblage gaan plaatsvinden. Want vergeet niet, zo benadrukt Jansen: ‘3D-printing is binnen FMI geen op zichzelf staand aspect. We zijn geen printshop. In plaats daarvan bieden we alles onder één dak. Van engineering, 3D-printing tot en met de nabewerking: de kracht zit ’m in de

Voor sec het 3D-metaalprinten – dus zonder engineering en nabewerking – gaat Beune voor de semiconmarkt uit van een omzet van een half miljoen euro in 2023 tot 1 miljoen euro over een paar jaar. Wat dan neer zou komen op een zelfde omzet die het bedrijf momenteel behaalt voor medische implantaten. ‘We zijn weliswaar afhankelijk van de snelheid waarmee designs bij klanten worden vrijgegeven. En zo ook van het tempo waarmee bedrijven hun ordersysteem omzetten van mechanisch naar 3D-printen. Maar die groei komt eraan. En terwijl we daar dan mee op weg gaan, kijken we ook naar onze mogelijkheden voor de analytische markt. Niet alleen met de

Driven

toepassing van titanium, maar mogelijk ook met andere metalen, zoals rvs en kobalt. De mogelijkheden van 3D-metaalprinten reiken ver – en dat is precies wat we met ons competence center benadrukken.’

• www.fmi.nl

69 februari 2023
FMI EEN 3D-geprinte parts. Foto’s: FMI
by knowledge
www.lmsystems.nl
De best passende lineaire componenten toepassen in uw machines? Vraag het onze engineers.

OPENHEID IS DE REMEDIE TEGEN INDUSTRIËLE SPRAAKVERWARRING

‘AL DIE GEHEIMZINNIGHEID KOMT ALLEEN VOORT UIT ANGST’

Om de beloftes van Industrie 4.0 volledig waar te maken, moeten alle onderdelen in de keten met elkaar kunnen lezen en schrijven. Het probleem is echter dat machines moeite hebben om elkaar te verstaan, omdat ze een andere taal spreken. Communicatie met ITsystemen is helemaal een crime. Een industriestandaard zou een oplossing kunnen bieden, maar degene die dat initiatief neemt (bijna alle fabrikanten doen dat) geeft zo’n standaard gelijk zijn eigen kleur en dus wordt die niet geaccepteerd. Beter lijkt complete openheid. ‘Daar worden we allemaal succesvoller van.’

• Een oplossing zou kunnen zijn dat er één open industriestandaard komt.

• De marketingmachines draaien op volle toeren, maar in de praktijk kunnen ze meestal nog weinig laten zien.

• ‘De IT-wereld is vele malen verder en vele malen opener.’

• ‘Machinebouwers werken nog steeds met programmeertalen die misschien wel uit de jaren zestig stammen, uit de oertijd.’

• ‘Het is mooier en beter als heel veel mensen in de keten met lef en leiderschap zelf de handschoen oppakken.’

netjes werden afgehandeld. Alle communicatie ging grotendeels handmatig. Maar het kan natuurlijk een heel stuk efficiënter en het past ook totaal niet in het ideaalbeeld van de slimme fabriek.

De verschillende machines hebben dus moeite elkaar te verstaan, maar er is bovendien ook veel verwarring als de systemen op de productievloer (operationele technologie, OT) proberen te communiceren met de IT-systemen op kantoor. De IT- en OT-domeinen zijn compleet verschillende werelden die heel lastig blijken te mengen.

ANGST

DOOR AL EXANDER PIL

Al jaren beloven voorvechters van smart industry ons gouden bergen. Intelligente fabrieken waar machines onderling alles automatisch en adaptief afstemmen en waar geen operator meer aan te pas komt. Orders komen automatisch binnen, grondstoffen en componenten worden automatisch besteld en producten rollen automatisch van de band. Licht uit, fabriek aan. Maar in de praktijk is het helemaal niet zo simpel. Een van de belangrijkste redenen is dat als alle systemen en machines met elkaar moeten samenwerken, ze elkaar eerst moeten begrijpen. In een productielijn – en zeker in een complete

fabriek met alle bovenliggende IT-systemen – is het echter een Poolse landdag. Technologieën, componenten en machines komen immers van allerhande leveranciers, die allemaal hun eigen standaarden en communicatieprotocollen gebruiken. En het is allerminst evident dat die elkaar verstaan.

BABYLONISCHE SPRAAKVERWARRING

Eerder was dat geen probleem. Er liepen operators heen en weer tussen de verschillende machines en workstations, waarvan de ene bijvoorbeeld draaide op Siemens-technologie en de andere was gebaseerd op Schneider-componenten. En er gingen stapels papier op en neer tussen het kantoor en de productievloer zodat alle opdrachten

Een oplossing zou kunnen zijn dat er één open industriestandaard komt. Eén taal die wordt gesproken door alle OT-systemen en die bovendien wordt begrepen in de IT-wereld. ‘De industrie begint wakker te worden. Langzaam dringt het door dat openheid heel veel voordelen biedt’, zegt Philippe Piatkiewitz, ceo van embedded-softwareleverancier Vectioneer in Maastricht. ‘Veel aanbieders hebben nu een open platform, althans op papier. De marketingmachines draaien op volle toeren, maar in de praktijk kunnen ze meestal nog weinig laten zien. Dat is teleurstellend.’

Nog altijd zijn veel systeem te gesloten, vindt Piatkiewitz. ‘Iedereen beschermt zijn kennis en houdt angstvallig de kaarten tegen de borst. Op die manier proberen ze hun klanten een lock-in in te trekken. Siemens is daarin de koploper. Als je eenmaal in die wereld zit, kom je er maar moeilijk weer uit.’

Er zijn wel initiatieven om tot een industriestan-

70 februari 2023
STANDAARDISERING
‘Aanbieders proberen hun klanten een lock-in in te trekken. Siemens is daarin de koploper. Als je eenmaal hun wereld zit, kom je er maar moeilijk weer uit’, zegt Philippe Piatkiewitz. Foto: Vectioneer

daard te komen, maar die zijn niet onafhankelijk. ‘Meestal zit er een grote partij achter die de standaard ontwikkelt en pusht. Ethercat is officieel onder beheer van de Ethercat Technology Group, maar in feite is Beckhoff daar de grote trekker’, weet Piatkiewitz. ‘Overigens is Beckhoff wel een van de meest vooruitstrevende bedrijven want het probeert een open industriële bus in de markt te zetten en is daarmee succesvol, ook in de VS.’ Siemens-technologie draait op het bedrijfseigen Profinet. ‘Er is bewust geen ondersteuning voor Ethercat, waarschijnlijk omdat ze bang zijn klanten kwijt te raken’, zegt Piatkiewitz hoofdschuddend.

KIJK NAAR IT

De OT-wereld zou een voorbeeld moeten nemen aan zijn IT-collega’s, vindt Piatkiewitz. ‘Daar zijn ze al lang afgestapt van die geslotenheid en wordt alles gewoon aan elkaar geknoopt. De IT-wereld is vele malen verder en vele malen opener.’ Paul Kok, commercieel directeur bij IJssel Technologie met het hoofdkantoor in Zwolle, valt hem bij: ‘In het ERP-landschap zie je goede dingen gebeuren. Ik wil niet zeggen dat het gelijk allemaal is opgelost, maar er worden goede stappen gezet, bijvoorbeeld in het generiek maken van de koppelingen. Ook bij de grote IT-techbedrijven uit Silicon Valley is het allemaal goed geïntegreerd, maar in de maakindustrie, bij productiebedrijven of in de procesindustrie moet je daarvoor allerlei handmatige trucs uithalen.’

Een bijkomend probleem is dat er in een fabriek

vaak ook nog oudere machines staan. Kok: ‘Die kun je prima een update geven door er bijvoorbeeld sensoren in te hangen, maar het blijft een uitdaging om ze vervolgens te koppelen aan een

elkaar te laten praten.’

Dat heeft volgens Piatkiewitz veel te maken met de softwarekwaliteit. ‘Machinebouwers werken nog steeds met programmeertalen die misschien

‘ALS IK ZIE HOE MIJN ZOON MET HONDERD MAN ZIT TE GAMEN, VERBAAST HET ME DAT HET ZO MOEILIJK IS OM TWEE MACHINES MET ELKAAR TE LATEN PRATEN’

centrale database. Dat zijn intensieve trajecten, waarvoor veel specialistische kennis nodig is. De software is vaak jaren terug geschreven. Dat maakt het maatwerk.’

UIT DE OERTIJD

Ook Piatkiewitz is niet erg te spreken over de verouderde softwareontwikkelmethodes in de OT. ‘In de IT zie je nauwelijks standaarden. Ja, je hebt TCP/IP maar dat is behoorlijk low level En toch werken al die systemen samen. Als ik dan zie hoe mijn zoon met honderd man van over de hele wereld zit te gamen, verbaas ik me erover waarom het zo moeilijk is om twee machines met

Doen we altijd wat ons gevraagd wordt?

Nee, niet altijd. Het is onze missie om complexe zaken eenvoudig te maken. Technologische kennis en expertise vormen de basis om onze klanten écht verder te helpen. Vanuit multidisciplinaire teams, die we allemaal onder één dak hebben, en samen met onze klanten en leveranciers weten wij innovatieve toekomstbestendige oplossingen te creëren. Doen wij altijd wat ons gevraagd wordt? We doen wat er bedoeld wordt. Wat we doen overstijgt afdelingen en branches, scan de QR-code en ontdek wie wij zijn!

wel uit de jaren zestig stammen, uit de oertijd’, zegt hij met een knipoog. ‘Nu zijn er veel modernere talen die je helpen om minder bugs te maken. In de IT-wereld heb je ongelooflijk veel tools en technieken waarmee je de kwaliteit van de code kunt verhogen, tools die we in de OT-hoek heel hard nodig hebben.’

BRUGGEN BOUWEN

Zoals gezegd, is standaardisatie in IT/OT een mogelijke oplossing. ‘Grote spelers in de OT-sector ontwikkelen hun eigen standaard en proberen

LEES VERDER OP PAGINA 72

71 februari 2023

FRENCKEN IS ‘EMBEDDED’ IN

TOP 10

HIGH-TECH COMPANIES WORLDWIDE

LET’S CREATE SUCCESSFUL SOLUTIONS TOGETHER

Frencken is the connector in the high-tech chain: for semiconductor, analytical equipment and medical technology that make a real difference to the quality of our lives. Add more value to your product development, manufacturing operations and business processes with Frencken as your partner.

Your career starts here...

www.frenckengroup.com

www.frencken.nl

at the edge of technology

PRECISION COMPONENT MANUFACTURING PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING HIGH LEVEL ASSEMBLY
leading

VERVOLG

VAN PAGINA 71

die generiek te maken’, zegt Kok. ‘Maar ja, er staan natuurlijk niet alleen machines met Siemens of Rockwell in de wereld. En klanten willen keuze hebben. Een wereldwijde standaard zou daar zeker een grote rol in kunnen spelen.’ Maar hoe dan? Wellicht zou het met de nodige inspanning lukken om de Duitse aanbieders bij elkaar te brengen, maar dan zijn de Fransen het er niet mee eens. Of er komt een Europese standaard waar de Amerikaanse spelers zich niet in kunnen vinden. En dan hebben we het nog niet eens over alle Aziatische bedrijven. Volgens Piatkiewitz van Vectioneer moeten we daarom heel anders naar het probleem kijken. ‘Geïntegreerde oplossingen zijn lastig als het allemaal proprietary systemen blijven. We moeten niet toewerken naar een standaard, maar naar complete openheid. Er zijn heel veel goede tools om koppelingen te bouwen tussen open platforms van bijvoorbeeld B&R en Bosch. Geen standaard, maar gewoon bruggen bouwen.’ ‘Waarom zou je iedereen in de wereld per se Engels moeten leren, als er ook heel goede tolken zijn’, gaat Piatkiewitz verder. ‘Door te standaardiseren zet je jezelf op achterstand.’ Daarom vindt hij OPC UA niet de oplossing voor smart industry, ook al wordt dat door menigeen in de markt beweerd. ‘Het schaalt niet als je naar complexere netwerken gaat, en het is gebaseerd op technologie uit de jaren negentig. Het is natuurlijk prima om OPC UA of MQTT of ROS of wat

NIEUWE VERDIENMODELLEN

Aan de ene kant vragen klanten dus om openheid en goed integreerbare machines en IT-systemen. Aan de andere kant zijn vooral aanbieders in de OT-wereld huiverig, omdat ze bang zijn hun klanten te verliezen als ze die openheid geven. De weg uit die impasse zit volgens Kok in nieuwe verdienmodellen. ‘Tot nu toe redeneren bedrijven vanuit interne optimalisatie. Om de ketenintegratie te bewerkstelligen zullen we naar andere integrale business- en verdienmodellen moeten kijken. We moeten denken in termen van het ecosysteem.’

Is het niet wat naïef om te verwachten dat bedrijven die stap gaan zetten? Ze worden nu immers afgerekend op hoeveel ze verkopen. Sommige doen dat zo goed dat er geen noodzaak is om te veranderen. ‘Natuurlijk is het lastig want bedrijven beschermen hun IP en hun

FTE’s, maar groei op het gebied van steeds optimalere samenwerking.’ Dat betekent dat een aantal mensen op de goede posities moet zitten, met een holistische blik op de markt, denkt Kok. ‘Mensen die de traditionele manier van denken durven te doorbreken en risico’s durven nemen met nieuwe businessmodellen.’

Die moed, of die visie, is ook nodig aan de gebruikerskant, volgens Piatkiewitz. ‘Ik merk in de praktijk dat klanten die met plc’s werken, nauwelijks te overtuigen zijn om eens naar IT te kijken. Ze blijven hangen in wat hun leverancier aanbiedt. En ze blijven navelstaren, omdat ze bang zijn dat veranderingen allerlei risico’s met zich meebrengen. Je kunt zeggen dat leveranciers dat listig hebben gedaan, maar al die geheimzinnigheid komt alleen voort uit angst.’

dan ook als communicatiemiddel te gebruiken of te ondersteunen. Maak gewoon een bruggetje vanuit je eigen open systeem. Want ieder systeem heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Ik wil niet gevangen zijn door de onmogelijkheden van één bepaalde leverancier.’

eigen belangen’, geeft Kok toe. ‘Dus er is nog wel wat tijd voor nodig. Maar ik ben ervan overtuigd dat als we die stap wél zetten, met z’n allen, dat iedereen succesvoller gaat zijn. Dan moet je het dus niet meer hebben over groei in termen van de hoeveelheid verkochte machines of het aantal

MVO-INITIATIEFWET

Een disruptief bedrijf à la Tesla zou de boel op z’n kop kunnen zetten, maar dat is niet direct in zicht. Vectioneer probeert het goede voorbeeld te geven, door bruggen te bouwen en met open source communicatie een trend te zetten. Kok ziet ook andere ontwikkelingen: ‘De Tweede Kamer discussieert bijvoorbeeld over de initiatiefwet omtrent verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen. Hierin staan circulariteit, duurzaamheid en traceability centraal. Dat zou het nieuwe denken kunnen stimuleren. Je kunt je natuurlijk door dat soort externe factoren laten leiden, maar het is mooier en beter als heel veel mensen in de keten met lef en leiderschap zelf de handschoen oppakken.’

• www.vectioneer.com

• www.ijssel.com

73 februari 2023
‘De doorbraak moet komen van mensen die de traditionele manier van denken durven te doorbreken en risico’s durven nemen met nieuwe businessmodellen’, denkt Paul Kok. Foto: IJssel Technologie Bron: Otorio
‘IK WIL NIET GEVANGEN ZIJN DOOR DE ONMOGELIJKHEDEN VAN ÉÉN BEPAALDE LEVERANCIER’

MAAK KENNIS MET EMIXA, JOUW PARTNER VOOR DIGITALE TRANSFORMATIE

Na een periode van grondige voorbereiding en verfijning is het zover: ons nieuwe consortium voor digitale transformatiediensten lanceert zijn naam: Emixa. De geboorte van ons merk gaat gepaard met een nieuwe website en huisstijl. Met Emixa hebben de bedrijven Appronto, cards PLM Solutions, Dimensys

Process & IT Consulting, Magnus Digital en OnePLM

Limited hun krachten gebundeld.

Ons hoofddoel? Elkaars diensten aanvullen en klanten voorzien van innovatieve, hoogwaardige en fullservice-oplossingen op het gebied van digitale transformatie. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de maakindustrie, ook wel bekend als 'Industry 4.0', die gebruikmaakt van Siemens, SAP, Mendix en andere toonaangevende technologieën.

Emixa is de enige specialist die de combinatie van Siemens, Mendix en SAP-technologie kan leveren. Het grote voordeel voor klanten? Ze profiteren van een unieke one-stop-shop die de geïntegreerde oplossingen levert voor digitale transformatie op een hoger niveau. Elke branche heeft een geheel eigen dynamiek, met unieke en branchespecifieke vraagstukken en uitdagingen.

Door ons te focussen op specifieke branches, kunnen we trends en ontwikkelingen op de voet volgen en extra toegevoegde waarde leveren aan bedrijven in al die markten. Het is onze ambitie om het verschil te maken voor onze klanten, iets dat we al tientallen jaren doen binnen de afzonderlijke bedrijven die deel uitmaken van Emixa.

GROEIEN MET EEN BUY-EN-BUILD-STRATEGIE

Met de financiële steun van investeerder Holland Capital kan Emixa een buy-and-build-strategie volgen waarmee het consortium zijn activiteiten- en dienstenportfolio uitbreidt. De vijf bedrijven die verenigd zijn in Emixa hebben in totaal 420 mensen in dienst en richten zich op vraagstukken op het gebied van procesoptimalisatie, product lifecycle management, asset management, IT-architectuur, low-codeapplicaties, systeemintegraties, data-analyse en verandermanagement. Emixa heeft de ambitie om één van de toonaangevende spelers in West-Europa te worden en zijn prominente aanwezigheid in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk uit te breiden naar de DACH-regio.

De bedrijven die samen Emixa vormen, blijven actief onder hun eigen naam en streven ernaar om hun diensten met betrekking tot digitale transformatie te laten groeien. De in Emixa verenigde bedrijven

leveren elk op hun eigen manier een grote bijdrage aan organisaties in diverse sectoren. Denk hierbij aan branches als de maakindustrie, (online-)retail, logistiek, bouw, infra, financiële dienstverlening en het onderwijs.

“De wereld verandert in een rap tempo. Om competitief en concurrentiekrachtig te blijven, moeten ondernemingen een bedrijfsmodel en een complementaire IT-architectuur kiezen waarmee ze voor de muziek uit kunnen lopen. Door de krachtige en unieke combinatie van branchekennis en technologische expertise op het gebied van ERP, low-code-applicaties, integraties en PLM-oplossingen, stellen we onze klanten in staat om te winnen in het uitdagende tijdperk van volledige digitalisering”, aldus Emixa CEO Peter-Jan Simons.

MEER INFORMATIE

Wil je graag meer weten over Emixa? En ben je benieuwd naar onze diensten en oplossingen waarmee je jouw digitale transformatie kunt versnellen? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Wij leren je graag kennen!

ADVERTORIAL
SCAN HIER EN BEKIJK DE WEBSITE VAN EMIXA

HOGERE KWALITEIT EN PRODUCTIVITEIT VERGEN SAMENWERKING SOFTWARE-E NGIN EERS

Wat is die kloof tussen plc-programmeurs en embeddedsoftware-engineers toch zonde, want ze kunnen zo veel van elkaar leren. Plc’s worden vaak nog afgeschilderd als verouderde technologie, maar inmiddels zijn ze een heel stuk krachtiger geworden. Moderne plc’s zijn razendsnel – ze kunnen bijvoorbeeld prima cyclustijden van 1 milliseconde halen – en hebben de mogelijkheid om vision te integreren. Door ontwikkelingen bij onder meer B&R, Beckhoff en PLCnext ben je niet meer gebonden aan ietwat verouderde plc-programmeertalen, maar kun je gebruikmaken van moderne talen zoals C++ en .NET – met alle geavanceerde tools en methodieken. De moderne plc-technologie is daarmee geschikt voor complexe systemen.

Ontwikkeling van plc-software is in vergelijking met de ontwikkeling van IT-software gedateerd; dat is nog steeds een feit. Natuurlijk is de markt ook traditioneler vanwege de vaak missie- en veiligheidskritieke software die meestal vraagt om bewezen en beproefde ontwikkelmethodes. Maar is dat eigenlijk wel een correct argument? Want zou je een kritieke applicatie niet juist moeten ontwikkelen met de nieuwste technieken die de kwaliteit verhogen? Voor embedded-softwareontwikkelaars is het toepassen van continuous integration en test driven development de normaalste zaak van de wereld. Een plc-engineer daarentegen ervaart dat zijn ontwikkelomgeving dit soort methodieken niet ondersteunt. Hij zal zelf de functio-

naliteiten moeten bouwen om ze te gebruiken. In mijn tijd bij Additive Industries was mijn team verantwoordelijk voor zowel de plc-software als de .NETapplicaties. We hebben in onze werkwijze geprobeerd de verschillen tussen de engineers te verkleinen. Eén stap daarin was over disciplines heen samenwerken. De plc-engineers zijn er daardoor in geslaagd continuous integration op te zetten in hun ontwikkelproces.

Bij MTA passen we nauwelijks plc’s toe, vaak vanwege de vormfactor en de kostprijs, maar ontwikkelen we op basis van embedded Linux. Onze softwareontwikkelpartner levert een softwareplatform waarin we cyclische en event-gedreven software kunnen programmeren in C++, Matlab/Simulink en Python.

Of het formaat van een plc inclusief bijbehorende hardware en de hogere kostprijs per systeem passend zijn, verschilt uiteindelijk natuurlijk per project. Worden er tientallen systemen geproduceerd? Dan is een plc wellicht een goedkopere keuze omdat de eenmalige engineeringkosten lager liggen. Levert je bedrijf nu oplossingen op basis van plc’s? Laat je engineers dan efficiënter software ontwikkelen door te kijken hoe het er in de embeddedwereld aan toe gaat. Door continu verbeteringen door te voeren kunnen we toekomstbestendige software bouwen, met een toename in kwaliteit en productiviteit die we keihard nodig hebben.

75 februari 2023
linkedin.com/in/frankophelders www.mtagroup.nl FRANK HOME OF INDUSTRIAL PIONEERS HANNOVER MESSE 2023 MAKING THE DIFFERENCE Products and solutions for a sustainable future at #HM23 17 – 21 April 2023 Hannover, Germany hannovermesse.com
Frank Ophelders is eigenaar van Rely on IT Technical Automation, en momenteel onder meer actief als softwarearchitect bij MTA. Verder is hij deeltijd docent Elektrotechniek bij Fontys Hogescholen.

MITUTOYO B ENELUX VAN START VANUIT NIEUWBOUW IN VEENEN DAAL

‘SOMMIGE KLANTEN HADDEN HET NIET MEER VERWACHT’

Het begin van 2023: het voelt bij Mitutoyo Benelux als meer dan alleen de start van een nieuw jaar. Geweest is de nasleep van de plotselinge sluiting van het vorige hoofdkantoor. En meer dan welkom is dan ook het nieuwe hoofdkantoor in Veenendaal, dat eind 2022 officieel werd geopend. De opluchting bij het team was haast voelbaar. En daarmee ook de trots, op een modern gebouw waarin voor de producent van precisiemeetapparatuur alles samenkomt.

Volop daglicht, breed binnengelaten dankzij de gevels met daarin veel glas. En dan ook die ruime opzet, gecreëerd rondom een overzicht aan toepassingen van de eigen precisiemeetapparatuur. Het gevoel van transparantie overheerst, hier in het hoofdkantoor van Mitutoyo Benelux. Het pand in Veenendaal staat op een steenworp afstand van de A12, is gloednieuw en werd onlangs feestelijk geopend. Dit in het bijzijn van zo’n 130 gasten, die meteen ook proostten op het 40-jarig bestaan van Mitutoyo Benelux. Met bekers sake in de hand klonk er een gezamenlijk ‘Kampai!’, geheel in lijn met de Japanse roots van het bedrijf.

DANKBAAR, DAT VOORAL

Shigeyuki Sasaki, president Mitutoyo Europe GmbH, benoemde tijdens zijn toespraak het nieuwe gebouw als game changing. En Hidehisa Horinouchi, de Japanse ambassadeur voor Nederland, vertelde tijdens zijn speech dat de rol

Met het doorknippen van een lint werd het nieuwe hoofdkantoor van Mitutoyo Benelux officieel geopend. Van links naar rechts: Henk Slotboom (Mitutoyo Benelux), Shigeyuki Sasaki (Mitutoyo Europe GmbH), Gert-Jan Kats (burgemeester gemeente Veenendaal) en Hidehisa Horinouchi (Japans ambassadeur voor Nederland). Foto’s: Mitutoyo Benelux/Jorik Algra Fotografie

medewerkers: het zegt veel, zo vertelde Slotboom zijn gasten. Zeker gezien de moeilijke tijd die Mitutoyo Benelux nu achter zich laat. Aan diezelfde periode besteedde Slotboom tijdens de opening weinig woorden; daarvoor was het niet het juiste moment. Maar wanneer hem er later naar wordt gevraagd, wil hij hij er nog wel even bij stilstaan. Juist om te verduidelijken waar hij en zijn team vandaan komen. En daarbij te benadrukken hoezeer het nieuwe pand een toekomst vol vertrouwen symboliseert.

PLOTS MOEST HET PAND DICHT

vraag krijgt om alsnog een vestiging voor de Benelux op te zetten. Corona zorgt weliswaar voor vertraging, en nieuwbouw is überhaupt niet zomaar gerealiseerd, maar zie: nu staat het hoofdkantoor in Veenendaal er dan toch maar. En is precies dat de reden voor de trots bij hem en zijn team. ‘Deze nieuwbouw: sommige klanten hadden het niet meer verwacht. In plaats daarvan dachten ze dat we een exportafdeling vanuit Duitsland bleven. Dat het ons toch is gelukt: het is een krachtige bevestiging voor ons hele team.’

van Mitutoyo Benelux nu nog toonaangevender wordt. Mooie woorden uiteraard – al vormden ze niet zozeer de rode draad. De nadruk lag op dankbaarheid, zoals vooral doorklonk in de woorden van Henk Slotboom, managing director bij Mitutoyo Benelux. Om zo veel vertrouwen te krijgen van klanten, leveranciers en de eigen

We moeten ervoor terug naar 2009. Mitutoyo is al ruim 25 jaar actief in de Benelux, wanneer het Japanse moederconcern besluit de lokale productie van meetmachines terug te halen. Het maakt de fabriek van Mitutoyo in Nederland overbodig. Het bedrijf besluit het verkoopkantoor in Nederland af te stoten, en de fabriek te verbouwen tot een nieuwe verkooplocatie en showroom. De verhuizing is aanstaande, totdat in 2011 blijkt dat bij de verbouwing constructiefouten zijn gemaakt. Het pand moet op last van de Arbeidsinspectie dicht, waarna juridische kwesties over aansprakelijkheid elkaar opvolgen. Een lastige tijd, vertelt Slotboom, in die jaren werkzaam op het Europese hoofdkantoor in Duitsland. Dus zet hij er maar wat graag de schouders onder, als hij in 2018 vanuit Japan de

OVERZICHT VAN TOEPASSINGEN

Good People, Good Technique, Good Environment, zo luidt Mitutoyo’s motto. En precies dat is wat het bedrijf in het nieuwe hoofdkantoor in Veenendaal naar voren wil brengen. Loop het pand binnen, en het valt al snel op dat het hier om meer gaat dan een presentatie van producten. Mitutoyo laat de toepassingen van de eigen meetmachines zien, gecombineerd met automatisering. Zoals managing director Henk Slotboom eerder in Link Magazine al aangaf: het gaat het bedrijf om oplossingen in plaats van producten. ‘Vanuit die gedachte komt hier voor ons en onze klanten alles samen.’ En dat binnen een pand dat 1.600 vierkante meter omvat, met pal ernaast een braakliggend terrein van nog eens 8.000 vierkante meter. Ook dat is eigendom van Mitutoyo. En biedt dus mogelijkheden voor toekomstige bebouwing, waarvoor inmiddels plannen ontwikkeld worden.

76 februari 2023
DOOR JAN BROEKS
‘DIT IS DÉ PLEK OM SCHOON TE KUNNEN WERKEN’
PRECISIEMETEN

KWALITEITSBORGING VERSTERKT

Kwam er eerder al een nieuw pand in België, met nu ook het nieuwe hoofdkantoor in Veenendaal heeft Mitutoyo Benelux volgens Slotboom de basis gelegd voor een robuuste toekomst. Zo heeft het gebouw de benodigde faciliteiten voor lokaal en Europees kalibreren, en vinden er ook trainingen en workshops plaats. Bovendien liggen hier de producten voor de eigen field services gecentraliseerd op voorraad, wat moet zorgen voor efficiency en snellere reactietijden.

Zo ook voor klant WILA, dat zich met het hoofdkantoor in het Gelderse Lochem toelegt op de productie van gereedschappen en gereedschapssystemen voor plaatbewerking. Het is volgens

Frank Rouweler, director of manufacturing and r&d bij WILA, een secuur proces. ‘Dus gebruiken we daarvoor Mitutoyo’s meetmachines, waarvan we er nu 25 hebben. Ze versterken de kwaliteitsborging, zowel voor het proces als het eindproduct. Met 3D-meten is de lat nog hoger is komen

toor in Veenendaal. ‘Het bedrijf kan er bestendig de toekomst mee in. Dat betaalt zich uit voor Mitutoyo zelf, maar net zo goed voor alle partnerships.’

BIJDRAGEN AAN WERKGELEGENHEID

De rol van zakenpartner werd tijdens de officiële opening ook benoemd door burgemeester Gert-Jan Kats van Veenendaal. ‘Een bedrijf als Mitutoyo is belangrijk voor ons vestigingsklimaat’, zo klonk het tijdens zijn toespraak. ‘Dit nieuwe pand draagt bij aan onze lokale werkgelegenheid, en aan een levendige stad. Bovendien is Mitutoyo hier van belang voor bedrijven die afhankelijk zijn van nauwkeurig

van Veenendaal, zo stelde de burgemeester. ‘En dat blijkt evengoed uit jullie open dagen: het is waardevol dat ook de jeugd kan kennismaken met jullie branche.’

Dat er met 300 voorinschrijvingen interesse was voor die twee open dagen – gehouden in de week na de officiële opening – wist Slotboom wel. ‘Maar dat er dan daadwerkelijk 290 personen langskomen… Het heeft onze verwachtingen overtroffen. Onder de bezoekers waren veel klanten en dealers. We hoorden veel terug over het open karakter van het pand, als dé plek om schoon te kunnen werken.’ Nogmaals, om zo in 2023 van start te kunnen: de managing director van Mitutoyo Benelux voelt zich er naar eigen

nu ook voor hazardous locations! T 0492 74 75 00 E info@vandoren.nl www.vandoren.nl • Gecertificeerd voor Amerikaanse en Canadese markt • Paneelbouw volgens UL508A, UL698A & UL121201 • Kostenefficiënte productie in Nederland en Slowakije • Zowel enkelstuks als seriematig
De vele gasten toostten tijdens de opening van de nieuwbouw ook meteen op het 40-jarig bestaan van Mitutoyo Benelux.

Maak je supply chain robuuster en verminder risico’s in je productieproces

We leven in een tijdperk van ingrijpende verstoringen in de supply chain. Dat vraagt veel van bedrijven en benadrukt het belang van technologische innovatie. De inzet van de juiste (cloud) technologie leidt tot end-toend inzicht, betere samenwerking in de keten en biedt concurrentievoordelen. Immers: hoe meer verbinding, des te beter je kunt inspelen op veranderende marktomstandigheden, klantbehoeften en risico’s.

In dit whitepaper, ontwikkeld in samenwerking met experts uit de maakindustrie, laten we je zien hoe je in de huidige tijden in beweging blijft. Steeds meer bedrijven willen zich ontwikkelen, innoveren

en digitaliseren, maar wensen tegelijkertijd dezelfde stabiliteit en continuïteit als voorheen. Daardoor ontstaat een spanningsveld. Hoe ga je daarmee om, beperk je de risico’s en houd je je business in beweging? En welke rol speelt technologie daarbij?

Dat en meer komt in het whitepaper aan bod. Ga naar www.fellowmind.nl om het te lezen of scan de QR-code hieronder!

25-JARIG HORTEC GAAT NIEUWE MARKTEN VERKENNEN

‘IK ZIE KANSEN IN DE ELEKTRIFICATIE’

Elektronicaspecialist Hortec Electronics uit Oldenzaal viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum. In die tijd heeft het zich ontwikkeld tot een betrouwbare partner voor bedrijven in de industrie, automotive, railway en aerospace voor het ontwerpen, produceren en assembleren van technische producten. ‘Goede communicatie met klanten over de keuze van componen ten is essentieel, zeker onder de huidige marktomstandigheden’, zegt oprichter Lars Zwanenburg van Hortec. Het bedrijf wil verder groeien, onder meer in de elektrificatie.

Hortec heeft zijn roots in de horecatechniek en startte in 1998 met het idee om een ‘drankmeter’ voor horecabedrijven in de markt te gaan zetten. ‘Al snel kregen we aanvragen voor de ontwikkeling van technische producten vanuit andere sectoren en zijn wij ons daarop gaan richten’, legt Zwanenburg uit. ‘Aanvankelijk waren wij gevestigd op het Akzo-terrein in Hengelo en in 2004 verhuisden we naar Oldenzaal. In die periode hebben wij ons personeelsbestand verdubbeld van vier naar acht medewerkers.’ Een volgende belangrijke stap was de overname van ROM Electronics in Barneveld in 2006. ‘Dat bedrijf verzorgde onder andere de inbouw en aansturing van licht- en geluidsapparatuur voor politieauto’s. Die activiteiten doen wij nu nog altijd, waarbij we ook een redesign in die aansturing van het licht en geluid hebben doorgevoerd.’

LOGISTIEK PROCES

In de afgelopen jaren groeide Hortec Electronics door naar zo’n vijfentwintig medewerkers en in 2021 besloten Zwanenburg en zijn compagnon Gerrit Heersink hun bedrijf op te splitsen in twee aparte BV’s: Hortec Assemblies en Hortec Technology. ‘We merkten dat het steeds lastiger werd om het produceren en ontwikkelen van producten onder dezelfde vlag uit te voeren. De aansturing van de productie is grotendeels een logistiek proces, waarbij het belangrijk is dat alle onderdelen tijdig op de juiste plek aanwezig zijn. Alleen dan kan de productie soepel doorlopen.’ De ontwikkeling van nieuwe producten kost veel tijd, en zorgde in de praktijk maar voor een relatief klein deel van de omzet. Daarom werden beide bedrijfsonderdelen uit elkaar gehaald. ‘Tegelijker-

tijd merken wij dat klanten die een product door Hortec Technology laten ontwikkelen, dit vervolgens vaak ook bij Hortec Assemblies laten produceren. De twee onderdelen vullen elkaar prima aan.’

BESCHIKBAARHEID VAN COMPONENTEN

Zwanenburg geeft aan dat bij het ontwerpen van nieuwe producten tegenwoordig op voorhand al rekening wordt gehouden met de beschikbaarheid van componenten. ‘Zeker onder de huidige marktomstandigheden, waarbij veel componenten uit Azië moeten komen, krijgen wij regelmatig te maken met prijsstijgingen en lange wachttijden. Daarom kijken wij nu vaak van tevoren al samen met onze klanten naar wat voor product zij nodig hebben en of de onderdelen hiervoor leverbaar zijn. Indien dit het geval is, worden die onderdelen direct besteld, zodat wij ze op tijd binnen hebben.’

GEVULDE ORDERPORTEFEUILLE

Ondanks de moeilijke marktomstandigheden wist Hortec in 2022 een mooie omzetgroei te realiseren en ook voor 2023 is de orderportefeuille goed gevuld. ‘Voor de komende jaren is onze ambitie om met Hortec Technology verder te groeien tot zo’n tien tot vijftien medewerkers en als bedrijf nog wat meer body te krijgen. Wij zijn sterk in het ontwerpen van high-end elektronicaproducten. Naast de bestaande markten zie ik voor ons bedrijf kansen op het gebied van elek-

trificatie. Daarbij kun je denken aan het ontwerpen van nieuwe laadsystemen, maar ook aan producten voor het slimmer maken van voertuigen en woningen. Verder liggen er ook mogelijkheden in draadloze communicatie en het Internet of Things (IoT). Denk aan devices voor het ontsluiten van data en predictive maintenance. Daarnaast sluit ik niet uit dat wij in de toekomst misschien iets in de medische sector gaan doen. De hoge kwaliteit van onze producten zou daar prima bij kunnen passen.’

AUTOMATISERING

Voor Hortec Assemblies willen Zwanenburg en Heersink vooral inzetten op het waarborgen van kwaliteit. ‘Alles wat we kunnen maken, produceren we ook voor onze klanten. Vaak gaat het dan om kleine en middelgrote series van producten. Daarom is het belangrijk dat wij onze processen op orde hebben en houden. Verder zetten wij in op de verdere automatisering binnen ons bedrijf. Nu worden onderdeellijsten vaak nog handmatig in het systeem gezet. Dat komt vooral omdat er op dit moment nog geen standaard geldt in de industrie. Iedere fabrikant werkt met een eigen systeem. Door een aantal processen te automatiseren en slimme koppelingen te maken met databases, kunnen we tijdwinst behalen en kosten besparen. Ook daarmee gaan we aan de slag.’

• www.hortec.nl

79 februari 2023
DOOR GERBEN VAN DEN BROEK Compagnons Lars Zwanenburg (rechts) en Gerrit Heersink. Zwanenburg: ‘Wij zijn sterk in het ontwerpen van high-end elektronicaproducten.’ Foto: Hortec
STRATEGIE

Smart Customization

Het realiseren van groei door de transformatie van ETO naar CTO, van Sales tot Services.

Digitale Transformatie

De transitie naar digitale processen door de inzet van nieuwe technologieën en optimaal gebruik van producten procesdata.

Selectie & Implementatie van Business Software

Onafhankelijke selectie en implementatie van PCF, PLM & ERP.

www.ipl.nl Groei door digitalisering Wanneer haalt u er een specialist bij? High Tech Campus 9 5656 AE Eindhoven Postbus 775 5600 AT Eindhoven t +31 40 750 55 90 e of昀ce@ipl.nl i www.ipl.nl

DUUR ZAAMHEID

DATA EN BEPRIJZEN FOOTPRINT KUNNEN ‘INEFFIC IËNTE’ F OODSECTOR SNEL VEEL DUURZAMER MAKEN

KETENREGISSEUR LEGT DE BAL BIJ DE OVERHEID

Data vergaren is technisch gezien niet echt een probleem, (bedrijfs)politiek des te meer. Vanwege de impact van de foodsector op het klimaat is het belangrijk dat die data toch vergaard worden én benut om de impact te verkleinen. Dit door producten met een grote footprint duurder te maken en die met een kleine (relatief) goedkoper. De ketenregisseur – de supermarkten – zegt de data en daarmee de touwtjes reeds in handen te hebben. Maar ze bevinden zich in een competitieve markt, dus wachten ze liever op dwingende overheidsregels.

fen duur en worden emissies in toenemende mate belast.’

ALLE SCHAKELS MEEKRIJGEN

• ‘Technisch gezien is het geen probleem om de foodketen transparant te maken.

• ‘In de food gaat het niet om grote, tegenstrijdige geopolitieke belangen.’

• De Nederlandse landbouw is al sinds 1955 een nettoverbruiker van energie.

• ‘Een vleesheffing is zinvol om klimaatverandering en biodiversiteitverlies tegen te gaan.’

De foodsector (en niet alleen die) heeft de afgelopen decennia in weelde geleefd. Op energieverbruik, afvalproductie, grondstoffenverbruik en lange toeleverketens over grote afstanden werd de branche niet echt afgerekend. Want energie en materiaal waren goedkoop, vervuilen kostte nauwelijks geld en supplychains waren betrouwbaar. ‘Daarom kon ook de foodsector het zich veroorloven niet transparant te zijn en weinig meer te doen met de grote hoeveelheid data die in elke schakel van deze keten reeds vergaard wordt dan die alleen te benutten binnen de eigen silo’, stelt Dick Klaassen, projectleider systeemintegratie bij technisch dienstverlener Hoppenbrouwers Techniek. Maar die luxe is de laatste paar jaar helemaal verdwenen, weet hij. ‘Voor het delen van data met de andere schakels in de keten is nooit een economische noodzaak geweest. Maar die is er nu wel. Want momenteel blijken supplychains onbetrouwbaar, zijn energie en grondstof-

De technische datadeel-oplossing die Klaassen biedt, duidt hij met Unified NameSpace (UNS, zie kader). Een open-softwarearchitectuur, ontwikkeld door enkele Amerikaanse engineers, om de OT (plc’s, sensoren en gateways die de machinedata genereren) te verbinden aan de IT (de software die daar business van kan maken, zoals ERP, PDM en CRM). Een oplossing die volgens hem door systeemintegratoren wereldwijd als standaard wordt geadopteerd. Conclusie: technisch gezien is het geen probleem om de foodketen transparant te maken. De problemen schuilen vooral in het meekrijgen van alle schakels. ‘In de semicon kan ik de geslotenheid van grote chipfabrikanten nog begrijpen. In die sector vindt de nieuwe wapenwedloop plaats. Maar in de food gaat het niet om dat soort grote, tegenstrijdige geopolitieke belangen.’ In zijn optiek zou bijvoorbeeld een voederbedrijf de exacte samenstelling van veevoer beschikbaar moeten stellen. Dat zou de rest van de keten inzicht geven in welke samenstelling veevoer leidt tot een hoge kwaliteit melk en lage emissies.

CO2-UITSTOOT VERDISCONTEREN

Data van veevoederbedrijven over de precieze samenstelling van hun product, zodat de boer daarmee kan bepalen welk voer voor de beste melk en de minste stikstofuitstoot zorgt, draagt

wat Wagenings hoogleraar Simon Oosting betreft weinig bij aan het verduurzamen van de voedselproductie. De grote winst op dat vlak is te behalen door te kiezen voor heel ander veevoer: niet meer soja of kokosschroot, maar restproducten van bijvoorbeeld de aardappelindustrie of bietenpulp. Zouden de data over stikstof- en CO2-uitstoot en het verlies van biodiversiteit als gevolg van soja- en kokosproductie verdisconteerd worden in de verkoopprijs van varkensvlees, dan zou dat vlees veel duurder worden. ‘Je ziet dat nu door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne al gebeuren. Daardoor zijn tarwe en mais veel duurder geworden. Hoewel varkens daar het snelst van groeien, is het economisch nu rendabeler de varkens restproducten als aardappeleiwit te voeren. De snelheid van groeien en daarmee de vleesproductie ligt dan lager, maar de prijs per saldo ook.’

‘NEDERLANDSE LANDBOUW INEFFICIËNT’

Biologisch akkerbouwer en onderzoeker Meino Smit heeft voor zijn promotieonderzoek (De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw 1950-2015-2040) aan de WUR acht jaar lang gerekend met de data uit databases over de Nederlandse landbouw. Hij kwam tot de conclusie dat die Nederlandse landbouw absoluut niet efficiënt is. ‘Een sprookje, een pr-verhaal’, noemt hij het in een interview met Vrij Nederland. ‘Voor elke hectare landbouwgrond in Nederland gebruiken we elders in de wereld twee hectare.’ Hij heeft de Energy Return on Energy Investment (ERoEI) berekend en constateert dat de Nederlandse landbouw al sinds 1955 een nettoverbruiker van energie is: er wordt 2,4 keer zo veel energie ingestopt dan het oplevert. Als Smit de maatschappelijke kosten meerekent – de schade van emissie van broeikasgassen, kosten van waterzuivering vanwege bestrijdingsmiddelen,

81 februari 2023
DOOR MARTIN VAN ZAALEN ‘Voor het delen van data met de andere schakels in de keten, is nooit een economische noodzaak geweest. Maar die is er nu wel’, stelt Dick Klaassen, projectleider systeemintegratie bij Hoppenbrouwers Techniek. Foto: Sjors Massar LEES VERDER OP PAGINA 83

De kracht van ProCleanroom

Bij ProCleanroom geloven we dat de beste cleanrooms en flowkasten worden gerealiseerd rondom de expertise die in deze stofarme ruimtes plaats gaat vinden. Dus nemen we het kritische proces van onze klanten als startpunt voor de ontwikkeling van onze cleanrooms en laminaire flowkasten. Vanuit kennis over jouw expertise ontleden we het kritische proces in de stofarme omgeving en ontdekken zo de eisen waaraan onze producten moeten voldoen.

ProCleanroom is jouw partner voor clean air solutions. Van ontwerp, fabricage, installatie en ISO-validatie tot het inrichten van de ruimtes, accessoires en consumables. Onze oplossingen sluiten naadloos aan op jouw behoeften.

+31 (0)40 400 28 74 info@procleanroom.com www.procleanroom.com Meer informatie? Neem contact met ons op: ProCleanroom is jouw
voor clean air solutions PROFESSIONALS IN CLEANROOM TECHNOLOGY WE BUILD YOUR EXPERTISE
partner
Permanent en mobiel Flexibel ontwerp Kwaliteit en snelle levering
Meer dan 16 jaar ervaring

VERVOLG VAN PAGINA 81

verlies aan biodiversiteit, dierziekten, achteruitgang van de bodem – die nu niet zijn doorberekend in de voedselprijzen, komt hij tot een jaarlijkse schadepost van tussen de 5 en 20 miljard euro. Smit pleit daarom voor (CO2-)heffingen.

EFFECT OP KEUZES CONSUMENT

Data vergaren in de voedselketen over de footprint van voedsel en dat vertalen naar een kostprijs waarin die footprint verrekend is, zal snel effect hebben op de keuzes van de consument. Die zal kiezen voor bijvoorbeeld biologische landbouwproducten, verwacht ook Oosting: ‘De stap daarnaartoe zouden we in Nederland ook snel kunnen zetten’, aldus de leerstoelhouder Animal Production Systems. Vorig voorjaar opperde het kabinet het idee van een ‘vleesbelasting’. ‘Internationaal, binnen organisaties als de Wereldbank, wordt daar veel en serieus over gesproken. In Nederland werd dat meteen weggehoond, terwijl zo’n heffing juist op vlees zinvol is om klimaatverandering en biodiversiteitverlies tegen te gaan. Om dat toch voor elkaar te krijgen, daarin hebben overheden een grote rol.’

TRANSITIE ONONTKOOMBAAR

De overheid moet die rol anders invullen dan bijvoorbeeld Henk Bleker, die als staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie – om de boeren als CDA-stemmers niet te verliezen – in 2011 een regeling bedacht: de Programma Aanpak Stikstof (PAS). ‘Daardoor kon het voldoen aan stikstofregels jaren uitgesteld worden. In de veronderstelling dat de technologie het probleem dan wel zou hebben opgelost. Maar de technologie heeft de verwachtingen niet waargemaakt. Daardoor staan de veranderingen in de veehouderij nu onder enorme tijdsdruk.’ Doordat er reeds in 2030, conform internationale afspraken, majeure veranderingen moeten zijn gerealiseerd, worden boeren momenteel met ingrijpende maatregelen geconfronteerd en gaan de hakken in het zand. ‘We moeten af van de huidige polarisatie, zodat er gewerkt kan worden aan oplossingen waarin er voor de boeren wél een

WHITEPAPER ‘TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE FOOD-INDUSTRY’

Data kunnen de foodsector, van boer tot supermarkt, helpen slimmer, duurzamer, wendbaarder en zelfstandiger te opereren, aldus Dick Klaassen in de whitepaper ‘Trends en ontwikkelingen in de Food-industry – Data als kataly-sator voor een innoverende toekomst’ die Hoppenbrouwers eind januari heeft gepubliceerd. De publicatie is bedoeld om de spelers in de sector te inspireren tot integratie en data delen, en duidelijk te maken dat de technologie niet het probleem is. Want die is er. De Unified NameSpace (UNS, zie plaatje) is vergelijkbaar met een postkantoor, illustreert Dick Klaassen: ‘Er komen data binnen vanuit de OT-applicaties die doorgestuurd worden naar die IT-applicaties die deze feed willen hebben.’ UNS maakt voor het ontvangen en verzenden van data gebruik van een – wat hem betreft –werkelijk onafhankelijk communicatieprotocol. ‘Niet OPC UA, want dat wordt onderhouden door een foundation waar Rockwell achter zit. En dat protocol vergt heel veel bandbreedte, omdat het sensoren voortdurend om actuele data vraagt.’ Klaassen doelt op MQTT (Message Queuing Telemetry Transport). ‘Dat wordt – voor zover ik weet – onderhouden door een stichting (OASIS, red.) die niet afhankelijk is van een of meer fabrikanten. En het werkt event-based: alleen als de waarde van de data verandert, worden die verstuurd. Dat scheelt 90 procent van de bandbreedte.’ Hij is zich er terdege van bewust dat vrijwel elke fabrikant van automatiseringstechnologie open software

‘WIJ WETEN ECHT ALLES’ Supermarkten hebben als ketenregisseur eveneens een belangrijke rol, maar laten de hete aardappel liever bij de overheid, om het level playing field niet te verstoren. Hun mening erover geven in de media doen ze evenmin graag. Een anonieme bron binnen een van de grootgrutters vertelt dat die al heel veel data bezit. ‘Van onze private-labelproducten weten wij echt alles. Natuurlijk welke ingrediënten erin zitten, maar

‘DE STAP NAAR BIOLOGISCHE LANDBOUW KUNNEN WE IN NEDERLAND SNEL ZETTEN’

verdienmodel overblijft. FrieslandCampina beschikt over een heel grote duurzaamheidsafdeling. Zij vertragen de transitie weliswaar nog, maar zien tegelijk in dat die onontkoombaar is. Dat we in Nederland toe moeten naar een duurzame sector met nog maar ruimte voor 20 tot 40 procent van de huidige veestapel, gevoed met producten uit de eigen regio. Ja, 20 tot 40 procent. En dan denk ik eerder aan de onderkant van die bandbreedte.’

ook waar en bij wie precies die vandaan komen, hoeveel CO2 en stikstof bij de productie ervan is vrijgekomen en in hoeverre de biodiversiteit erdoor wordt beïnvloed. Zelfs van etiketten weten wij exact welke materialen daarvoor zijn gebruikt.’ De retailer verzamelt die informatie om zijn assortiment gericht te kunnen verbeteren.

‘Wij monitoren bijvoorbeeld het percentage zout in ons brood. Met als doel dit heel geleidelijk te verminderen. Maar we hebben ook een program-

biedt om de IT en de OT te verbinden. Zo biedt Schneider EcoStruxure, Bosch Rexroth heeft CtrlX en Lenze Nupano. ‘Maar die software is alleen open in de eigen omgeving. Ja, servomotoren en frequentieregelaars van andere merken kunnen erop aangesloten worden, maar in het hart staat wel de applicatie van de fabrikant in kwestie. Daarvan is de machinebouwer afhankelijk als hij bepaalde communicatieverbindingen wil maken of ontwikkelingen wil doen. En daar betaalt hij dan een fee voor.’

• www.hoppenbrouwerstechniek.nl

De whitepaper ‘Trends en ontwikkelingen in de Foodindustry – Data als katalysator voor een innoverende toekomst’ van Hoppenbrouwers is via bijgaande QR-code te downloaden.

ma om de biodiversiteit op landbouwbedrijven te verbeteren, door een goede prijs te bieden voor producten die van akkers komen met aan de randen ruimte voor allerlei andere plantensoorten.’

VOORTOUW AAN DE OVERHEID

De vergaarde data worden nog niet breed benut om de prijzen ermee aan te passen, zodat producten met een aantoonbaar grote ecologische footprint duurder worden dan vergelijkbare producten met een veel kleinere impact. Vlees van runderen gevoed met sojabonen uit Brazilië zou dan veel duurder worden. Maar biologisch vlees niet goedkoper; immers, extensieve veeteelt vergt veel meer, kostbaar landareaal, zo is de redenering. ‘We willen de boer een eerlijke prijs kunnen betalen en niet onder de kostprijs gaan verkopen. We willen wel vooroplopen, maar als we een prijs vragen waarin echt alle maatschappelijke kosten meegenomen zijn van de productie van een artikel, zouden we onszelf uit de markt prijzen. Wij zitten nu eenmaal in een commerciële markt met ook spelers die zich veel minder gelegen laten liggen aan duurzaamheid.’ Daarom ziet deze retailer liever dat de overheid hierin het voortouw neemt, zodat de hele sector zich eraan moet conformeren.

• www.wur.nl

83 februari 2023

maak je merk

UIT DE MARKT

MARC VISSERS, LENZE: ‘MACHINEBOUWERS MOETEN VERDER KIJKEN DAN HET MERK’

De tijd dat de industrie haar bestellingen morgen ontvangt, ligt allang achter ons. Dat stelt Marc Vissers, marketing- en communicatiemanager EMEA West bij Lenze. ‘De elektronische componenten die we voor vrijwel alles nodig hebben, worden nog steeds maar op drie plekken in de wereld gemaakt. Door alles wat er nu aan de hand is, is er een logistieke uitdaging; de levertijden zijn lang. Daar kun je over klagen, maar je kunt het ook benaderen vanuit een oplossing.’ Vissers realiseert zich dat Lenze slechts een bescheiden rol speelt in de hele keten. ‘Maar uiteindelijk is het een kwestie van de juiste samenwerking en communicatie in die keten.’

Een van de opties die Lenze zijn klanten aanbiedt, is proactief forecasten. ‘Informeer ons wat eerder omtrent projecten in plaats van op het laatste moment wachten met een order’, adviseert Vissers. Dat klinkt makkelijker dan het is, want hoe doe je dat? Om het technisch te facili-

teren, stelt Lenze zijn ERP-systeem open zodat klanten hun eigen ERP-systeem er direct aan kunnen koppelen. Zodra er een machine is geëngineerd via Easy System Designer, wordt er gekeken naar de bill of materials en geeft het systeem een seintje hoeveel en welke drives en controllers er wanneer nodig zijn.

Een prima oplossing maar het werkt natuurlijk alleen voor de – meestal grotere – bedrijven die hun ERPsysteem goed hebben ingericht.

‘Een groot deel van de Nederlandse machinebouwers heeft daarvoor simpelweg niet het ERP-systeem of de capaciteit’, weet Vissers. ‘We zien dat veel van die bedrijven behoefte hebben aan een technisch bedrijfskundige, zodat ze een digitaliseringsslag kunnen maken, niet alleen in de machine en het eindproduct, maar ook in alle processen eromheen.’

Om die doelgroep tegemoet te komen, neemt Lenze zaken uit handen. ‘We kunnen deze mkb’ers

ontzorgen door een API-koppeling te maken aan ons ERP-systeem. Zo kunnen klanten toch redelijk eenvoudig hun bestellingen in ons systeem schuiven’, vertelt Vissers. In de Benelux heeft Lenze inmiddels al honderden bedrijven geholpen met zijn Easy Product Finder-tool. ‘Daarin kan een technisch inkoper aangeven waaraan hij behoefte heeft, en wordt het bestelproces geautomatiseerd. Naast het bekende winkelwagentjesproces, heeft hij ook alle technische details beschikbaar, zodat zowel voor inkoper als de engineer alle relevante data inzichtelijk zijn.’ Lenze denkt nog verder, vindt Vissers. ‘De slag die machinebouwers moeten maken, is dat ze verder kijken dan het merk van de producten en meer aandacht geven aan de functionaliteit, duurzaamheid en de behoefte. Als een product kapot gaat, vervangen ze dat het liefst door hetzelfde productnummer bij dezelfde leverancier, zonder te kijken naar de total cost of ownership en het

HANNOVER MESSE 2023 STELT INDUSTRIËLE TRANSFORMATIE CENTRAAL

In een snel veranderende wereld veranderen industriële bedrijven mee. Komen ze met hightech oplossingen en innovaties, passen ze zich aan. En geven ze samen antwoord op de globale uitdagingen vandaag de dag, gericht op digitalisering en verdere verduurzaming. Noem het dan ook een industriële transformatie, die steeds meer bedrijven doormaken. En die staat centraal tijdens de Hannover Messe, met als thema ‘Industrial Transformation – Making the Difference’ ’s Werelds grootste industriebeurs vindt dit jaar plaats van 17 tot en met 21 april. Naar verwachting komen er een kleine 100.000 bezoekers naar de beurshallen, terwijl nog eens zo’n 15.000 personen digitaal deelnemen. Samen maken ze kennis met de laatste innovaties van ruim 2.500 exposanten, waaronder meer dan 150 start-ups.

Traditiegetrouw hebben ook Nederlandse bedrijven een gezamenlijke stand op de beurs. Waren het er vorig jaar nog zo’n veertig (de eerste beurs post-corona had nog een

bescheiden opzet), dit jaar stopt de teller naar verwachting rond de honderd. Een deel daarvan is te vinden in het Nederlands Paviljoen. Dat staat in hal 8, en is een initiatief van onder meer de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, FME, Koninklijke Metaalunie en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Er is met ‘industriële transformatie’ bewust gekozen voor een breed thema. ‘Want dan gaat er veel kruisbestuiving plaatsvinden’, zegt Victor Koppelaar, managing director van Global Fairs, dat in de Benelux onder andere de Hannover Messe vertegenwoordigt. ‘Zo is er tijdens de beurs veel aandacht voor vraagstukken rondom energie, waaronder de laatste ontwikkelingen op het vlak van waterstof en opslag. Ook circulariteit krijgt ruim baan, bijvoorbeeld met antwoorden op de vraag hoe bedrijven dit thema verder kunnen integreren in het engineeringproces. Daarnaast komt IT straks veelvuldig aan bod. Hoewel dat onderwerp voorheen meer

op zichzelf stond, komt het inmiddels in industriële toepassingen op allerlei vlakken terug.’ Bundel al die thema’s in onder meer presentaties, keynotes, conferenties en paneldiscussies, en bezoekers krijgen tijdens de beurs concreter zicht op wat speelt binnen hun eigen werkveld. Koppelaar: ‘Stel, je staat voor een tweesprong: je bestaande

energieverbruik. Het gemakkelijkst is natuurlijk de oogkleppen op te zetten en te bladeren in de catalogus van de eerdere aanbieder.’

Door de uitdagingen in de toeleverketen kijken zoekende bedrijven de laatste tijd meer om zich heen.

‘We kijken dan niet naar de artikelnummers die ze aanvragen, maar helpen ze om inzicht in de gehele machine te krijgen. Engineeren vraagt vandaag de dag vele disciplines om een beter systeem te worden; technisch maar ook qua duurzaamheid en services op zowel OT- als IT-vlak’, aldus Vissers. ‘Dan kom je regelmatig uit op andere technieken of andere producten waarbij we –met dezelfde levertijd als de markt –grote stappen maken in energiebesparing. Het gaat vandaag allang niet meer om alleen de aanschafprijs. En door het slimmer te doen met minder materiaal, is dat voor de machinebouw ook weer een goed en duurzaam verkoopargument.’ www.lenze.com

afzetmarkt behouden, óf op zoek gaan naar nieuwe markten. Waar sta je dan nu als bedrijf, en welke kansen liggen er? Voor wie daar een duidelijker antwoord op wil, is Hannover in april de plék om de groeipotentie in andere branches te ontdekken.’ Het volledige programma, het laatste nieuws en tickets zijn te vinden op: www.hannovermesse.de

85 februari 2023
Victor Koppelaar. Foto: Global Fairs

TEMPRESS, VAN SEMICON NAAR SOLAR EN WEER TERUG

Begin 2020 was Tempress, oem’er van depositie- en diffusieovens, nog helemaal gericht op de solar. Die markt gebruikte de apparatuur om wafers van een elektrisch geleidende laag te voorzien, in zeer hoge volumes, tot wel 9.000 stuks per uur. Maar de solar was ook een markt die – met steun van de overheid aldaar – vrijwel geheel in Chinese handen terecht was gekomen, verhaalt Pieter de Groot, directeur van Tempress. Dus was het, toen hij in maart 2020 aantrad, hoog tijd voor een radicale switch van markt, van de solar naar de semicon. ‘We hebben een reorganisatie doorgevoerd om deze transitie in gang te zetten. We hadden al een bescheiden positie in de semicon en dat gaf ons voldoende basis om die positie snel uit te breiden.’ Moest het bedrijf uit Vaassen in 2020 nog zo’n 15 mensen laten gaan, inmiddels heeft het al weer 20 mensen aangetrokken. Tempress heeft een lange geschiedenis die begint bij de behoefte van Philips aan diffusieovens voor de halfgeleiderfabrieken die het in de jaren negentig in Nederland en elders in Europa bouwde. Daaruit ontstonden onder meer ASMI en Tempress. Door een dip in de semiconmarkt ging Tempress in 1994 failliet. De doorstart richtten zich op horizontale ovens. De markt daarvoor brak open in 2006 door de toe-

passing in zonnecelfabrieken. In de toptijd produceerde het bedrijf meer dan 300 ovens per jaar. Maar nadat China besloot ze zelf (na) te gaan maken, droogde die markt snel op. Er is nog geprobeerd, eind jaren tien, een eigen ovenfabriek in de omgeving van Shanghai tot wasdom te krijgen. ‘Maar die markt was toen reeds verzadigd’, weet De Groot. Daarom was een andere focus nodig. Gekozen werd dus voor een terugkeer in de semiconindustrie. Tempress ontwikkelt en maakt tegenwoordig ovens voor de productie van onder meer silicium carbide chips. Die chips zijn met name nodig voor de elektrificatie van de samenleving. ‘Denk aan de powerelektronica, de technologie voor het laden van elektrische auto’s. Dat is de echte groeimarkt voor ons. Daarnaast leveren we aan de universitaire onderzoekslaboratoria waar – vaak door start-ups en scale-ups –op kleine schaal low loss nitride mems-chips voor de fotonica-markt worden geproduceerd. Zoals Lionix dat doet in het laboratorium van MESA+ op de campus van de Universiteit Twente in Enschede. De fotonica is een potentiële groeimarkt.’

Ook voor deze markten gaat het om ovens waarin druk en hoge temperatuur ervoor zorgen dat geleidende of juist isolerende stoffen, opgelost

in gassen of plasma’s, in het materiaal van wafers trekken of er in een dunne laag op gedeponeerd worden. Maar de volumes en de kosten per wafers zijn van een compleet andere orde. ‘Ging het in de solar om duizenden wafers per uur die per stuk niet meer dan een paar cent mochten kosten, nu zitten we in een markt waar één wafer tienduizenden euro’s kost. Tempress was een bedrijf dat, vanwege de wensen in de solarindustrie, sterk gericht was op het ontwikkelen en produceren van ovens met zo laag mogelijke kosten. Drie jaar geleden dacht iedereen hier dus nog in kosten. In de semicon echter draait het om maximale kwaliteit. Die andere manier van denken heeft veel aandacht gekregen gedurende de grote move die we de afgelopen paar jaar hebben gemaakt. Maar, omdat we dus al eerder voor de semicon werkten, zat het ook nog ergens in ons DNA. Dat scheelde.’ Momenteel produceert Tempress tientallen systemen per jaar. Nieuw is

de VS Series, een verticale oven, ontwikkeld en gebouwd samen met NTS, vorig jaar november gelanceerd op de Semicon Europe show in München. Deze ovens worden geleverd aan de markten in Europa, Taiwan, Zuid-Korea, de VS én – toch ook nog – China. ‘Maar we zijn wel voorzichtiger geworden. Onze software is tegenwoordig volledig encrypted.’

Geldschieter en eigenaar van Tempress is de Nederlandse deep tech venture capital investor Innovation Industries dat in het voorjaar van 2020 de onderneming overnam van de Amerikaanse Amtech Group. www.tempress.nl

2Connect Group nam onlangs 2E Interconnection uit Oss over. ‘Daardoor zijn we nu in staat de zakelijke markt nog beter te bedienen. We zijn complementair aan elkaar en daar profiteren onze klanten van’, aldus Mark van den Heuvel, ceo van de 2Connect Group. Beide bedrijven zijn gespecialiseerd in het ontwikkelen en produceren van verbindingsoplossingen voor de zakelijke markt. ‘2E Interconnection is net als wij sterk in het leveren van een groot assortiment klantspecifieke kabel, in hun eigen segment. Gezamenlijk kunnen we dus een nóg breder pakket aanbieden.’

Van den Heuvel is enthousiast over de positie die 2E Interconnection in de markt heeft opgebouwd. Daarom behoudt het overgenomen bedrijf de eigen identiteit en blijft het zelf-

standig opereren. Tegelijk wil Van den Heuvel wel de synergievoordelen benutten: ‘Onze eindklant gaat onder meer profiteren van efficiëntievoordelen op het gebied van logistiek en inkoop.’ Daarnaast geeft de krachtenbundeling invulling aan de r&d-ambities van 2E Interconnection. ‘Hun ontwikkelcapaciteit stijgt, bijvoorbeeld doordat ze gebruik kunnen maken van ons TechCenter’, aldus Van den Heuvel. 2Connect blijft investeren, in zowel de technologie als de mensen: ‘We verwachten dat 2E Interconnection het huidige personeelsbestand van 25 mensen snel kan uitbreiden. Zo kunnen we onze ambitieuze doelen realiseren.’ Van den Heuvel verwacht in de toekomst nog meer overnames te doen. ‘In een dynamische wereld met steeds kortere doorlooptijden is

het belangrijk om snel op te kunnen schalen als dat nodig is. Maar overnemen doen we alleen als alles klopt. Het is cruciaal dat zaken als de bedrijfscultuur en het serviceniveau van de acquisitie bij ons passen, zoals dat voor 2E Interconnection het geval is. Want alleen met goed doordachte, strategische overnames bereiken we ons hogere doel: klanten optimaal bedienen.’ 2Connect Group (opgericht in 2000) ontwikkelt en produceert verbindingsoplossingen. Daarnaast advi-

seert het vaak oem’ers en odm’ers (original design manufacturer). Na de overname van verschillende bedrijven (in binnen- en buitenland) ontstond de 2Connect Group, van waaruit het bedrijf de groeistrategie verder vormgeeft. www.2-connect.com

GROEIAMBITIES
2E INTERCONNECTION
2CONNECT GROUP VULT
IN MET OVERNAME
Pieter de Groot. Foto: Bart van Overbeeke Het pand van 2E Interconnection in Oss. Foto: 2E
86 februari 2023
UIT DE MARKT

TISPA HOOPT MET DOORONTWIKKELDE WEEFSELBEWERKINGSMACHINE

NU WEL SUCCES TE HEBBEN

Om menselijk weefsel geschikt te maken om onder een microscoop te bekijken en te beoordelen dient het een aantal bewerkingsstappen te ondergaan. Tispa Medical heeft een apparaat ontwikkeld voor twee van die stappen: het ontwateren en het toevoegen van paraffine (om de structuur goed zichtbaar te maken en om later dunne plakjes van het weefsel te kunnen snijden). De innovatie van Tispa zit ’m vooral in die eerste stap, duidt managing director Ian Spoelstra van de onderneming uit Weesp.

Traditioneel wordt er voor het onttrekken van het water uit het weefsel ethanol gebruikt waarna er xyleen wordt toegevoegd om het ethanol weer uit het weefsel te halen.

‘Xyleen is echter kankerverwekkend gebleken voor de laboratoriummedewerkers. Daarom hebben wij, samen met Feyecon Development & Implementation, een systeem ontwikkeld waarin de xyleen is vervangen door CO2. Die CO2 wordt daartoe, bij een druk van 150 bar en een

temperatuur van 50 graden Celsius, superkritisch gemaakt, precies tussen gasvorm en vloeibaar in. CO2 in die toestand gemengd met ethanol vormt een zeer sterk water-extraherend middel.’

De Tispa I, met deze technologie aan boord, is reeds in 2012 op de markt gebracht, maar nog niet bijster succesvol. Een belangrijke reden daarvoor is dat de twee reactorvaten waarin het ontwateren plaatsvindt alleen gelijktijdig gestart kunnen worden. ‘Daarmee zijn we vanaf 2016 aan de slag gegaan. We hebben onder meer de besturing herontworpen. Onze Tispa II, die we nu in de markt zetten, beschikt over twee vaten die onafhankelijk van elkaar kunnen werken. Met als voordeel dat wanneer het proces in het ene vat bezig is het andere procesvat gevuld kan worden met cassettes met weefselmonsters en enige tijd later gestart kan worden. Dit vergroot de verwerkingscapaciteit van laboratoria.’

Voorts is de machine sneller doordat

het ethanol/CO2-mengsel op gecontroleerde wijze wordt rondgepompt door het reactorvat. ‘In de traditionele apparaten vergt het ontwateren tot 14 uur. Door het rondpompen is de reactortijd in onze Tispa II om en nabij de vier uur. Wij gaan vier machines leveren aan een klant in OostNederland die hiermee meer dan duizend weefsel per dag kan verwerken. Dat verlaagt de kosten. Voor de patiënt heeft het als voordeel dat hem sneller kan worden verteld wat er aan de hand is.’ Nog belangrijker is dat de patiënt gerichter kan worden behandeld: ‘Door met CO2 te werken, dat veel milder is voor het weefsel, is de kwaliteit van het DNA erin veel beter dan bij traditionele bewerkingsmethoden. De patholoog kan beter vaststellen wat de precieze DNAkenmerken zijn die de tumor

veroorzaken. Dat maakt het weer mogelijk de patiënt gerichter, met meer gepersonaliseerde medicatie, te behandelen.’

Dat de Tispa II daarom wél echt een succes wordt, is nog geen uitgemaakte zaak. ‘De zorg is een conservatieve wereld. We hebben de support van zowel de pathologen als de gebruikers in de laboratoria nodig. We moeten ze uitdagen om te veranderen’, weet Spoelstra. www.tispamedical.com

SPELINGSARME TANDWIELKASTEN, TANDHEUGELS EN RONDSELS WWW.APEXDYNA.NL | +31 (0)492 509 995 move forward SCAN DE QR CODE EN BEK䤀K DEZE EN ANDERE VIDEO’S WELKE TANDWIELKAST IS IDEAAL VOOR AGV? 87 februari 2023
Ian Spoelstra. Foto: Tispa

UIT DE MARKT

KLANTEN, PARTNERS EN BOSCH REXROTH PROFITEREN VAN CE-PARTNER MANAGEMENT

Sinds de wereldwijde implementatie van het Certified Excellence Partnermanagement-programma in 2017 heeft Bosch Rexroth in Nederland steeds meer klanten ondergebracht bij partners. Inmiddels bedient de aandrijftechnologiespecialist uit Boxtel nog ongeveer eenvijfde van de klantenbasis zelf, vertelt managing director Arjan Coppens. Viervijfde van de klandizie is ondergebracht bij drie typen Certified Excellence Partners: de Distribution Partner, partner in componenten, logistiek, magazijnbeheer voor een efficiënte materiaalstroom van voorraad tot verzending; de Service Partner, gespecialiseerd in field service, retrofit, upgrades, productiviteitsverhoging, conditiebewaking en preventief onderhoud; en de Solution Partner, technisch experts in het toepassen van Bosch Rexrothtechnologieën met applicatiekennis en engineering. Een voordeel voor de klant van dit model, aldus Coppens, is de geografische nabijheid. ‘Wij hebben bewust gekozen voor een goede spreiding van partners over het land.’

Voorts telt dat nu veel meer aandacht gegeven kan worden, zowel aan de klanten die in portefeuille zijn gehouden, als aan die waarvoor dat niet geldt. ‘Die viervijfde van

onze markt bestaat uit kleinere oem’ers, end users en handelaren. Klanten die vaak een dienstverlening verlangen die breder is dan Bosch Rexroth kan invullen. Onze partners zijn dan ook vrij in het toeleveren en toepassen van andere merken dan Bosch Rexroth. Voor onszelf is dat altijd wat ingewikkeld, maar partners hebben daarvoor wel de ruimte. Dit Certified Excellence Partnermanagement-programma verplicht dus niet tot single sourcing bij ons’, benadrukt Coppens. De eenvijfde aan directe klanten zijn veelal de grotere oem’ers en end users. ‘Dat zijn ook bedrijven die bij een multinationale groep horen, waarvan de buitenlandse vestigingen door onze collega’s daar bediend worden. Ook zijn het dikwijls klanten die de grotere aantallen nodig hebben, of waar de technologische uitdagingen complexer zijn en meer tijd vergen dan een partner zou kunnen bieden.’

Om de kwaliteit van de bedrijven die Certified Excellence Partner zijn geworden te borgen, worden ze door Bosch Rexroth begeleid, getraind en geaudit. ‘Over de ondersteuning die we ze bieden hebben we goede afspraken gemaakt. Zo zijn ze allemaal ISO9001-gecertificeerd. Voor onze Service Partners komt daarbij

dat ze ook VCA en ISO14000gecertificeerd zijn. Daarop auditen we ze regelmatig en waar nodig krijgen ze van ons een opleiding. Bij onze Solution Partners gaan we daar bovenop na of ze de door ons voorgeschreven engineertools op de juiste manier gebruiken. Zo niet, dan trainen we ze daarin. Dit werkt goed. Tot op heden zijn zowel onze partners, klanten als wijzelf tevreden over deze nieuwe partnerstrategie.’

Bosch Rexroth is nog op zoek naar meer Solution Partners, met name op het gebied van lineaire technologie en technologie voor de elektrificatie van voertuigen als heftrucks, shovels en kranen. Maar dit wil niet zeggen dat het aandeel klanten dat onder de eigen hoede wordt gehouden verder wordt afgebouwd. ‘Klanten overdragen doen we nu nog alleen bij uitzondering en na zorgvuldige afweging. Klanten waarvan wij inschatten dat die de komende jaren flink gaan groeien, zullen we alleen onderbrengen bij partners waarvan wij zeker weten dat die in staat zijn mee te groeien.’

Met de overdracht van werk naar partners verschuift vanzelfsprekend ook toegevoegde waarde en marge

MELLON MEDICAL ONTWIKKELT INNOVATIEF HECHTINSTRUMENT VERDER MET DEMCON

Het sluiten van de buikwand na een operatie gebeurt standaard met hechtingen met een onderlinge afstand van circa tien millimeter. Uit onderzoek blijkt dat ‘fijner’ hechten, op vijf tot zeven millimeter van elkaar, minder complicaties oplevert en zorgt voor een beter resultaat. Voor een chirurg is fijner hechten op de conventionele wijze echter tijdrovend vanwege het vele overpakken van de naald. Daarnaast maakt de kromming van de naald het lastiger om recht door het weefsel te gaan. Mellon Medical in Delft bedacht een oplossing: de Switch. Door de twee bekjes van dit innovatieve hechtinstrument naar elkaar toe te bewegen, kan de chirurg met één hand automatisch een rechte naald van het ene naar het andere bekje overzetten. Daarmee heeft hij zijn andere hand vrij voor het posi-

tioneren van het te hechten weefsel. Dit bevordert de precisie en daarmee de kwaliteit van de hechting. Bovendien kan de chirurg met de Switch twee keer zo snel hechten. ‘Zo kunnen ze littekenbreuken na operaties in de buikwand met 50 procent verminderen. Dat betekent minder ongemak voor de patiënten en dus een betere kwaliteit van leven. Bovendien helpt het om de kosten voor de zorg drastisch te verminderen’, aldus Jan Benschop, ceo van Mellon Medical.

Dankzij een 3-jarige subsidie uit het Eurostars-programma, begin december vorig jaar, kan dit instrument nu worden doorontwikkeld.

Voor die doorontwikkeling en productie van de Switch werkt Mellon Medical samen met technologieontwikkelaar en -producent Demcon. Voorjaar 2022 vormden ze

samen een onderzoeksconsortium om de stap naar kliniek te kunnen zetten. Andere partners zijn het Erasmus MC en het Italiaanse Assut Europe SPA, specialist in chirurgisch hechten, die een naald-draadcombinatie op maat voor de Switch ontwikkelt. Allereerst worden meerdere prototypes vervaardigd en eind dit jaar gaan in het Erasmus MC de eerste preklinische studies van start. Demcon brengt zijn brede expertise van medische productontwikkeling in en heeft tevens een minderheidsdeelneming in het bedrijf. ‘Daarnaast bieden we proactief praktische ondersteuning bij het dagelijkse

naar die partijen. ‘Maar reeds in 2021 zaten wij qua omzet en winst alweer op hetzelfde niveau als voor de implementatie van het Certified Excellence Partnermanagementprogramma. Vorig jaar groeiden we zelfs met dubbele cijfers. Dat omdat partners meer bij ons bestelden. Maar ook doordat wij, voor de klanten die wij direct bedienen, ook van de partnerschappen gebruik maken. De partners zijn niet alleen onze afnemers, ze zijn ook onze toeleveranciers.’

De volledige lijst van partners is te vinden op: www.boschrexroth.nl/partners

reilen en zeilen van het bedrijf. De samenwerking tussen Mellon Medical, Demcon innovation & technology en Demcon investment laat zien dat we daadwerkelijk willen bijdragen aan het succes van een bedrijf’, aldus Jemy Pauwels, managing director van Demcon investment.

www.mellonmedical.com

www.demcon.com

Arjan Coppens. Foto: Bart van Overbeeke
88 februari 2023
De Switch van Mellon Medical. Foto: Mellon

FORECASTEN HELPT PROJECTGEDREVEN MEVI NIET IN TOELEVERCRISIS

Aan handen en voeten gebonden, zo voelt Mevi-directeur Jacco Colen zich de laatste tijd regelmatig. ‘Qua productie kunnen we het allemaal prima behappen, maar qua inkoop is het een ramp. We moeten voor veel elektronische componenten sowieso vaak een halfjaar wachten. Dat zou nog wel te overzien zijn, maar tegenwoordig is het geen uitzondering dat het ineens acht tot twaalf maanden wordt. Levertijden blijven maar verschuiven.’ Een uitdaging is dat Colen er totaal geen invloed op kan uitoefenen. ‘Zeker bij de grotere toeleveranciers merken we dat. Als je een grote afnemer bent, van het niveau ASML, dan kun je nog eens een keer aan de bel trekken. Van Mevi, met zijn honderd man, liggen ze echt niet wakker. We hebben weinig in de melk te brokkelen. In feite moeten we blij zijn als we producten geleverd krijgen.’

Samen met je klanten om tafel om

te forecasten, is in het geval van Mevi geen oplossing. ‘We kunnen nauwelijks vooruitkijken. Ik weet vandaag niet wat ik morgen nodig heb’, zegt Colen. Dat komt omdat Mevi op projectbasis werkt en steeds nieuwe machines ontwikkelt. ‘We maken geen standaard producten waarvoor we een productieplanning kunnen opzetten. Bovendien kunnen we pas componenten bestellen nadat de gesprekken en onderhandelingen met een opdrachtgever zijn afgerond en de handtekening onder het contract staat; soms zelfs pas als we een deel van de ontwikkeling hebben gedaan.’

Natuurlijk probéért Mevi het wel. Het vraagt op voorhand bij toeleveranciers offertes op. ‘Dan krijg je keurig een prijsstelling, zij het onder voorbehoud, maar geen levertijd. Die willen ze pas geven op het moment dat je de order ook daadwerkelijk bevestigt. En die levertijd blijkt vervolgens allerminst

in steen gebeiteld te zijn.’ Begrijpen klanten het probleem? ‘De grote oem’ers wel, want die hakken vaak met hetzelfde bijltje’, antwoordt Colen. ‘Mkb’ers die gewoon een nieuwe productielijn willen, hebben meer uitleg nodig. Bij die partijen moeten we vaker gaan praten om te vertellen dat het overmacht is en we geen kulverhaal ophangen. Ik trek dan de parallel met het kopen van een nieuwe auto. Daar zijn de levertijden nu ook veel langer dan vroeger. Dan hoor je het kwartje vallen, want in auto’s zitten natuurlijk dezelfde chips en sensoren.’

In de regio rond Helmond waar Mevi zijn hoofdvestiging heeft zijn er veel bedrijven die met dezelfde toeleveringsproblematiek te kampen hebben. Worden er wel eens componenten uitgewisseld met de buurman?

‘Een paar jaar geleden kon dat prima. De gunfactor is er, maar daar zit logischerwijs een grens aan’, constateert Colen. ‘Iedereen is nu

bang dat ze zelf tekortkomen, dus er wordt niks meer afgegeven. En daar heb ik alle begrip voor, want je kunt er niet meer van op aan dat zo’n onderdeel een week later gewoon weer voor de deur ligt.’

Hoe biedt Mevi het hoofd tegen deze strubbelingen? ‘We zoeken de markt af. Soms lukt het ons om bijvoorbeeld tweedehands of refurbished componenten op de kop te tikken zodat we de machines toch kunnen afbouwen, uiteraard in overleg met de klant’, vertelt Colen. ‘Ook bespreken we het met ze als er componenten inzitten met een lange lead time. Samen zoeken we dan naar een alternatief.’ En verder is het doorbijten. ‘Gelukkig escaleren de levertijden niet. Ik zie het nu stabiliseren, maar ik schat dat het nog zeker anderhalf tot twee jaar duurt voordat het weer normaal is.’

www.mevi.com

89 februari 2023

UIT DE MARKT

DE ETO-MACHINEBOUWERS HEBBEN HET NU EEN STUK LASTIGER

VDL TBP Electronics krijgt van sommige distributeurs de complimenten voor de kwaliteit van de forecasts die zij hen sturen. Managing director Joost van Haperen van het EMS-bedrijf uit Dirksland realiseert zich terdege dat hij dat voorspellend vermogen in de eerste plaats dankt aan zijn klantenbasis. ‘Belangrijke opdrachtgevers in bijvoorbeeld de halfgeleider industrie hebben een vrij stabiele forecast voor een lange horizon van zo’n twee jaar. In wat zij aan pcba’s nodig hebben voor upgrades zit wel eens wat variatie, maar dat is slechts een klein deel van wat zij bij van ons afnemen. Het veruit grootste deel is bestemd voor nieuwbouw.’ Ook veel andere klanten zijn behoorlijk goed in staat betrouwbare forecast af te geven. ‘Zij hebben eigen producten, veelal gebaseerd op een eigen platform, die worden opgebouwd uit gestandaardiseerde modulen. Zij weten wat ze daarvoor

aan componenten nodig hebben, kennen hun markt en kunnen dus tijdig orders uitdoen. Alleen bepaalde interfaces zijn dan klantspecifiek, maar dat is vaak oplosbaar.’

De engineering-to-order werkende speciaalmachinebouwers mag

Van Haperen ook tot zijn klanten mag rekenen. Die bestellen pas als de klant de order getekend heeft en de bill of materials bepaald is. En dan is forecasten een stuk lastiger. ‘Zij moeten momenteel rekening houden met een levertijd van gemiddeld 12 tot 18 maanden. Vaak zijn er toch weer bepaalde kritische componenten nodig. Wil je dan sneller dan kun je in sommige gevallen alleen terecht bij brokers, tegen een prijs die tot wel honderd keer hoger kan liggen.’

Als andere opdrachten worden ‘uitgeschoven’, zou dat voor dit type klanten natuurlijk een uitkomst zijn, maar daarvan ziet Van Haperen vooralsnog weinig tekenen.

‘Van een recessie merken wij nog niets. Voor ons belangrijke markten als de semicon, security en de

IIoT-markt laten nog geen enkele vertraging zien.’

www.vdltbpelectronics.com

‘LEIDRAAD 2.0’ CIRCULAIR PRODUCT PASPOORT VOOR MACHINES GEREED

Er is een vernieuwde versie van de leidraad circulair product paspoort (CPP) voor de maakindustrie beschikbaar. In een praktijkproject met bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie en hun leveranciers van procesinstallaties en machines is de eerste versie gevalideerd en verbreed. In deze Leidraad 2.0 zijn de inhoud, randvoorwaarden en het gebruik van een Circulair Product Paspoort (ook wel materialenpaspoort) specifiek uitgewerkt voor procesinstallaties en machines. Transparantie over herkomst, eigenschappen, gebruik en beschikbaarheid van materialen met betrouwbare en consistente data is een van de voorwaarden voor een circulaire transitie. Dat is ook terug te zien in het door de Europese Commissie gepresenteerde pakket van maatregelen om duurzame producten de norm te maken en Europa minder afhankelijk te maken van grondstoffen. De aankomende wetgeving over ecologisch ontwerp voor duurzame producten oftewel ‘ecodesign’ zal grote impact hebben op de maakindustrie en vraagt om nadrukkelijke data-informatievoorziening. Een CPP helpt bedrijven dan ook om essentiële stappen richting circulariteit te nemen en voor te sorteren op aankomende Europese regelgeving

op het gebied van duurzaamheidsinformatie op productniveau.

Jasper Lipsch, programmamanager duurzaamheid bij Swinkels Family Brewers – een van de partijen die bijdroeg aan het project ‘Circulair productpaspoort Machinebouw Food’ – ziet dat het onderwerp steeds meer gaat leven bij leveranciers maar dat het voor hen nog lastig is om een goed materiaalpaspoort in te vullen. UPCM stelt het ontwikkelde format dan ook beschikbaar voor gebruik door bedrijven in de maakindustrie die vooruit willen lopen op (Europese) sectorregels. Hiermee krijgen maakbedrijven onder andere een handvat voor typen data die terug kunnen komen in een materialenpaspoort en die opgevraagd kunnen worden door externe partijen zoals opdrachtgevers en controlerende instanties. De leidraad kan daarnaast gebruikt worden om het aanleveren van ‘minimaal benodigde circulaire informatie’ te stimuleren en zodoende inzicht te krijgen in de mate van circulariteit van een product of dienst.

www.circulairemaakindustrie.nl/ documenten/leidraad-materialenpaspoort-versie-2-0/

90 februari 2023
Een productieruimte bij VDL TBP. Foto: VDL TBP
Begeef jezelf op glad ijs… Schat risico’s in en benut kansen. Samen met ons! www.wjadvocaten.nlanders | durven | denken Westphaladv98x128V6indd218/11/202010:15

PERSONALIA

Scheidend Koninklijke Metaalunievoorzitter Fried Kaanen heeft tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van Metaalunie in Nieuwegein uit handen van locoburgemeester Rick Verschure van de gemeente Zutphen een koninklijke onderscheiding ontvangen. Kaanen, woonachtig in Zutphen, is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Henk van Houten is per 1 januari gestopt als hoofd technologie van Philips. ‘Ik wil graag delen dat ik, na een spannende en zeer lonende carrière van meer dan 38 jaar bij Royal Philips, heb besloten dat het tijd is om het stokje door te geven aan een nieuwe generatie innovatieleiderschap’, zo schrijft hij op LinkedIn. Van Houten kwam na zijn promotie aan de Universiteit Leiden in 1985 in dienst van Philips Natlab. Hij blijft aan als innovatie-adviseur.

Tilburgse softwarebedrijf focussen op de verdere ontwikkeling van de nieuwe generatie cloud-based ERP-software. Met zijn ervaring in het aansturen en begeleiden van diverse IT-teams in met name de financiële sector (Achmea, Aon, de Volksbank) zal hij de ambities van Isah verder invulling geven.

De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) krijgt met Silvia Lenaerts een nieuwe rector magnificus.

transformatie van kleine machinehandelaar naar een bedrijf met een scala aan technische oplossingen. Nu Gijsen adviseur van de directie is geworden, is bij Gibas ook de nieuwe ceo gestart: Stefaan Poppe, al 25 jaar werkzaam bij het familiebedrijf, staat er vanaf nu aan het roer.

Mikrocentrum heeft recent de Kees Kooij Award toegekend aan Marcel Smeets, docent Lean Six Sigma. Smeets behoort sinds 2013 tot de vaste kern van docenten bij het opleidingscentrum, en heeft zich er volgens de organisatie bijzonder verdienstelijk gemaakt. Dit laatste vooral met het Lean Six Sigma-programma, waarvan Smeets een van de grondleggers is.

Naast zijn benoeming tot algemeen bestuurslid is Eddo Cammeraat onlangs ook voorgedragen als inkomend voorzitter van FPT-VIMAG. Daarmee wordt hij opvolger van André Gaalman, die voor het einde van zijn maximale termijn als voorzitter van de branchevereniging voor productietechnologie staat. Cammeraat maakt al langer deel uit van meerdere commissies van FPT-VIMAG, en is managing director van machineleverancier Laagland in Rotterdam.

HIER NOG EEN KORT-ITEM?

Pascal van Roozendaal is op 1 december 2022 gestart als manager research & development bij Isah. Hij zal zich binnen het

Lenaerts is nu nog vicevoorzitter Valorisatie & Ontwikkeling en hoogleraar bij de Universiteit Antwerpen, en start in mei aan de TU/e. Daar neemt ze haar nieuwe functie over van Frank Baaijens, die dan in Eindhoven acht jaar rector magnificus is geweest en zijn werk voortzet als hoogleraar binnen de faculteit Biomedische Technologie en het Institute for Complex Molecular Systems.

Bij industrieel automatiseerder Gibas in Nijkerk is Steven Gijsen gestopt als ceo. Gijsen heeft de functie 36 jaar bekleed, en stond daarmee aan de basis van Gibas’

AALBERTS WIL OUD-FESTO CTO MELZER IN RVC

Aalberts gaat voormalig Festocto Frank Melzer voordragen voor de raad van commissarissen. Ook wordt voorgesteld om Thessa Menssen, voormalig cfo van BAM, te benoemen. De voordrachten worden voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering van 9 maart. Behalve cto bij het Duitse aandrijftechnologiebedrijf Festo is Melzer voormalig groepspresident en lid van de raad van bestuur bij Autoliv Inc. en had diverse leidinggevende en managementfuncties bij Robert Bosch GmbH. Momenteel is hij lid van het technologiecomité van TTS Tooltechnic Systems AG & Co. KG, en lid van de adviesraad van Sima Technologies, Inc. Voorts was hij enige jaren de stuurgroepvoorzitter

van het Plattform Industrie 4.0. De kennis van Melzer van technologie en innovatie en zijn ervaring bij internationale technologische en industriële ondernemingen vormen een welkome aanvulling op de raad van commissarissen, aldus Aalberts. Menssen is voormalig cfo van Koninklijke BAM Groep en voormalig cfo/coo van Havenbedrijf Rotterdam. www.aalberts.com

Eric Stodel is onlangs gestart als ceo bij Royal Pas Reform. Dat is een leverancier van geïntegreerde broederij-oplossingen, telt vestigingen wereldwijd en heeft het hoofdkantoor in Zeddam. Stodel bekleedde de afgelopen twintig jaar meerdere coo- en ceo-functies in de luchtvaart-, machinebouw- en elektronicasector. De afgelopen drie jaar was hij ceo bij Neways Electronics International.

Ed Rooijakkers is de nieuwe directeur van de stichting ter bevordering van Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek in de Installatietechniek (WOI). Rooijkakkers is ruim dertig jaar adviseur op het vlak van gebouwinstallaties. Bij de stichting WOI gaat hij zich inzetten voor een verdere samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en praktijk op het gebied van innovatie en kenniscirculatie.

Bart Verstraeten heeft bij het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) zijn functie als technisch directeur verruild voor die van algemeen directeur. Daarmee is hij de opvolger van Fleur Maas. Naast directeur is Verstraeten namens het instituut ook gastdocent opleiding lasingenieur en lasspecialist.

HOAF VINDT VERKOOPPARTNER

Wim van Breda BV wordt de verkoop- en servicepartners voor openbaar groen van HOAF, specialist op het gebied van duurzame onkruidbeheersing, Eind januari ondertekenden Gerben Hilboldt namens HOAF en Dick van Breda van Wim van Breda BV, de distributieovereen-

komst. HOAF ontwikkelt, produceert en verkoopt thermische onkruidbeheersingsapparatuur. Wim van Breda BV is specialist in machines voor het onderhouden van wegen, wegbermen en sloten. www.hoaf.nl

www.wimvanbreda.nl

Kijk op de achterpagina Meer weten over hoe Van Vliet Automotive haar bedrijf verder digitaliseert? Maak het met Isah 20051ISAH-Advertentie-Link-magazine-teasersindd219/01/202313:51
91 februari 2023
Frank Melzer. Foto: Com-magz

UIT DE MARKT

GROEIGERICHT VHE VERSTERKT DIRECTIE EN MT MET GROOTBEDRIJFERVARING

Afgelopen 1 december is Martin Prins bij VHE Industrial Automation gestart als cfoo, een rol waarin hij verantwoordelijk is voor de gehele finance en operations van de Eindhovense systeemleverancier. Prins heeft een carrière achter de rug bij onder meer Aalberts Fluid Control en Aalberts Dispense Technologies, als cfo en operationsdirecteur en heeft veel ervaring met mergers en acquisitions. Prins gaat samen met ceo Joop Essing de directie vormen en neemt daarin de positie over van cto/coo Marc van Happen. Die heeft namelijk, na 27 jaar VHE, waarvan 12 jaar ais aandeelhouder en 6 jaar als onderdeel van de directie, eind januari afscheid genomen. Wie de cto-rol van Van Happen gaat overnemen, wordt in de loop van de komende weken bekendgemaakt. Deze persoon zal plaatsnemen in het

versterkte managementteam dat van vier naar zes personen gaat. Vorig jaar is reeds een nieuwe operations manager aangetrokken, afkomstig van VDL ETG. ‘De wijzigingen in de directie- en managementstructuur passen in onze ambitie om ons klaar te maken voor verdere groei’, vertelt Essing. ‘Bij het aantrekken van nieuwe directie- en MT-leden kiezen we bewust voor mensen met ervaring binnen grotere industriële maakbedrijven. Dat zijn dus mensen die zelf gezien en ervaren hebben wat het organisatorisch vraagt om leiding te geven aan de processen binnen een grotere organisatie.’ Ondernemingen van een omvang waar VHE dus naartoe wil groeien. ‘Om dat te realiseren investeren we ook in het uitbreiden bij bestaande en het acquireren van nieuwe klanten.’

Voor die groei wordt niet alleen geïnvesteerd in nieuwe mensen, maar ook in nieuwbouw. ‘Per 1 januari 2024 ruilen we ons pand in Veldhoven in voor een nieuwe, grotere locatie op industrieterrein De Hurk in Eindhoven. Het hoofdkantoor op het Flightforum in Eindhoven blijft ongewijzigd.’ Voor de financiering van die investeringen koos VHE in 2021 voor overname door het private equitybedrijf Torqx Capital Partners. VHE ontwikkelt, ontwerpt en produceert machine control-, machine connectivity- en motion controlsystemen. Dat doet het bedrijf voor oem’ers in onder andere de semicon, de hightech machinebouw en de smart energiemarkt. www.vhe.nl

minder energie en minimaliseer verspilling
de QR-code voor meer besparingen IN Your Challenge 92 februari 2023
Verbruik
Scan
Joop Essing: ‘We kiezen bewust voor mensen met ervaring binnen grotere industriële maakbedrijven.’ Foto: VHE

SAMENONDERNEMEN

Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

ATG versterkt zich met Duits bedrijf

De Nederlandse Andra Tech Group (ATG) zet verdere groei op de Duitse markt in, nu het onlangs een meerderheidsbelang heeft genomen in Mayer Feintechnik GmbH. De overname van dat precisiebedrijf betekent voor ATG de eerste overname in Duitsland sinds de groep in februari 2021 zelf eigendom werd van private equity-bedrijf Equistone. ATG heette voorheen

3D-PRINTING

Kusters Beheer, richt zich op de productie van hightech precisieonderdelen en -modules en omvat vijf Nederlandse bedrijven: Kusters

Precision Parts in Oss, Wilting in Eindhoven, Jatec in Leerdam, Visietech in Schijndel en HFI in Groenlo. Met Mayer komt daar een bedrijf in het Duitse Göttingen bij. www.equistonepe.com www.mayer-feintechnik.de

Luxexcel hoort nu bij techreus Meta

Het Belgisch-Nederlandse bedrijf Luxexcel is overgenomen door Meta, moederbedrijf van Facebook, Instagram en WhatsApp. Luxexcel is gespecialiseerd in het 3D-printen van lenzen voor brillen. Dat proces zorgt naast lenzen op de juiste sterkte ook voor lenzen waarin technologie is geïntegreerd: dat komt bijvoorbeeld van pas bij de toepassing van augmented reality.

AUTOMOTIVE

Het hoofdkantoor van Luxexcel staat in Eindhoven, r&d en operations zijn in het Belgische Turnhout. Financiële details over de overname zijn niet bekendgemaakt. Wel zou het naar verluidt gaan om een ‘heel pittig’ prijskaartje, aldus de Vlaamse zakenkrant De Tijd.

www.luxexcel.com

www.meta.com

Stertil lijft weer Duitse fabrikant in

Stertil Group in het Friese Kootstertille is op het overnamepad. Nam de specialist in hefbruggen voor de automotive vorig jaar nog

Nussbaum Automotive Lifts uit het Duitse Kehl over, nu is ook Beissbarth Automotive Testing Solutions aan de groep toegevoegd. Beissbarth in München maakt testen serviceapparatuur voor zowel

ALLIANTIES

CIRCULARITEIT

automotive werkplaatsen als oem’ers. Denk aan producten voor wieluitlijning, rijhulpsystemen, remmentesters en hefbruggen. Met de overname verstevigt de Stertil Group naar eigen zeggen de kwaliteit en levering van werkplaatsequipment.

www.stertil.com

www.beissbarth-online.com

Stichting en partners helpen bedrijven bij recycling

Wat te doen met afgedankte elektrische apparaten? Nog veel te vaak blijven ze liggen, of verdwijnen in het afval, stelt stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid

E-waste Nederland (OPEN). Richtte die zich eerder op de consument, inmiddels ligt de focus op het inleveren van elektrisch afval door bedrijven. Beeldschermen, armaturen, boormachines: het is een greep

uit de lijst van producten waarvoor bedrijven terechtkunnen op Wecyclevoorbedrijven.nl. Op de website staan inzamelpunten. Ook kunnen bedrijven er een afspraak maken om het afval te laten ophalen, waarbij sommige apparaten mogelijk een vergoeding opleveren. Stichting OPEN werkt samen met inzamel-, sorteer- en recyclepartners.

www.wecyclevoorbedrijven.nl

AEROSPACE

Airbus en VDL geven nieuwe technologie verder vorm

Lucht- en ruimtevaartbedrijf Airbus en VDL Groep slaan de handen ineen voor de ontwikkeling en productie van lasercommunicatieterminals voor vliegtuigen. De twee starten met een prototype, waarna volgend jaar een eerste testvlucht moet plaatsvinden. Dit als vervolg op de ontwikkeling die Airbus eerder al heeft ingezet met TNO, toegespitst op de UltraAir-technologie.

ELEKTRIFICATIE

Die omvat een optomechatronisch systeem, waarbij een netwerk van grondstations en satellieten moet zorgen voor een razendsnelle uitwisseling van grote hoeveelheden data. VDL ETG Almelo produceert de UltraAir-terminals, waarna Airbus ze op de markt brengt.

www.airbus.com

www.vdlgroep.com

Binnen acht jaar naar nieuwe batterij

Hoe verloopt de wisselwerking tussen elektrodes en elektrolyten in batterijen nou precies? Om daar meer inzicht in te krijgen, is consortium BatteryNL gestart. Dat staat onder leiding van de TU Delft, en bestaat verder uit Nederlandse mkb’ers, multinationals en kennisinstellingen. Het onderzoek moet de komende generaties batterijen veiliger en energiedichter maken en

ook hun levensduur verlengen. Met de nieuwe kennis moet binnen acht jaar de volgende generatie batterijen zijn ontwikkeld, op basis van een beter begrip van materiaalgrensvlakken. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek is medefinancier van het consortium, dat 9,3 euro miljoen vergt.

www.batterynl.nl

Up to the challenge

BKL is specialized in engineering, production and inspection of hoisting- and lifting tools, modules and machines. Thanks to the combination of outstanding production facilities, experience and creativity we are able to build high-quality customized machines.

Collse Heide 1, 5674 VM Nuenen, The Netherlands

T: +31 (0)40 295 14 44 | info@bkl.nl | www.bkl.nl

93 februari 2023
METAAL OVERNAMES
Member of Anvil Industries
222312BKLAdvertentie98x128mmv1indd129-09-202210:5 26 22 12BKLAdvert ntie98x128mmv1indd129-09-202210:56

UIT DE MARKT

2022: 2,6 MILJARD EURO GEÏNVESTEERD IN START-UPS

In het vierde kwartaal van 2022 werd er voor €600 miljoen aan durfkapitaal opgehaald door Nederlandse start-ups, 25 procent meer dan in het derde kwartaal, maar minder dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar (€760 miljoen). In 2022 werd in totaal €2,6 miljard geïnvesteerd in Nederlandse start-ups. Na recordjaar 2021 (€5,3 miljard) is 2022 het beste jaar ooit gemeten. De investeringen waren anderhalf keer zo hoog als in 2020 (€1,7 miljard).

Top 5 deals in vierde kwartaal van 2022:

1 Mews $185M

2 Crisp €75M

3 econic €40M

4 Dwarfs €30M

5 Axelera AI $27M

Top 10 deals in heel 2022:

1 Mews $185M

2 Leyden Labs $140M

3 Backbase €120M

4 Pyramid Analytics $120M

5 In3 €81M

6 Lightyear €81M

7 Crisp €75M

8 SMART Photonics €75M

9 Ambagon Therapeutics €75M

10 TestGorilla $70M

Het pre-corona tijdperk meegenomen is er een langdurige, structurele groei waar te nemen van investeringen. Dit blijkt uit het Quarterly Start-up Report, een driemaandelijkse data-analyse van Dealroom.co, Golden Egg Check, KPMG, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP), Dutch Startup Association (dSa) en Techleap.nl.

Het aantal deals bleef met 415 in 2022 gelijk aan vorig jaar, maar er was een toename in de deals in de vroege fase (minder dan € 15 miljoen) te zien en een sterke daling van deals voor de late fase (meer dan € 15 miljoen), van 57 naar 37. Dit komt door onzekerheid op de (publieke) markten in 2022. De afname van grotere rondes verklaart

de sterke daling in het totale bedrag aan investeringen in vergelijking met het uitzonderlijke jaar 2021. De grote rondes die toen werden opgehaald door internationaal succesvolle Nederlandse scale-ups als Mollie, Messagebird en Bunq, kwamen vooral van buitenlandse investeerders. Deze fondsen zijn qua deelname teruggezakt naar het niveau van begin corona. Nederland heeft weinig echt grote lokale investeringsfondsen, waardoor start-ups voor grote rondes groeikapitaal afhankelijk zijn van buitenlandse partijen. Het gebrek aan grote Nederlandse investeringsfondsen voor start-ups is een terugkerend probleem. De organisaties achter dit kwartaalrapport pleiten voor aandacht voor deze achterstand en de daarmee gepaard gaande verslechtering van het vestigingsklimaat. Niet alleen het rendement verdwijnt naar het buitenland, maar de organisaties maken zich hierdoor ook zorgen over het behoud van innovatieve bedrijven en belangrijke technolo-

ENGINEERED-TO-SPEC MOTION SYSTEMS

gieën in Nederland. Nederlandse pensioenfondsen zouden een belangrijke rol kunnen spelen in het opschalen van de Nederlandse venture capital-fondsen.

Lucien Burm, voorzitter van de Dutch Startup Association: ‘De reële economie ervaart grote onzekerheden en scale-ups voelen dit.

Start-ups doorgaans nog niet vanwege beperkte groei of omzet. De investeringen zijn daardoor meer naar de vroege fase verschoven. Lokaal kapitaal voor vervolgrondes blijft dan ook voor de toekomst een grote zorg; Nederland is daarvoor te afhankelijk van het buitenland. Het is belangrijk dat er fiscale maatregelen komen om dit te stimuleren en dat institutionele beleggers hun ogen gaan richten op start-up fondsen, gezien hun focus op duurzame ontwikkeling; een terrein waar startups veel rendement kunnen opleveren.’

www.app.dealroom.co

www.dutchstartupassociation.nl

www.techleap.nl

Our competences

Design & engineering

Manufacturing & integration technology

Precision manufacturing of rotary & linear guides

Mechatronical test & assembly

Prototype, pre-series to serial production Motion control for multi-axis systems

Life cycle management

www.PM.nl
Flat mounted table bearing FMB for theta continuous rotation Interface for waferchuck - 3x Z-axis 2: Cross roller linear guides for 5 mm stroke Z-axis 1: Cross roller linear guides for 15 mm stroke - 2x
· · ··
Vacuum supply to chuck level Transport lock - 2x
94 februari 2023
Vacuum supply to lift pins
· · ·

Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

HIGHTECH

ELEKTRIFICATIE

VDL Bus & Coach krijgt grootste order tot dusver

VDL Bus & Coach levert later dit jaar 193 elektrisch aangedreven

Citea-bussen voor de nieuwe concessie Zaanstreek-Waterland. Die is eerder gegund aan vervoerder EBS, dat met de opdracht zorgt voor de grootste order van VDL Bus & Coach tot dusver. Meer specifiek gaat het om 60 nieuwe generaties

Citea’s van het type LE-122 en

METAAL

133 van het type LE-135. De bussen hebben een vermogen van respectievelijk 490 kWh en 552 kWh, en zijn volledig gebaseerd op een elektrische aandrijflijn. Inmiddels rijden uitvoeringen van de nieuwe generatie Citea’s in onder andere Eindhoven en Amsterdam.

www.vdlbuscoach.com www.ebs-ov.nl

Machine Fiber Laser moet trapproductie versnellen

Een snijbereik van 6 bij 2 meter, een in- en uitvoerlengte van 6 meter en een laserbron met een vermogen van 8 kW. Het zijn enkele specificaties van de installatie die sinds kort draait op de productievloer van trappenfabrikant Krepla in Ommen. Het systeem omvat de combinatie van een vlakbedlaser met een buislaser en werkt semiautomatisch: in

ENERGIETRANSITIE

Consortium geeft LioniX International een boost

LioniX International, vanuit Enschede wereldwijd marktleider in op maat gemaakte microsysteem- en fotonicaoplossingen, heeft een investering van 3,5 miljoen euro gekregen. Het bedrag is afkomstig van een Nederlands consortium, dat onder leiding staat van investeerder Invest-NL en durfkapitaalfonds Forward.one. De andere leden zijn Universiteit Twente Holding, ontwikkelingsmaatschappij Oost NL en stichting PhotonDelta. LioniX

BATTERIJTECHNOLOGIE

de bijbehorende step-by-steploader passen acht profielen of buizen, waarna de onderdelen automatisch de machine ingaan voor verdere bewerking. De installatie is geproduceerd door het Italiaanse Cutlite Penta en geleverd door Fiber Laser Benelux in Ede. www.fiberlaserbenelux.nl, www.krepla.nl

Fastned bouwt met amper uitstoot snellaadstation

Snellaadbedrijf Fastned heeft voor het eerst een laadstation gebouwd op grotendeels uitstootvrije wijze. Het station telt acht laadplekken, staat langs de A2 bij Beesd en is de eerste stap in Fastneds ambitie om op termijn alle laadstations uitstootvrij te realiseren. Fastned – met het hoofdkantoor in Amsterdam –

GEÏNVESTEERD

ELEKTRIFICATIE

gebruikte voor de bouw elektrisch materieel zoals elektrische rupskranen, shovels en hoogwerkers. Daarmee is in vergelijking met een traditioneel gebouwd station van dezelfde omvang 82 procent minder stikstofoxide en 77 procent minder koolstofdioxide uitgestoten. www.fastnedcharging.com

DAF start fabriek voor productie e-bussen

DAF heeft er in Eindhoven een assemblagefabriek bij. De faciliteit moet in het voorjaar klaar zijn, waarna de vrachtwagenfabrikant er kan starten met de productie van de DAF XD en XF Electric. Beide elektrische voertuigen hebben een rijbereik van ruim 500 ‘emissieloze’ kilometers. De basis is een zogeheten glider, wat neerkomt op een chassis zonder aandrijflijn maar met cabine. Terwijl die glider wordt

geproduceerd in de reguliere truckfabriek van DAF, worden de 4x2 en 6x2 trekkers en bakwagens in de nieuwe fabriek in acht stappen afgebouwd tot de elektrische XD- en XF-trucks. DAF verwacht dat de productie van beide typen voertuigen de komende jaren gaat stijgen naar enkele duizenden vrachtwagens per jaar.

www.daf.nl

International heeft met TriPleX een eigen fotonicatechnologieplatform, bedoeld voor toepassingen die uiteenlopen van AR/VR en (bio)sensing tot fotonische quantum computing. De oplossingen van het bedrijf gaan naar onder andere de gezondheidszorg, ruimtevaart en defensie. www.lionix-international.com, www.invest-nl.nl, www.forward.one

Nieuwe batterijfabriek ELEO koninklijk geopend

Koning Willem-Alexander heeft eind januari op de Automotive Campus in Helmond de nieuwe fabriek van batterijontwerper en -producent ELEO geopend. Met het nieuwe gebouw, dat een oppervlakte heeft van 3.000 vierkante meter, kan ELEO de jaarlijkse batterijproductiecapaciteit vertienvoudigen naar 500 MWh. Dat staat gelijk aan zo’n

10.000 batterijpakketten, bedoeld voor een scala aan industriële toepassingen. ELEO’s nieuwe productielocatie omvat onder andere r&d-labs, meerdere testfaciliteiten, paddocks, assemblage en warehouses. De verwarming van het gebouw verloopt via een warmtepompinstallatie en zonnepanelen. www.eleo.tech

95 februari 2023
SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD GELEVERD

Van Vliet Automotive Group levert al bijna 70 jaar trucks, trailers en 4x4’s

Snelle levering dankzij standaard 1200+ units op voorraad

Naast haar dealership modificeert Van Vliet ook e.e.a. in hun eigen werkplaats

PROFESSIONALISEREN & DIGITALISEREN?

Bij Van Vliet Automotive wordt momenteel nog gebruik gemaakt van een Dealer Management Systeem dat gericht is op de standaard automotive industrie. Aangezien Van Vliet veel meer is dan een dealer die alleen inkoopt – ze modificeren hun units zelf in hun werkplaats – sloot dit systeem niet aan. Isah bleek de juiste match te zijn voor de business uitdagingen van Van Vliet.

CFO Marcel van Dam:

“Nadat we met Isah in gesprek raakten, bleek al snel dat het bedrijf qua instelling en cultuur enorm goed bij ons past. In 2022 zijn we gestart met de implementatie van Isah. De samenwerking met de Isah Consultants verloopt prettig. Je merkt dat ze veel ervaring hebben in de maakindustrie; dat is echt een toegevoegde waarde. Wanneer Isah straks live is, verwacht ik veel waardevolle managementinformatie uit Isah te kunnen halen. Door data aan elkaar te knopen kunnen we straks veel beter make-or-buy-beslissingen nemen. Ook voor de toekomst zien we nog volop mogelijkheden om verder te digitaliseren. Op een heleboel gebieden gaat Isah ons een enorme impuls geven; daar kijk ik enorm naar uit!”

Lees het verhaal van Van Vliet Automotive Group op: blog.isah.com/vanvliet

Maak het met Isah.

96 september 2009
isah.com
VAN VLIET AUTOMOTIVE GROUP MAAKT HET MET ISAH

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.