Als een schip, afgemeerd aan de Mekelweg

Page 1

Als een schip, afgemeerd aan de Mekelweg Een architectonische kritiek van het 3ME gebouw Henk de Haan / januari 2013 / email: henkdehaanemail@gmail.com


Het 3ME gebouw vlak na oplevering, waarschijnlijk in 1956. (Foto: Fotografische Dienst TU Delft, online: www.repository.tudelft.nl.)


Als een schip, afgemeerd aan de Mekelweg Op de foto hiernaast is het gebouw voor Werktuigbouw-, Scheepsbouw-, en Vliegtuigbouwkunde net opgeleverd. Vier stoere schijven loodrecht op de nieuwe Mekelweg. De lantarenpalen zijn geplaatst, de boompjes geplant, het gras is gemaaid: Klaar voor de toekomst – dat is wat deze foto uitstraalt. Het gebouw wordt in 1955 als eerste universiteitsgebouw aan de nieuw aangelegde Mekelweg gerealiseerd, als onderdeel van het Campusplan van stedebouwkundige van Eesteren1. Dit uitbreidingsplan is nodig om na de Tweede Wereldoorlog de grote aanwas aan nieuwe studenten op te vangen, die tot gevolg heeft dat de oude TUgebouwen in de binnenstad uit hun voegen barsten. Van Eesteren ontwerpt de Mekelweg als een ‘kade waaraan de gebouwen als schepen liggen aangemeerd’2. Bij het gebouw voor Werktuigbouwkunde is dit bijna letterlijk het geval: de blokken van architect Ad van der Steur liggen met hun kopse kant in een brede vijver die tussen het gebouw en de Mekelweg in ligt. Het symmetrisch tussen de twee middelste blokken gepositioneerde voorplein vormt in deze analogie de aanlegsteiger. De foto toont de Mekelweg als een autoweg die bedoeld is om flink op door te rijden: een brede strook voor auto’s geflankeerd door twee smalle stoepen voor voetgangers. Later zou het zelfs een vierbaansweg worden. Het Werktuigbouwkundegebouw is qua schaal afgestemd op de het autoverkeer. De schijven zorgen voor ritmiek, met de ronde, transparante noodtrappen op de kopgevels als aandachtstrekkend accent voor de langsrijdende automobilist. Deze noodtrappen doen door hun transparantie, minimaal gedimensioneerde traptreden en ijle gevelprofielen denken aan het vooroorlogse Modernisme van Sanatorium Zonnestraal (1931). Dit geldt ook voor de geprefabriceerde betonnen strookramen, die de schijven een transparant en strak aanzien geven. Op andere punten heeft het gebouw een meer traditionele uitstraling. Het voorplein is bijvoorbeeld haast klassiek vormgegeven, met absoluut doorgevoerde symmetrie en een rij beeldhouwwerken die aan Griekse goden doen denken op de dakrand boven de ingang. Binnen het gebouw is de symmetrische opbouw doorgezet. Parallel aan de Mekelweg loopt de hoofdroute door het gebouw: een brede, dubbelhoge gang met plavuizen. Deze ontsluit aan de kant van de Mekelweg de vier schijven, waarin de medewerkers van elk van de afdelingen hun werkruimten hebben3. Aan de andere zijde geeft deze hoofdas toegang tot een scala aan laboratoria, montagehallen en collegezalen aan de achterzijde van het complex, die samen met de hoofdroute een kamstructuur vormen. In de symmetrische opbouw van de voorzijde van het gebouw is de traditionalistische achtergrond van architect Ad van der Steur (1893 – 1953) duidelijk zichtbaar. Tijdens zijn loopbaan realiseert hij vooral sobere bakstenen gebouwen met grote schuine dakvlakken, geïnspireerd op Scandinavische voorbeelden4. Het bekendste hiervan is het museum Boymans van Beuningen in Rotterdam (1928-1935). Minder bekend zijn zijn ontwerpen voor utilitaire bouwwerken, waarbij hij een veel moderner ogende vormentaal toepast, bijvoorbeeld de Filtergebouwen voor de waterzuivering in Rotterdam (1928-1929). Het ontwerp voor Werktuigbouwkunde neemt hierin een tussenpositie in, wat gezien de functie misschien ook logisch is: het gebouw heeft zowel representatieve als zeer utilitaire onderdelen. Wanneer Ad van der Steur in 1953 overlijdt, wordt het ontwerpproces voorgezet door architect Geert Drexhage (1914–1983), die later ook de gebouwen voor Elektrotechniek en Lucht- en Ruimtevaart voor zijn rekening neemt. Van zijn hand is onder meer de vleugel met collegezalen, die zich direct achter de hoofdentree bevindt en veel vrijer van vorm is dan de rest van het gebouw. ‘Klaar voor de toekomst’, straat de foto uit 1956 uit – maar al snel wordt duidelijk dat de geheel op auto’s ingestelde Mekelweg, gecombineerd met de enorme lengte van de gebouwen erlangs, niet leiden tot de levendige campus die men voor ogen heeft. Al in 1977 wordt er een herontwerp gemaakt voor de ‘vervallen Mekelweg’5 – de eerste in een lange reeks, die eindigt bij het herinrichtingsplan van Mecanoo, dat op dit moment haar voltooiing nadert. De auto is nu geheel verbannen van de Mekelweg, die nu ‘Mekelpark’ heet. Parallel aan de herstructurering van de Mekelweg heeft ook het Werktuigbouwkundegebouw een transformatie ondergaan. Architect Fons Verheijen probeert het gebouw midden jaren ’90 op een nieuwe manier te relateren aan het Mekelpark. De hoofdroute wordt verbreed en verhoogd naar twee verdiepingen, met een knalrode achterwand als verbindend element. Gericht op het Mekelpark worden insteekverdiepingen met studieplekken geplaatst. Ook wordt de inmiddels haast onontwarbare kluwen aan hallen en bijgebouwen aan de achterzijde beter gestructureerd door de aanleg van een nieuwe dwarsroute op de eerste verdieping. Als het Mekelpark straks klaar is ontstaat misschien net zo’n helder, optimistisch beeld als op deze meer dan 50 jaar oude foto - maar dan met een fijner detailniveau, waardoor het geheel nu een campus op de schaal van de fietser en voetganger wordt, in plaats van de op auto’s gerichte ‘kade met aangemeerde schepen’ uit de jaren ’50. 1 2 3 4 5

www.architectureguide.nl/project/list_projects_of_architect/arc_id/567/prj_id/728 www.delta.tudelft.nl/artikel/er-was-behoefte-aan-een-nieuwe-totaalvisie/18403 Macel, 1994, p. 65 www.architectureguide.nl/project/list_projects_of_architect/arc_id/42/prj_id/203 www.delta.tudelft.nl/artikel/er-was-behoefte-aan-een-nieuwe-totaalvisie/18403



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.