Gevelstenen
Een gevelsteen werd in de gevel geplaatst om het huis duidelijk herkenbaar te maken. Deze steen zat meestal in het midden boven de puilijst of onder de vensters van de verdieping. Soms ook boven de deur. Wij hebben nu straatnamen en huisnummers om de huizen herkenbaar te maken. De gemeente heeft die namen en nummers voor ons bedacht. Vroeger had je dat niet. De bewoners van een huis konden zelf een gevelsteen aanbrengen als ze dat wilden. Sommige groepen – mensen die hetzelfde beroep hadden – waren het verplicht. Dat waren bijvoorbeeld de kappers (barbiers), pruikenmakers, vroedvrouwen, wijnverkopers en geldwisselaars. Deze mensen waren sterk in de minderheid. Een voorbijganger kon meteen zien waar bv. de kapper woonde. Soms was er geen gevelsteen. Dan hadden de mensen een voorwerp boven de deur hangen. Daaraan kon je zien wat er in dat huis verkocht of gemaakt werd. Het kwam ook voor dat de voorwerpen op een bord werden geschilderd. Dat werd dan een uithangbord genoemd. Een voorwerp kon ook gehakt worden in steen. De gevelsteen dus. Zo had het ook reclame als doel. Een gevelsteen werd ook wel gebruikt om aan te geven waar de bewoner van het huis vandaan kwam. De gewoonte om huizen een naam te geven kwam al voor in 1456. De huisnaam Sint Christoffel kwam zelfs al voor in 1441 bij de verkoop van het huis. Als er alleen maar in een huis gewoond werd was een gevelsteen niet echt nodig. Een bekend persoon wist men toch wel te vinden. Die woonde meestal in een groot, mooi huis. Kleine huisjes in onbelangrijke straten hebben nooit een naam gekregen. Soms kwam het in een stad voor dat er meer huizen dezelfde naam hadden. Dan was het nodig om meer informatie te geven op de brief die moest worden afgeleverd. Bijv. het huis ‘De Biecorff vlakbij de kleine engelse gaarde’.
Materiaal, kleur en vorm. Gevelstenen worden gemaakt van hout, klei, steen of beton. Vroeger werden ze gemaakt van natuursteen Het materiaal wat vaak gebruikt werd is Bentheimer zandsteen, genoemd naar een plaatsje in Duitsland, vlak bij Oldenzaal. Deze steensoort is in Bergen op Zoom niet gevonden. In onze stad is
een aantal gevelstenen gemaakt van ledesteen. Die steensoort kwam uit Balegem in Oost Vlaanderen. (BelgiĂŤ) Vaak waren ze bont gekleurd. Vanuit een traditie maar ook door noodzaak, om verwering of vuilaanslag tegen te gaan. De grootte van een gevelstenen is heel verschillend. In de 16e eeuw (1500-1600) waren ze vrij klein. In de loop der tijd werden ze groter. In 1796 hebben de Fransen de huisnummering ingevoerd. Daardoor waren de gevelstenen niet echt meer nodig.
Tekst Teksten gebruikt men alleen om nog duidelijker te maken wat er op de steen al te zien was. Kijk maar eens naar de afbeelding hieronder.
De tekst, naam of betekenis staat er meestal onder, maar heel soms ook erboven. Veel beeldhouwers of steenhakkers konden wel lezen maar niet schrijven. Daardoor zie je op de gevelsteen vaak fouten in de woorden voorkomen. Het gebeurde ook dat een afbeelding en tekst samen een rebus vormden.