Eerste Hulp aan Kinderen

Page 1

Leerstof voor het certificaat Eerste Hulp aan kinderen

Eerste Hulp aan kinderen


EERSTE HULP AAN KINDEREN

INHOUD

INLEIDING

8

DEEL 1

ALGEMEEN 1

Het kind en zijn omgeving

1.1 De zuigeling (0-1 jaar) 1.2 Het kind

12 12 13

2. Preventie: maatregelen om de veiligheid van kinderen te vergroten

17

2.1 2.2 2.3 2.4

18 18 20 20

Algemeen Thuis Buitenshuis Kinderopvang, school

3. Vijf belangrijke punten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

Let op gevaar Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het kind mankeert Stel het kind gerust en zorg voor beschutting Zorg voor professionele hulp Help het kind op de plaats waar hij ligt of zit

21 21 21 22 23 24

Noodvervoersgreep van Rautek vanaf de grond

4

Kinderziekten en ziekteverschijnselen

4.1 Kinderziekten 4.2 Ziekteverschijnselen

5

Kindermishandeling 5.1 Vormen van kindermishandeling 5.2 Signalen van kindermishandeling

26 26 30 34 34 35

DEEL 2

STOORNISSEN IN DE VITALE FUNCTIES

4

1. Stoornissen in het bewustzijn 1.1 Flauwte 1.2 Epilepsie 1.3 Koortsstuipen

38 40 40 42


2. Stoornissen in de ademhaling 2.1 Luchtwegbelemmering 2.2 Letsel 2.3 Ziekte

3. Stoornissen in het bewustzijn èn de ademhaling 3.1 Beademing 3.2 Borstcompressies 3.3 Verdrinking Schema basale reanimatie van kinderen

43 43 50 50 51 52 54 59 60

4. Ernstige bloedingen

61

5. Shock

64

DEEL 3

LETSELS 1. Uitwendige wonden 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

Kleine wonden Grote wonden Schaafwonden Snijwonden Bijt-, scheur- en krabwonden Brandwonden

68 68 69 70 71 72 73

2. Elektriciteitsletsels

76

3. Kneuzing en verstuiking

78

4. Botbreuken en ontwrichtingen

80 80 82 83

4.1 Botbreuk 4.2 Wervelletsel 4.3 Ontwrichting

5. Letsels van oog, neus en oor 5.1 Oogletsel 5.2 Bloedneus 5.3 Voorwerp in neus of oor

86 86 88 89

5


EERSTE HULP AAN KINDEREN

6.

Tandletsel

90

7.

Oververhitting

91

8.

Onderkoeling

92

9.

Bevriezing

94

10. Giftige stoffen

95

11. Steken en beten

97 97 98 99

DEEL 4

11.1 Insectensteken 11.2 Tekenbeten 11.3 Kwallensteken

6

VERBAND- EN HULPMIDDELEN 1.

Verbandmiddelen

102

2.

Hulpmiddelen

107

REGISTER

112

Samenstelling van het College van Deskundigen

117


7


EERSTE HULP AAN KINDEREN

1. Uitwendige wonden Op basis van uw eigen beoordeling moet u beslissen of u een wond zelf kunt behandelen, of dat u tijdelijke maatregelen treft om erger te voorkomen en de verdere behandeling overlaat aan de professionele hulpverlening. Wonden die u zelf kunt behandelen zijn: snijwondjes, schaafwondjes en splinterverwondingen. De grotere wonden, diepe wonden, vuile wonden bijvoorbeeld bijt-, scheur- of krabwonden en ernstig bloedende wonden moeten, nadat u eerste hulp heeft verleend, door een huisarts of in het ziekenhuis behandeld worden.

1.1 Kleine wonden Iedere wond is verontreinigd met ziektekiemen. Een kleine wond kan het beste worden schoongemaakt door deze te spoelen met water uit de kraan. Het lichaam is goed zelf in staat om de ziektekiemen binnen 24 uur te vernietigen. Bij ontbreken van schoon water kunt u een huidontsmettingsmiddel gebruiken. Dek het wondje af met: een wondpleister l steriel kompres met kleefpleister

DEEL 3

l

Wondpleister Zorg ervoor dat u bij het aanbrengen het strookje gaas dat is vastgehecht op de kleefpleister niet aanraakt. l Laat de wondpleister niet langer dan één dag zitten, breng dan eventueel een schone pleister aan. l

Steriel kompres met kleefpleister (minimaal 2½ cm breed) 1. Open de verpakking van het steriele kompres. 2. Verwijder één helft van de verpakking en breng de vrijgekomen helft van het kompres op de wond.

68


DEEL 3 LETSELS

3. Druk met een vinger het kompres naast de wond tegen de huid en verwijder de rest van de verpakking, zodat het kompres geheel op de wond ligt. Vouw het kompres niet open en zorg ervoor dat u het niet verder aanraakt. 4. Plak met stroken kleefpleister het kompres vast op de huid, zodanig dat het aan vier zijden is afgesloten (bij doordringende borstwonden aan drie zijden). Plak de pleister niet over een gewricht heen.

Voorwerp in de huid

Doen • Haal een splinter of naald alleen uit de huid als er een grijpbare punt uitsteekt. • Pak de splinter altijd zo dicht mogelijk bij de huid met een pincet vast en verwijder hem in de lengterichting. • Ontsmet de huid na verwijdering van de splinter. • Als de splinter of naald niet gemakkelijk verwijderd kan worden, ga dan naar de huisarts of huisartsenpost. Dit geldt ook als een kind een vishaak in de huid of een velletje tussen de rits heeft gekregen. • Met een pincet kunt u ook oppervlakkig zittend vuil, zoals grind verwijderen.

DEEL 3

1.2 Grote wonden Grote wonden kunnen gepaard gaan met hevig bloedverlies. Raak de wond niet aan en maak deze niet schoon. Wonden moeten binnen 6 uur gehecht, geplakt of geniet worden. Door bacteriegroei en het afsterven van cellen van de wondranden kan dat daarna niet netjes meer gebeuren. Dek een wond af met een (wond)snelverband of met steriel kompres. Zet het kompres vast met een elastische zwachtel of kleefpleister. Wanneer u geen verband hebt, neem dan een schone doek (zakdoek of theedoek). Ga bij grote wonden altijd naar de huisarts(enpost).

69


EERSTE HULP AAN KINDEREN

9. Bevriezing Bij bevriezing is het lichaam niet in staat plaatselijk de lichaamstemperatuur op peil te houden. De vingers, tenen, neus en oren zijn kwetsbaar voor bevriezing omdat zij meer dan andere lichaamsdelen aan kou zijn blootgesteld. Er zijn drie gradaties in bevriezing. De verschillen worden vooral zichtbaar na ontdooiing. Eerstegraads: de huid kleurt bleekgrijs (na ontdooien rood tot violet) en wordt dan pijnlijk. Tweedegraads: de huid vertoont blaren, gevuld met helder of bloederig vocht, en is zeer pijnlijk. Derdegraads: de huid is spierwit en gevoelloos. Eerste-, tweede- of derdegraads bevriezing

DEEL 3

Doen • Eerstegraads bevriezing kunt u zelf behandelen door de bevroren lichaamsdelen gedurende 20 tot 30 minuten te verwarmen met warm water. Dit water heeft een temperatuur van maximaal 40˚ Celsius. Met uw elleboog of met de binnenkant van uw pols kunt u de temperatuur controleren. Ook kunt u het kind verwarmen met uw eigen lichaamswarmte. • Eventuele blaren laat u intact en dekt u bij voorkeur steriel af. • Bij tweede- en derdegraadsbevriezing moet altijd professionele hulp ingeschakeld worden.

Wees voorzichtig met warm water, aangezien het kind een verstoord gevoel in het bevroren lichaamsdeel kan hebben en zich ongemerkt kan verbranden. U moet absoluut niet wrijven want dit beschadigt de huid. Wrijven helpt niet om de bevriezing sneller op te heffen. Wanneer het risico bestaat dat na opwarming de lichaamsdelen opnieuw bevriezen, mag u niet opwarmen.

94


DEEL 3 LETSELS

10. Giftige stoffen Ondanks het goed opbergen van schadelijke stoffen en de veiligheidssluitingen op flessen en potten, kunnen kinderen toch in aanraking komen met schadelijke stoffen. Denk aan medicijnen, tabak, knoopbatterijen, giftige bessen, giftige paddenstoelen of giftige planten Er bestaan giftige stoffen in: l vaste vorm (bijvoorbeeld slaappillen) l vloeibare vorm (bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen) l gas- en dampvorm (bijvoorbeeld rook) Giftige stoffen kunnen het lichaam binnenkomen via: het spijsverteringskanaal (via de mond, de keel, de slokdarm naar de maag) l de luchtweg (via de neus-/keelholte, de luchtpijp naar de longen) l de huid/ogen l

Vergiftigingsverschijnselen zijn gevarieerd en lang niet altijd direct herkenbaar. Vergiftiging kan ernstige gevolgen hebben als bewusteloosheid of het stoppen van de ademhaling.

Het spijsverteringskanaal DEEL 3

Voorbeelden giftige stoffen: l een bijtend gif: afwasmachinemiddel, ammonia, chloor en veel andere schoonmaakmiddelen l een petroleumproduct: lampenolie, terpentine l een niet-bijtend gif: veel geneesmiddelen, sommige planten en paddenstoelen, drugs Vergiftiging via het spijsverteringskanaal

Doen • Probeer uit te zoeken wat voor stof het was. • Bel 1-1-2. De meldkamercentralist zegt wat u moet doen. • Geef de rest van het gif of de verpakking mee als het slachtoffer naar het ziekenhuis moet. Het is niet altijd gemakkelijk te ontdekken dat een kind iets heeft ingenomen.

95


EERSTE HULP AAN KINDEREN

1. Verbandmiddelen Wondpleister Wondpleister is een strook steriel gaas, vastgehecht op kleefpleister. Het wordt gebruikt op kleine wondjes. Het is verkrijgbaar in verschillende soorten en maten: in stroken en als afgepaste strips.

DEEL 4

Een speciale wondpleister is het zwaluwstaartje. Dit wordt gebruikt om bij een kleine, wat diepere wond de wondranden naar elkaar toe te brengen. Ook met hechtstrips kunt u de wondranden naar elkaar toe brengen.

102


DEEL 4 VERBAND- EN HULPMIDDELEN

Steriel kompres Steriel kompres of gaas is kiemvrij en zodanig verpakt dat het in een donkere en droge omgeving vier tot vijf jaar steriel blijft. Gebruik bij voorkeur een niet-verklevend kompres zoals een metalline kompres op een wond. Met gewone kompressen kunt u de omgeving van een wond goed schoon maken of droogdeppen.

Het kompres kan ook met een vingerbob worden vastgezet.

DEEL 4 103


Eerste Hulp aan kinderen Weet u wat u moet doen als een kind van de fiets valt? Of als een kind zich verslikt in een lekker snoepje of een bloedneus heeft? In dit boek vindt u de leerstofvoor het certificaat Eerste Hulp aan kinderen. Dit certificaat in combinatie met het diploma Eerste Hulp maakt u tot een effectieve hulpverlener van Eerste Hulp aan iedereen, van welke leeftijd ook.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.