KEIK 71. Maison fondée en... Historische panden en hun uithangborden

Page 1

keik nr. 71

Maison fondĂŠe en... Historische panden en hun uithangborden


In de museumcollectie zitten een aantal mooie uithangborden. Achter elk bord zit een huis, een zaak én een verhaal. Wat gebeurde er met deze zaken? In deze lezing zien we dat een ‘commerce’ wel eens verhuisde door andere eigenaars, bombardementen of wegenwerken. Zo belandde de zaak in een ander pand in een andere straat, soms ook buiten het centrum.

2


Rhetorika Zaal Rhetorica was gevestigd in het pand aan de Aldestraat 9. Het huis werd in 1587 door de stad geschonken aan de Rederijkerskamer, die er verbleef tot in het begin van de 19de eeuw. De vereniging verhuisde toen naar het gebouw De Handboge Camer, gelegen aan de Lombaardstraat 6. In feite vertrok men gewoonweg naar de achterburen en in het tussenliggende gebouw kwam er een tooneelzaal. Dat theater(tje) zou nadien, intussen in de vorige eeuw, een bepalende rol gaan spelen in het Hasseltse uitgaansleven … De navelstreng met het pand aan de Aldestraat was reeds lang doorgeknipt, toen Louis Lemaire, opererend vanuit de Lombaardstraat 6 (anno 2020: café Stadhuis), er in 1913 een bioscoop ging uitbaten. Het was onder impuls van het Parijse filmhuis Gaumont dat er omgaand cinema zou worden gespeeld,

1. Uithangteken van de toneel- en repetitiezaal De Roode Roos, 19de eeuw, gepolychromeerd gietijzer, inv.nr. 1991.0045.00

want concurrent Pathé had zich reeds in 1911 genesteld in de uitbating van de zaal Hasselt Palace aan de Kapelstraat (anno 2020: Kos). Er viel dus geen tijd te verliezen en zonder de nodige vergunningen ging men van start om, na heel wat gehakketak met de Stad Hasselt, sterk betoog van een rist advocaten, gemopper van de buren en een korte uitbating in zaal De Ware Vrienden (Maastrichterstraat), finaal te stranden in begin jaren 1920. Einde verhaal: de tweede bioscoopuitbating (Royalty Music Hall) die onze stad kende, sloot onherroepelijk de deuren. Erg stil zou het echter niet blijven in het zaaltje, want er kwam een dancing (toen een modern woord), met meerdere uitbaters en evenveel namen: Hasselt Palace, Palace, The Royalty … Aan Palaces geen gebrek, want ook ciné Cameo heette in de beginperiode ciné Radio Palace en, zoals al aangehaald, ook ciné Pathé heette Hasselt Palace voor andere dan kinemavoorstellingen.

2.

3


In 1953 opende de flamboyante Léon Brantz (1923-2006, gehuwd met Maria Hermans) er Dancing Bristol, de latere Copacabana. De ingang van de dancing lag toen weer aan de Aldestraat. Léon kenden we nadien ook nog van zijn traiteursactiviteiten aan de Thonissenlaan, van restaurant ’t Spit aan de Fruitmarkt en van de allereerste cafetaria-uitbating van het Cultureel Centrum. Broer Jacky (1919-2003, gehuwd met de Hamburgse Magda Prahst) verwierf eerder al naam en faam met het gerenommeerde Hotel Memling aan de Kempische Steenweg. Dit kortverhaal moeten we echter hier eindigen, want de Brantz-dynastie had ons nog kunnen leiden naar een ambulante frituur aan de Maastrichterpoort, een snackbar achter het stadhuis, de uitbating van café Ciné Cameo (Demerstraat, anno 2020: The Sting) en van café West-Vlaanderen (Maastrichterstraat, anno 2020: ingang TT - Galerij) én … naar de band met het Hotel - Restaurant Mardaga in Asch, inclusief straffe oorlogsverhalen en een verrassend huis-swing-orkest van Hasseltse origine. Het Rhetorikazaaltje, intussen weer deel uitmakende van het aloude pand aan de Aldestraat, (anno 2020: Lutex Weekend) werd in 1977 de tweede Hasseltse thuis voor de Standaard Boekhandel, na een kort verblijf in het administratief centrum aan het Stadhuisplein en alvorens te verhuizen naar de (toen) pas gesloten bioscoop Cameo aan de Demerstraat.

3-4-5. Hasselaar en kapper Joseph Vanhoutteghem maakte zich op, na een winterse wandeling, voor een namiddagje dansen in de Hasselt Palace.

4


De Helm Le Casque (oud Frans: le Heau(l)me) is het hoekhuis gelegen aan de Hoogstraat, grenzend aan de noordelijke huizenrij van de Grote Markt (anno 2020: Hunkemöller). In 1376 werd het pand voor het eerst vermeld. Ruim 500 jaar deed het vooral dienst als herberg/gasthof (logementshuis) en had zelfs in 1521 Keizer Karel V eventjes te gast. Rond 1530 zou het huis zelfs bewoond zijn geweest door voorouders van Pieter Paul Rubens. Op het einde van de 19e eeuw was er een ellegoedwinkel gevestigd van de families Farcy en nadien Droogmans, maar in 1913 werd het pand verbouwd tot een statige rentenierswoning. Dat zou zo blijven, tot begin jaren 1950 de warenhuisketen Sarma er een filiaal opende, nadat de eerdere vestiging aan de Demerstraat 35 (zelfstandige uitbating) sloot. Hoofdrolspeler hier werd de, inmiddels naar het Antwerpse uitgeweken Hasselaar Roland Ritzen, broer van de architect Robert. Roland nam de directeursfunctie over van de heer Bien, die om gezondheidsredenen moest afhaken. Het gelijkvloers en de eerste verdieping waren toen al volledig omgebouwd tot één grote winkelruimte, het kantoor en een deel van de reserve kwamen op de tweede verdieping, waar voorheen de familie Bien woonde. Er zouden nog tal van uitbreidingen en verbouwingen volgen, er kwam zelfs een pop-upstore in het pand van de buurman (Schoenen/Chaussures Praets), waar likeuren en sterke drank werden verkocht. In het daarnaast liggende pand kwam er een derde uitgang.

6. Uithangbord De Helm, 17de eeuw, eikenhout, inv.nr. 1979.0219.00

Het warenhuis, dat overigens Hema, Nopri, Samar en Sarma heette (een gevolg van onder andere de Grendelwet, een typisch Belgische wetgeving inzake vestiging), had ook een in-/uitgang langs de Kortstraat, pal tegenover de Grote Kerk. Maar tijden veranderden, en Sarma zag meer heil in de échte grandes surfaces, inclusief ruime parkings, aan de rand van de steden en zo geschiedde ook in Hasselt. Nadat de laatste plakjes kaas en mootjes vis met luide damesstem waren verkocht, sloot men de deuren en opende in Kuringen de nieuwe store.

Tijden veranderen 5


Een tijdje later verkocht het huis Milan in het vroegere warenhuis rouwkleding. Koning auto had het nog ’n beetje voor het zeggen in de stad en zo kwam het dat er probleemloos een Free Time Center (de Brico, Gamma en Hubo van toen), zich kwam vestigen in de Helm. Enkele jaren later werden de hamers, zagen, slijpmachines en kruiwagens vervangen door subtielere koopwaar van de lingerieketen HunkemÜller, en dat is anno 2020 nog steeds het geval.

7-8. De patriciĂŤrswoning De Helm rond de jaren 1950 en de Samar, bij een interventie van de Hasseltse brandweer. Een reuze reclamebord dreigde, na een stormachtige decembernacht, naar beneden te donderen.

6


St. Lambertus Het pand (In) Sint Lambertus situeert zich in de Maastrichterstraat 56, waar de straat een bocht naar het noorden maakt. Nagenoeg de hele huizenrij (nummer 48, 50, 52, 54, 56) aan de noordkant van de straat werd rond de vorige eeuwwisseling afgebroken en heropgebouwd door aannemer en schepen van openbare werken Lambert Douchar (1854-1931). In het nieuwe Lambertushuis had onder anderen Arthur Franck een boekhandel Papeterie Moderne, maar ook de familie Ouwerx (zie verder) had er zelf een boekenhandel. Apotheker André Vreven was een van de volgende bewoners, een uitbating die later werd verdergezet door Luc Goossens (anno 2020: Apotheek Vanroelen). Lambert Douchar had zijn werkhuis aan de overkant van de straat, op het nummer 47. Later verhuisde de firma naar de Vereenigde Staatenlaan (nu Koningin Astridlaan). Er is geen verband met de naam van het huis en de voornaam van ondernemer Douchar, want het uithangbord dateert van 1801 en de toenmalige eigenaar van het pand, Leonardus Beckers, verkocht het aan de familie Ouwerx. Komt de huisnaam dan van de kerkelijke band die wij, Hasselaren, hadden met het bisdom Luik? Met de patroonheilige van de verdwenen kathedraal aan de Place SaintLambert? Begint onze septemberkermis ook niet steevast de zondag na 17 september, de dag waarop Lambertus wordt gevierd? En hebben wij geen Lambertusdrèpke? Vragen zat!

9. Monogrammist A. B., uithangbord In Sint-Lambertus, 1801, eiken- en notenhout, inv.nr. 1979.0226.00

7


Er blijven nog vele vragen...

10-11-12-13. Laat het duidelijk wezen, de Papeterie van Arthur Franck was geen gewoon boekenwinkeltje, je kon er zelfs terecht voor kantoormeubelen. Op de foto linksboven zie je de huizenrij die werd afgebroken door en voor vastgoedmakelaar avant-la-lettre Lambert Douchar. De foto bovenaan toont ons hetzelfde deel van de Maastrichterstraat zoals ze er in de jaren 1970 / 1980 uitzag. Zoals toen gebruikelijk slaagden wij er altijd in prachtige gevels te verminken met smaakloze commerciĂŤle voorgevels. Tot overmaat van ramp werd de skyline van de stad (maar dat was elders niet anders) getooid met een bovengronds veld aan foeilelijke televisieantennes!

Overigens, er zijn nog meer raadsels, maar dan in verband met de familienaam van onze aannemer, want in de stads- en parochieregisters staat deze vermeld als Docha, Douha, Douhard en Douchar, keuze zat dus! En men mag zich ook vragen stellen bij de vermelde huisnummers want die wilden, net als elders in de stad, in de loop der tijden wel eens switchen: zie de nota van Arthur Franck. 8


de Haen Laten we allereerst stellen dat, wat de haan betreft, er aan hanen-uithangborden in onze stad geen gebrek is geweest. Het exemplaar uit de museumcollectie is dat van de Roode Haen, pand gelegen rechts vooraan de Nieuwstraat (Koning Albertstraat), buur van de gekroonde Haen, ook wel geregistreerd als de Fezant-haen. Maar om volledig te zijn, vermelden we dan ook maar de Witte Haen (Demerstraat), de Swaen (Maastrichterstraat, ooit verkeerd genoteerd in plaats van de Haen), en dan verder in dezelfde straat nog de Zeehaen, de Gulde(n) Haen, de Kleine en de Grote Haen en op de Zuivelmarkt zelfs den Dobbelen Haen. In de Nieuwstraat 34 was er ooit simpelweg dÊ Haen (ter hoogte van de Galerie Albert, aanvankelijk heette het pand de Peelmolen). Het is deze laatste wiens spoor we volgen ‌ En daar begint het verhaal van de haan en de drie kippen. Stoker Jos(eph) Theunissen had drie zonen: Leon, Joseph en Gilles en verzekerde zich zo van een mogelijke voortzetting van zijn jeneverstokerij aan de Witte Nonnenstraat. Dat lukte voor Leon en Joseph, maar Gilles had duidelijk andere plannen en werd architect. Leon huwde Mathilde Gruyters, Joseph trouwde met Irma Neven, zus Maria met Jan Gruyters, Roza met Paul Cools en Marguerite met God: zij ging verder door het leven als Zr. Constantia. Gilles trouwde met ene Emily, dochter van Gustaaf Wilsens en Eugenie Smets, en zorgde op zijn beurt ook voor een nageslacht met drie kinderen: Jenny, Mia en Jaak.

14. Uithangbord De Roode Haen, 18de eeuw, gepolychromeerd gedeeltelijk verguld eikenhout, inv.nr. 1979.0208.00

9


Emily’s ouders hadden een textielwinkel in de Nieuwstraat 34, waar men metergoed verkocht (baalkatoen, keperstof …). Omwille van de historische naam van het huis (dus ook van de winkel) sprak men in de stad, toen de twee zussen ’n beetje werelds werden en met hun ouders de winkel openhielden, van de Drèè Keij’kes ennen Hâ.n … (de drie kippen en de haan)! De zaak draaide erg goed, maar de opvoeding van drie kinderen eiste behoorlijk wat aandacht en vooral tijd. De uitbating van de zaak in ellegoed ging dan ook zowat over in handen van de Lanakense Maria Caenen, wië.nkeldochter van dins. Dat had zo z’n minder goede gevolgen en in 1942 werd de zaak gesloten; het pand werd verkocht aan de familie Gabriels. De latere invulling werd de pelsenhandel Marie Louise, bij vele Hasselaren nog vers in het geheugen. anno 2020 zal het (smalle) pand allicht worden opgenomen in de plannen om de Galerie Albert te vervangen door een nieuw winkelpand.

15-16-17. Hier geen administratieve aanpassing van het huisnummer maar een foutje van de verver/ schilder in kwestie. 33 hoorde aan de oneven (over)kant van de straat te worden gebruikt. Het thans nog bestaande geveltje van de vroegere pelsenwinkel gaat eerstdaags dus voor de (slopers)hamer. 10


In den Mooriaan Laten we dit verhaal beginnen aan de Hoogstraat … In 1843 deponeerde J.H. Buntinx, Fabrikant in Tabak te Hasselt, het merk voor kerftabak In de Suykerton. In 1880 deed Hypolite Vreven - Buntinx hetzelfde voor meerdere merken tabak en sigaren. Volgens het briefpapier was de firma sedert het einde van de Eerste Wereldoorlog gelegen aan de Hoogstraat, en handelde in koloniale waren onder de naam In de Suikerton. Eigenaardig genoeg staat het pand geregistreerd als De Reep en zijn het net de buren die in het huis In de Suykerton wonen. In 1946 bestond de firma Vreven Buntinx als een naamloze vennootschap, geleid door Robert Vreven. Volgens de briefhoofdingen ging het nog steeds om een tabaksfabriek en kreeg het merk Indiana een extra promotie toegemeten. Grondstoffen en afgewerkte producten werden verladen via de - destijds nog erg smalle - Kortstraat.

18. Uithangbord In den Mooriaan, eerste helft 19de eeuw, gepolychromeerd ijzer, inv.nr. 1979.0217.00

19-20. Foto’s waren vroeger een rariteit … Geen wonder dan ook dat, bij de passage van een fotograaf, eenieder aanwezig even naar buiten kwam voor de exceptionele prise de vue! En ze tonen ons, zovele jaren later, ook de uithangborden. 11


In het begin van de 20ste eeuw stond een beeltenis van Den Moriaen boven de ingang. De Moor, of Afrikaan, was in die periode een geliefkoosd merkteken voor handel in koloniale waren, maar vooral voor tabak. Het beeld(je) verwees naar de koloniale bewoners die in de 19de en 20ste eeuw volop ingezet werden in de tabaks- en andere plantages. Helaas kan hier die beeltenis niet meteen worden gelinkt met de activiteiten van onze tabaksproducenten van toen, want reeds in de 15de en de 16de eeuw werd het huis Moriaens Hooft en Moriaens Kop genoemd. Men heeft er gewoon op ingespeeld en handig gebruik van gemaakt. De voorgevel van het huis is, op het gelijkvloers en dus ook op de beeltenis na, nog intact. 21.

22. Uithangbord Aux deux nègres, ca. 1900, ijzer, gepolychromeerd, inv.nr. 1979.0223.00

23. Uithangteken Tabakskarot, ca. 1900, metaal, inv.nr. 1984.0003.00

12

24. Uithangteken, voorstellende een moor, van de Hasseltse tabakszaak J. Thys in Hoogstraat nr. 5, 18de eeuw, ebbenhout, inv. nr. 2008.0027.00


In de Koning Albertstraat was de schoenhandel van de familie Bronkaers - Stas ook ondergebracht in een pand met De Moriaenskop en In den Mooriaan als historische benaming. Men liet het originele bord wel door een geschilderd exemplaar vervangen, aangevuld met een erg groot uitgevallen schoenmodel. De tabakskarot sierde decennia lang de façade van de tabakswinkel van de familie Nolens (Hoogstraat 16), maar de historische benaming van het pand was De Hoezaer. Zie afbeelding (glasschildering) boven de deur, op de foto links. En de familie Thys bracht ons het ebbenhouten beeld van de rookende Moor (de lange pijp die hij in de hand hield, is verdwenen), steunende op een tabakskarot (rol tabaksbladeren), met ontbloot bovenlijf en rok van tabaksbladeren. De familie verhuisde meermaals, met tabakswinkels aan de Grote Markt, de Hoogstraat en Diesterstraat. Het beeld zelf verhuisde ook vaak, want ’s avonds en bij slecht weer werd het telkens binnengehaald. Het bord Aux deux Nègres maakt eveneens deel uit van de collectie, maar de herkomst is niet gekend.

25-26. Het huis in de Diesterstraat, waar de drogisterij In den Gaper was gevestigd (buur van Drukkerij Crollen en de confiserie Pricken), had als historische naam De Kleyne Boeredans. Kopie van uithangteken De Gaper, jaren 1980, spaanplaat en pasta (hechtmiddel), inv.nr. 1987.0241.00

Behalve bij beeltenissen gelinkt aan koloniale waren of tabaksartikelen, werd een Moors hoofd ook vaak gebruikt in drogisterijen. Het beeld van De Gaper, was in de Lage Landen wijd en zijd verbreid. De donkere huidskleur verwees naar de landen van waaruit de specerijen en kruiden werden ingevoerd. Eigenaardig genoeg zou de opengesperde mond niet naar het geeuwen verwijzen, maar wel naar de inname van medicijnen.

13


De Gulden Arent Dit uithangbord hoort bij het huis aan de Kiekenmarkt (nu Fruitmarkt) 8, een ruim pand met een achteruitgang in de Kolfsteeg. Einde 17de eeuw hoorde het toe aan Jan Clerx, vervolgens aan Peter Roelants (1715) en Antoon Gielen (1737). Omstreeks 1850 was het eigendom van de suikerbakker Jan Nysten. In de tweede helft van de 19de eeuw was het herberg, later porseleinwinkel van Jan-Hendrik Maris, nadien van Jos en Victor Goemans. Naast het betreffende pand lag het hoekhuis waar onder anderen de familie Smets de textielwinkel Au Printemps uitbaatte. Dochterlief Rita stond jarenlang op de planken en deelde haar passie voor het toneel en televisie met vriend, partner én Hasselaar Bèrt Champagne (onder andere Het Pleintje …). 27. Uithangbord De Gulden Arent, 19de eeuw, vergulde metaallegering, inv.nr. 1979.0210.00

14


De Gulden Arent werd begin jaren 1950 van de gevel gehaald omdat de in 1927 hier neergestreken Grand Bazar d’Anvers voortdurend uitbreidingsplannen had. Dat was vooral in de naoorlogse periode en het scheelde niet veel of het hele huizenblok ging voor de Antwerpse bijl en onder de slopershamer. Het warenhuis sloot zijn deuren enkele jaren na de komst van het andere warenhuis à l’ Innovation. Op dat ogenblik was in de Grand Bazar de afdeling voedingswaren onder gebracht in de voormalige Gulden Arent. De komst van de superwinkel (naar de normen van die tijd) was uiteraard een zegen voor de stad en de omgeving, want men mikte ook op de betere clientèle uit de mijngemeentes. Helaas lag de eraan gekoppelde bouwwoede aan de basis van het verdwijnen van een flinke brok historisch stadspatrimonium. Hasselt likte begin jaren 1950 zijn oorlogswonden, wilde terug opstaan en keek naar de toekomst. Volgende panden verdwenen voor de Grand Bazar uit het stadsbeeld: De Wand (café Oortmeier), De Harington, Het Zevengesternte, De Witte Valck, De Gulden Arent, De Dry Mooren, … en allicht evenveel uithangborden of gevelstenen!

28-29-30-31.

15


32. Uithangbord In ‘t Spiegelke, 19de eeuw, smeedijzer, inv.nr. 1979.0224.00

In ’t Spiegelke Dit pand is gelegen vlak naast de Lakenhalle (Grote Markt) en Het Leerske was in het midden van de 16e eeuw eigendom van Joris van Hilst, waard van de afspanning Den Helm (overkant Grote Markt). In ‘t Spiegelke kende uiteraard talrijke verbouwingen, maar bevat nog heel wat originele balken en stukjes muur. Het er naast gelegen pand Het Leerske was decennia lang een afspanning, met achterliggende stallingen voor de paarden. Het thans nog steeds gekende handtassenverhaal begon in het West-Vlaamse Koekelare bij de familie Logghe, een gezin met acht kinderen en een garen- en bandwinkel aldaar. Twee dochters, Suzanne (°1911) en Maria begonnen in Ieper een handel in lederwaren, een luxeproduct. De zaken gingen goed en Suzanne moest regelmatig naar Brussel voor haar aankopen. Daar leerde ze Georges Tackoen (°1908), uitbater van een slagerij en groothandel in vleeswaren, kennen. Georges kwam ook uit een gezin van acht kinderen (vier jongens, vier meisjes) en woonde voorheen in Ulbeek op een boerderij, waar zijn ouders en grootouders een schrijnwerkerij hadden. Alhoewel de familie Tackoen dus naar het Brusselse was getrokken, kwamen de meeste kinderen door onder andere huwelijken toch weer terug naar onze provincie. Zo ook George en Suzanne, intussen een koppel.

33. 1958, de twee panden samengevoegd met een helgele luifel

16


Edmond, broer van Georges, viel inmiddels voor Maria, zus van Suzanne. Allen streken ze neer in de wereld van de lederwaren, de maroquinerie. Louis, nog een broer, trok naar Brussel en kwam in de textielbranche terecht. Suzanne en Maria stonden in 1950 dus mee aan de wieg van de winkels in marokijnwaren, in Brugge én Hasselt. In Hasselt gebeurde dat eerst in het historische pand ’t Leerske. In 1958 kwam er een doorsteek naar het aanpalende pand ’t Spiegelke, waar de schoen-handel van de familie Gilissen - Hermans was gevestigd. Het schoenenverhaal werd evenwel niet voortgezet, men hield het bij het tassen- en reiskoffers-assortiment. Omdat maroquinerie en articles de luxe veel te lang klonk, werd het kortweg Artlux als winkelnaam. De gevel kreeg meteen een opknapbeurt met een in het oog springende (want in het geel geverfde) luifel. Toen erg trendy … vandaag not done! Georges en Suzanne zelf kregen vier kinderen; Jean-Pierre (°1942), Willy (°1943), Marie-Jeanne (°1944) en Paul (°1946). Jean-Pierre en Willy stonden later achter de toonbank van de winkel aan de Havermarkt, en vanaf 1966 ook in de tweede winkel in de Koning Albertstraat.

In 1980 volgde een verdeling van de panden, Jean-Pierre behield de winkel aan de Havermarkt, Willy in de Koning Albertstraat, ’t Ledergalerijtje. In 1975 opende Paul Tackoen een optiekzaak in het pand van Apotheker Dirix, hoek Koning Albertstraat en de Guffenslaan (anno 2020: schoenhandel Sister). In 1994 volgde aan de Havermarkt een laatste verbouwing waarbij de twee historische panden ’t Leerske en ’t Spiegelke weer werden gescheiden. Paul koesterde nieuwe plannen met zijn brillenhandel en het geklasseerde huis. Hij sprak architect Lens aan en het resultaat van die gesprekken laat zich vandaag de dag nog bewonderen, zoals de foto’s op de volgende pagina laten zien. En dan was/is er nog Jean Tackoen (nog een broer van Georges) en Rachelle De Costere en hun kinderen Johan en Ingrid die we terugvinden in de uitlopers van de vroegere Limburgse Wooncentrale, maar ook in de Limburgse Verzekeringscentrale en de Limburgse Leencentrale van weleer. Dit verhaal begon ook in Het Leerske, kreeg een vervolg aan de kanaalkom en uitbreidingen aan de Thonissenlaan. (Anno 2020 Wallter, which stands for Real Estate is all about Walls and Territory)

34. 17


35-36-37-38. Het Leerske

18


39. Gaston Detaille, uithangbord The King George, ca. 1975, olie op karton, inv.nr. 1984.0063.00

40-41.

The King George Hier gaan we tot tweemaal toe in de fout, want … het gaat om het uithangbord van een horecazaak, niet de historische naam van het pand, want die is De Koning van Polen, voluit zelfs In de Waepen van den Coninck van Polen! Van kroeg tot stadscafé kreeg de zaak later de namen Café de la Nation en nadien Continental toegemeten. Van het Frans naar het Engels, al spraken de Hasselaren over dé Continâ.ntâl, op z’n Hèssels (met een Franse klemtoon). En toen zaten we, met dat Engels, al ’n beetje in de goede richting, want de latere uitbating werd omgedoopt tot The King George, en dat is nu nog zo. Op de foto hierboven is rechts nog een stukje gevel zichtbaar van het ernaast gelegen, eind jaren 1930 afgebroken, café Au Pot d’Or. De toog van deze zaak, vakwerk van een Mechelse meubelmaker, werd bij de afbraak verkocht aan een waard op de Zuivelmarkt, maar siert nu al jaren een Rapertingse woonkamer.

40-41.


En omdat we nu toch goed fout zitten, gaan we verder met een andere George! Een Hasselaar met Engelse roots, net geen King maar wel met de familienaam George. Wij hebben het nu over de wielrenner, de autocoureur, de garagist, the one and only Télesphore George, weliswaar geboren in Menen, maar met danig veel flegmatieke Britse trekjes dat hij in elke typische BBCreeks zou passen … Télesphore was in zijn vlegeljaren én later een gepassioneerd wielrenner, doch liet zich evenmin onbetuigd in de motorsport. Een behoorlijk palmares in deze twee sporten had hij al in zijn kofferruimte opgeborgen toen hij, uiteraard per auto, in 1925 in Hasselt arriveerde. Hij werd uitbater van een autogarage, annex showroom, aan de Chaussée de Saint-Trond, 9 – 11. Hij was de lokale vertegenwoordiger van de Fabrique Nationale de Herstal en verkocht hun hele gamma; fietsen, motorfietsen, auto’s en jachtgeweren. De auto was zijn leven en hij werd racer voor FN Herstal (FN stopte eind jaren 1930 als autofabrikant). Op latere leeftijd ging hij ook nog vliegen en trof men hem haast dagelijks aan obbe vleij’gplaan van Kiewit. Hij was gehuwd met Marie Goor en overleed in Hasselt in 1972. Het echtpaar had drie zonen; Oger en de tweeling Fernand en Joseph (1915). We zouden een lezing apart kunnen houden over het coureursleven van Télesphore, maar beperken ons hier tot zijn voornaamste prestaties. In 1931 won hij de Internationale Beker der Alpen (toerismewagens), een jaar later was hij klassementswinnaar in Liège – Rome – Liège. In datzelfde jaar haalde hij het, met een FN 8-cylinder en drie échte compagnons de route als gezelschap, van een sneltrein tussen Brussel en Gibraltar. Het kwartet deed er 39 uur over, maar dat was nog altijd 8 uur sneller dan de trein. 20

42. Britser kan nauwelijks! Télésphore Georges, pijp en pet inclusief.

Een overwinning in de Internationale Beker der Alpen (1931) en een gouden medaille in de rittenwedstrijd Luik – Rome – Luik waren ook nog zijn deel. Eind jaren 1940 - begin jaren 1950 reed zoon Fernand enkele keren de Ronde van België en vestigde een nieuw kmrecord (vliegende start) in Waterloo. In 1952 reed hij die ronde nog een keer, met zoon Fernand. Ondanks brute pech, van de weg gesukkeld en in de diepte beland, werden ze nog achtste. Aan de 24 uren van Francorchamps nam Télesphore maar liefst zeven keer deel, in 1953 voor het laatst, toen samen met zoon Fernand. Tweemaal stond hij er op het hoogste schavotje. In 1953 nam hij zelfs deel aan de Rally du Maroc, maar werd er … lantaarndrager! In het Expo-jaar schreef


Fernand de plaatsen 1 en 2 op zijn naam in de rally’s van Houyet, Laroche, Charreau de Leffe, Andenne, Bommerée en Namur en won het Belgisch Kampioenschap. Wat de pure snelheidswedstrijden van datzelfde jaar betrof, stond Fernand op het hoogste schavotje in Knokke, in Francorchamps bij de Grote Prijs van Spa en op de Nürburgring voor de 1000 kilometer A.D.A.C.!

43. De garage en het werkhuis vlakbij de Luikerpoort, met links de muur van het Casino-park (Anno 2020: Spoorwegbrug SintTruidersteenweg).

44-45. Télesphore ontvouwde blijkbaar zijn eigen autosalon zomaar op straat … Zijn naaste buur was Valkenborg, die er stoffen en gordijnen verkocht, alvorens naar de Zuivelmarkt te verhuizen.

21


46. Télesphore per moto door de Sahara, zonder gps, zonder telefoon, zonder begeleiding …

En dan waren er onder andere nog in de stad…

47. Apotheek Jans aan de Hoogstraat. De gevel werd verbouwd, het hertengewei is in familiebezit. Deze foto dateert van eind jaren 1930 en bij de inval van de Duitsers werd de lichtreclame van Bayer stilletjes opgeborgen, kwestie van …

22

48. Café Het Basculeke (een lemen huisje, twee kamers, een deur en een trap groot) lag aan de Fruitmarkt. Het werd begin jaren 1950 afgebroken voor de eerste uitbreiding van het huis Frans Leyssens. Was het een bord of een muurschildering?


49. Alom gekend: In de Blauwe Hand, onderaan de Botermarkt, op de scheiding met de Fruitmarkt.

50. Uitzonderingen bevestigen de regel, we kijken veel te weinig naar boven als we in een stad wandelen. Een uithangbord moet niet perse boven de deur of tegen een voorgevel (dus op zichthoogte) worden aangebracht. De Weyser (Kapelstraat), gekend van de Schoenhandel Praets, later de Drogisterij / Parfumerie Verjans, anno 2020: Helsen Ladies.

Bronnen • G. CALUWAERTS, Hasselt intra muros: Hasselt binnen de oude wallen. Historiek van straten, pleinen, gebouwen en huizen zoals opgetekend door Jan Juliaan Melchior, 1989. • J-P. LAMBRICHTS, Maison fondée en ..., deel 1, 2017. • J-P. LAMBRICHTS, Maison fondée en ..., deel 2, 2018. • J-P. LAMBRICHTS, Maison fondée en ..., deel 3, 2019. • J-P. LAMBRICHTS, Wa speele ze? 100 jaar cinema en feestzalen in Hasselt, 2011. • Collectie Het Stadsmus 23


Februari 2020 – keik nr. 71 Tekst: Jean-Paul Lambrichts Foto: Annemie America en Yves Geurden Copyright: Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 Hasselt Tel.: 011/23 98 90 - E-mail: hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005: 2000: 90. Schilderij “Portret van Dr. L. Willems” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “Ster” van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “Gezicht op de Leopoldplaats”, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzer” in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)”, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irissen”, ca. 1896-1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858. 2001: 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van Hasselt”, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot”; 102. Karikatuurtekeningen “10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeën 11e Linieregiment: “Coupe du Roi Albert” & “Coupe Prince Léopold” (2); 104. Affiche “Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l’occasion de la kermesse...”, 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasselt”, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden”, Druk. E. Roose, Hasselt. 2002: 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode”, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Twee eeuwen, twee werelden”; 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roos”; 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen”, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw’; 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921). 2003: 117. Sculptuur ‘Icarus’, Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche “Langemansbier”, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (18431913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘Exlibris familie Weytens’; 122. Schilderij ‘Gordon-Bennet’, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen ‘Geboortehuis’ & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelen’, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In SintLambertus’, 1801. 2004: 126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat’, Clement Van Campenhout (19211997), 1961; 128. Prent ‘Gezicht op de Boulevard met links de gevangenis’, Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17e eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambiek afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt”, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134. Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976’, Eugène Polus, 1951. 2005: 135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin met pauw en zwaan’, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode Roos; uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gerard Moonen (° 1953).

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: 2005: 1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus. 2006: 2. Jos. Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19e eeuw; 4. De kapel van Spalbeek, 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten. 2007: 7. Stad in groei. Hasselt in de 19e eeuw; 8. De oorsprong van onze kapellen; 9. Een Hasselts bedevaartvaantje uit de 17e eeuw; 10. Processievaandel van de Hasseltse Broederschap van het Heilig Sacrament. 2008: 11. Ets ‘Het Offer’, Jan Toorop (1858-1928); 12. Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 13. 2 zilveren kandelaars, resultaten van een onderzoek; 14. Handschrift van de Roode Roos 18de-19de eeuw; 15. Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee. De exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque. 2009: 16. Thomas Morren schildert de familie Van Elsrack.; 17. Een zeldzame skeletklok van Joannes Michael Gaspard Geraets (1791-1859); 18. Geen KEIK verschenen!; 19. Archeologische opgravingen van het bonnefantenklooster in Hasselt; 20. Pierre Cox (1915-1974) en het hellenisme. 2010: 21. 1910: tsaar Ferdinand van Bulgarije vliegt boven Kiewit; 22. De zuidkant van de Grote Markt; 23. De Virga Jesse in Het Stadsmus: iconografie & cultusrelicten; 24. De Heecrabbers, kroniek van een kunstkring; 25. De collectie van Pasquasy, devotie– en doodsprentjes; 26. De kunst van het monumentale bouwen en het achteloos vernielen. 2011: 27. Medailles, De Koloniale Dagen, 1952; 28. Hasselt aan zee. Een eeuw marineschilderkunst; 29. Tot hier en terug. Burentwisten tussen Hasselt en Zonhoven; 30. Hasselt in de middeleeuwen. 2012: 31. Alaaf! De heropleving van de carnavalstraditie in Hasselt met speciale aandacht voor de jaren 1950; 32. Dame met lorgnet, Godfried Guffens (1823-1901); 33. Waterhuishouding in Hasselt; 34. Campendeck; 35. Dialoog met de ruimte. 2013: 36. De bonnefantenkerk en de graflegging; 37. De uurwerkstad Hasselt; 38. Royal Nord in Hasselt; 39. De Hasseltse septemberkermis in 1896; 40. Muziek! Het College van Sint-Cecilia van Hasselt 1670-ca. 1830. 2014: 41. Hasseltse bands 1945-2000; 42. Een tinnen bord uit het Hasseltse Augustijnenklooster; 43. 50 jaar Luminé Image Art; 44. Hedwig Pauwels; 45. Franz Anton Brändl (1720-1782). 2015: 46. Vuurpeloton in Hasselt; 47. Gedenkmonument (1856) voor de oud-strijders van Napoleon; 48. Fotostudio Blanckart… Kijken naar het vogeltje!; 49. Sportieve Hasseltse nostalgie. 1913-1964: Het openluchtzwembad aan de Willekensmolenstraat; 50. De abdissenportretten van Herkenrode. 2016: 51. Limburgs glas, in het licht van de recente aanwinsten; 52. Vergeten Hasselts gebak; 53. Nie zievere. Spe.le! Drie Hasseltse voetbalclubs vertellen hun verhaal; 54. Plezier & verdriet. Oorlogsgedenkenissen tijdens de kermisfeesten van de jaren 1920; 55. Proper gewassen! Wasserij De Lelie. 2017: 56. Tegelpaneel Irissen, afkomstig van het voormalig Hotel Léopold II te Blankenberge; 57. Zilversmid François Morren, meester met de drie sterren; 58. Het nieuwe blazoen van De Roode Roos; 59. Het archeologisch onderzoek aan het nieuwe stadhuis; 60. Het Hasseltse erfgoed door de lens van de Duitse bezetter (1917-1918). 2018: 61. Maria Pijpelinckx (Kuringen? 1538 - Antwerpen 1608), meer dan alleen maar de moeder van Pieter Paul Rubens; 62. The Hasselt Bridge. Waarom de kanaalbrug instortte in 1938; 63. Vijf Hasseltse burgemeesters in brons gegoten; 64. Het geheim achter het schilderij van de Heilige Odilia door Godfried Guffens; 65. Stef Vanstiphout (1931-1995), een eigenzinnig illustrator. 2019: 66. Jan Vaes. De graven van Loon en de Europese literatuur; 67. Zana Etambala. Limburg in koloniaal en/of Congolees perspectief; 68. Het Hasseltse Begijnhof verbindt. Over co-creatie, participatie en erfgoed; 69. 1944. Directe nasleep van de bevrijding van Hasselt; 70. De Komeetlijn.

Alle publicaties zijn te koop aan de museumbalie zolang de voorraad strekt. Online zijn de publicaties gratis raadpleegbaar op de website www.issuu.com/hetstadsmus.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.