KEIK 4. De kapel van Spalbeek

Page 1

V

Het,

Stadsmus

ca

c c

«n

ca c c

NJ

DE KAPEL VAN SPALBEEK Figuur 1: muurschildering ‘Linkerhelft met Genadestoel en drie heiligen’; temperaverf; hoogte 200 cm - breedte 650 cm. Figuur 2: muurschildering ‘Rechterhelft met Piëta en drie heiligen’; temperaverf; hoogte 200 cm - breedte 650 cm.

Deze tekst geldt als introductie. De volledige tekst “Elisabeth van Spalbeek en de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskapel” is te koop aan de museumbalie of bij de Erfgoedcel Hasselt aan 3,50 EUR.


In de tweede helft van de dertiende eeuw liet Willem van Rijckel (12007-1272), abt van de benedictijnenabdij van SintTruiden, in Spalbeek een kamer met aanpalende kapel bouwen voor een meisje van wie hij de leidsman en een bloedverwant was: de mystica Elisabeth van Spalbeek (1247-1304/16?). Als de lokale legende klopt, is die kapel het meest oostelijke deel, het koor, van de huidige kapel van Spalbeek. Op de wanden van dat koor werd in de tweede helft van de veertiende eeuw een reeks muurschilderingen aangebracht (Buyle & Bergmans 1994,134-135; Bergmans 1997, 131-132). Die muurschilderingen vormen een hoogst merkwaardige, geraffineerde en historisch uiterst waardevolle cyclus. “Deze afbeeldingen zijn hoogst uitzonderlijk. In de eerste plaats zijn ze uitzonderlijk gewoon omdat ze bestaan. Van alle dertiende-eeuwse begijnenheiligen in de Lage Landen, is Elisabeth bij ons weten de enige van wie de verering is omgezet in zo een veelomvattend bouwkundig en beeldend programma.” (Simons & Ziegler 1990,122; vertaling DJ) Het geheel bestaat uit een noordelijk en een zuidelijk deel, gescheiden door een centraal rondboogvenster. Elk van die twee delen bestaat weer uit twee delen: links een bijbeltafereel, rechts een tafereel uit de kerkgeschiedenis. Alles samen dus vier taferelen met telkens drie afgebeelde figuren.

Zie figuur 1 op voorzijde - noordkant De eerste triade aan de noordkant is het hemeltafereel, een zgn. Genadestoel, symbool van de Drievuldigheid en dus voorstellende God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Hoewel die laatste bij de restauratie van de jaren vijftig is weggevallen, was hij voordien aanwezig in de vorm van een duif tussen God de Vader en Christus aan het Kruis in. Het in leesrichting eerstvolgende tafereel introduceert de eerste triade op aarde, met name drie heiligen uit de seculiere kerk: Sint-Comelius, herkenbaar aan de hoorn in zijn hand (Daniels 1878); Sint-Hubertus (+727), de eerste bisschop van Luik, herkenbaar aan de jachthoorn; en Sint-Quirinus van Neuss. Sint-Cornelius was een paus, SintHubertus een bisschop en Sint-Quirinus een ridder in maliënkolder - eigenlijk was hij tribuun in het Romeinse leger ten tijde van keizer Nero. Aldus zijn de steunpilaren van de wereldlijk-kerkelijke, de seculiere machtsstructuur vertegenwoordigd. Bemerk dat de figuren van dit tafereel allemaal mannen zijn die als heiligen naast God de VADER staan afgebeeld: de noordkant is daarmee de mannelijke kant. Terwijl de hemelfiguren verticaal geordend waren, staan alle aardse figuren horizontaal opgesteld: de paus heeft de meest nabije kijk op de hemel en staat dus dichter bij God de Vader/de Drievuldigheid dan de bisschop, die op zijn beurt God meer nabij is dan de edelman. Hun blikrichting geeft duidelijk aan naar wie ze een voor een in stijgende lijn opkijken. Bemerk ook dat de tiara van de paus hoger reikt dan de mijter van de bisschop, en de mijter hoger dan het hoofd van de ridder: duidelijke hiërarchie. Hieronder staat een samenvatting van de taferelen van de noordkant, met de elementen die zijn weggevallen bij de restauratie van de jaren vijftig in cursief. H u a n te Hsto I

Aaide

B itw l ©WHifestsri (r^mbast ran ds DrémldighBktl God da Vsttar

KukasecMwIw» H allen u i da cucuiata batte

Cumaikifi Hubattis

WflJÖBÓWK* Christin «inhrtkius

Guiinus «ai Nguus

j» J i

biscchap

haam da» aiaf

jsdiitarm manantstl ia r weptriuttrusting Çîiwaad, ach ld, lans) puiilga SEhoanan m e S ftO MO

fedoimaMddor

Zie figuur 2 op voorzijde - zuidkant Aan de zuidkant is het eerste tafereel links - net als aan de noordkant - een bijbeltafereel, zij het dit keer op aarde. Ook dit passietafereel, een piëta of bewening van Christus, bestaat uit drie figuren: de mater dolorosa Maria, Christus en Zijn geliefde leerling Johannes. Maria staat overduidelijk op de hiërarchisch meest prominente plaats van dit derde tafereel: het meest links voor de toeschouwer, daarmee gelijk ook aangevend dat de zuidkant van de muurschilderingen in wezen de vrouwenkant is.


In het laatste tafereel, ten slotte, staan uiterst rechts alleszins twee monastieke heiligen, een man en een vrouw. De vrouwelijke heilige (die zich voor de toeschouwer uiterst rechts bevindt) is Gertrudis van Nijvel (626-659), de dochter van Pepijn van Landen (de Oudere; 580-640). De mannelijke heilige links van Sint-Gertrudis is steeds geïdentificeerd als Bernardus van Clairvaux (1090 Dijon —20/8/1153), de edelman die de orde van de cisterciënzers groot maakte. Hij was een doortastend hervormer en kerkpoliticus. Door zijn invloed kenden de orden van de cisterciënzers en de kartuizers een explosieve groei en kwamen er hervormingen bij de benedictijnen en hun befaamde abdij van Cluny. Hij ijverde ook voor de tweede kruistocht (1147-1149). Daarnaast was hij evenwel ook verdediger van een zeer persoonlijke, mystieke geloofsbeleving. De veeleer affectief belevende en bezinnende mystieke traditie die hij voorstond, legde grote nadruk op de Mariadevotie, de passiecultus en de liefdesmystiek, waarbij de gelovige zoekt naar persoonlijke unio mystica, d.w.z. vereniging met de geliefde Christus aan het kruis en aldus deelname aan de eenheid van de Drievuldigheid. De bedoeling is daarbij om een rechtstreekse, individuele weg van contact te vinden met God. Dat lukt nooit volledig - hooguit in vlagen van visioenen en trance - en het voorbeeld van Elisabeth van Spalbeek toont hoe hoogten en laagten, hemels licht en lijden elkaar afwisselden. De derde afgebeelde heilige in het laatste tafereel, Genoveva van Parijs (Nanterre ca. 422 - Parijs ca. 500), heeft een attribuut dat die afwisseling symboliseert. Ze is namelijk herkenbaar aan de lichtende kaars en de duivel die voortdurend probeert die kaars uit te blazen: licht en duisternis, trance en de verzoekingen van de duivel. Zuiden Ajmte

Aansta

Bjbd

Ktarfcjguchlaitari&

Pastsüal alterasi: plUa t f tornar» nq win ö irfsia a .

2 h n ig sn ut de reguim te Ht jmonastnlm h e it]w ij ni één u i du dwote tetertradha:

Maia

B ffîm m wan Faijü

Chrèrtsis

Ü m m iiM

S afiru lrs tan

« n Ctirnim N fw l

biaranw w

at*

feüP! ff? Éiinf

«feïserf

AM ri Boek

abdisstof

mtüftmM

De band die door de piëta en de kaars van Genoveva wordt gelegd met de aard van de passiedevotie van Elisabeth is een eerste aanwijzing dat de cyclus naast een expliciete opstelling van welbekende heiligen ook een tweede verhaallaag bevat, met suggestieve verwijzingen naar Elisabeth van Spalbeek en de dertiende-vijftiende eeuw. Welke attributen van de cyclus naar de 13de-15de eeuw verwijzen, zal in de lezing toegelicht worden. Ze wettigen de conclusie dat de keuze van de heiligen ondermeer is gebeurd om in indirecte beeldende termen ook het leven van Elisabeth te verhalen (Jaspers 2006; vgl. Geenen 1960, Geenen 1961-1962), ongeveer zoals dat staat beschreven aan het begin van het ooggetuigenverslag dat abt Filips van Clairvaux bij zijn bezoek aan Spalbeek destijds opstelde: de vita Elisabeth (De Clairvaux 1888 [1267-1269/1270]). Het geraffineerde design van de Spalbeekse muurschilderingen en de smaakvolle schoonheid van de middeleeuwse kapel - het oudste godshuis van Hasselt - zijn een waar genot voor de kunstliefhebber. Kunst en erfgoed om in de kijker te plaatsen.

Bibliografie Bergmans, A. (1997), De Middeleeuwse beschildering van kerkinterieurs in België, proefschrift K.U.Leuven, deel 2, inventaris, pp. 131-132. Buyle, M. & A. Bergmans (1994), Middeleeuwse muurschilderingen in Vlaanderen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Bestuur Monumenten en Landschappen. Daniels (1878), “Historische oogslag op Spalbeek”, in De Onafhankelijke. De Clairvaux, Philippe (1888 [1267-1269/1270]), Vita Elisabeth sanctimonialis in Erkenrode, Ordinis Cisterciensis, Leodiensis diocesis, in: Catalogus Codicum Hagiographicum Bibliothecae Regiae Bruxellensis, deel I, vol. I, 362378. Geenen, G (1960), Geschiedkundige mededelingen betreffende de “heilige” Elisabeth van Spalbeek (rond 12501315), Rome, Angelicum. Geenen, G. (1961-62), “De muurschilderingen van de kapel van Spalbeek (1350-1390)”, in: Ons heem, jg. 16, pp. 8184. Jaspers, D. (2006), Elisabeth van Spalbeek en de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskapel, Erfgoedcel, Hasselt. Simons, W. & J. Ziegler (1990), “Phénoménal Religion in the Thirteenth Century and its Image: Elisabeth of Spalbeek and the Passion Cuit”, in: Sheils, W.J. & D. Wood (1990), Women in the Church, pp.117-126.


tekst:

Dany JASPERS (VLEKHO - Brussel)

foto’s:

© Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium - Brussel

copyright:

Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 HASSELT tel. 011-23 98 90 fax 011-26 23 98 e-mail: hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005: (nog steeds te verkrijgen aan de museumbaliel) 2000:

90. Schilderij ‘Portret van Dr. L. W lllem f (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Ferman Type til, 1985; 92. Zespuntige ‘Ster" van: de Roode Roos, 1627; 93. Litho ‘ Gezicht op de Leopotdptaats', ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. ‘Anatemmatiache zonnewijzer’ in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder GuillaumeF de Corawarem (1799-1884); 96. Pastel ‘Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)’ , 1919, GJ. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel ‘ Irissen’ , ca. 1896-1905.98. Banier, "Société Royale de Musique et de Rhétorique’ , 1858.

2001:

99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij "Stadspanorama van Hasselt", 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken 'Tabakskarot'; 102.

Karikatuurtekeningen ‘ 10 Hassehse figuren’, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. SporttrofeeSn 11* Uniereglmenfc ‘Coupe du Roi Albert" & ‘Coupe Prince Léopold’ (2); 104. Affiche ‘ Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu ê l'occasion de la kermesse...", 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1. 1790), Hasselt; 106. Schilderij ‘ Overhandiging van het vrijheldscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasselt, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche[ ‘KEMPO - bronnen en limonaden', Druk. E. Roose, Hasselt. 2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode?, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ 7wee> eeuwen, twee werelderf ; 110. Restauratieverslag *Rederijkerskraag De Roode Rood’; 111. Keramische vaas HRos Beiaard en de Vier Heemskindererf, Simonne Reynders(1924);| 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel 'Tuin met vrouw’) 114. Jaarkalender Ceysens-Roose,' 1912; 115. Affiche 'Landbouwdagen 1900'; 116. Schilderij Vlaggen’, Jac. Leduc (*1921);

2003: 117. Sculptuur ‘teams’, Robert Vandereycken (*1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche; “Langemansbiet, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121.!’ kopergravure ‘Exlibris familie Weytend) 122. Schilderij ‘Gordon-Bennef, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-7), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen! ‘Geboortehuis' & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelen', Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertus’, 1801; 2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent 'Gezicht op de Boulevard met links de gevangenis', Charles Jooseph Hoolans (1814-7); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17* eeuw; 130. Affiche van het eerste NederlandsEucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambieki afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning "150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134.' Schilderij 'Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976, Eugène Polus, 1951.

2005:

135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin met peuw en zwaan', Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode Roos;! uitgave in beperkte oplage Ig.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gérard Moonen (° 1953).

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker 2005-2006: (eveneens te verkrijgen aan de museumbalie) 2005:

1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus.

2006:

2. Jos Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19e eeuw.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.