KEIK 7. Stad in groei. Hasselt in de 19e eeuw

Page 1

STAD IN GROEI. HASSELT IN DE 19E EEUW

Windwijzer, wimpelvormig schild ‘Place Léopold’ aan stok; afkomstig van de kiosk op het Leopoldplein; Inv.nr. 1979.0466.00; overdracht Provincie Limburg.

7

Voor een vollediger beeld van 19e-eeuws Hasselt, verwijzen we graag naar de aankomende publicatie ‘Stad in groei. Hasselt van Loon naar Limburg 1800-1900’, met o.a. teksten van Michel Ilsen, Bart De Keyser, Bruno Indekeu en Dries Lyna (gepland najaar 2007).


2

Deze windwijzer, afkomstig van de kiosk op het Leopoldplein, getuigt van de twee belangrijkste gebeurtenissen in het 19e-eeuwse Hasselt: enerzijds het verdwijnen van de eeuwenoude stadswallen en anderzijds de groei van Hasselt tot provinciehoofdstad. Elk op hun manier brachten ze de zware sloophamers aan voor de geleidelijke afbraak van de oude stad, maar reikten ze ook de nodige bouwstenen aan voor de constructie van het nieuwe Hasselt, zoals we dat vandaag nog steeds kennen. Het Leopoldplein werd in 1847 aangelegd op een open ruimte die was vrijgekomen na de afbraak van de aarden stadswallen, waarvan de geschiedenis al terugging tot in de 13e eeuw. Toen de garnizoenscommandant op 1 januari 1846 afzag van de verdere huur van de stadswallen, greep het stadsbestuur van Hasselt zijn kans: al jarenlang speelde zij immers met het idee om de wallen af te breken en de grachten te dempen, om zo plaats te maken voor een moderne boulevard. Deze nieuwe ringlaan zou niet alleen zorgen voor de broodnodige ruimtelijke uitbreiding van de stad, maar anderzijds ook een welgekomen verfraaiing van het stadsbeeld betekenen. Nog datzelfde voorjaar werd begonnen met de nivelleringswerken aan de Luikerpoort in het zuiden van de stad. Een jaar later waren de werken naar de Kuringerpoort toe zo ver opgeschoten dat werd begonnen met de uitvoering van de plannen voor de Ringlaan, geconcipieerd door de Brusselse architect Spaak. De nieuwe promenade zou omzoomd worden met enkele rijen bomen, grasperken en gezellige pleintjes: de Groene Boulevard was geboren. De oude stadspoorten werden vervangen door ijzeren hekken, met daarnaast tolhuisjes voor de ontvangst van de stedelijke octrooirechten.

2

Het plein dat vrijkwam naast de Luikerpoort, kreeg niet toevallig de naam Leopoldplaats. Deze naam verwees duidelijk naar de kersverse koning Leopold I van BelgiÍ. Binnen het nieuwe politieke bestel, ontstaan na de woelige septemberdagen van 1830, had Hasselt een speciale positie ingenomen als hoofdplaats van de nieuwe provincie Belgisch Limburg. Tot 1839 zou het bij een voorlopige beslissing blijven, aangezien bij de jonge Belgische regering de hoop leefde op een grote provincie Limburg, die de gebieden ten oosten en westen van de Maas zou verenigen onder Belgische vlag. Van zodra Maastricht weer in Belgische handen zou vallen zouden alle administratieve diensten terug naar daar worden overgeplaatst. De Europese leiders beslisten daar echter anders over en in 1839 werd het Limburg rechts van de Maas voorgoed bij Nederland gevoegd. Wat slecht nieuws was voor de Belgische staat, klonk als muziek in Hasseltse oren: de tijdelijke promotie tot provinciehoofdplaats werd een definitieve maatregel, wat voor de stad een periode inluidde van toenemend belang, zowel op cultureel, economisch als administratief vlak. Toen Hasselt in 1831 een administratieve promotie werd toebedeeld, had de stad echter allesbehalve de allure van een provinciehoofdstad. De meeste straten hadden geen wegverharding, grote modderpoelen en mesthopen voor de deur waren geen uitzondering. Uitgezonderd enkele stenen huizen in de Kuringerwijk en rond de Grote Markt, waren de meeste woningen binnen de stadswallen in slechte tot zeer slechte staat. Als de laatste zonnestralen achter de horizon verdwenen waren, dwaalde het duister elke avond opnieuw door de verlaten straten van de stad. De werken op de Ringlaan vanaf 1846 moeten dan ook gezien worden als het hoogtepunt van een grote Hasseltse face-lift. Het startschot voor de hele opknap-operatie werd gegeven in 1833, toen er met het aantreden van de liberale burgemeester Bamps (1833-1836 en 1842-1864) een broodnodige –letterlijk en figuurlijk - frisse wind waaide door de Hasseltse binnenstad. Het verbreden en plaveien van straten, samen met het uitbreiden van straatverlichting waren de eerste voorzichtige stappen in het vernieuwingsproces. Daarnaast werden onder de bezielende leiding van burgemeester Bamps talrijke nieuwe openbare gebouwen opgetrokken, zoals de dekenij op de Zuivelmarkt, de stedelijke vleeshal aan het Kattegat, het justitiepaleis aan de Havermarkt, een moderne gevangenis aan de nieuwe Ringlaan en het provinciegebouw in de Lombaardstraat. Doorheen de 19e eeuw kreeg Hasselt dan ook meer en meer het uitzicht van een echte provinciehoofdplaats. Naast de ruimtelijke aanpassingen in het Hasseltse straatbeeld, wilde het stadsbestuur ook prioriteit geven aan de ontsluiting van de Demerstad. Rond 1830 was Hasselt immers een vrij geïsoleerd provinciestadje en kampte ze met een zware infrastructurele achterstand. Het stadsbestuur ijverde dan ook voor het afwerken van de rijkswegen naar Diest, Sint-Truiden, Maastricht en de Kempen. Vanaf het eind van de jaren 1830 kwam de wegenaanleg goed op gang, met de steenweg naar Sint-Truiden en wegen naar Beringen en Maaseik (1836). De eerste Hasseltse spoorverbinding, over Sint-Truiden naar Landen, was pas in 1847 klaar. De uitbouw van het waterwegennet vond plaats in de tweede helft van de 19e eeuw: in 1854 werd het kanaal Lommel-Beverlo-Hasselt, met aansluiting op het Kempisch Kanaal, opengesteld.


3 De administratieve promotie van Hasselt had de stad duidelijk geen windeieren gelegd. De afbraak van de overblijvende stadswallen, maar vooral de administratieve promotie van Hasselt hebben duidelijk hun steentje bijgedragen tot de aanzienlijke bevolkingsgroei die Hasselt doormaakte in de 19e eeuw. Het is dan ook niet vreemd dat het stadsbestuur de wallen wilde slopen om de toenemende bevolking de nodige woon- en leefruimte te bieden. Het stadsgebied kon verder uitwaaieren, de Ringlaan werd volgebouwd, de belangrijke invalswegen volgden later. ‘Groot-Hasselt’ was geboren: de omliggende dorpen waren vanaf nu wijken van de stad Hasselt. Ook de relatie met verder afgelegen Limburgse dorpen werd beïnvloed door Hasselts groei tot provinciehoofdplaats. De regionale centrumfunctie van Hasselt nam doorheen de hele 19e eeuw toe en het laatste decennium zag de opkomst van de Hasseltse industrie, met de oprichting van de porselein-, later de keramiekfabriek in 1890 en 1895. Het meest concrete resultaat van de groei naar provinciehoofdstad was zonder twijfel het definitief doorbreken van een nieuwe laag binnen de Hasseltse samenleving, met name het ambtenarenkorps. Na 16 oktober 1830 vestigden zich in de schaduw van de verhuis van het provinciebestuur van Maastricht naar Hasselt immers een hoop bedienden en ambtenaren in de binnenstad. Tekenend voor het nieuwe gehalte van deze groep was het feit dat deze ambtenaren bijna nooit geboren Hasselaren waren. Dat deze nieuwe sociale middenklasse niet onbemiddeld was, blijkt uit het feit dat de overgrote meerderheid onder hen bij hun aankomst ging wonen in de beste buurt van de stad, de Kuringerwijk. Deze keuze zal overigens niet alleen bepaald zijn door de goede reputatie van deze buurt, ook het vestigen van enkele administratieve diensten in deze wijk kan bepalend geweest zijn. De periode tussen 1800 en 1900 stond voor de stad Hasselt dus blijkbaar in het teken van verandering, evolutie en vooruitgang. Afbraak van de stadswallen, verbouwingswerken in de binnenstad, administratieve promotie, toevloed van ambtenaren en nieuwe inwoners in het algemeen: Hasselt leek definitief verlost van haar pre-industriële karakter. Maar als we een stap achteruit zetten, voorbij de ogenschijnlijk enorme veranderingen kijken, was het 19e-eeuwse Hasselt nog altijd dezelfde stad als ze in het Ancien Régime was, en die ze nog tot ver in de 20e eeuw zou blijven: een klein provinciestadje met een sterke centrumfunctie voor het directe ommeland, waarbij de commerciële functies de ruimtelijke structuur vormgeven. *** Dries LYNA studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen, waar hij een licentiaatsverhandeling voltooide over 19e-eeuws Hasselt. Sinds oktober 2006 is hij als Aspirant van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen verbonden aan het Centrum voor Stadsgeschiedenis (Universiteit Antwerpen). Momenteel bereidt hij daar een doctoraat voor over 18e-eeuwse kunstveilingen in de Zuidelijke Nederlanden. Correspondentieadres: Universiteit Antwerpen, Departement Geschiedenis, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen. Tel. +32 (0)3 220 45 35; E-mail: dries.lyna@ua.ac.be ***

Deze voordracht vond t.g.v. Shots! uitzonderlijk plaats in het Koninklijk Atheneum op zondag 4 februari 2007.

3


4

4


5

5


februari 2007 - nr. 7 tekst:

Dries Lyna, Universiteit Antwerpen

foto’s:

fototheek Het Stadsmus

copyright: Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 HASSELT tel. 011-23 98 90 fax 011-26 23 98 e-mail: hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005:

(nog steeds te verkrijgen aan de museumbalie!)

2000: 90. Schilderij “Portret van Dr. L. Willems” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “Ster” van de Roode Roos, 1627;

93. Litho “Gezicht op de Leopoldplaats”, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzer” in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)”, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irissen”, ca. 1896-1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858.

2001: 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van Hasselt”, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot”; 102. Karikatuurtekeningen “10

Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeën 11e Linieregiment: “Coupe du Roi Albert” & “Coupe Prince Léopold” (2); 104. Affiche “Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l’occasion de la kermesse...”, 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasselt”, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden”, Druk. E. Roose, Hasselt.

2002: 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode”, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Twee

eeuwen, twee werelden”; 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roos”; 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen”, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw’; 114. Jaarkalender Ceysens-Roose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur ‘Icarus’, Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche “Langemansbier”, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘Exlibris familie Weytens’; 122. Schilderij ‘Gordon-Bennet’, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen ‘Geboortehuis’ & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelen’, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertus’, 1801;

2004: 126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat’, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent ‘Gezicht op de Boulevard met

links de gevangenis’, Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17e eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambiek afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt”, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134. Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976’, Eugène Polus, 1951.

2005: 135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin met pauw en zwaan’, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode Roos; uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gerard Moonen (° 1953). ***

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker 2005-2006: (eveneens te verkrijgen aan de museumbalie)

2005: 1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus.

2006: 2. Jos Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19e eeuw; 4. De kapel van Spalbeek, 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten.

***


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.