KEIK 15. De exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque

Page 1

Het

Stadsmus

SPAANSE TOREADORS, ROMEINSE RUÏNES EN KAMELEN AAN DE OEVERS VAN DE ZWARTE ZEE. DE EXOTISCHE REIZEN VAN EEN HASSELTSE BURGER TIJDENS DE BELLE ÉPOQUE foto’s uit het archief van de familie Stellingwerff

collectie Stadsarchief Hasselt


2


Het Stadsarchief van Hasselt bewaart, naast het ‘officiële’ archief van de Hasseltse stadsdiensten (akten van de Burgerlijke Stand, bevolkingsregisters, dossiers betreffende de aanleg van wegen, voetpaden, voorbereiding van feesten, ...) ook een niet onaanzienlijk aantal archieven van privaatrechtelijke aard. Archieven van verenigingen, van bedrijven, personen en families die op de een of andere manier het leven in de stad kleur hebben gegeven. In een van deze privé-archieven, in het archief van de familie Stellingwerff, zijn een drietal beduimelde en enigszins beschadigde albums terug te vinden. Albums, zo blijkt, met honderden vakantiefoto’s, samengebracht door Émile Stellingwerff tijdens een aantal reizen die hij maakte rond het jaar 1900. Foto’s van Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee (foto hieronder). Meteen dringen een aantal vragen zich op.

Wie waren deze Stellingwerffen? Hoe hebben zij hun stempel op Hasselt gedrukt? Wat omvat dat familiearchief? En bovenal: wat is er op die honderden foto’s te zien en wat vertelt ons dat over Émile Stellingwerff en diens interesses? Bladeren door een fotoalbum, niet louter om plaatjes te kijken, maar om de beelden te lezen en te interpreteren en zo kennis te maken met de man achter de lens.

De familie Stellingwerff Naar de geschiedenis van de familie Stellingwerff werd al meermaals onderzoek gevoerd. In het kader van de voorbereiding van de tentoonstelling Oog in Oog. Hasseltse familieportretten en objecten uit de IT 16en 1&e eeuw, een expositie die in 2003 in het toenmalige Stedelijke Museum Stellingwerff-W aerdenhof plaatsvond, werd andermaal geprobeerd om het relaas van die familiegeschiedenis te boek te stellen. Verwijzend naar de detailinformatie die opgenomen is in de tentoonstellingscatalogus, kan hier een kort overzichtje volstaan. Een overzichtje dat begint op het einde van de 16de eeuw, toen er voor het eerst melding wordt gemaakt van een zekere Joannes Stellingwerff, een man die (wat mag blijken uit het wapenschild dat hij voerde) afkomstig was uit Friesland, maar die onder invloed van de godsdiensttroebelen tussen katholieken en protestanten uiteindelijk zijn toevlucht zocht in het prinsbisdom Luik. Een man die doctor in de rechten was en er daardoor wellicht in slaagde om zeer snel een aantal hoge ambten te bekleden, zoals dat van drossaard van het Land van Vogelsanck en schepen van het Hof van Vliermaal. Een man die in


si

1590 huwde met Joanna Pipenpoy, enige dochter van een in Hasselt verzeild geraakte jonker uit een oud Brussels patriciërsgeslacht. Joannes en Joanna stonden aan de wieg van een familie die eeuwenlang in Hasselt aanwezig zou blijven. De familie slaagde er wonderwel in om banden aan te gaan met de meest vooraanstaande Hasseltse families en hun bezit stelselmatig uit te breiden. Doorheen het Ancien Régime telde iedere generatie wel een of meerdere figuren die een toonaangevende rol speelden; een bont gezelschap van notarissen, juristen, rechters en burgemeesters. Eén telg, Hendrik Stellingwerff, schopte het in de 18de eeuw zelfs tot kolonel in Spaanse militaire dienst en beëindigde zijn loopbaan als directeur van het armenhuis in Madrid. Ook in het 19de-eeuwse Hasselt bleef de familie nadrukkelijk op de voorgrond aanwezig. Een persoon sprong daarbij in het oog, was zonder meer incontournable. Guillaume Stellingwerff. Hij kon niet enkel beschikken over een comfortabele financiële basis en een sterk sociaal netwerk, hij slaagde er tevens in om in de Demerstad zowel bij de uitvoerende als de rechterlijke macht de eerste viool te spelen. Hij huwde in 1865 met Marie-Angéline Creten, de weduwe van de schatrijke Hasseltse jeneverstoker Petrus Jacobs, die enkele jaren voordien in de Maastrichterstraat een majestueuze woning in Venetiaanse palazzostijl had laten optrekken, het latere huis Stellingwerff-Waerdenhof. Guillaume Stellingwerff was grootgrondbezitter, advocaat, liberaal burgemeester in een periode dat de Schoolstrijd woedde, voorzitter van de Hasseltse Rechtbank van Eerste Aanleg, bestuurder van de Banque du Lim bourg,... Guillaume had drie zonen; Constant, een landbouwingenieur, en Émile en Victor, beiden advocaat. Constant en Émile bleven ongehuwd, Victor huwde in 1904 met Marie Nagant. Een jaar later, in 1905, werd hun enige dochter, Juliette Stellingwerff, geboren. Zij stierf in 1986 en met haar verdween de naam Stellingwerff uit de Hasseltse bevolkingsregisters. Datzelfde jaar kwam het archief van de familie Stellingwerff terecht in het Stadsarchief van Hasselt, de inboedel grotendeels in Het Stadsmus.

Het familiearchief Dat archief beslaat ettelijke strekkende meters en overspant zowat vier eeuwen. Hoewel het archief nog niet volledig in detail geïnventariseerd is, blijkt duidelijk dat Guillaume Stellingwerff meer dan wie ook gewogen heeft op de vorming van het archief. Het heeft er alle schijn van dat Guillaume Stellingwerff bijzonder geïnteresseerd was in de eigen familiegeschiedenis. Hield hij zich misschien niet persoonlijk met stamboomonderzoek bezig, dan zijn er in het archief voldoende sporen terug te vinden dat hij kennissen in binnen- en buitenland inschakelde om van zijn voorouders kopieën van uittreksels uit parochieregisters of uit de akten van de Burgerlijke Stand samen te brengen. Het archief wordt hierdoor - en omwille van het feit dat de familie Stellingwerff door de eeuwen heen verwant was geraakt met zowat elke vooraanstaande familie in Hasselt (Van Elsrack, Van H ilst,...) - een ongemeen rijke bron voor wie zich aan de genealogie waagt. Die genealogische interesse blijkt ook bestaan te hebben bij diens zoon Émile Stellingwerff, want ook hij ondernam pogingen om de vele voorouders en hun onderlinge relaties in kaart te brengen. Dit amalgaam van genealogische notities, documentatie allerhande én stukken en dossiers betreffende de eigen activiteiten van Guillaume en Émile Stellingwerff, kwam uiteindelijk terecht bij Emiles nicht Juliette. Zij was minder geboeid door het stamboomonderzoek, maar betuigde zich wel een volleerde collectionneuse van nieuwjaarsbrieven, geboorteprentjes, agenda’s en andere prullaria.


Limburger, wereldburger. De reizen van Émile Stellingwerff In het archief van de familie Stellingwerff zijn geen documenten terug te vinden die meteen iets te maken hebben met de vier grote reizen die Émile Stellingwerff rond het jaar 1900 maakte. Geen voorbereidende notities, geen ansichtkaarten gericht aan het thuisfront of een dagboek waarin de belevenissen in het verre buitenland beschreven staan. Niets. Enkel drie fotoalbums, waarbij het zelfs niet helemaal duidelijk is welke reis eerst ondernomen werd, en welke daarna. De persoon die door de albums grasduint, is aangewezen op wat hij ziet. Hij moet pogen de gebouwen en landschappen te identificeren, in sommige gevallen aan de hand van potloodkrabbels aan de achterzijde van de foto. Eens dat gedaan - en ervan uitgaande dat Émile Stellingwerff de foto’s wellicht in een volgorde in de albums heeft geplakt die de chronologie van de reizen respecteert kan hij proberen het reistraject te reconstrueren. Een hele oefening en steeds voor een groot stuk hypothetisch, omdat ook tientallen foto’s in een envelop tussen de bladzijden van een van de albums staken, maar niettemin de moeite waard. In de drie fotoalbums heeft Émile Stellingwerff iets meer dan vierhonderd foto’s samengebracht. De foto’s zijn kwalitatief niet altijd even goed. Stellingwerff maakte er blijkbaar een gewoonte van om op de verschillende plaatsen die hij tijdens zijn reizen aandeed telkens een boekhandel in te duiken en daar een reeks foto’s te kopen, gemaakt door een professionele fotograaf (bv. Salviati in Venetië of Berggren in Constantinopel). Deze foto’s hebben vaak een onderschrift, wat de identificatie enigszins vergemakkelijkt. Stellingwerff maakte uiteraard ook zelf foto’s, die ons ook een blik gunnen op het leven buiten de toeristische centra, waarbij hij nu eens een groep Siciliaanse landarbeiders, dan weer enkele Russische kozakken in beeld bracht. De foto’s zijn honderd jaar later echter erg verbleekt... (foto hieronder)


De reis naar het zuidoosten (1) Op 1 augustus 1899 reikte het consulaat van het Ottomaanse Rijk in Brussel aan Émile Stellingwerf een reisvisum uit, dat Stellingwerf vrije doorgang garandeerde in het Ottomaanse Rijk en Rusland. Waarschijnlijk pakte Stellingwerf kort daarop zijn koffers en trok naar Italië. De fotoreportage startte in Venetië. Émile Stellingwerf flaneerde op het San Marcoplein, bewonderde de bekende Rialtobrug en de wereldbefaamde Brug der Zuchten, hij aanschouwde de lagune en misschien waagde hij zich wel aan een boottochtje in een gondel (foto op kaft). Na Venetië stond Ravenna, eeuwenlang de hoofdstad van het West-Romeinse Rijk, op het programma. Stellingwerf bezocht er de San Vitale met de magnifieke mozaïek met het portret van keizer Justinianus. Vanuit Venetië ging het verder oostwaarts en enkele dagen later meerde S tellin gw e rf in Constantinopel aan, het vroegere Byzantium en het huidige Istanboel. Ook hier zorgde hij ervoor dat hij zijn familie in Hasselt van alle bezienswaardigheden een foto kon tonen; de Hippodroom, een zicht op de oude wallen van de stad, de Galatatoren, een interieur van de Aya Sofia, ... (foto hieronder) Daarnaast zorgde Stellingwerf er ook voor dat er iets meer anekdotische foto’s in zijn album terecht kwamen. Een foto van de Ottomaanse brandweer in actie, een Turks kerkhof, een man in de straat met een troep honden, ...

Na Constantinopel is er geen zekerheid meer over het gevolgde reistraject, enkel vermoedens. Het is niet uitgesloten dat Stellingwerf samen met zijn reisgezelschap (want hij reisde niet alleen) naar de Russische Krim voer en in de stad Sébastopol v an boord ging, een stad die van strategisch belang was geweest in de Krimoorlog. Een oorlog waarbij Groot-Brittannië en Frankrijk in 1854 Rusland een nederlaag toebrachten. Het militaire karakter van Sébastopol was zowat een halve eeuw later nog steeds duidelijk zichtbaar in het stadsbeeld. Stellingwerf fotografeerde enkele kanonnen. En kwam de duikboot die Stellingwerf opmerkte van de plaatselijke marinebasis? Mogelijk ging de reis van daaruit verder naar Sinope, gelegen aan de noordkust van het huidige Turkije, en verder oostwaarts naar Trebizonde en Batumi. Batumi was een Russisch kuuroord aan de oostelijke oever van de Zwarte Zee. Ook dit bleek voor Stellingwerf geen eindpunt te zijn. Uit de


bewaarde foto’s in het album kan worden opgemaakt dat het gezelschap met paardenkoetsen verder naar het zuidoosten reed, via de Transkaukasische snelweg. De Transkaukasische snelweg was in de tweede helft van de 19de eeuw aangelegd op bevel van de Russische tsaren, werd omschreven als de ‘Weg van de Vriendschap’, maar was in feite vooral bedoeld om zeer snel militaire troepen vanuit Moskou naar de Transkaukasische gebieden (het huidige Georgië, Armenië en Azerbeidjan) te kunnen transporteren (foto hieronder). Het landschap langs die snelweg was bijzonder pittoresk, met prachtige vergezichten en snelstromende bergbeken, met de Elbroes, de hoogste berg van de Kaukasus, op de achtergrond.

De eerstvolgende haltes waren Kutaisi, de oude hoofdstad van Georgië, en Tiblisi, de nieuwe. Tiblisi was een stad met een levendige bedrijvigheid. Hield de karavaan hier halt om even op adem te komen van de vermoeiende trip doorheen de Kaukasus, of voelde Émile Stellingwerff zich aangesproken door de mensen en de omgeving (foto hieronder)? Niet alleen schafte hij zich een aantal panoramische foto’s van de stad aan, maar eveneens enkele portretfoto’s van vrouwen en kinderen in lokale klederdracht, van poserende soldaten, van herders met een kudde kamelen en van plaatselijke landbouwers. En nog ging het verder naar het oosten. De foto’s worden wazig? Een poging van Stellingwerff om v a n u it een rijd e n d e tre in het p ra c h tig e la ndscha p van Azerbeidjan op de gevoelige plaat vastte leggen? In ieder geval kwam hij na Tiblisi in Bakoe aan. Bakoe w as sin d s eeuw en een onb e d u id e n d p la a tsje aan de Kaspische Zee, maar toen er in de tweede helft van de 19de eeuw olie werd gevonden, barstte het in geen tijd uit zijn voegen. Investeerders werden aangetrokken, industriëlen v e s tig d e n er hun fa b rie k e n .


W aarschijnlijk de bekendste ondernemers die in Bakoe hun fortuin kwamen zoeken, waren Ludvig en R o bert N obel, broers van A lfre d Nobel. Hun olieraffinaderij opende er in 1882 zijn deuren. Het bedrijf, BRANOBEL, werd een begrip. Heel wat van de winsten uit de econom ische activiteit werden besteed aan stadsverfraaiing. Bakoe spon er goed garen bij en kreeg al snel de titel van het ‘Parijs van de O riënt’. Parken werden aangelegd, mooie huizen gebouwd. In 1899 beschikte Bakoe zelfs over een eigen paardentram en a llerhan de accom m odatie om toeristen van heinde en verre te ontvangen. Ook Stellingwerf! Hij bezocht de bezienswaardigheden, monumenten en fotogenieke hoekjes van de stad en haalde zelfs de usine Nobel voor zijn lens (foto hiernaast). De kijker heeft het er raden naar hoe Émile Stellingwerff vanuit Bakoe uiteindelijk weer in Hasselt terecht is gekomen. De fotoreportage eindigt aan de Kaspische Zee. Mogelijk reisde hij langs dezelfde weg terug. Zeker is in ieder geval dat hij kort daarop opnieuw zijn koffers pakte en de zonnige Middellandse Zee opzocht.

De reis naar het zuiden Het tweede fotoalbum bevat een hele reeks foto’s die klaarblijkelijk gemaakt en/of gekocht zijn tijdens een reis doorheen Sicilië en het zuiden van Italië. Ook bij deze reis blijft de kijker in het ongewisse over de gevolgde reisroute. Te meer om dat de foto’s hier niet meteen in een (chrono)logische volgorde lijken opgeplakt. De reis start in het Siciliaanse Segesta, niet zo erg ver van de Golfo di Castellamare, in het westen van het eiland. Dan lijkt Stellingwerff een tijdje vertoefd te hebben in de hoofdstad Palermo (met een bezoek aan de kathedraal en een crypte), en daarna te zijn doorgereisd naar Monreale, een stadje op een boogscheut van Palermo. De reis ging verder naar het zuiden, naar Grigento, het huidige Agrigento. Het was een reis met een duidelijk cultureel ka ra kte r. In G rig e n to b e zo ch t S te llin g w e rff de Tem pel van de Eendracht, en mogelijk zat Stellingwerff daarna op een van de eerste rijen van het Griekse Theater in Siracusa. Vanuit Siracusa trok Émile Stellingwerff wellicht door naar Catania (de foto van Solunto steekt waarschijnlijk op de verkeerde plaats in het album). Catania, met de dreigende Etna op de achtergrond, was een tussenstop. Met de trein spoorde hij naar Randazzo, w aar S te llin g w e rff o p n ie u w g e tro ffe n w erd d o o r de overweldigende aanblik van de vulkaan. Ook de populaire badplaats Taormina dee d hij aan. In M essina nam Stellingwerff de boot naar het vasteland


en zette zijn mediterrane reis verder in Zuid-ltalië. Vanuit Salemo ging hij naar de ruïnes van Paestum en verkende daarop de omgeving van Napels, met uiteraard een bezoekje aan de in het jaar 79 onder lava bedolven stad Pompei. Net zoals bij de eerste reis is het niet helemaal duidelijk hoe Stellingwerff zijn reis verderzette... (foto linksonder blz. 8)

De reis naar het zuidwesten In hetzelfde fotoalbum, meteen volgend op de foto’s van de straten van Pompei, plakte Émile Stellingwerff een foto van de Mezquita van het Spaanse Cordoba. De eerste foto van een ‘citytrip’ die hij ondernam naar Cordoba en Sevilla. Een reis die, evenals Stellingwerffs reis naar het O ttom aanse Rijk en Rusland, relatief gedateerd kan worden. In het fotoalbum prijkt een toegangskaartje voor een stierengevecht in 1903. Stellingwerff wisselde de foto’s van toeristische attracties (de kathedraal, het Alcâzar,...) af met beelden van kuierende Spanjaarden, sfeerbeelden van een plaatselijke m a rkt,... (foto hieronder)

De reis naar het zuidoosten (2) Het derde fotoalbum - dat quasi niet te dateren valt - voert Émile Stellingwerff opnieuw naar het zuidoosten, ditmaal naar Kreta en Griekenland. Een cruise, afgaand op de grote hoeveelheid beelden gemaakt van op het dek van een schip (foto hiernaast)? Tegen de achtergrond van tal van antieke m onum enten fotografeerde hij mannen in de typische ‘fustanella’, de lokale klederdracht (Stellingwerff kocht zelfs een foto waarop een jongeman in vol ornaat poseerde), hij w a n d e ld e w e llic h t do o rh e e n de wereldberoem de Sam ariakloof op Kreta en bezocht Mycene.

Émile Stellingwerff, een avonturier? In de tijdspanne van enkele jaren verlegde Émile Stellingwerff duidelijk zijn horizonten. Hij zag waterdragers in Istanboel, spoorde doorheen het Georgische binnenland met als eindbestemming de oliestad Baku, voer over de Middellandse Zee, aanschouwde antieke tempels en ruïnes in Sicilië


en bewonderde staaltjes van mozarabische kunst in Sevilla en Cordoba. Indrukwekkend, maar was dit zo buitengewoon en uitzonderlijk? Ja en neen. Er bestond in ieder geval sinds de 18deeeuw een traditie dat welgestelde jongelingen als apotheose van hun opleiding en voorbereiding op het volwassen leven een grand tour doorheen Europa ondernamen. Een reis naar de wieg van de Europese beschaving, waarbij het de bedoeling was een bezoek te brengen aan die plaatsen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis. De gewoonte om een grand tour te ondernemen verdween in de loop van de 19de eeuw, maar Stellingwerffs reizen waren ontegensprekelijk culturele reizen en kunnen met wat goede wil als een soort grand tour worden gezien. Stellingwerff hield echter geen halt in Parijs, Firenze of Rome, maar trok naar Istanboel, Griekenland, Sicilië en Spanje. Wellicht liet hij zich bij de keuze van zijn bestemmingen door een aantal factoren leiden. Eerst en vooral kwam het oosten van de Middellandse Zee, en vooral dan de stad Constantinopel, in de 19de eeuw uitdrukkelijker in beeld. De hoofdstad van het Ottomaanse Rijk werd in de literatuur (onder andere door Lamartine en Flaubert) de hemel in geprezen, door de verbetering van het vervoer werd de regio beter bereikbaar en het toerisme kwam er van de grond. Het luxueuze hotel Pera Palace dateerde van 1892. Een andere factor die ongetwijfeld meegespeeld heeft, is dat Stellingwerff - dat lijkt althans te kunnen worden opgemaakt uit de foto’s - als man alleen blijkbaar steeds had deelgenomen aan georganiseerde groepsreizen waarbij aan alle comfort gedacht was (foto hieronder). Émile Stellingwerff was ondanks alles geen avontuurlijke rugzaktoerist. Alle uitstapjes verliepen blijkbaar volgens een vooraf bepaald programma, ’s middags was steevast een copieuze picknick met wijn voorzien, en aan boord van de schepen die hij nam, kon hij hoogstwaarschijnlijk beschikken over een gemakkelijke zetel in de schaduw. Émile Stellingwerff, een avonturier? Ja, maar met mate...

* *

*


Bronnen: Familiearchief Stellingwerff, bewaard in het Stadsarchief van Hasselt J. ARRAS, W. CEYSSENS, B. DE KEYSER e.a. Oog in oog. Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17deen 1806 eeuw. Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Hasselt, 2003.


tekst: foto’s:

lie. Bart De Keyser Stadsarchief Hasselt

copyright:

Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 HASSELT tel. 011-23 98 90 fax 011-26 23 98 e-mail: hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005: (nog steeds te verkrijgen aan de museumbalie!) 2000: 90 . Schilderij “Portret van Dr.

L Willems" (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91 . Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92 . Zespuntige uSteT van’-

de Roode Roos, 1627; 93 . Litho “Gezicht op de Leopoldplaats”, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94 . “Analemmatische zonnewijzer in de museumtuin, 2000; 95 . Portret van Ridder Guillaume'i de Corswarem (1799-1884); 96 . Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)”, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97 . Keramieken sierschotel “Irissen”, ca. 1896-1905.98 . Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858. 2001

:

99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van Hasselt”, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101 . Uithangteken “Tabakskarot* 102 .

Karikatuurtekeningen “10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103 . Sporttrofeeën 11e Linieregiment: “Coupe du Roi Albert” & “Coupe Prince Léopold" (2 ); 104 . Affiche “ Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l'occasion de la kermesse...”, 1882; 105 . Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1 735-1 1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door G raaf A rnold IV van Loon aan de stad HasselT, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden", Druk. E. Roose, Hasselt. 2002

:

108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109 . Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: " Twee

eeuwen, twee werelderf-, 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode R o o f; 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskindererf, Simonne Reynders(1924);l 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel 'Tuin met vrouw* 114. Jaarkalender Ceysens-Roose,; 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900'; 116 . Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur 'learus', Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche,

“LangemansbieT, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120 . Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure 'Exlibris familie Weytend; 122. Schilderij ‘ Gordon-Bennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123 . Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124 . Schilderijen?" ‘Geboortehuis? & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125 . Uithangteken ‘In Sint-Lambertusf, 1801;

2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127 . Schilderij 'Grote Capucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128 . Prent 'G ezicht op de

Boulevard met links de gevangenis', Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129 . Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17® eeuw; 130 . Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131 . Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambiekafkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “ 150 ja a r Koninklijk Atheneum Hasself, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134. Schilderij 'Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976, Eugène Polus, 1951.

2005: 135.

Ontwerptekening voor tegelpaneel 'Tuin m et pauw en zwaari, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136 . Beeld van de Roode Roos;|

uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gérard Moonen (° 1953).

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: (eveneens te verkrijgen aan de museumbalie) 2005: 1 De archeologische vondsten

van Herkenrode in Het Stadsmus.

2006: 2. Jos Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19® eeuw; 4 . De kapel van Spalbeek, 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten. 2007:

7. Stad in groei. Hasselt in de 19® eeuw; 8 . De oorsprong van onze kapellen; 9 . Een Hasselts bedevaartvaantje uit de 17® eeuw; 10 . Processievaandel van de Hasseltsen

Broederschap van het Heilig Sacrament; 11. Ets 'Het Offer’, Jan Toorop (1858-1928); 12 . Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954)J 13. 2 zilveren kandelaars, resultaten van een onderzoek; 14 . Handschrift van de Roode Roos 18^-19“* eeuw.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.