KEIK 16. Thomas Morren schildert de familie Van Elsrack

Page 1

_JÅ’ t

Stadsmus

THOMAS MORREN SCHILDERT DE FAMILIE VAN ELSRACK

Portret 'Arnold van Elsrack (1573-1637)' Portret 'Maria van Elsrack alias Ghysens (1571-1640)' gedateert 1623 olie op paneel

overdracht Nationaal Jenevermuseum Hasselt inv.nrs. 2003.0233.00 en 2003.0234.00



In de bibliotheek van het jenevermuseum van Hasselt bevonden zich sinds jaren dubbelportretten gedateerd 1623. De deftige heer en dame vielen wat uit de toon in een stokerij uit de 19e eeuw. In 2003 werden deze werken opgenomen in de tentoonstelling ‘Oog in Oog - Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17e en 18e eeuw’. Ze zijn gedateerd 1623 en situeren zich dus ten tijde van de landvoogden Albrecht en Isabella toen Antwerpen en Brussel belangrijke culturele centra waren, beroemd door hun schilders onder leiding van Rubens. In die tijd maakte Hasselt deel uit van het prinsbisdom Luik onder Ferdinand van Beieren die tegelijk bisschop was van Keulen, Munster, Paderborn en Hildisheim en Luik. Op cultureel vlak bereikte het prinsbisdom niet het niveau van Antwerpen en Brussel. Het neutrale Luik was immers een permanent doortochtgebied van legereenheden. De portretten dateren alleszins uit de glorieuze tijd van Vlaamse schilderkunst in de overgangsperiode tussen renaissance en barok. Toen in 1988 de bejaarde Juffrouw Juliette Stellingwerff in Hasselt overleed als laatste van haar geslacht liet ze aan de musea van Hasselt de portrettencollectie Stellingwerff na. Ook het echtpaar van Elsrack maakte daarvan deel uit, maar hun portretten werden uit de galerij verwijderd in het huidige Het Stadsmus, waarschijnlijk omdat ze niet de naam van de clan droegen. De schilderijen en de familie van Elsrack, samen met de zoektocht naar de naam van de schilder vormen het onderwerp van deze nota’s.

Het portret van Arnold van Elsrack1 De statige man ziet er wat ouder uit dan zijn 50 jaren zoals aangegeven in de bovenhoek van het schilderij. Hij heeft korte haren, een snor en een brede sik. Zijn zwarte kleding suggereert een hoge functie terwijl zijn omgeslagen kanten ponjetten en staande kanten kraag passen in de overgangsperiode tussen renaissance en barok. Op het schilderij staat geen familiewapen, wel zijn leeftijd en het jaartal 1623. Het werk, olieverf op paneel, meet 105 bij 72 cm. Op de achterzijde van het paneel staan de merken, de hoofdletter A, een monogram, een ongeïdentificeerd merkteken en vooral de bekende handjes, teken van Antwerps vakwerk (zie afbeelding blz. 2).

Het portret van Maria van Elsrack Pendant van vorig portret met zelfde maten, zelfde paneel als het portret van haar man. Statige dame op donkere achtergrond, vrij jong gezicht voor haar 52 jaar. Ze draagt een molensteenkraag bij een tweedelige zwarte japon, ‘vlieger* genoemd. Zoals haar man heeft ze kanten ponjetten. Haar kanten mutsje past ook bij de late renaissance. Ze draagt als juweel alleen een gouden trouwring. Beide portretten lijken van goede makelij, wat van de oudste Stellingwerffportretten niet kan gezegd worden. Op het eerste zicht suggereren ze in hun soberheid portretten van Rubens zoals diens schoonvader Brant, de oude Plantijn en zelfs de landvoogden Albrecht en Isabella.


Arnold van Elsrack en zijn echtgenote Maria Ghysens van Elsrack Arnold van Elsrack werd in Hasselt gedoopt op 16 januari 1573 als zoon van Servaes en Gertrudis Tempiers, een welstellende dame verwant met adellijke families uit Haspengouw. In 1616 werd hij benoemd tot schepen van Hasselt. Hij bleef in functie tot zijn overlijden op 10 juni 1637.2 Hij was burgemeester in 1615-1616 samen met Aert van Melbeek, opnieuw in 1619-1620 met Jan Stoeters. Tevens werd hij tweemaal bouwmeester van Hasselt, in 1612 en 1615.3 Zijn echtgenote Maria Ghysen van Elsrack werd gedoopt in Hasselt in 1571 als enige dochter van Ghysbrecht van Elsrack alias Becker. De naam van haar moeder is niet teruggevonden. Ze was een verre nicht van Arnold, beiden in de zevende generatie afstammend van stamvader Jan van Elsrack die in 1440 te Hasselt was overleden. De voorouders van Maria woonden in de Nieuwstraat bij de Truiderpoort en waren meestal ingeschreven in het bakkersambacht. Maria was in een eerste huwelijk getrouwd met Meester Bartholomeus Vuskens, lid van een vooraanstaande familie afstammend van de Bouquetwinning in Diepenbeek, eigendom van de abdij van Villers. Het huwelijk van Arnold van Elsrack met Maria, weduwe Vuskens, had plaats in Hasselt op 3 april 1608. Maria overleed in 1640 als weduwe van haar tweede man. Het gezin betrok een woning in de Nieuwstraat, bij de Truiderpoort, waar haar voorouders al enkele generaties verbleven en dat door Maria geërfd was na het overlijden van haar vader. Uit haar eerste huwelijk had ze een dochter Lijnken Vuskens, echtgenote van Jan Gielkens en moeder van Denis Gielkens, pater Augustijn in Hasselt. Twee dochters van Elsrack werden in Hasselt gedoopt. Hun jongste dochter Mechtildis (1613- 1687) trouwde met Walter Wynrox, twaalfman van Hasselt in 1645 en datzelfde jaar overleden. Ze hertrouwde in 1656 met Balthasar Vuskens, burgemeester van Hasselt, met wie ze in 1687 testeerde.4 Na het overlijden van Arnold in 1637 en van Maria in 1640 werden ze in de Sint-Quintinuskerk begraven in de Sint-Annakapel aan de voet van het altaar waar bovenaan het wapenschild de Geloes-van Elsrack (zie afbeelding hiernaast) was aangebracht In de grafkelder waren voordien al Servaas van Elsrack en Gertrudis Tempiers, Arnold van Elsrack en Maria van Laureten begraven, resp. ouders en grootouders van Arnold. De deling van hun nalatenschap vond plaats in 1653 na het overlijden5 van Maria van Elsrack. Hun oudste dochter Gertrudis (1609-1655) huwde in 1628 met Adam Stellingwerff. Ze werden de voorouders van het geslacht Stellingwerff dat in 1988 uigestorven is. Vermoedelijk bleven de portretten meer dan drie eeuwen bewaard in deze familie.

Het geslacht van Elsrack Familiewapen: gevierendeeld: in 1, in goud een schuinkruis van lazuur, in 2 en 3 in goud twee palen van keel, in 4 in zilver een linker schuinbalk van lazuur Een ander wapen6 werd gedragen door de bastaardtak van Elsrack waartoe ook Librecht van Elsrack behoorde, protonotarius apostolicus (1627-1718) wiens grafsteen met bisschopshoed en met een lege wapencartouche in de tuin van Het Stadsmus bewaard wordt.

De legendarische afstamming van de graven van Loon In de 18e eeuw werd een genealogie van de familie van Elsrack opgesteld door de ‘Ehrenfeste Heer Advokaat Siegers’ onder de titel ‘Beschrijvinghe van de familie van Elsrack voortkoomende

uit de Graeven van Loon’.7 Twee eeuwen later werd deze tekst overgenomen in het lijvige manuscript van Guillaume


Stellingwerff, waarin deze Hasseltse voorzitter van de rechtbank en afstammeling van het echtpaar een grondige genealogie opstelde van het geslacht Stellingwerff en zijn kwartierstaat. Daarin werd de aan hem geparenteerde familie van Elsrack uitvoerig behandeld. Siegers beschrijft er de hazelarenbossen (het latere Hasselt) waar twee verwante families woonden, de ene heette ’s Graeven als nazaten van de graven van Loon, de tweede familie noemde zich van Elsrack omdat “ze woonde op een ‘berghsken met sijne graeskens en rontsomme beplant met schoone elsenboomen waan/an doen sij de naem van Elsrack gekregen hebben’. Er kwam een twist tussen beide families en 20 tot 30 mannen werden ‘ afgeslagen’. De graaf van Loon kwam tussen door een straf aan de ’s Graeven op te leggen. De van Elsrack besloten zich niet meer met de ’s Graeven te alliëren. De stam van Elsrack kwam tot hoge bloei in aantal en in welvaart. Ze vroegen aan de graaf van Loon ‘dat sij eene stadt mogten bouwen die men Hasselt noemen soude

doordien dat er een haeselnotenboomenbosch was ’t welcke hun met de regeringhe des selfe vergunt werd. Zo werd Hasselt gesticht door de familie van Elsrack na akkoord van hun verre neef de graaf van Loon. Het verhaal loopt verder over de glorieuze loopbaan van vele leden van het geslacht. Ze stichtten de lakennijverheid van Hasselt met zelfs een lakenhal in Antwerpen, met ambachtslieden als ververs, volders en wevers, waarvan de van Elsrack zelf gouverneur of meester van het ambacht waren. Talrijke familieleden waren ook munters van de graaf, later van de prins-bisschop. De familie leverde bijna erfelijk stadsschepenen en ontelbare burgemeesters. Met vele adellijke geslachten waren ze geallieerd. Tot zover het legendarisch verhaal over de oorsprong van de familie van Elsrack en van de stad Hasselt. Het is een typisch voorbeeld van de hoogmoed van vooraanstaande geslachten die zich een vorstelijke afstamming aanmeten. Het verhaal doet kinderlijk aan en zelfs Guillaume Stellingwerff schrijft in zijn manuscript dat de ‘beschrijvinge’ van advocaat Siegers niet altijd betrouwbaar is.

Genealogie en geschiedenis van het geslacht Er zijn heel wat opzoekingen gebeurd over de genealogie van van Elsrack, maar de familie nam in de 16een 17e eeuw zulke uitbreiding dat nooit een betrouwbare stamboom gepubliceerd kon worden. De belangrijkste bronnen vinden we bij: - J. Gesler, geschiedkundige die op basis van registers van schepenbanken en leenhoven circa 900 fiches opstelde over de familieleden maar nooit tot een publicatie gekomen is.8 - Het hoger vermelde manuscript van Guillaume Stellingwerff.9 (zie afbeelding blz. 6) - In 2003 werd de familiegeschiedenis en de genealogie van de familie van Elsrack opgenomen in de cataloog van de tentoonstelling Hasseltse portretten die in 2003 plaats vond in het huidige Het Stadsmus bij gelegenheid van de zevenjarige Virga-Jessefeesten.10 Historisch start de genealogie van van Elsrack in de 15e eeuw met een Meester Jan van Elsrack (+1440) die leengoederen rond Hasselt bezat. Zijn oudste zoon Gijsbrecht erfde de leengoederen en vormde de tak die in het bakkersambacht aangesloten was en twee eeuwen later eindigde met de geportretteerde Maria van Elsrack. Zijn tweede zoon werd drossaard in Kuringen en trouwde met de adellijke Maria van Meeuwen, voorouders van Arnold van Elsrack. Vele andere takken muntten uit door belangrijke functies in stadsdienst of in de hogere gerechtshoven. In de bastaardtak treffen we veel brouwers, munters en herbergiers aan. Opvallend verdween het geslacht vrij plots uit het Hasseltse stadsbeeld in de loop van de 18e eeuw.


'K cu /ït.

$ £ u u j£ .

. « ^ iu i» $ #

't - / / ‘^ * 'f ia \

,

^ \

ï i

^ « .,5 j .'

’â^r

v / i i w ff

/

/& > /? * ** * /l * t â . , j u ': * * / / * * < -

/<-/A ^V ^*' .<»/ shL&Jy u » b )v •>>•. * > * < 4 ^ ; *,.<tl!d-o~o -* *

^**<V

e v

e i* 7 S #

^

^


De afstammelingen van het echtpaar van Elsrack De familie Stellingwerff was vermoedelijk de enige afstammeling van het echtpaar van Elsrack. Drie broers Stellingwerff waren in het begin van de 17e eeuw om godsdienstredenen gevlucht uit Friesland waar ze leidende functies bekleedden en zelfs een admiraal leverden. Een van hen, jonker Jan, was licentiaat in de rechten en drossaard in het graafschap Loon. Hij huwde met een Pipenpoy uit een Brussels adellijk geslacht. Hun zoon Adam huwde op zijn beurt met Gertrudis van Elsrack, dochter van het geportretteerde echtpaar. De titel van jonker ging intussen verloren. De afstammelingen van Adam Stellingwerff en Gertrude van Elsrack bekleedden talrijke functies in het stadsbestuur, de schepenbanken en het Hoger gerechtshof van Vliermaal, etc. Tevens waren er brouwers, stokers en officieren bij. Ze kozen hun vrouw meestal in de gegoede burgerij van Hasselt en soms in de lagere adel. De familiegeschiedenis en de genealogie werden ook opgenomen in “Oog in Oog” , de cataloog van 2003.11 Juliette (zie portret hiernaast, collectie Het Stadsmus), de kleindochter van Guillaume Stellingwerff was geboren in het huidige Het Stadsmus dat in de familie gekomen was door Guillaume’s echtgenote, de weduwe van stoker Jacobs. Bij het overlijden van zijn echtgenote verviel het huis aan de familie Jacobs en verhuisde Stellingwerff naar een fin-de-siècle woning in de Kapelstraat waar de oude juffrouw, de laatste van haar geslacht, verbleef tot haar overlijden in 1986. Afstammelingen van het echtpaar zoals de families Nolens en de Corswarem wonen nog in Hasselt en omgeving. De naam van Elsrack is al lang verdwenen uit het Hasselts stadsbeeld.

THOMAS MORREN Tijdens de laatste Virga-Jessefeesten organiseerde het toenmalige Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof twee tentoonstellingen over het culturele leven in Hasselt tijdens het Ancien Régime. In 1996 kwam het ‘Hasselts Zilver’ aan de beurt met een letterlijk schitterende presentatie van zilverw erk uit voorheen meestal niet gekende H asseltse ateliers. Een vijftig ta l H asseltse edelsm eden werd gecatalogeerd, maar het bewaarde zilverwerk, een begijnenschotel uit 1623 (zie afbeelding hiernaast, collectie Het Stadsmus), moest wegens zijn niet geïdentificeerd meesterteken toegewezen worden aan een anonieme edelsmid, de ‘meester met de drie sterren’. In 2003 volgde de tentoonstelling ‘Oog in Oog. Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17e en 18e eeuw’, waar een zestigtal portretten van Hasselaren uit de periode van 1620 tot 1830 voorgesteld werden. Omdat schilderijen uit die tijd haast nooit gesigneerd werden, bleef de toewijzing ervan uiterst moeilijk. De oudste portretten op de tentoonstelling waren gedateerd 1623 zoals de hoger genoemde schotel. Het betreft de mooie portretten van het echtpaar van Elsrack en van burgemeester Vuskens. Opvallend was dat in 1623 zowel de meester met de drie sterren als de schilder van de van Elsrack familie gelijktijdig hun eerste en tot nu bewaarde werken in Hasselt produceerden. ‘Drie sterren’ kon dus een belangrijk element zijn in de zoektocht. Intussen was een zilveren schotel in Hasselt bekend met een wapenschild doorsneden: “drie sterren" en het wapenschild van Elsrack.


De meester met de drie sterren gebruikte wellicht dat familiewapen als merkteken van zijn zilver en was mogelijk in relatie met een van Elsrack. Heraldische publicaties leerden ons al vlug dat een bekende familie Morren een wapen droeg ‘in sabel drie sterren van goud.12 De enige mogelijke kans om een schilder of zilversmid Morren te vinden moest in de archivalia gezocht worden. Zilversmeden en schilders lieten zich beroepshalve inschrijven in de gilde van de smeden waarvan de ambachtsregisters in het Rijksarchief van Hasselt bewaard bleven. En inderdaad, in het jaar 1620-1621 werden gelijktijdig Meester Thomas Morren en François Morren ingeschreven in het smedenregister. Jammer genoeg ontbrak de vermelding van herkomst en van beroep.13 Datzelfde jaar werd François al uitdrukkelijk vermeld als “goudsmit” François Morren’. Het raadsel van de ‘meester met de drie sterren’ was daarmee van de baan en de weg was open om in de persoon van Thomas Morren de schilder te herkennen.

Thomas Morren, kunstschilder te Hasselt (Sint-Truiden 1580-Hasselt 1661) Thomas Morren werd vermoedelijk op 14 april 1580 in Sint-Truiden gedoopt als zoon van Lambert Thomaszoon Morren en van Maria van Vucht. Hij is in de lijsten van de Sint-Lucasgilde van Antwerpen terug te vinden in 1610 en 1611 als leerling van Deodaat del Monte.14 Volgens een publicatie van 1994 werkte hij in dat atelier samen met een zekere Boudewijn Claessens.15 Als Truienaar heeft hij jong kennis gemaakt met drie Sint-Truidense schilders Hans Hierotten, Tijs de Schilder en Hendrik Van der Moenten.16 Deze laatste was mogelijk verwant met Deodaat Van den Moenten alias del Monte reisgenoot van P.P. Rubens naar Italië en kunstschilder in Antwerpen. Hij werd in Hasselt opgenomen in het smedenambacht ‘tussen Sint Jan.Baptist 1621 en 1622, samen met François de goudsmid, mogelijk zijn broer. Zijn toetredingsgeld bedroeg zes goudgulden. Zoals voor François werd hem voor een gedeelte uitstel van betaling verleend door de gouverneur van het ambacht. Al in 1623 schilderde hij zijn eerste portretten van leden uit het Hasselts patriciaat, namelijk het echtpaar Arnold van Elsrack en Maria Ghysens dochter van Elsrack. Een jaar later volgde het portret van de Hasseltse burgemeester Herman Vuskens Deze werken zijn uitgevoerd op paneel gemerkt met de handjes van Antwerpen, wat refereert naar zijn recente activiteit in de Scheldestad. Uit de stadsarchieven blijkt dat aan Morren tal van kleinere taken opgedragen werden. In 1621, het jaar van zijn vestiging in Hasselt, moest hij enkele schilden vergulden. In 1624 ging hij akkoord om voor 36 gulden voor het smedenambacht het ijzerwerk van het Sint-Elooikoor te vergulden17. In I625 trok hij 36 gulden voor een schilderij en voor het vergulden van het stadsuurwerk. In 1630 kreeg hij als ‘Mr. Thomas de schilder’ vijftien stuivers om de paaskaarsen te vergulden. In 1628 werden hem kleine sommen door de bouwmeester uitbetaald voor het schilderen van “twee wonnen (?)voorde wachte op den thoren‘ en voor ‘de ‘putcuype op de pastorij te verven’.15 Ook ontving hij in 163315 gulden voor herstellingen aan de Langeman.19 Deze kleinschalige artisanale activiteiten

th n l

V «

Ç ÿ rv fy ts ’t

< M iu _

z»,

^

c

N

y

- j

t?"&

Cvrt "()<j> % V f Cvrvn

1' T V

T

T

y-Q


suggereren dat Morren als kunstschilder geen volgeboekte agenda had, wat in een kleine stad als Hasselt niet verwonderlijk was.20 In 1652 werd één van zijn schilderijen als model voorgelegd aan schilder Jan van Eeckeler uit Antwerpen, die zich in Hasselt kwam vestigen om in opdracht van de abdis van Munsterbilzen veertig schilderijen te maken voor de parochiekerk van die plaats. Over het contract bleef een brief bewaard van een Antwerpse schilder.21 (zie afbeelding blz. 8 onderaan) Deze gegevens bewijzen dat in 1651 Thomas Morren nog steeds als een volwaardig schilder en ‘vergulder’ werd beschouwd, ook door een Antwerps schilder en door de abdis van Munsterbilzen. Toen Thomas Morren zich in 1621 vestigde in Hasselt was hij al gehuwd met Helena VAN DER BURGHT alias VAN DEN BERGH, mogelijk een verwante van Gertrudis van den Bergh die in 1615 de vrouw werd van zijn Antwerpse leermeester Deodaat del Monte. In 1634 was Thomas in SintTruiden getuige bij het huwelijk van zijn nicht Margaretha Morren met de vooraanstaande Hasselaar Peter Roelants uit de ‘Wan’. Op 3 maart 1638 hertrouwde Meester Thomas in Hasselt met Catharina WILSENS, de weduwe van Jan Coninx. Beide families behoorden tot gekende Hasseltse geslachten uit de ambachtswereld. Zij was toen al moeder van drie kinderen. Zijn zoon Lambrecht droeg de naam van grootvader Morren. Hij werd elders, waarschijnlijk in Antwerpen, geboren. In Hasselt werden vijf kinderen van Thomas gedoopt. Van zijn eerste vrouw Helena Van der Borght: Maria, gedoopt 31/8/1622, ss. François en Francisca Morren (waarschijnlijk zijn broer en nicht die in Hasselt woonden); Godefridus, gedoopt 22/4/1624, ss. Richard van den Burch en Catharina Screurs (?); Helena, gedoopt 31/8/1627 ss. Peter van den Burch en Elisabeth Kips. Van Helena Roemans ( mogelijk dezelfde als zijn eerste vrouw?): Gertrudis, gedoopt 12/8/1629, ss Nicolaas ab Hilst en Joanna Morrhen (waarschijnlijk de vrouw van de goudsmid). Van zijn tweede (derde?) vrouw Catharina Wilsens: Maria, gedoopt 20/5/1640, (ss. Hendrik Berinx en Emérence van de Biesen, resp. zwager en nicht van Cath. Wilsens). In 1640 trad Thomas op als momber en grootvader (?) van de onmondige kinderen van Jan Coninx en Catharina Cleersnijders. Thomas woonde in de Persoonstraat in Hasselt in een huis dat hij in 1625 kocht van Marten Brouckmans.22 Deze woning situeerde zich in het huidige Hemelrijk, dat in die tijd ook Ridderstraat werd genoemd. In 1647 had hij blijkbaar ook een eigendom in de Beek. Tenslotte is er in 1652 nog sprake van zijn woning bij het ‘Lemkert, gelegen in de Meldertstraat, en in 1676 door zijn dochter Maria, weduwe van Nicolaas Lambrechts, verkocht.23 Thomas Morren overleed te Hasselt, waarschijnlijk 80 jaar oud, op 12 september 1661 en werd er op 19 september in de kerk begraven: ...die 12 sept, obiit Thomas Morren et die 19 sepultus in ecclesia. Zijn tweede echtgenote Catharina Wilsens overleefde hem acht jaren en werd op Allerzielendag 1669 ook in de kerk begraven. Zijn zoon Lambrecht Morren, woonachtig en gehuwd in Mol liet in 1661 de ouderlijke woning in de Persoonstraat bij brandende kaars verkopen. Dat gebeurde ten huize van Peter Roelants in ‘de Wan’, de echtgenoot van nicht Margaretha Morren, die samen met Jan Cleersnijders, ook een verwante, getuige was bij de akte van verkoop.24 Zijn dochter Maria (1640-1694) huwde te Hasselt op 5/3/1669 met het rode zegel met Nicolaas


Lambrechts, de zoon van Willem en van Anna Dirix, neef van priester Nicolaas Lambrechts (16101679) pastoor van het begijnhof, die zijn huwelijksgetuige was, en oom van de echtgenotes van de zilversmeden Frederici. Vier kleinkinderen van de schilder werden geboren in het gezin Lambrechts- Morren: • Willem °1670 met als doopheffers de pastoor Lambrechts en groottante Maria Wilsens; Maria Catharina °1771 (ss Clariss. Ds J. Jacobi en Marg. Roelants) gehuwd in 1694 met Adriaan Copal, de stichter van de School voor wezen, ook Kante- of Marollenschool genoem d25; Anna Elisabeth °1674 (ss de pastoor en Elisabeth Lenaerts), gehuwd in 1697 met Mathias Brauns, van wie afstammelingen; Thomas Lambrechts °1676 (ss. Nic. Lambrechts en Maria Roelans).

De werken van Thomas Morren Zijn vroegste en waarschijnlijk ook belangrijkste werken zijn de drie portretten op paneel die in 2003 in het MSW26 in Hasselt werden tentoongesteld en die in de cataloog “Oog in Oog. Hasseltse familieportretten- en objecten uit de 17e-18®eeuw” besproken en gereproduceerd werden. Uit 1624 dateert het portret van burgemeester Herman Vossius en uit 1623 het dubbelportret van het echtpaar Arnold van Elsrack en Maria Ghysen van Elsrack (zie afbeeldingen op kaft). Zowel Vossius als van Elsrack behoorde tot het toenmalige patriciaat van de stad waar ze belangrijke functies bekleedden. De drie werken zijn alle geschilderd op paneel met de Antwerpse handjes, monogrammen en meestertekens. Ze zijn van goede makelij en sluiten aan bij de portretten van Cornélius de Vos.

Herman Vuskens (1587)


Het portret van Frédéric Vrerix (1639?) dat in 2003 in het bezit kwam van MSW en wegens stilistische gelijkenissen wellicht ook van zijn hand is.27

In de Sint-Quintinus kerk van Hasselt wordt een doek bewaard, “Jezus en de Emmaüsgangers”, gesigneerd door Thom.

In 1792 bevond zich in het stadhuis van Zoutleeuw een schilderij met in de vier hoeken de wapenschilden Morren, van Vucht, Pickaerts en Gilsen, Dat doek, gedateerd 1634, was een schenking van Willem Morren, de broer van Thomas en François Morren. In 1792 bevond het doek zich nog op het stadhuis van Zoutleeuw.28 In de kerk van Peer hing vroeger een gearmorieerd schilderij, geschonken door Simon Morren, burgemeester van Peer en overleden in Hasselt in 1667. Deze Simon was een zoon van Jacob en Maria Moels en de broer van Margaretha, echtgenote van Peter Roelants van Hasselt. In de iconografische cataloog van Benoït-Geukens komt dit schilderij echter niet meer voor bij het meubilair van de kerk. Toewijzing aan Thomas Morren is louter een hypothese.29 Een paneel van Thomas Morren stond model in 1652 voor de opdracht die de abdis van Munsterbilzen gaf aan Jan van Eeckeler, Antwerps schilder, in Hasselt werkzaam.30


Besluit Samenvattend was Thomas Morren uit Sint-Truiden een kunstschilder met residentie in Hasselt, zeker vanaf 1621 tot zijn overlijden in 1661. Hij was voordien leerling en medewerker van Deodaat del Monte, de vriend en reisgezel van P.P. Rubens. Jan Van Eeckelaer, zijn opvolger als Hasselts schilder vanaf 1651, overleefde Thomas slechts vijf jaren. Thomas Morren is tot nu toe de enige gekende Hasseltse schilder van voor 1750 van wie een gesigneerd doek ( De Emmaüsgangers) en drie vrijwel zeker aan hem toe te schrijven portretten bewaard zijn. Zijn werken zijn van goede kwaliteit en leunen aan bij de Antwerpse school van begin 17eeeuw. Zijn afkomst, zijn opleiding in Antwerpen en zijn activiteiten in Hasselt vormen een sluitend geheel. De kleine meester van Hasselt is eindelijk uit de vergeethoek gehaald. De duoportretten van Elsrack, de oudst bewaarde Hasseltse portretschilderijen, werden meer dan drie eeuwen in de stad bewaard door hun afstammelingen Stellingwerff. Ze vinden nu terecht een vaste stek in Het Stadsmus. ★ ★ ★


Voetnoten 1 J. ARRAS e.a., Oog in Oog. Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17e en 18e eeuw, 2003, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, p.159 en 160. 2 J.GRAUWELS, ‘De Hasseltse schepenen' in Het oude land van Loon, jaargang 1982 p.173: van Elsrack was benoemd in de schepenzetel nr. 7. De auteur geeft aan als zijn echtgenote Maria Collyns, maar deze was de vrouw van zijn naamgenoot Ad van Elsrack. 3 G. CALUWAERTS, Hasselt intra muros, Standaard Boekhandel, 1989, p. 362 en 3. 4G. STELLINGWERFF, Manuscript STELLINGWERFF, ca. 1900, p. 38: Het origineel maakte deel uit van de bibliotheek Stellingwerff en is in bezit van een erfgenaam van Juffrouw Juliette Stellingwerff, verwant langs Mevrouw Stellingwerff geboren Nagant. Een exemplaar berust bij het Rijksarchief en het Stadsarchief van Hasselt. 5 R.A.H., Schepenbank Hasselt nr. 1887, fol. 255: deling nalatenschap Arnold van Elsrack.29/11/ 1653. 6 J. ARRAS e.a., Oog in Oog. Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17e en 18e eeuw, 2003, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, p. 153: wapen bastaardstam: in goud twee kepers van keel en in een vrijkwartier van lazuur een stappende zwaan van zilver, gebekt en gepoot van goud 7 G. STELLINGWERFF, Manuscript STELLINGWERFF, ca. 1900, p. 34:’ Beschrijvinge der familie van ElsracK. 7 Idem 2003, Stellingwerff, p. 267 tot 276. 8 R.A.H., familiearchieven nr. 572. 9 G STELLINGWERFF, Manuscript STELLINGWERFF, ca. 1900. 10J. ARRAS e.a., ‘Oog in Oog - Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17e en 18e eeuW, 2003, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof. 11 J. ARRAS e.a., J. ARRAS e.a., Oog in Oog. Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17* en 18e eeuw, 2003, Stedelijk Museum Stellingwerff Waerdenhof: Stellingwerff p. 267 tot 276. 12J.B. RIETSTAP, Armoria général J2, p.265; F.GOOLE, Limburgse families en hun wapen deel3, p.80. 13 R.A.H., Smedenambacht Hasselt, register nr. 12, p.40. 14 R.ROMBOUTS en T.VAN LIRIUS, De leggeren en andere historische archieven der Antwerpse Sint-Lucasgilde Antwerpen 1864, zie ook J. ARRAS e.a., Oog in Oog - Hasseltse familieportretten -e n objecten uit de 17* en 18eeeuw, 2003, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, p. 57 en H. DOUCHAMPS, Rubens et ses descendants. 15T. DE MAERE en M.WABBES, lllustraited dictionary of 17.century Flemisch painters 1994 in La Renaissance du Livre, p.291.


17 R.A.H., Oud archief Hasselt nr. 626 (stadsrekeningen) en nr. 26 (Djef Anten) en ibidem Smedenambacht Hasselt nr. 12 p.63 (1625). 18 R.A.H., Oud archief Hasselt nr. 660 (bouwmeester Gielis Van Vinckenroye) p. 66 en 67. 19 M. ILSEN, De Langeman in Kunst in de kijker nr. 37,1996, uitgave Stedelijk Museum StellingwerffWaerdenhof. 20 p BETERS, Laurens Heroudt alias Ignoye, een schilder van Sint-Truiden, 1&eeuw\n Historische bijdragen opgedragen aan H.HEYNEN : Ignoye was een schilder met een zekere faam, met opd ra chte n en sch ild e rije n in Luik, Aken en de om geving van S in t-T ruiden, die ook gelegenheidswerkjes deed voor processies, vergulden, polychromeren, enz. 21 R.A.H., Schepenbank Hasselt nr. 858. over een proces tussen Eckelmans uit Antwerpen en schrijnwerker Willem Mouwen over de opdracht van de abdis van Munsterbilzen. 22 G. CALUWAERTS, Hasselt intra muros, p.15 en R.A.H., gichtregister Hasselt nr. 1898, p.249. 23 R.A.H., gichtregister Hasselt 1902, p.149. 24 R.A.H., gichtregister Hasselt 1907, p.22v° en 166v°8 (1910) p.60: Hij verwijst naar de vroegere foutieve lectuur (Mààrs) en naar de woning in de Persoonsstraat. 25 G. .CALUWAERTS, Hasselt intra muros, p. 226. 26 Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, intussen Het Stadsmus 27 J. ARRAS e.a., Oog in Oog - Hasseltse familieportretten en -objecten uit de 17e en 18e eeuw, 2003, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof: Stellingwerff op.cit.: p.88 28 R.A.H. familiearchief Morren nr 1101 over notarieel attest van authenticiteit van het werk in opdracht van Willem Morren, wellicht broer van Thomas 29 Baron Léon de HERCKENRODE Collection des: Tombes, Epitaphe et blasons de la Hesbaye Gent F. Gyselinck 1845, p.710 30 Schepenbank Hasselt nr. 858 (zie hoger): ...een paneel dat M r Thomas Morren geschildert en vergult heeft 1652.


15


KTÏ

SnÆ

tekst: foto’s:

Dr. Willy CEYSSENS Het Stadsmus

copyright:

Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 HASSELT tel. 011-23 98 90 fax 011-26 23 98 e-m ail: hetstadsmus@ hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005: (nog steeds te verkrijgen aan de museumbalie!) 2 0 0 0 : 90. Schilderij “Portret van Dr. L. Willems” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “S te r v a n l de Roode Roos, 1627; 93. Litho “Gezicht op de Leopoldplaats", ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzeF in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder GuillaumeSj de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)”, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irissen”, ca. 1896-1905.98. B anieifl “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858. 2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van Hasselt", 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarof) 102. Karikatuurtekeningen “10 Hasseltse figuren", Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeên 11eLinieregiment: “Coupe du Roi Albert" & “Coupe Prince Léopold" (2); 104. Affiche “ Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l ’occasion de la kermesse...”, 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1 735-1 1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad H asself, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche £ “KEMPO - bronnen en limonaden", Druk. E. Roose, Hasselt. 2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrodef, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Tweern eeuwen, twee werelderf; 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Rood'] 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskindererf, Simonne R eynders(1924)f 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel Tuin met vrouw’-, 114. Jaarkalender Ceysens-RooseJ 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900'; 116. Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur ‘teams', Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. A ffiche!

“Langemansbief, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121.1 kopergravure ‘Exlibris familie Weytend] 122. Schilderij ‘ Gordon-Bennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. S childe rijen j ‘Geboortehuis! & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertusf, 1801;

2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij 'Grote Capucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent ‘ G ezicht op d M Boulevard met links de gevangenis’, Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17® eeuw; 130. Affiche van het eerste N ederlands! Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. A la m b ie k! afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “ 150 ja a r Koninklijk Atheneum Hasself, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134.| Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976, Eugène Polus, 1951.

2005:

135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘ Tuin m et pauw en zwaan', Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode R o o s |

uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gérard Moonen (° 1953).

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: (eveneens te verkrijgen aan de museumbalie) 2005:

1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus.

2006: 2. Jos Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19» eeuw; 4. De kapel van S pa lb ee kj 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten. 2007:

7. Stad in groei. Hasselt in de 19® eeuw; Broederschap van het Heilig Sacrament.

20Q8:

8. De oorsprong van onze kapellen; 9.

Een Hasselts bedevaartvaantje uit de 17® eeuw; 10. Processievaandel van de H asseltse!

11. Ets ‘Het Offer', Jan Toorop (1858-1928); 12. Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 13. 2 zilveren kandelaars,

resultaten van een onderzoek; 14. Handschrift van de Roode Roos 18de-19de eeuw; 15. Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee. D e i exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.