KEIK 17. Een zeldzame skeletklok van Joannes Michael Gaspard Geraets (1791-1859)

Page 1

Het

Stadsmus

EEN BIJZONDERE AANWINST: EEN ZELDZAME SKELETKLOK VAN JOANNES MICHAEL GASPARD GERAETS (HASSELT 1791 - ZIN NI K 1859) ca. 1820; vuurverguld brons en geblauwd staal

Aankoop Stad Hasselt met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de vzw Stadsmuseum Hasselt en de Academie +3 inv.nr. 2008.0054.00



In het voorjaar van 2008 dook in de kunsthandel een uiterst merkwaardige pendule op. Zo’n klok waarvoor je als liefhebber spontaan even de pas in houdt: drie wijzerplaten voor de aanduiding van verschillende functies, een zware compensatieslinger die een uiterst precies gangwerk doet vermoeden en een vormgeving die pure klasse uitstraalt door zijn eenvoud... Zulks nodigt uit om even wat dichter bij te gaan kijken. En toen werd de verrassing compleet. Op de wijzerplaat stond de naam van de Hasseltse klokkenmaker M. Geraets... (foto 1). Nu, een jaar later, staat deze pendule te schitteren in een gloednieuw ingerichte zaal van Het Stadsmus temidden van enkele pareltjes van Hasseltse edelsmeedkunst. Onder meer dankzij de financiÍle steun van de Vlaamse Gemeenschap, de vzw Stadsmuseum Hasselt en de Academie +3 kon de stad Hasselt dit zeldzame uurwerk verwerven en kwam het terug naar de plek waar ze bijna 200 jaar eerder ontstond.


Beschrijving van het uurwerk De pendule is een zogenaamde skeletklok die wordt aangedreven door een pennengang (foto 2). Ze heeft een opengewerkte wijzerplaat met geblauwde stalen wijzers en smalle cijferring waarop de naam staat van de uurwerkmaker: M. Geraets à Hasselt. Het uurwerk is voorzien van kwartierslag op dubbele bel (foto 3). Naast de traditionele uuraanduiding heeft de klok nog twee aparte wijzerplaten waarop respectievelijk de dagkalender en de weekdagen worden aangeduid (foto 4 en 5). De klok wordt aangedreven door een uiterst ingenieus en zeldzaam systeem. Er is slechts één veerton, met name voor het slagwerk. Door een vernuftig systeem met gewichten wordt het gangwerk geactiveerd. Dit gebeurt elk kwartier, wanneer de klok slaat. Dan windt het derde rad van het slagwerk het gangwerk op. Door het gewichtensysteem wordt de trekkracht tijdens het opwinden van het gangwerk gewaarborgd. Dit zorgt voor een continue aandrijving, zodat het uurwerk uiterst precies blijft lopen. Het gangwerk heeft slechts twee raderen, waarvan het grote zevenspakige aandrijfrad aan de buitenzijde van de achterste platine is gemonteerd en een nagenoeg even grote diameter omschrijft (foto 6). Een zware slinger met geringe uitslag zorgt voor precies loopwerk. Dit uurwerk ziet er bedrieglijk eenvoudig uit, maar verbergt een uniek aandrijfmechanisme datje in een stad zoals Hasselt niet onm iddellijk zou verwachten. Rond de eenvoudige geëmailleerde wijzerplaten zitten ringen van vuurverguld brons die versierd zijn met eenvoudige palm etten. Dit versieringsm otief gaat terug op de Empire en is typisch voor de ontstaansperiode van de klok die te situeren is rond 1820.


6


De uurwerkmaker Op de cijferring staat de naam M. Geraets a Hasselt. Er waren twee uurwerkmakers met die naam werkzaam in Hasselt. Michael Geraets (Munsterbilzen 1750/1751 - Hasselt 1831) en diens zoon Joannes Michael Gaspard Geraets (Hasselt 1791 - Zinnik 1859).1 Beide klokkenmakers signeerden op een identieke wijze. Daardoor is het niet altijd helemaal duidelijk wie van de twee de auteur is geweest van de slechts enkele klokken die in openbare en private collecties van hen bekend zijn. Gezien deze pendule met pennengang niet alleen technisch, maar ook stilistisch te situeren is rond 1820 leidt het echter weinig twijfel dat het in verband te brengen is met Michael Geraets junior. Diens vader had rond 1820 al de respectabele leeftijd van ca. 70 jaren, terwijl junior met zijn 30 jaar op dat ogenblik een aanstormend talent was, dat zichzelf nog moest bewijzen. Als Michael Geraets junior inderdaad de auteur is van deze klok (en daar is m.i. weinig twijfel over, zie verder) dan leverde hij met dit uurwerk op jonge leeftijd een heus bravourestukje af dat in zijn genre zo uniek is dat er weinig vergelijkingsmateriaal van bestaat. V oordat ik ke n n is m aakte m et dit u u rw e rk kende ik de klokkenmakerdynastie Geraets uit Hasselt enkel als de auteurs van enkele degelijk maar eenvoudig dag- en weekwerken (foto 7 hiernaast) die zowat overal in Limburg en het Maasland werden vervaardigd in die dagen (foto 8). Niks speciaals dus. Bij de eerste confrontatie met de naam Geraets op de wijzerplaat, was mijn reactie voorspelbaar... Bij een klok van dit niveau in onze streken denkt men immers bijna onmiddellijk aan topuurwerkmakers zoals Hubert Sarton (Luik 1748 -1 8 2 8 ) of de iets minder bekende Jan Willem Aerts (Tongeren 1786-1864). Eerstgenoemde ging zijn mĂŠtier leren in Parijs en leverde vervolgens een reeks technische hoogstandjes en zeer gecompliceerde uurwerken en pendules af van internationaal niveau. Aerts legde zich meer toe op het vervaardigen van precisie-uurwerken.


In eerste instantie vermoedde ik dat Geraets een heel bijzonder uurwerk in het atelier van Sarton had besteld en er zijn naam als verkoper had op geplaatst. Een praktijk die al zeer gewoon was in die dagen en die al werd toegepast door beroemdheden zoals Gilles De Beefve hofuurwerkmaker van de Prins-bisschop van Luik (foto 9 en 10). Een grondig onderzoek van het uurwerk samen met enkele deskundigen waarbij het oeuvre van Sarton en diens specifieke werkmethodes werden vergeleken met deze klok nam echter alle twijfel weg. Dit uurwerk ontstond wel degelijk in het atelier van Michael Geraets junior en is niet van de hand van Sarton.

g Het leidt geen twijfel dat Geraets vertrouwd is geweest met de technieken die Hubert Sarton toepaste. Ze waren per slot van rekening tijdgenoten. Sarton werkte erg verfijnd en toonde zich een begenadigd uurwerkmaker die een eigen interpretatie gaf aan systemen die onder meer in Parijs werden toegepast (foto 11).2 Wanneer we de klok van Geraets vergelijken met het typische oeuvre van Sarton, dan is eenzelfde eigenzinnige aanpakte herkennen. Maar de Hasseltse klok verschilt in de opbouw van het uurwerk heel sterk met de pendules van Hubert Sarton. Tevens hanteren beide klokkenmakers een heel eigen herkenbare techniek om hun raderen te draaien. Ook de zgn. ‘Sartonslinger’, een fraai uitgewerkte compensatieslinger onderscheidt zich duidelijk van de relatief eenvoudige vorm van de slinger die de Hasseltse klok aandrjjft.

11


We zochten ook naar vergelijkingsmateriaal om een aanknopingspunt te vinden voor het wel heel bijzondere aandrijfsysteem. Aan het einde van het Ancien Régime en het begin van de 19deeeuw werd er op vele plaatsen in Europa, onder meer in Parijs, gezocht naar oplossingen om uurwerken steeds preciezer te laten lopen. Daar werden - zoals in de klokken van Hubert Sarton en de Hasseltse pendule - gesofisticeerde pennengangen voor gebruikt in combinatie met de genoemde (compensatie)slingers. Er werden zelfs technieken uitgedokterd om in alle omstandigheden de volledige trekkracht van het gangwerk te blijven waarborgen, zelfs op het moment dat het werd opgewonden, traditioneel een moment van energieverlies en dus van onnauwkeurigheid. Van Hubert Sarton is er een pendule bekend die zo’n systeem toepast via het gangwerk. De Hasseltse klok echter toont een uniek systeem waarbij het gaande werk wordt geactiveerd en telkens opnieuw wordt opgewonden door gebruik te maken van het energieverlies dat optreedt wanneer het slagwerk van het uurwerk wordt geactiveerd. Op die manier ontstaat er een ‘eeuwig durende en constante trekkracht zonder energieverlies (uiterst grote nauwkeurigheid) zolang het slagwerk van het uurwerk regelmatig wordt opgewonden. Een toepassing waarvoor tot dusver verder geen ander concreet vergelijkingsmateriaal kon worden aangevoerd.

Michael Geraets: een heel bijzondere uurwerkmaker van Hasseltse bodem In de loop van het onderzoek werd duidelijk dat we onze kijk op de productie van de Hasseltse uurwerkmaker Michael Geraets moeten verruimen en ook de positie van Hasselt binnen de uurwerkproductie van die dagen moeten bijstellen. Naast deze zonder meer unieke pendule dook in de loop van het onderzoek nog de vermelding van een andere uitzonderlijke klok op, die het vakmanschap van Michale Geraets in een ander daglicht stelt. In zijn onvolprezen boek over de Belgische en Nederlands Limburgse klokkenmakers3 maakt de auteur melding van een precisie-uurwerk van M. Geraets uit 18201830 met halve secondeaanduiding en een looptijd van 40 dagen. Dit bewijst duidelijk dat Geraets inderdaad een veel ruimere belangstelling had voor precisietechnieken dan zijn eenvoudige dag- en weekwerken zouden doen vermoeden. En Geraets stond hiermee in Hasselt in zijn dagen niet alleen. Ook Leonard Guillaume Joosten (Hasselt 1762 -1 8 4 9 ) en diens zoon Arnoldus (Hasselt 1798 - 1856) leverden meer dan middelmatige uurwerken. Bij twee gelijkaardige pendules, waarvan één in Het Stadsmus gebruikt Joosten een aandrijving met pennengang en centrale secondewijzer (foto 12). Meteen andere, zeer uitzonderlijke pendule, laat hij de wijzerplaat voortdurend in een hoek van 180° rond haar as draaien, zodat het uur vanuit alle hoeken van de kamer kan worden afgelezen. Deze klok, voorzien van een carillon met 17 bellen is rechtstreeks geïnspireerd op een uurwerk waarvoor Hubert Sarton erkenning kreeg van L’A cadémie Royale des Sciences te Parijs.

12


Conclusie Deze klok van Michael Geraets is in heel veel opzichten uniek. Het aandrijfsysteem waarbij het gaande werk wordt opgewonden wanneer het slagwerk wordt geactiveerd is een heel bijzondere en eenmalige vondst die het technisch talent en de creativiteit van de klokkenmaker onderstreept. Internationaal is er zelfs nauwelijks vergelijkingsmateriaal voor te vinden. Ondanks hun beperkte productie van heel bijzondere klokken zorgden Leonard Joosten en Michael Geraets er rond 1800 -1 8 2 0 met hun tweeën voor dat Hasselt, naast Luik (Sarton) en Tongeren (Aerts) bij het kleine kransje hoorde van belangrijke uurwerkmakercentra in het Maasland. Via Hubert Sarton, die zijn opleiding in Parijs genoot, ontstond een op Frankrijk gerichte klokkenproductie maar met een duidelijk Maaslandse inslag. Geraets en Joosten deden daar ieder op hun manier hun creatieve ding mee en zetten zo Hasselt als bescheiden productiecentrum voor gesofisticeerde uurwerken mee op de kaart. Dat Het Stadsmus met de aankoop van deze pendule de kans greep om een stukje van deze minder bekende cultuurgeschiedenis in huis te halen is dan ook een heel belangrijke verrijking! ★ ★ ★

Voetnoten: 1 FRAITURE Bibl. E., Staande klokken en uun/verkmakers in Vlaanderen, Leuven, 2006, p. 2 1 0 - 211 . 2CHEVALIERA.,THIRYA., L’Âge d ’or de l ’horlogerie Liégoise, Brussel, 2003, p. 50. 3 MESTROM P.TH, Uurwerken en Uurwerkmakers in Limburg, 1367 -1 8 5 0 .


I



tekst: foto’s:

Walter SCHEELEN, bvba Veilingen Aeko Het Stadsmus

copyright:

Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 HASSELT tel. 011-23 98 90 fax 011-26 23 98 e-mail: hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005: (nog steeds te verkrijgen aan de museumbalie!) 2 0 0 0 : 90. Schilderij “Portret van Dr. L. Willems" (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “SteT van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “Gezicht op de Leopoldplaats”, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzer in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder GuillaumetëM de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920Y, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “ Irissen”, ca. 1896-1905.98. B a n ie r f ii “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858. 2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van H asselt, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot, 102. Karikatuurtekeningen “10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeên 11*Linieregiment: “Coupe du Roi Albert" & “Coupe Prince Léopold” (2); 104. | Affiche “ Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l'occasion de la kermesse...”, 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735- H 1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad H asself, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. A ffic h e ™ “KEMPO - bronnen en limonaden”, Druk. E. Roose, Hasselt. 2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode!', 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Tweesm eeuwen, twee werelderf-, 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roosf ; 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskindererf, Simonne R e ynd e rs(1 9 24 )j||| 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw) 114. Jaarkalender Cevsens-Roose.jPi 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur 'Icarus', Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. A ffic h e |||

“Langemans b ie r, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121.Ç.kopergravure ‘Exlibris familie Weytend; 122. Schilderij ' G ordon-Bennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. S c h ild e rije n » ‘Geboortehuis' & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertus', 1801;

2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent ‘ Gezicht op de

Boulevard met links de gevangenis', Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17* eeuw; 130. Affiche van het eerste N e d e rla n d s ^ Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. A la m biekfff| afkomstig uit Staatiaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “ 150 ja a r Koninklijk Atheneum HasselT, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134.; ; Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofd redacteur van HBvL van 1929 tot 1976, Eugène Polus, 1951.

2005: 135.

Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin m et pauw en zwaar!, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode R o o s a H

uitgave in beperkte oplage Lg.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gérard Moonen (° 1953).

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: (eveneens te verkrijgen aan de museumbalie) 2005: 1. De archeologische vondsten

van Herkenrode in Het Stadsmus.

2006: 2. Jos Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te

Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19* eeuw; 4. De kapel van Spalbeekj

5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten.

2007:

7. Stad in groei. Hasselt in de 19* eeuw;

8. De oorsprong van onze kapellen; 9. Een

Hasselts bedevaartvaantje uit de 17* eeuw; 10. Processievaandel van de Hasseltse]

Broederschap van het Heilig Sacrament.

2008:

11. Éts 'Het Offer’, Jan Toorop (1858-1928); 12. Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 13. 2 zilveren kandelaars,]

resultaten van een onderzoek; 14. Handschrift van de Roode Roos 18d*-19d* eeuw; 15. Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee. Dej exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque.

2009:

16. Thomas Morren schildert de familie Van Elsrack.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.