KEIK 28. Hasselt aan zee. Een eeuw marineschilderkunst

Page 1

Hasselt aan Zee Een eeuw marineschilderkunst. Paul Marie Bamps (1862-1932), Zeilboot op strand, s.d., gouache op karton.

28

Inv.nr. 2001.0325.00 Schenking vzw Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof 2001


De geschilderde zee Tegenwoordig is de zee een zeer toegankelijk onderwerp voor kunstenaars en, meer algemeen, een zeer nabije en bereikbare reisbestemming. Dit is evenwel, in historisch perspectief, nog niet zo lang het geval. Om de zee te kunnen schilderen, moesten er eertijds immers twee tot drie voorwaarden ingelost worden. Op de eerste plaats was het noodzakelijk dat mobiel verfmateriaal ter beschikking was. Pas vanaf 1766 kwamen de eerste aquareldozen op de markt en voor de eerste olieverftube was het zelfs wachten tot 1841.1 Het spreekt voor zich dat in de marge van deze uitvindingen ook mobiele schildersezels ontwikkeld werden. Tot dan toe had de kunstenaar op verplaatsing zich moeten beperken tot een tekenplankje waarop hij met zilverstift, potlood of krijt kon schetsen. Een tweede voorwaarde was de mobiliteit van de schilder zelf. Buiten een zeldzame avonturier, was het pas met de opkomst van de trein vanaf 1835 dat kunstenaars zich op een redelijk vlotte en snelle manier naar de kust konden verplaatsen. Net zoals de treinverbinding Hasselt – Maaseik (1874) van grote invloed geweest is op de ontsluiting van de Limburgse Kempen als artistiek thema, heeft ook de trein naar de kust een belangrijke invloed gehad op de groei van de marine als onderwerp (Brussel – Oostende vanaf 1838). Het waren trouwens vaak schilders die als eerste de charmes van de kust ontdekten en zo pioniers waren van het ontluikende toerisme. De toenmalige zoektocht naar ongerepte landschappen is te verklaren tegen de achtergrond van de romantiek: naast de exploratie in de tijd naar passende historische onderwerpen, was er ook de drang om in ruimtelijke zin nieuwe horizonten te exploreren. De 19e-eeuwse kunstenaar was niet langer in loondienst van de adel of afhankelijk van kerkelijke opdrachtgevers, maar wou, o.m. onder de vorm van naar de natuur geschilderde landschappen, een aangepast aanbod creëren ten behoeve van het nieuwe publiek dat de burgerij was. Deze eerste twee voorwaarden verklaren waarom het pas na 1850 was dat het zgn. pleinairisme, waaronder ook de marineschilderkunst, ten volle ontwikkeld kon worden. Een derde voorwaarde waaraan meestal voldaan moest worden, is de factor tijd. Dit was niet meteen een probleem voor de professionele kunstenaars, of degenen die aan de kust woonden, maar voor iemand uit het verre binnenland zoals Hasselt, was het wachten op de invoering van het betaald verlof (1936), vooraleer men voor zekere tijd naar de kust kon trekken.

De zee, een bewogen onderwerp Eens aan de hierboven geschetste voorwaarden voldaan is, dient de zee zich aan als een aantrekkelijk en zelfs eenvoudig onderwerp. Of zoals Bernard Dewulf het stelt: “... is het niet moeilijk om de zee te schilderen. Iedereen kan de illusie van één derde lucht, een derde zee en een derde strand op papier of doek brengen. Er is zo weinig teken- of schilderklaar als de zee. Daarom, lijkt het mij, moet het verschrikkelijk moeilijk zijn de zee te schilderen.” 2 Daarmee raakt de auteur de paradox van de zee aan: het is een makkelijk onderwerp en daardoor tegelijk zo lastig om te ontsnappen aan het cliché van blauwgele horizontaliteit dat geboetseerd is door generaties postkaarten en familiekiekjes. Bovendien is de zee, voor de nauwgezette observator, een ondankbaar onderwerp omdat het 'een model is dat nooit stilzit' (Artan):

Afb. 1

2


de zee beweegt constant en daardoor is de impact van het licht op het water ook telkens anders.3 Zo wordt het gemakkelijke onderwerp een uitdaging. Bovendien geven sommige kunstenaars aan de zee, omwille van haar indrukwekkende oneindigheid, een gesublimeerd en zelfs religieus karakter. Naast de zee op zich, vallen er nog aanverwante onderwerpen onder de brede noemer 'marine'. Op de eerste plaats boten, havens en vissers en uiteindelijk ook de homo ludens op het strand. Die variëteit, en de connotatie met vakantie, geeft aan de marine een grote aantrekkingskracht.

De eerste Hasseltse kunstenaar aan zee Godfried Guffens (1823-1901) heeft meerdere studiereizen gemaakt in Europa. Minstens tweemaal heeft hij daarbij verbleven op Capri, een Italiaans eiland in de baai van Napels. De gevierde schilder van portretten en monumentale fresco's kwam zo heel direct in contact met de zee en werd er zowaar lyrisch van, zoals hij zelf in een reisbeschrijving uit 1887 neerschreef: “Capri lijkt op een groot schip dat drijft op de grote blauwe zee; aan de ene zijde heeft het de Golven van Napels en Salerno; langs de andere kant de immense zee met elke dag wisselende weerkaatsingen. (...) De Golf van Napels is heerlijk, de zee is diepblauw. Links ziet men de eilanden Ischia en Procidia; de Kaap Micena en Napels in de verte, met daarbovenuit de Vesuvius met zijn witte pluim. Achter dit schitterend geheel rijst het pittoreske silhouet van de bergen van Calabrië: een onovertroffen spektakel. De lucht vervult u met een onbeschrijflijk welzijn. Was het het mooie weer of de herinneringen van 35 jaar geleden (toen ik dit verleidelijk oord voor de eerste keer zag), ik weet het niet, maar deze plaats heeft me zo beïnvloed dat ik mij voelde zwemmen in een grenzeloze gelukzaligheid. Wat is de wereld mooi en wat is het jammer dat we haar eens moeten verlaten! Men zegt dat de andere wereld nog mooier is: ik geloof het wel maar ondertussen zal ik toch genoten hebben van diegene waarop ik woon en bedank God van ganser harte dat hij mij gegund heeft dit geluk te ervaren en deze wonderen te ontdekken.” 4 Op en rond Capri schilderde Guffens plaatselijke volksfiguren zowel als genrestukken.5 Eén tekening met een zicht op het eiland is bewaard, maar marines ontbreken volledig.6 Mogelijk was landschapschilderkunst voor de academisch gevormde schilder een minderwaardig genre. Zijn reisdoelstelling was dan ook niet om het landschap te vereeuwigen, maar om kopieën te maken naar fresco's van oude Italiaanse meesters. Guffens' verre zee-ervaringen waren in die tijd op zich heel uitzonderlijk, zeker vanuit de Hasseltse context: de eerste generatie van marineschilders zou zich immers tevreden stellen met de Belgische kust als artistieke bestemming.

De zee als impressie De eerste schilders uit Hasselt die de zee opzochten om er te gaan schilderen, sloten niet aan bij de al sinds de 17e eeuw bestaande genres van de marine, nl. het zeegevecht en het scheepsportret.7 Veeleer sloten ze aan bij de jongere, tijdens de romantiek, opgekomen stroming van de sfeerscheppende zeezichten zoals Constable, Friedrich en vooral Turner die hadden gecreëerd. In deze lijn schreven ook Louis Artan en James Ensor zich in. 'Sfeerscheppen' klinkt wat te oppervlakkig en te vrijblijvend om hun vaak monumentale en in elk geval impressionante marines te beschrijven. De Hasseltse kunstenaars kozen veelal voor een minder symfonische aanpak als hun grote voorgangers en schilderden eerder een soort van kamermuziek met subtiele stemmingen. Een eerste generatie bracht de indrukken van wat ze aan zee of op het strand registreerde met zorg en zon op papier of doek over: de zee als impressie. 3


De pionier vanuit Hasselt was rechtbankvoorzitter Paul Bamps (1862-1932).8 Hij was een amateurschilder met ambitie, die weliswaar autodidact was, maar tijdens een verblijf in Heist raadgevingen had gekregen van de bekende aquarellist Henry Cassiers. Mogelijk was het onder diens invloed dat bij het werk van Bamps vaak een blauwe tonaliteit overheerst die een opgewekte sfeer oproept. In zijn geboortestad Hasselt tekende hij talrijke aquarellen en gouaches met stadszichten, bijzonder van bedreigde gevels.9 Daarnaast was hij actief als illustrator voor historische publicaties, maar ook als ontwerper van affiches, menu's en ander gelegenheidsdrukCat. 9 werk. Als bezieler van de kunstkring 'De Heecrabbers' vervulde hij bovendien een belangrijke sociale functie in het artistieke leven.10 Zijn passie voor de zee bracht hem jaarlijks van juli tot oktober aan de kust, eerst in Heist en later in De Panne. Hij verbleef daar aanvankelijk in het Hotel du Kursaal (met zicht op zee), om er uiteindelijk een villa te verwerven. Hij overleed er op 70-jarige leeftijd, net bij het bereiken van zijn emeritaat en in de verwachting zich daarop definitief aan de kust te kunnen vestigen. Bamps schilderde nooit de zee zonder meer. Op zijn minst dobberen er vissersboten op de golven. Nog vaker toont hij een schip schuinweg in het zand. Daarbij koos hij meestal het moeilijkste perspectief door de romp in de diepte, dus met verre vluchtlijnen, weer te geven. Dit was een typisch beeld op het strand van De Panne, omdat daar wel een visserskolonie was, maar geen eigenlijke haven: de boten ('panneschuiten') voeren via Nieuwpoort binnen en kwamen bij vloed in de naburige badplaats toe en bij eb lagen ze op het droge.11 Vaak zijn schippers of vissers aan het werk op zijn aquarellen en gouaches, soms kijken toeristen toe. Ook vereeuwigt Bamps de zo typische zeilwagens op het brede strand van De Panne. Tegelijk zocht hij de witgekalkte vissershuizen op met hun rode pannendaken en schilderde deze zowel van buiten als van binnen. De zee was zijn tweede thuis en met veel gevoel voor sfeerschepping heeft hij hierover in zijn werk gerapporteerd. Dat dit voor hem veel meer betekende dan een louter tijdverdrijf, blijkt uit het feit dat hij al vroeg deelnam aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland: Hasselt (1891), Roubaix (1892), Brussel en zowaar Chicago (1893)…12 Bij gelegenheid van het Salon des Aquarellistes et Pastellistes te Brussel in juni 1906 schreef recensent Sander Pierron over het vredige karakter van Bamps’ werk en voegde hij een afbeelding toe van een aquarel van een schip op het strand.13 Toen de Hasseltse Geschied- en Oudheidkundige Studiekring in de jaren 1930 een album uitgaf met reproducties van acht oude gevels die door Bamps getekend waren, was er een tekst toegevoegd met o.m. een interview met Jos Damien over zijn collega kunstschilder.14 Hierbij was een tekening afgedrukt die Bamps voorstelde al tekenend op het strand. Het geeft een intrigerend beeld van de kunstenaar aan zee: hij draagt een kniebroek waarop zijn schildersdoos rust. Tegen het opstaande deksel staat een plankje of karton waarop hij met een krijtje in de linkerhand het werk aanzet, terwijl hij in de rechterhand vermoedelijk een aquareldoos vasthoudt. Vele toeristen lonken mee over zijn schouder, maar de kunstenaar met de indrukwekkende snor werkt rustig verder. Een generatie na Bamps trok ook Jos. Damien (1879-1973) naar de kust.15 Na de Eerste Wereldoorlog had hij zich opgewerkt tot één van de meest gevraagde portretschilders van het land. Ook vanwege de koninklijke families van Laken en Luxemburg ontving hij op4


drachten. Zijn portretten zijn technisch knap en zeer gelijkend, maar ogen nooit streng. Door een voorzichtige glimlach op het gelaat van de geportretteerde en een zacht koloriet, ademt zijn werk optimisme uit. Wanneer de succesvolle kunstenaar op vakantie was aan de kust, kon hij het niet laten om te schetsen en te tekenen. Hij werkte o.m. in Oostende en nam van daaruit de kusttram naar andere bestemmingen zoals Nieuwpoort. Net als Bamps schilderde hij nooit de zee op zich. Er figureren schepen, maar ook en vooral rustende visCat. 18 sers of spelende kinderen. Steeds zocht hij de positieve en onbezonnen kant van het kustleven op. Van sommige rake schetsen maakte hij later in zijn atelier schilderijen in olieverf.16 Tot aan de Tweede Wereldoorlog pakte Damien zelden uit met zijn ‘vakantiewerk’, maar toen er in 1957 naar aanleiding van zijn 80e verjaardag een retrospectieve tentoonstelling gehouden werd in het Provinciaal Begijnhof te Hasselt, werd er een ruime selectie werken van aan de kust tentoongesteld.17 Het meest bekende werk van Damien in de sfeer van de zee is het monumentale strandtafereel uit 1930:18 het toont zijn leerlinge Anne Rutten (1898-1981) die een groep spelende kinderen vereeuwigt.19 De kunstenares neemt al lachend wat afstand van haar schildersezel om het onderwerp te overschouwen en te vergelijken met het aangezette doek. Aan de voet van de ezel staan twee doeken en een tekenmap. Een knaap speelt met penselen op de grond. Anne Rutten heeft dit werk, dat haar bezit was, in 1981 aan Het Stadsmus gelegateerd. Het illustreert treffend één van haar geliefkoosde vrije onderwerpen, nl. kinderen. Hiervoor had ze al vrij vroeg een degelijke reputatie.20

Cat. 15

5


Hasseltse keramiek aan zee Een bijzondere Hasseltse aanwezigheid aan zee zijn de tegelpanelen die in de vroegere keramiekfabriek vervaardigd zijn ten tijde van de Belle Epoque.21 Vooral in Blankenberge zijn er nog relatief vele kleurrijke gevelversieringen bewaard gebleven, zowel in situ als in het Belle Epoquecentrum.22 Tussen het negentigtal ontwerpen voor tegelpanelen in de verzameling van Het Stadmus, bevinden zich ook twee voorstellingen met zeilboten op zee.23

Afb. 2

De zee als expressie De ontwikkeling van het expressionisme in de Europese kunst heeft ook een zekere invloed gehad op de schilderkunst in Limburg, ook al nam het daar een minder uitgesproken vorm aan. Kunstenaars legden meer een meer een persoonlijke toets in hun werk en namen hierbij een zekere vrijheid ten opzichte van de realiteit. Bij de ene lag het accent op een geabstraheerde lijnvoering en bij anderen op een uitgesproken koloriet. Een belangrijk, maar wat onderschat kunstenaar was Lucien Nolens (1879-1954).24 Hij nam afstand van het pittoreske en borstelde stevige landschappen in bruine tonaliteit en bracht actuele onderwerpen in beeld als zwoegende arbeiders in een haven of bij de aanleg van het Albertkanaal. Ook aan zee bleef hij trouw aan zijn basisopties 25: de garnaalvisser te paard uit Oost-Duinkerke is in bijna monochroom blauw weergegeven. Het werk ademt geen nostalgische sfeer uit en is evenmin anekdotisch, maar toont respect voor het trotseren van de weersomstandigheden. Lucien Nolens drukte ook zijn stempel als leraar schilderkunst aan de academie van Hasselt, waar hij les gaf aan o.m. Paul Hermans, Pierre Cox, Jac. Leduc en aan zijn nicht Paule Nolens.

Cat. 23

6


Gaston Wallaert (1889-1954) heeft, lang voor hij schilder werd, als tiener een carrière op zee overwogen.26 Hij monsterde aan op een opleidingsschip, maar door een ongelukkige val uit een mast, moest hij deze roeping onherroepelijk opgeven. Ondanks een eerder wankele gezondheid, studeerde hij vervolgens met succes aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel. Via artistieke vriendschappen en zijn huwelijk met een Hasseltse vestigde de schilder van West-Vlaamse afkomst zich definitief in Limburg. Het zou tot de Cat. 37 vroege jaren 1930 duren vooraleer hij opnieuw de zee ontdekte, nu als onderwerp van zijn schilderijen. Hij maakte er portretten van met wisselend gemoed: soms oogt de zee rustig, soms woelig 'vonkenspattend' 27, maar altijd is ze oneindig. Wallaert werkte op het snijvlak van impressionisme en expressionisme en voegde er een soort emotioneel kolorisme aan toe. Van zijn hand is ook een zeezicht in houtsnede bekend, waarbij hij het schuim van golven expressief weet weer te geven.28 In zijn korte autobiografie repte Paul Hermans (1898-1972) met geen woord over zijn werk aan zee, buiten de melding dat hij voor een langere periode in Nederland vertoefd had.29 Toch was het een belangrijke fase in zijn loopbaan. Na zijn schitterende studies aan de Brusselse Academie, had hij zich aanvankelijk als schilder in de hoofdstad gevestigd. In de artistiek verwarrende tijden tussen het vooruitgangsdenken in de jaren 1920 en de, na de beurscrash van 1929, algemene mildering tijdens het volgende decennium, bleef hij op zoek naar de hem best passende stijl. Dit bracht hem in de jaren 1930 op studiereis in Nederland waar hij invloed onderging van de werken van Georges Hendrik Breitner. Diens warme en donkere koloriet nam hij over in Amsterdamse stadszichten, maar ook wanneer hij havens in beeld bracht. Zo verbleef en werkte hij in Scheveningen, Dordrecht en Volendam. Er zijn ook zichten van hem bekend op de Mont-Saint-Michel in Frankrijk en op vissersboten in Oostende. Hermans brengt telkens een synthetische weergave van een atmosfeer die hij ervaren heeft en overstijgt zo in zijn werk het momentane. De beelden wist hij zo in zijn geheugen te prenten, dat hij er nog op latere leeftijd in zijn atelier naar teruggreep.30

Cat. 33

7


Jac. Leduc, meester van de zee Jac. Leduc (°1921) heeft met vaardige hand talrijke land- en stadszichten in Limburg en elders getekend en geschilderd.31 Steeds was en is hij sterk aangetrokken tot water:32 vennen in de Kempen, het Albertkanaal, de Seine in Parijs, de Theems in Londen... Het wekt dan ook geen verwondering dat hij gepassioneerd is door de superlatief van water die de zee is. Leduc is zowel actief aan de Belgische kust, als in ZuidFrankrijk, waar zijn palet sterk opgelicht is. Bij het schilderen aan zee heeft hij twee bijzondere focuspunten: de lineaire articulatie van zeilen en masten en de kleurenvariatie van lucht en water. Soms hanteert hij een uitgesproken verCat. 40 ticaal formaat om de cadans van opeenvolgende aangemeerde schepen panoramisch in beeld te brengen. Wanneer hij de zee schildert, verkent hij het hele scala van kleurschakeringen om de permanente dialoog tussen zonnestralen en golven in beeld te brengen. Met veelal snelle, maar rake verftoetsen creëert hij levendige marines die hij met behoud van intensiteit overdraagt aan de toeschouwer. Ook in zijn omvangrijke grafische oeuvre neemt de zee een prominente plaats in. Zo bracht hij in 1980 'Oostende in de Kunst' uit, een map met 1 zeefdruk en 9 litho's (22 ex.). Een jaar eerder had hij al 'Zee-Beeld-Boek' uitgegeven met 10 originele olieverfschetsen (14 ex.).

Kunst en fotografie Het is bekend dat de uitvinding en opkomst van de fotografie één van de factoren geweest is die bijgedragen heeft tot de snelle evolutie van de schilderkunst op het einde van de 19e en de vroege 20e eeuw. Op de tentoonstelling Hasselt aan Zee is dit ook af te leiden uit de vergelijking van kunstwerken met postkaarten en foto's uit dezelfde periode. De eerste lichting van eerder realistische kunstenaars heeft door het monopolie van de kleur zichtbare voorsprong in de registratie ten opzichte van de postkaarten in zwart en wit die vaak dezelfde onderwerpen tonen. Met de opkomst van de kleurenfotografie vervalt de documentaire meerwaarde van de realistische schilderkunst en wordt de kunstenaar zo gestimuleerd om aan hetgeen hij waarneemt een meer persoonlijke toets mee te geven. Finaal, wanneer de postkaart haarscherp met topografische precisie de kust in beeld brengt, ontwortelt de kunst zich van het hier en nu en staat het idee voorop.

Afb. 3

Cat. 3

8


De zee als idee “Toen ik de Middellandse Zee voor het eerst zag herkende ik direct mijn moeder” schreef Pierre Cox (1915-1974) ooit.33 Hierbij is de zee geen geografische plek meer, maar een emotie of een idee. Als Cox vrouwenfiguren aan de kust tekent of schildert, lijkt hij aan te sluiten bij een Franse traditie die begon bij Renoir en verdergezet werd bij o.m. Cézanne en Matisse. Naar één van de werken van deze laatste, kan de sfeer best omschreven worden als 'Calme, luxe et volupté'. Pierre Cox verbleef na het begin van de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk en was daar onder de indruk gekomen van het zuiderse licht dat Cat. 49 zijn koloriet blijvend zou beïnvloeden. Hij loodste de schilderkunst in Limburg binnen in de tegenwoordige tijd en inspireerde zo een schare jonge kunstenaars rondom hem onder de groepsnaam Helikon. In de gelijknamige galerij vond in 1966 de tentoonstelling 'de Zee' plaats:34 het was een eerder zeldzame thematische samenwerking door een groep die eerder door inzet en ambitie dan door stijl of inhoud met elkaar verweven was. Paule Nolens (1924-2008) trok veelvuldig naar mediterrane landen waar ze de kust in gave aquarellen observeerde: “vlug en raak genoteerde en geschetste indrukken van beelden en stemmingen, ..., een apart hoofdstuk in haar kunsten, ... (waar ze) een opgewekte, blijmoedige toon laat horen in een oeuvre dat, algemeen gezien en van meet af aan, een ingekeerd en zwijgzaam gemoed verraadt.” 35 Ook haar figuren in pastel uit de jaren 1960 en 1970 ademen een zuiderse sfeer uit. Cat. 46

Bij Ray Remans (°1926) is de zee niet meteen een centraal thema, maar duikt het wel op zowel in zijn grafiek als in zijn acryls. Zijn vormexperimenten brengen de zee het dichtst bij de abstractie. In 'Herinnering aan Port-Grimaud' brengt hij een kernachtige synthese van vakantie-ervaringen.36 ‘Diepe kusten' of 'La Plage de mes souvenirs' van Walter Vilain (° 1938) is eerder een mentale dan een visuele herinnering aan de kust.

Cat. 53

Cat. 57

9


Robert Vandereycken (° 1933) geeft in zijn oeuvre, letterlijk en figuurlijk, gestalte aan de universele mens. Soms is deze gesitueerd aan zee: zo vervaardigde hij aanvankelijk o.m. strandtaferelen in de Franse sfeer.37 Sinds een tiental jaar heeft hij een nieuwe38, want ecologische dimensie geïntroduceerd in de Hasseltse zeeschilderkunst: pentekeningen van vogelkadavers in close up confronteren de toeschouwer met de bedreiging die een vervuilde zee kan betekenen voor de waterfauna. Cat. 56

Dat een overzicht van Hasseltse kunstenaars aan zee eindigt met een fotograaf is geen toeval. Fotografie aan de kust was doorheen de decennia vooral een functioneel instrument om de herinnering te vatten in clichématige beelden. Tegenwoordig is het meer dan ooit een autonome kunstvorm die niet moet onderdoen voor schilderkunst. André Bertels (°1941) bekijkt de realiteit onverbloemd en brengt onderwerpen in beeld die vaak een zekere tristesse oproepen en steeds tot de essentie zijn uitgezuiverd. De zee heeft hij vaak gefotografeerd, soms ook in meerdelige werken. Op de tentoonstelling hangen twee zwart-wit opnames bij valavond. Alles wat een klassiek zeezicht kenmerkt blauw, breed en zonnig – is hier opgegaan in een bijna alles verhullende donkerte. Zo wordt de zee eerder suggestie dan realiteit, eerder liniaire abstractie, Cat. 60 dan volplastisch bruiswerk. De kleurenfoto toont de zee, gekooid door kijkvensters: een visuele aanklacht tegen de urbanisatie aan de kust. Het ongerepte beeld dat kunstenaars een eeuw geleden nog onbelemmerd konden vereeuwigen, is vandaag bezoedeld door steen en staal.

Uitwaaien, tot slot Hoewel de kunstenaars die hierboven de revue gepasseerd zijn, vaak weinig of niets met elkaar te maken hebben buiten hun Hasseltse afkomst, ligt de binding in het feit dat ze in meer of mindere mate zee en kust hebben vereeuwigd in hun werk. Meer dan honderd jaar al trekt die grote blauwe massa kunstenaars aan die, steeds vanuit hun eigen tijd en temperament, telkens nieuwe dimensies weten te ontdekken. Zoals de zee oneindig is, is het thema een eeuw lang onuitputtelijk gebleken. ***

10


Voetnoten 1 2 3

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

15 16 17 18 19

20 21 22 23 24

V. FINLAY, Kleur. Een reis door de geschiedenis, Amsterdam, 2003, pp. 25 - 26. B. DEWULF, De geschilderde zee, Gent – Amsterdam, 2003, p. 10. Vgl. de beschrijvng in E. BARTHOLEYNS, La Côte Belge. De La Panne à Knocke, Brussel, s.d., p. 40: “L'eau de la mer présente les tons les plus changeants; elle est grise ou bleue, verte parfois, et le plus souvent glauque. Ces couleurs varient en raison du plus ou du moins de salure des eaux, de la nature du lit, de l'état du ciel, de l'incidence des rayons solaires, des remous qui déplacent les sales du fond. Le limon que les eaux roulent les rend d'un jaune douteux, dont la monotomie est brisée par l'écume blanche qui couronne chaque vague.” Geciteerd in Godfried Guffens 1823 – 1901. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1981, pp. 74-76; oorspronkelijk gepubliceerd in Fédération Artistique van 25 februari 1888. Zie voor de genretaferelen Godfried Guffens (1823 – 1901) en het Limburgs historisme. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 2001, pp. 119 – 121. IBIDEM, p. 120, cat. nr. 82. N. HOSTYN, Schilders van de zee, in Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, 22 (1984), nr. 1. J. ROMBOUTS, Paul Bamps (1862-1932) in Hasseltse Portretten. 800 jaar geschiedenis op Mensenmaat. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1997, pp. 74-75. C.G. DE DIJN en Mimi WILMS, Zichten van het oude Hasselt door P.M. Bamps (1862-1932) en aktuele schetsen door studenten van het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur te Hasselt (Kunst en Oudheden in Limburg, 13), Sint-Truiden, 1975. J. ROMBOUTS, De Heecrabbers. Kroniek van een kunstkring (Kunst en Erfgoed in de Kijker, 24), Hasselt, 2010. E. BARTHOLEYNS, La Côte Belge. De La Panne à Knocke, Brussel, s.d., p. 120. H. SWENNEN, Aanteekeningen over Limburgsche schilders, in Limburgsch Jaarboek, 3 (1894-1895), pp. 75-93, bijzonder pp. 90-91 S. PIERRON, L'Année Artistique 1906, Brussel, 1907, p. 147 en illustratie voor p. 201. Hasselt Oude Gevels, map met acht litho's naar tekeningen van Paul Bamps, uitgegeven door de Geschied- en Oudheidkundige Studiekring Hasselt, Hasselt, s.d., p. 12. De tekening, eigenlijk een cartoon, was van de hand van BIZUT. Het interview met Jos Damien werd afgenomen door Jos Lyna. R. ROMBOUTS, Jos. Damien en Anne Rutten. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1991. J. en K. LEENAERS, Jos. Damien 1879 – 1973, Hasselt, 2010, pp. 52, 53 en 73. Jos. Damien. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1959. R. ROMBOUTS, Strandtafereel Jos Damien (Kunst in de Kijker, 28), Hasselt, 1983 Tegenwoordig wordt dit werk 'Strandtafereel' genoemd. In een niet gedateerde brochure uit de jaren 30, verschenen onder de titel, Les peintres F. Jos Damien & Anne Rutten Portraitistes, wordt het betiteld als 'Anne Rutten et ses modèles', net zoals later in K. VAN BOCKRYCK, Jos. Damien en A. Rutten, in De Tijdspiegel, 1 (1946), p. 6: Anne Rutten en hare models. Zie bv. J. CRICK, Anna (sic) Rutten, in Leven en werken onzer beeldende kunstenaars, Gent, s.d. (jaren '30), pp. 141-144 en 352. M. BAECK, Ravissant. Hasseltse Bouwkeramiek. 1895-1954, Hasselt, 2005. www.belle.epoque.blankenberge.be Inventarisnummer 1988.0238.00 L. RASKIN, Situering en betekenis, in Retrospectieve Lucien Nolens. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1974.

11


25

26 27 28 29 30

31 32

33 34 35 36 37 38

J. DESSERS, Lucien Nolens, in De Tijdspiegel, 1 (1946), nr. 3, p. 4, roept de sfeer op van Nolens' zeezichten: “Dan zijn het hoog, woest opslaande golven van een stormige zee, zooals de schilder het geweld van den golfslag gevoeld heeft.” Het meest volledige overzicht blijft M. RUTTEN, Gaston – Jos. Wallaert, Hasselt, 1949. R. VANDERHAVE, Gaston-Jos Wallaert. Bloemen, Heide en Zee, Maastricht – Vroenhoven, 1941, p. 24. IBIDEM, p. 28. Gepubliceerd als Paul Hermans over zichzelf in Retrospectieve Paul Hermans, Hasselt, 1973 (Bank van Brussel) en in Kunstschilder Paul Hermans over zichzelf, As, 1990 (Kulturele Kring St.-Aldegondis). Zo zou hij op het einde van zijn leven in zijn atelier nog indrukken uit Scheveningen hebben weergegeven. Paul Hermans, in De Tijdspiegel, 23 (1968), p. 14. Vgl. ook Kunstschilder Paul Hermans (1898-1972). Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1998, p. 45. Tentoonstelling Jac. Leduc. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1993 en L. CLERINX, Jac Leduc, Hasselt, 1998. Jean Dessers merkte al in 1952 op dat er mogelijk een verband is met het feit dat Leduc geboren is in Ophoven, in de Maasstreek, en zijn voorkeur voor water: J.D., Kunstschilder Jac. Leduc, in De Tijdspiegel, 7 (1952), pp. 136-138. Pierre Cox, Hasselt, 1983, p. 68. Z. BOROCZ, Helikon Intens & Divers, Hasselt, 2009, p. 43 en 152. M. DUCHATEAU, Paule Nolens, Tielt, 1980, p. 88. J. ROMBOUTS, Acryls van Ray Remans (Kunst in de Kijker, 44), Hasselt, 1995. Vgl. bv L. CLERINX en H. DETHIER, Robert Vandereycken, Hasselt, 2002, p. 80, 81, 127, 140, 142-144. Het ecologische als thematiek los van de zee dook al in de jaren zeventig op in het oeuvre van Vandereycken: H. DETHIER en L. CLERINX, Robert Vandereycken, Hasselt, 1992, p. 24.

Afbeeldingen .

1 2 3

Foto van een schilder aan zee door Léon Rombouts, ca. 1935. Ontwerpen voor tegelpanelen van de Hasseltse keramiekfrabriek, collectie Het Stadsmus, 1988.0238.00. Postkaart met zeilwagens op het strand van De Panne, ca. 1930.

12


Hasselt aan Zee. Een eeuw marineschilderkunst. Tentoonstelling in Het Stadsmus van 21 mei tot 28 augustus 2011.

Catalogus: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

Paul Bamps (1862-1932), Vissersboot op het strand, s.d., gouache, 53 x 60 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Twee boten op het strand, s.d., aquarel, 41 x 47,5 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Zeilwagens in de Panne, s.d., aquarel, 41 x 47,5 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Vissers bij hun boten, s.d. aquarel, 52 x 70 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Zeilboot in de haven, s.d. aquarel, 40 x 57 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Boten op het strand, s.d., gouache, 40 x 45 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Zeilboot op het strand, s.d., gouache, 36 x 43 cm. Collectie Het Stadsmus, 2001.0325.00, schenking vzw Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof. Paul Bamps (1862-1932), Boten langs de kustlijn, s.d., gouache, 39,5 x 46 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Zeilboot, s.d., gouache, 46 x 39,5 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Zeilboot op woelige zee, s.d., gouache, 51 x 68 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Zeilboten in een meubel ontworpen voor de dochter van Damien, s.d., aquarel, 49 x 107 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Visser voor zijn huis, s.d., gouache, 46 x 40 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Vissershuisjes, s.d., gouache, 41,5 x 47,5 cm. Privécollectie. Paul Bamps (1862-1932), Interieur vissershuisje, s.d., gouache, 40,5 x 46 cm. Privécollectie. Jos.Damien (1879-1973), Strandtafereel, 1930, olie op doek, 177,5 x 229 cm. Collectie Het Stadsmus, 1981.0020.00, legaat Anne Rutten. Jos.Damien (1879-1973), Boot in haven, s.d., olie op doek, 32,5 x 38 cm. Bruikleen van Juliette Leenaers. Jos.Damien (1879-1973), Jongen aan de kade, s.d., olie op doek, 37 x 45,5 cm. Bruikleen van Juliette Leenaers. Jos.Damien (1879-1973), De petanqueurs, 1960, kleurpotlood, 32 x 38 cm. Privécollectie. Jos.Damien (1879-1973), Schilder aan de kade te Nieuwpoort, s.d., olie op doek, 77 x 88,5 cm. Bruikleen van Kunst-Antiek Galerie St-Raphaël, Isabellastraat 52, Hasselt. Anne Rutten (1898-1981), Kinderen op het strand, s.d., olie op doek, 75 x 89 cm. Privécollectie. Anne Rutten (1898-1981), Kinderen aan de zee, s.d., olie op doek, , 72 x 121,5 cm. Bruikleen van Kenis-Claes uit Hasselt. Anne Rutten (1898-1981), Visserssloep, s.d., gouache, 30 x 21 cm. Collectie Het Stadsmus, 1982.0002.00. Lucien Nolens (1879-1954), Garnaalvisser in Oostduinkerke, s.d., aquarel, 28 x 37 13


24 25 28 29 30 31 32 33 34 35 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 52

cm. Privécollectie. Lucien Nolens (1879-1954), Vrouwen op het strand, s.d., aquarel, 41 x 36,5 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Haven van Scheveningen, s.d., olie op doek, 130 x 177 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Kermis in Oostende, 1942, houtskool, 72 x 96,5 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Zeilen in Oostende, s.d., houtskool, 72 x 96,5 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Haven van Amsterdam, 1938, olie op paneel, 17,5 x 22 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Zeilboten, s.d., olie op paneel, 76 x 87 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Zeilboten, s.d., 21,5 x 27,5 cm. Privécollectie. Paul Hermans (1898-1972), Volendam, s.d., ets, 40 x 40 cm. Collectie Het Stadsmus 1992.0116.00, schenking Vermeir, Kortrijk. Gaston Wallaert (1889-1954), De zee, s.d., olie op doek, 139 x 151 cm. Bruikleen van Line Wallaert. Gaston Wallaert (1889-1954), Solitude, s.d., olie op doek, 130 x 130 cm. Bruikleen van Mieke Geurden. Gaston Wallaert (1889-1954), Marine, s.d., olie op doek, 60 x 81 cm. Privécollectie. Leon Pringels (1901-1992), Zuiders haventje, 1973, olie op doek, 72 x 82 cm. Privécollectie. Jac.Leduc (1921), Oostende, 1984, olie op doek, 150 x 60 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Jac.Leduc (1921), Collioure, s.d., olie op doek, 60 x 70 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Jac.Leduc (1921), Zeezicht, s.d., olie op doek, 34,5 x 37,5 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Jac.Leduc (1921), Zeezicht, s.d., olie op doek, 41,5 x 44 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Jac.Leduc (1921), Haven, s.d., aquarel, 63 x 47,5 cm. Privécollectie. Jac.Leduc (1921), Oostendse jachthaven, s.d., olie op doek, 67 x 77 cm. Privécollectie. Paule Nolens (1924-2008), Zuiders havenzicht, s.d., aquarel, 42,5 x 50,5 cm. Privécollectie. Paule Nolens (1924-2008), Zeilboten, 1956-1957, olie op doek, 107 x 127 cm. Collectie Het Stadsmus, 1979.0035.00. Paule Nolens (1924-2008), Haven, 1958, aquarel, 40,5 x 47 cm. Privécollectie. Pierre Cox (1915-1974), Mediterraans dorp bij de kust, s.d., olie op doek, 41 x 50 cm. Privécollectie. Pierre Cox (1915-1974), Lopende meisjes op het strand, s.d., aquarel, 48,5 x 56,5 cm. Privécollectie. Pierre Cox (1915-1974), Boten, s.d., aquarel, 41 x 47 cm. Privécollectie. Ray Remans (1926), Herinnering aan Port-Grimaud, 1989, acryl op doek, 45 x 51 14


53 55 56 57

58 59 60 61 62

cm. Collectie Het Stadsmus, 1992.0130.00. Ray Remans (1926), Zeilboten, s.d., ets, 46 x 35 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Robert Vandereycken (1933), Vlieger aan het strand, s.d., gekleurde pentekening, 135 x 115 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Robert Vandereycken (1933), Pollutie: strandvogel, s.d., reeks van 3, pentekening, 87 x 105 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Walter Vilain (1938), Diepe kusten of La Plage de mes souvenirs, 1970, tempera, 125 x 93 cm. Privécollectie. André Bertels (1941), Middelkerke, zwart-wit foto, 68 x 100 cm. Bruikleen van de kunstenaar. André Bertels (1941), Middelkerke, zwart-wit foto, 69 x 100 cm. Bruikleen van de kunstenaar. André Bertels (1941), Knokke, kleurfoto, 67 x 100 cm. Bruikleen van de kunstenaar. Jos. Damien (1879-1973), Zeemeeuwen, s.d., olie op doek, 59 x 48 cm. Privécollectie. Gaston Wallaert (1889-1954), Zicht op de Noordzee, s.d., olie op doek, 49 x 63,5 cm. Collectie Het Stadsmus, 2009.0056.00.

Colofon Tekst en catalogus bij de tentoonstelling ‘Hasselt aan Zee. Een eeuw marineschilderkunst.’, in Het Stadsmus van 21 mei tot 28 augustus 2011. Curator: Coördinatie: Grafische vormgeving:

Jo Rombouts Ann Delbeke en Tessa Vanpaeschen Tricolor, Hasselt

Met dank aan talrijke bruikleengevers, veilingen AEKO, Kunst-Antiek Galerie St-Raphaël en De Lezenaar.

15


Mei 2011 —nr. 28 tekst: foto’s:

Jo ROMBOUTS Annemie America

Copyright:

Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 Hasselt tel. 011-23 98 90 fax 011-26 23 98 e-mail hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker 2000-2005: (nog steeds te verkrijgen aan de museumbalie!) 2000: 90. Schilderij “Portret van Dr. L. Willems” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “Ster” van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “Gezicht op de Leopoldplaats”, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzer” in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)”, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irissen”, ca. 1896-1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858. 2001: 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van Hasselt”, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot”; 102. Karikatuurtekeningen “10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeën 11e Linieregiment: “Coupe du Roi Albert” & “Coupe Prince Léopold” (2); 104. Affiche “Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l’occasion de la kermesse...”, 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasselt”, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden”, Druk. E. Roose, Hasselt. 2002: 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode”, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Twee eeuwen, twee werelden”; 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roos”; 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen”, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw’; 114. Jaarkalender Ceysens-Roose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921); 2003: 117. Sculptuur ‘Icarus’, Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche “Langemansbier”, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘Exlibris familie Weytens’; 122. Schilderij ‘GordonBennet’, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen ‘Geboortehuis’ & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelen’, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertus’, 1801; 2004: 126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat’, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent ‘Gezicht op de Boulevard met links de gevangenis’, Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17e eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambiek afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt”, Luc Verlee (°1939), 1994, 1994; 134. Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976’, Eugène Polus, 1951. 2005: 135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin met pauw en zwaan’, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode Roos; uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gerard Moonen (° 1953). ***

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: (eveneens te verkrijgen aan de museumbalie) 2005: 1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus. 2006: 2. Jos Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19e eeuw; 4. De kapel van Spalbeek, 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten. 2007: 7. Stad in groei. Hasselt in de 19e eeuw; 8. De oorsprong van onze kapellen; 9. Een Hasselts bedevaartvaantje uit de 17e eeuw; 10. Processievaandel van de Hasseltse Broederschap van het Heilig Sacrament. 2008: 11. Ets ‘Het Offer’, Jan Toorop (1858-1928); 12. Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 13. 2 zilveren kandelaars, resultaten van een onderzoek; 14. Handschrift van de Roode Roos 18de-19de eeuw; 15. Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee. De exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque. 2009: 16. Thomas Morren schildert de familie Van Elsrack.; 17. Een zeldzame skeletklok van Joannes Michael Gaspard Geraets (1791-1859); 18. Geen KEIK verschenen!; 19. Archeologische opgravingen van het bonnefantenklooster in Hasselt; 20. Pierre Cox (1915-1974) en het hellenisme. 2010: 21. 1910: tsaar Ferdinand van Bulgarije vliegt boven Kiewit; 22. De zuidkant van de Grote Markt; 23. De Virga Jesse in Het Stadsmus: iconografie & cultusrelicten; 24. De Heecrabbers, kroniek van een kunstkring; 25. De collectie van Pasquasy, devotie– en doodsprentjes; 26. De kunst van het monumentale bouwen en het achteloos vernielen. 2011: 27. Medailles, De Koloniale Dagen, 1952.

***

16


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.