KIK 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin, Gent & I.F. Frederici, Hasselt, 1703

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

- 6

KRUISVORMIG RELIEKOSTENSORIUM OP VOET, 1703 Foppe Jans BURDUIN, Gent & loannes Franciscus FREDERICI, Hasselt; zilver en smeedijzer, 61 x 2 6 cm; merktekens: kruis: - helm en gekroonde G als stadskeuren van Gent - jaarietter B voor 1703 - gekroond eekhoorntje als meestermerk van F.J.Burduin voet: - 2 x gekroonde F als meestermerk van I.F.Frederici - trembleerstreep Permanente bruikleen kerkfabriek Sint-Quintinus en Onze-Lieve-Vrouw Hasselt, januari 1986; Inv.nr. 8 6 .B .0 4 0


M erkteken s - kruis

2


Dit kunstwerk bestaat uit een kruis en een losse voet, zodat het kruis afzonder­ lijk kan gebruikt worden. Het sobere zilveren kruis heeft op de viering een ovale reliekhouder, waarin een relikwie van het H.Kruis vervat is, ca. 4 cm lang, 2 cm breed en 1 cm dik, die op haar toonzijde voorzien is van een rode lakzegel van de Gentse bisschop Philippus Erardus Van der Noot (zie verder). In de armen van het kruis werden gevleugelde engelenkopjes als versiering aangebracht en op de vier uiteinden van de kruisarmen bevindt zich telkens een uivormige knoop, waaraan aan het bovenste uiteinde een ring bevestigd is die toelaat het kruis op te hangen. Zowel het ovale reliekostensorium als de armen van het kruis zijn aan hun omtrek versierd met een sobere geprofileerde lijst. Op de rugzijde van het kruis werd op de viering in een barokke ovale cartouche het familiewapen Sigers afgebeeld: op veld van azuur een gouden put en een eenhoorn op zijn hoede (

1) .

Daarnaast leest men de Latijnse tekst: De Munificentia R: / Admodum ac Amplis / / sim i Domini D. Ferdi / nandi Sigers Canonici / / et officialis eccle / siae cathedra lis / / Gandensis -- Pedem / autem argenteum dono / / dedit domicella Maria / losephina Sigers. [Vert.: "Door vrijgevigheid van de Zeereerwaarde en Doorluchte Heer Heer Ferdinand Sigers, kanunnik en officiaal van de kathedrale kerk te Gent -- De zilveren voet echter werd geschonken door Juffrouw Maria Josephina Sigers"]. De barokke losse voet in gedreven zilverplaat is frontaal opgesmukt met Svormige plantaardige motieven, die symmetrisch geplaatst werden. Twee schuin zijdelings vooruitspringende voluten rusten vooraan op twee afgeplatte bollen, die als steunpunt dienen. Aan de achterzijde is een smeedijzeren staander als derde steun aangebracht. Uit het opschrift op de rugzijde van het kruis weet men dat dit kunstwerk een geschenk is van Ferdinand Sigers en zijn zuster Maria Josephina, die respectie­ velijk het kruis en de voet bekostigden. Ferdinand Sigers, geboren te Hasselt, was een zoon van Joannes Sigers en Ida Caproens, en een broer van Joannes Rumoldus, Maria Josephina en Anna Ida Sigers (2). Hij was priester en licentiaat in beide rechten. Hij werd kanunnik en officiaal van de Sint-Baafskathedraal te Gent en tevens privé-secretaris van de Gentse bisschop Philippus Erardus Van der Noot (3). Op 8 september (4) of

1

F.GOOLE, Wapenboek Hasselt, Hasselt, 1965, p. 13.

2

Archief Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse, Registrum insignis et perantique confratern ita tis Marianae O ppidi Hasselensis in Capella Clericorum, omnia e t singula illiu s praeclarissim a authenticaque continens archiva incipiendo ab anno 1305, pp. 3 9 9 4 0 0 , 4 0 5 -4 0 7 , 4 1 9 -4 2 2 .

3 4

Rijksarchief Hasselt, O.-L.-V.-kerk, nr. 6, fol. 72 r. Rijksarchief Hasselt, O.-L.-V.-kerk, nr. 6, fol. 12 v. 3


op. 20 september 1702 (5) werd hij te Hasselt opgenomen in de Broederschap van O.-L.-V. Virga Jesse. Rond dezelfde tijd, op 11 september 1702, vroeg de familie Sigers bij monde van de oudste zoon Joannes Rumoldus aan de Broeder­ schap het voorrecht (als eerste?) een familiegraf te krijgen in de Onze-LieveVrouwekerk (6), hetgeen toegestaan werd en nogmaals bevestigd op 6 okto­ ber 1702 (7).

5

Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse, Ibid., p. 4 5 2 .

6

Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse, Ibid . , p. 3 9 9 -4 0 0 .

7

Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse, Ibid., pp. 4 0 1 -4 0 2 . 4


Blijkbaar als dank voor deze uitzonderlijke gunst deden de leden van de familie Sigers in de daaropvolgende maanden een aantal opvallende schenkingen aan de Broederschap. Zo schonk Ferdinand Sigers voor 16 november 1702 aan de Broederschap een zilveren ostensorium met relieken van de H.Barbara (thans bewaard in dit museum, inv.nr. 86.B.045) (8). Zijn broer Joannes Rumoldus en zijn zuster Maria Josephina schonken renten (9). In dezelfde reeks schenkingen als dank voor de toegestane grafkelder in het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, moet ook het hier besproken zilveren kruis gezien worden. Voor een reliek van het H. Kruis, die hij verkregen had, liet Ferdinand Sigers te Gent in 1703 door Foppe Jans Burduin dit kruisvormige reliekostensorium maken. Zijn zuster Maria Josephina gaf de Hasseltse zilversmid loannes Franciscus Frederici (10) de opdracht daarvoor een voet te vervaardigen. Het afge­ werkte kunstwerk schonken zij op 20 april 1703 aan de Hasseltse Broederschap van O.-L.-V. Virga Jesse (11). Deze kruisreliek werd op plechtige wijze met een processie door de stad Hasselt ingehaald en gevierd gedurende een gans octaaf vanaf 13 september 1703 (12).

*

*

*

Vanwaar kwam evenwel de relikwie van het H. Kruis waarvoor Ferdinand en Maria Josephina Sigers dit kunstwerk lieten maken? Ze heeft een lange en ingewikkelde geschiedenis gekend. De oudste vermelding dateert uit de 13de eeuw. Toen was een belangrijke relikwie van het H. Kruis in het bezit van Llewelyn ap Gruffidd, de laatste die als zelfstandige vorst over Wales regeerde. Hij sneuvelde op 11 december 1281 in een slag tegen de Engelse koning Edward I (1272-1307), die Wales definitief onder Engels gezag bracht. Een traditie wil dat de gesneuvelde prins de kostbare reliek op zijn borst droeg en dat ze zo op het slagveld aangetroffen werd. Feit is alleszins dat de

8

Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse,

Ibid.,

pp. 4 0 3 -4 0 9 .

9

Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse,

Ibid.,

pp. 4 0 0 -4 0 1 , 4 0 5 -4 0 7 .

10

Zilversmid loannes Franciscus FREDERICI huwde te Hasselt op 2 8 /4 /1 7 2 0 met Maria Margaretha Van Rijkel, die hem negen kinderen baarde. Zijn tweede zoon, Henricus Arnoldus, te Hasselt gedoopt op 8 /6 /1 7 2 2 en er overleden op 11 /2 /1 7 8 6 , oefende eveneens het beroep van zilversmid uit. loannes Franciscus Frederici overleed te Hasselt op 1 3 /3 /1 7 4 1 . U . j . v a n ORMELINGEN, L'orfèvrerie civile ancienne des “bonnes villes* de la principauté de Liège, in L'orfèvrerie civile ancienne du Pays de Liège, tent.cat., Luik, 1 9 9 1 , pp. 2 6 1 -2 6 2 .)

11 12

Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse,

Ibid.,

pp. 4 1 1 -4 1 4 .

Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse,

Ibid.,

pp. 4 1 6 -4 1 8 .

Arch.

5


relikwie in 1284 vermeld is als zijnde met de buit in het bezit gekomen van de Engelse koningen. In de volgende eeuwen wordt ze herhaaldelijk vermeld als een der voornaamste relieken in het bezit van de Engelse kroon. Ze stond bekend als "Crux Neygh" (of Neyt, Gneith) en is vermeld in 1284, 1300, 1307, 1327, 1339 en 1353. In de eerste helft van de 16de eeuw duikt haar spoor nog op onder koning Hendrik VIII (1509-1545). Daar Engeland in de 16de eeuw overging naar de Reformatie, gingen de Engelse vorsten iets minder belang hechten aan deze H. Kruisreli­ kwie. Door toedoen van een hofkapelaan van Jacobus I (1603-1625) kwam de reliek in handen van de katholieke edelman Thomas Pudsey. Doch achteraf werd de relikwie terug opgeëist voor de koninklijke schat en Pudsey moest ze teruggeven. Hij verwijderde evenwel eerste een stuk van ongeveer 12 duim, dat hij voor zichzelf behield. De door de Engelse kroon aldus terug verworven hoofdbrok van de reliek werd door koning Jacobus I voor onderzoek toevertrouwd aan de Engelse natuurgeleerde John Tradescant de Jongere ( + 1637). Bij hem was het dat een vriend van de familie Pudsey het afgesneden stuk kon confronteren met het moederstuk en zag dat beide bij elkaar aanpasten (zie verder). De aan J. Tradescant voor onderzoek toevertrouwde en later teruggevorderde moederreliek kwam onder Karel I (1625-1649) weer terecht in de Engelse koninklijke schat, dus tussen 1625 en 1637. Koning Karel I schonk na zijn huwelijk de " Crux Neygh” aan zijn Franse katholie­ ke echtgenote, Marie-Henriette de France, die ze in haar privé-kapel bewaarde. Toen Karel I tijdens de Engelse Burgeroorlog tussen de Cavaliers en de Roundheads meer en meer in het gedrang kwam, vluchtte koningin Marie-Henriette in 1643 met haar gevolg en bezittingen overzee naar Frankrijk. Ook de "Crux Neygh” werd meegenomen. Tijdens de overtocht verging evenwel het schip waarop deze H. Kruisrelikwie zich bevond in een storm. Zo verdween deze historische reliek in 1643 in de Noordzee. De dochterreliek, die door Thomas Pudsey van de hoofdbrok in het begin van de 17de eeuw was afgescheiden, kwam na diens dood in 1620 in handen van zijn weduwe Philippine Thatcher. Die schonk later deze H.Kruisreliek aan haar biechtvader, de jezuïet Edward Lusher. Hij was het die dit stuk van de reliek heeft kunnen confronteren met de hoofdbrok en, zoals gezegd, gebeurde dit hoogstwaarschijnlijk bij John Tradescant. Lusher verliet het door godsdienstver­ volging geteisterde Engeland en ging zich te Gent vestigen, waar de Engelse jezuïeten in 1621 een college gesticht hadden. Hij bracht de kruisreliek van Pudsey mee naar Gent. Daar schreef hij in 1646 een geschiedenis van deze reliek, in de mate dat hij die kende (13). Korte tijd daarna keerde hij terug naar Londen om er pestlijders te gaan verzorgen en stierf zelf aan deze ziekte in 1647. Bij zijn vertrek had Lusher de H.Kruisrelikwie toevertrouwd aan William Campian, de rector van het Engels college te Gent. Na hem kwam de reliek in handen van zijn opvolger Franciscus Perez, die in 1665 en 1666 enkele aanvul-

13

Het manuscript bevindt zich in het archief van het bisdom Gent.

6


lende documenten neerschreef over de historiek van de reliek. Op 10 september 1668 werd, sede vacante, deze H.Kruisrelikwie officieel verkend door de vicarissen-generaal van het bisdom Doornik. John Layton, die Franciscus Perez te Gent opvolgde als rector van het Engels college, liet op zijn beurt de reliek verkennen door John Lynch, aartsbisschop van Tuam in Ierland (1669-1713), maar als balling levend in de Z.Nederlanden. Deze verkenningsoorkonde is gedateerd: in Sancto Amando, die 2 ju iii 1702. Uit deze oorkonde leert men dat toen reeds drie stukjes van deze reliek afgenomen waren geworden, die respectievelijk geschonken werden aan Clara van Grobbendonck, abdis van ter Kameren, aan de jezuïeten te Kortrijk en aan de jezuïeten te St.-Omaars. Enkele maanden later liet John Layton deze H.Kruisreliek nogmaals verkennen door Philippus Erardus Van der Noot, 13de bisschop van Gent (1694-1730). De verkenning had plaats op 15 september 1702 en bij die gelegenheid werden nog tien brokjes van deze H.Kruisreliek afgescheiden (zie verder). De hoofdbrok van wat destijds de Pudsey-reliek was, werd door Philippus Erardus Van der Noot teruggegeven aan John Layton, rector van het Engels college te Gent. Toen in 1773 ingevolge van de opheffing van de jezuïetenorde ook het Engels college te Gent ophield te bestaan, werd de verkleinde Pudsey-reliek door de laatste rector, Robert Knatchbull, op 17 september 1773 overgemaakt aan Govardus Gerardus Van Eersel, 16de bisschop van Gent (1771-1778), die ze bij zijn dood naliet aan zijn privésecretaris Maximiliaan-Macarius De Meulenaere (1747-1834). Deze schonk de reliek aan Maurice de Broglie, bisschop van Gent (1807-1821). Sindsdien bevindt ze zich in de schat van het bisdom. Ze is thans zowat 28 cm lang, 44 mm breed en ca. 40 mm dik aan de basis, terwijl ze bovenaan minder dik is. Ze wordt er bewaard in een verguld koperen schrijn dat de Gentse bisschop Lodewijk Jozef Delebecque (1838-1864) in 1855 ervoor liet maken. Zoals gemeld werden bij de verkenning van de H.Kruisrelikwie door de Gentse bisschop Philippus Erardus Van der Noot op 15 september 1702 tien houtstukjes van de hoofdbrok afgenomen. Vijf van deze tien relieken werden teruggege­ ven aan John Layton, rector van het Engels college te Gent, terwijl bisschop Van der Noot er ook twee voor zichzelf behield. Het achtste stukje schonk Van der Noot aan zijn huiskapelaan, Franciscus Adrianus De Smet, kanunnik van St.-Pharaildis "apud S.Nicoiaum” te Gent. Een negende reliek werd geschonken aan de franciscaan Michael Tielens, die van 1684 tot 1710 te Mechelen verbleef en er alleszins van 1702 tot 1705 gardiaan van de minderbroeders was. Het is wellicht niet onbelangrijk te vermelden dat Philippus Erardus Van der Noot vicaris-generaal te Mechelen geweest was, vooraleer bisschop van Gent te worden in 1694. In 1713 (dus tien jaar na de schenking) werd deze relikwie van

7


het H.Kruis plechtig ingehaald te Mechelen, sede vacante (14). Ze bevindt zich nog steeds — tenminste partieel — in het franciscanenklooster te Meche­ len. Blijkbaar werd ze tijdens de Franse revolutie bewaard in de St.-Niklaaskerk te Brussel en bij de teruggave aan de Mechelse minderbroeders in de eerste helft van de 19de eeuw werd ze in de lengte in twee stukken gesplitst waarvan er een naar Mechelen terugkeerde en het andere te Brussel bleef. De tiende afgescheiden reliek schonk Philippus Erardus Van der Noot aan zijn privé-secretaris Ferdinand Sigers, kanunnik van St.-Baafs in Gent: het is deze reliek die zich thans te Hasselt in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof bevindt. * * * * *

14

SANDERUS, Chorégraphia sacra Brabantiae, dl. III, Den Haag, 1 7 27, pp. 1 9 1 -1 9 2 .

8


LITERATUUR

Archief Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse, Registrum insignis et perantique confraternitatis Marianae Oppidi Hasselensis in Capella C/ericorum, omnia et singula il/ius praeclarissima authenticaque continens archiva incipiendo ab anno 1305, pp. 399-422. F.CLAEYS-BOUAERT, Une relique de ia Sainte Croix conservĂŠe au palais ĂŠpiscopal de Gand. Overdruk uit Collationes Gandavenses, 1938. L. COLLI N, De relikwie van het H. Kruis in de kapel van het bisschoppelijk huis te Gent, in Godsdienstige week van het Bisdom Gent, jg. 56, nr. 11, 1 juni 1983, p. 339. De Hasseltse Virga Jesse en haar Kerk, Hasselt, 1981, nr. 106.

#

*

*

9

*

*


1ste druk, augustus 1991 2de druk, april 1995 Tekst:

Jef ARRAS

Foto's :

Stedelijke Fotodienst

Copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011/24.10.70

In dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5.

Portret van keurvorst-prinsbisschop M .-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 1 7de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasaeltse keramiekfabriek, tussen 1 8 9 5 en 19 14 Blazoen van da Hasseltse rederijkerskamer "De Roode Roos’ , D. van Vlierden (1 6 5 1 -1 7 1 6 ), c a .1 7 0 0 Schilderij 'W eekend’ , L. Pringels (1 9 0 1 -1 9 9 2 ), 19 50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.