KIK 12. Mirakelprent O.L.V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

12

• • *

MIRAKELPRENT ONZE-LIEVE-VROUW VIRGA JESSE Richard VAN ORLEY, wschl. 1689 A. Koperen drukplaat 45,3 x 35,2 cm

B.

Inv.nr. SMH 86/B/059 Permanente bruikleen kerkfabriek St.-Quintinus en O.-L.-Vrouw Hasselt, januari 1986 Afdruk op papier 44,9 x 34,9 cm

nr. 10 van de nieuwe oplage van 50 (+ 25) ex. gemaakt najaar 1981 door Hedwig Pauwels in opdracht van het Comité der Zevenjaarlijkse VirgaJessefeesten te Hasselt en te koop gesteld bij gelegenheid van de feesten van 1982. Inv.nr. SMH 82/008


De prent is ingedeeld in twaalf rechthoekige panelen van verschillende grootte, waarvan tien gerangschikt rond een centrale afbeelding van groter formaat, en aangevuld met een tekstpaneel onderaaan. In een met een bladmotief versierde kader staat centraal (afb. 1) een afbeelding van een Madonna met Kind (17,8 x 19,8 cm). Ze is in vooraanzicht voorgesteld als zgn. "Spaanse lievevrouw", gekleed in een lang, naar onder breed uitstaand kleed van goudbrokaat met brede kanten kraag en mouwomslagen. Over het lang golvend haar, dat tot op de schouders neerhangt, draagt ze een grote met kant afgeboorde hoofddoek, die bijna tot aan de grond reikt. Op het hoofd heeft ze een kroon en in de rechterhand een scepter waarvanhet boveneinde uitloopt in een tulpvorm. Op de linkerarm draagt ze een Jezuskind met lang golvend haar en beugelkroon op het hoofd. Het is gehuld in een lang kleed van metalen schubben met een brede kanten kraag en mouwomslagen en onderaan afgeboord met kwastjes. In de linkerhand houdt het Kind een rijksappel en rond de hals hangt een snoer van metalen parels met afhanger. Ook de Lievevrouw is getooid met een dubbel parelsnoer rond de hals en haar kleed is behangen met vier kettingen en twee parelsnoeren, waaraan twee medailles (?) hangen. Dit geklede beeld is hier geplaatst op een sokkel, versierd met engelen­ kopjes, guirlandes en acanthusbladeren. Daaronder leest men de Latijnse tekst : VIRGA IESSE ora pro nobis. Si hune florem IESUM habere desideras, virgam floris precibus / flectas : si flos est nimis altus diuinitate, virga tarnen est flexibilis pietate ("Virga Jesse, bid voor ons. Als ge de­ ze bloem Jezus wenst te hebben, buigt ge de bloemstengel door smeekbeden : is de bloem uitermate verheven door haar goddelijkheid, dan kan de stengel evenwel gebogen worden door vroomheid"), waarachter in kleine letters : D.Bonau in Spéculum Virginis. Blijkbaar is dit een citaat uit het tractaat Spéculum Virginis van de Italiaanse minderbroeder Bonaventura (12211274), die kardinaal en bisschop van Albano was en als kerkleraar en hei­ lige vereerd wordt. Attributen als de kroon, scepter en rijksappel, die op de voorstelling voorkomen, maken duidelijk dat Maria hier als koningin en het Jezuskind als wereldvorst voorgesteld worden. Op bijkomstigheden na is deze voorstelling, met inbegrip van het Bonaventura-citaat, gemaakt naar het voorbeeld van een oudere burijngravure, die naar een tekening van de Antwerpse schilder Filip Fruitiers (1610-1666) gegraveerd werd door Frederik Bouttats de Jongere (+16 76 ) en als frontis­ pice gepubliceerd werd in het bij Petrus Bellerus te Antwerpen in 1660 uitgegeven Marianum Hasletum van de minderbroeder Henricus JONGHEN, alsook in de uit hetzelfde jaar en van dezelfde uitgever stammende Nederlandse vertaling daarvan, Onse L.Vrouwe van Hasselt ofte Corte Historie van haer H, Beeldt ende Broederschap, door de minderbroeder Petrus VALE. Op een tekstpaneel onderaan de prent geeft een drietalig onderschrift een duiding van de voorstelling : Imago miraculosa B.M.V. Virga Iesse dicta Hasleti a tribus jam saeculis culta. // Onse L. Vrauw de Roede van Jesse genaempt tot Hasselt in miraculen vermaert. // Nostre Dame dit la verge de Jesse célèbre en miracles à Hasque dans la comté de Loon. Dit maakt duidelijk dat de afgebeelde madonna het beeld van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse is, dat uit het tweede kwart van de 14de eeuw dateert en sedertdien te Hasselt vereerd en bewaard wordt in de daarvoor gebouwde Onze-LieveVrouwekerk. Dit beeld is minstens vanaf het midden van de 17de eeuw met

2


kleren uitgedost geworden (cfr. H. JONGHEN, op.cit., p. 127 & 132 ; P. VALE, op.cit. , p. 91 & 95), maar wordt sinds de restauratie van 1977/78 ongekleed uitgestald. Uit het feit dat het Virga Jessebeeld op deze prent op dezelfde wijze gekleed is als op de prent van Fruitiers-Bouttats en als op een van voor 1664 daterend bedevaartvaantje gegraveerd door Nicolaas Sigers (inv.nr. SMH 86/B/O58 ), mag wellicht geconcludeerd worden dat de afbeelding teruggaat op de reÍle toestand van het beeld, zoals het destijds uitgestald was. Dit wordt trouwens bevestigd door de bewaarde sierkettingen (inv.nrs. SMH 89/B/126 en SMH 89/B/127) en klederen van zowel de Madonna als het Jezuskind (o.a. "kleedje van de Morin", inv.nr. SMH 86/B/030), thans in het museum gedeponeerd. Naast het hogervermelde drietalige onderschrift leest men op het tekstpa­ neel onderaan de prent ook nog een opdracht : R.D. Liberto van Elsrack Protonotario Apostolico, Priori in Xhaued, Ecclesiae B.M.V. Haslentensis Rectori et Confratri D.D.C.Q., waarachter in kleinere letters rechts onderaan gegraveerd R. van Orley.

afb. 1

3


Dit laatste geeft ons de naam van de kunstenaar die deze prent graveerde. Hoogstwaarschijnlijk betreft het Richard II Van Orley, die uit een bekende Brusselse kunstenaarsfamilie stamde. Hij werd waarschijnlijk geboren op 16 juli 1663 als zoon van Pieter Van Orley en overleed op 20 juni 1732. Hij schilderde hoofdzakelijk bijbelse en religieuze taferelen, maar was ook bedrijvig als etser en graveur. De prent is opgedragen aan Libertus Van Elsrack (1627-1718), kanunnik van de orde van het H. Graf. Hij was apostolisch protonotaris en prior van het sepulkrijnenklooster van Xhavée te Wandre. Op 22 september 1683 werd hij te Hasselt opgenomen in de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse en was er rector van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. In die functie raakte hij in conflict met de broederschap, daar hij blijkbaar poogde de hand te leggen op de Onze-Lieve-Vrouwekapel en haar inkomsten ten voordele van zijn kloosterorde (Arch. Broederschap O.-L.-V. Virga Jesse, Registrum insignis et perantique confraternitatis Marianae Oppidi Hasselensis in Capella Clericorum, omnia et singula illius praeclarissima authenticaque continens archiua incipiendo ab anno 1305. PP- 343-344). Hij is ongetwij­ feld zelf de opdrachtgever van deze prent geweest en wellicht moet zij gezien worden als onderdeel van zijn poging tot "staatsgreep" binnen de Onze-Lieve-Vrouw Broederschap. Zijn grafzerk wordt bewaard in de tuin van het museum (inv.nr. SMH 82/B/110). L. Van Elsrack is zeer waarschijnlijk afgebeeld op een ovaal schilderij uit 1709 dat een groepsportret van leden van de broederschap voorstelt (inv.nr. SMH 86/B/O6 7 ). Acht mirakeltaferelen omkaderen de centrale voorstelling, twee langs elke rand van de prent. Alle acht taferelen zijn op hun beurt voorzien van een duidend onderschrift in het Latijn en het Nederlands op een banderol. De voorstelling van deze acht mirakelen gaat terug op teksten uit kapittel 18 van het reeds vernoemde Marianum Hasletum van Henricus JONGHEN (kap. 16 in de vertaling van P. VALE). Bovenaan links (afb. 2) wordt een kerkinterieur afgebeeld (7 x 13,9 cm) met links een altaar waarop de Virga Jesse staat. Ze is gekleed als op het centrale paneel. Op de altaartrap liggen twee kinderen en daarvoor knielen drie smekende vrouwen. Op de achtergrond zijn links nog andere kerkbezoekers vaag te onderscheidenen rechts het doopsel van een man boven een doopvont. Onder de voorstelling het onderschrift : Duo pueri mortui resuscitati, unde Judaeus conuersus, baptisatus est / Twee doode kinderen verweckt, waer door eenen Jode bekeert ende gedoopt is. De bron voor deze voorstelling is te zoeken in een akte van pastoor, kapelanen, schout en schepenen van Hasselt dd. 19 mei 1345. Daar wordt het gebeuren vermeld als hebbende plaatsgehad tijdens de Paastijd van dat jaar (Registrum ..., p. 2 & 39). Deze akte uit 1345 wordt geciteerd in de inleiding bij het genoemde kap. 18 van H. JONGHEN : ( ... ) Videlicet duo pueri mortui per visitationem gloriosissimae Virgines ibidem (...) fuerunt resuscitati. (...) Propter quam (...) resuscitationem, quidam Judaeus, nomine Benoyet, Christianitatem in se assumens (...) affectavit baptizari (p. 122); (P. VALE, pp. 87-88 : Te_ weten, twee doode kinderen waeren daer verweckt door de besoeckinghe vande Alder-glorieuste Maghet (...) Om welke verweckinghe (...) sekere Jode met naeme Benoyet, de Christenheyt aennemende (...) heeft willen gedoopt worden). Rechts bovenaan wordt op de tweede mirakelvoorstelling (7 x 13,9 cm) het­ zelfde kerkinterieur afgebeeld als op de eerste (afb. 3)* De rechterzijde van het tafereel wordt ingenomen door allerlei personages, waarbij in het 4


midden één zittende man in een doodskist en rechts daarvan een staande kreupele met krukken het meest opvallen. Het onderschrift luidt : Plures mortui resuscitati, caeci visum, surdi auditum, muti loquelam, claudi gressum adepti sunt / Vele dooden verweckt, blinde sienden, doove t gehoor, stommen wel sprekenhei.it, crupelen den ganck / ontfanghen. Bron hiervoor is dezelfde akte van 19 mei 13^5, zoals geciteerd bij H.JONGHEN : Temporibus etiam non dudum praeteritis, quarn plures mortui, per vistationem piisimae Virginis, in eadem Capella resuscitabantur; caeci etiam visum, surdi auditum, muti facundiam, claudi progressum (...) ibidem receperunt (p. 122) ; (P. VALE, p. 88 : Over eenighe tijden (...) noch niet langh ghepasseert, veel dooden wierden hier verweckt inde selve Capelle, door het besoeck vande Alder-goedertierenste Maghet; blinden kreghen oock haer gesichte, doove haer gehoor, stomme wel-sprekentheyt, creupele den ganck). afb. 2 en 3

A %

t/Juo STuen m ortui rrtujeuan. unat vu a a w yy Jfivee doodt kinderen v e rw e ck t, ovuor door tenon dodo bekeéft omd^^enoofrt u

fPluru mortui re/ufeitaii,e»ci vifuut, fu rd i uuditum» muti loaut Uni, tloudijrt/Juri éieptijuut &iU doodon y$rw»okt blindé fi»ndmut*Puo faritnhoyt. crui»l*nj4f*^M0K. 5


Langs de linkerzijrand ziet men als bovenste (afb. 4) van twee taferelen in staand formaat een kerkinterieur (13,9 x 6,8 cm). Voor een altaar op de achtergrond, waarop het Virga Jessebeeld staat, zit een biddende me­ nigte en op de voorgrond een kreupele met krukken, die op de rug gezien wordt. Rechts daarvan ondersteunen drie vrouwen een bezetene. Daarbij hoort het onderschrift : Duo caeci uisum, claudus gressum, plures a demonio liberationem acceperunt / Twee blinden siende, eenen creupelen / genesen, veele vande boose geesten verlost. De bron voor deze voorstelling is een akte van schout, schepenen, gezwore­ nen en burgemeesters van Hasselt dd. 16 augustus 1366 (Registrum .■., p. 55), die door JONGHEN geciteerd wordt : ( ... ) videlicet duo caeci ibidem viseum receperunt, quidam claudus gressum, plures infirmi sanitatem (...) sunt adepti (p. 124) ; (P. VALE, p. 89 : ( ... ) te weten twee blinde waeren siende gheworden, sekeren Creupelen gaende, veel siecke genesen). Daarenboven wordt ook een akte van 4 mei 1367 gebruikt, die aan de akte van 16 augustus 1366 aangehecht was en waarin het relaas gedaan wordt van de genezing van een aantal vrouwen, die door de duivel bezeten waren (Registrum ..., p. 67). Ook deze akte wordt door JONGHEN aangehaald : ( liberatum fuisse. Nee non & alias duas, etiam energumenas. Sanatos item quam plures, aegritudinibus variis laborantes ( ...) (pp. 123-124) ; (P. VALE, p. 89 : (...) datter een vrouwe, die achtien jaeren vanden Boosen Geest hadde gequelt geweest, hier is verlost geworden : item twee andere die beseten waeren : item veel andere siecke genesen van verscheyden sieckten ; ende sonderlingh vande vallende sieckte. ). Op een tafereel van dezelfde afmetingen daaronder (afb. 5) staat het Virga Jessealtaar aan de linkerkant. Daarvoor knielen twee vrouwen, waarvan één wijst naar een negerkindje op de grond. Een vijftal andere personages vullen verder het renaissancistische kerkinterieur. Het onderschrift luidt : Proies Aetiopossae cadendo extra fenestram / quassatione colisa et mortua resuscitata fuit / Een kindt van eene edele Moorinne, / doot geuallen verplet wordt verweckt. Bron is H. JONGHEN, kap. 18, paragraaf 3, waarvan de titel luidt : De Proie cujusdam Aethiopissae resuscitata. Men leest er : Proies autem Aethiopissae (...) per tecti fenestram cupiens prospectare, per eam excidit in plateam, & ultima quassatione collisa, continuo expiravit. Erat vero nonnemo de concurrentium hominum turba, qui (...) consuleret parvulum cadaver è terra levatum (...) coram Imagine miraculosa super altare constitui.____(...) Revixit illico puer, & coram omnibus sanus apparuit ( ... ) (pp. 131-132) ; (P. VALE, pp. 95-96 : van eene Joffrouw Moorinne by dese occasie. (...) ende het kindt dat sy by haer hadde, uyt een kinderlijcke curieusheydt, was boven op den solder gheclommen, ende aldaer willende door de venster sien, is daer door gevallen van boven neder op de straete : ende door den val is terstont ghestorven (...) Een van die daer geloopen quamen (...) heeft geraden datmen het cleyn lijxken soude draeghen naer de Capelle daer by, voor het Beeldt van onse Lieve Vrouw (...) het kindt is terstont levende opgestaen, en heeft hem ghesondt aen yder een vertoont). Het gebeuren zou zich voorgedaan hebben in het huis "In Kermpt" aan de Kapelstraat, nabij de Onze-Lieve-Vrouwekerk (H. JONGHEN, p. 131 ; P. VALE, p. 95). Het reeds vermelde 17de-eeuwse "kleedje van de Morin" is een votiefgeschenk naar aanleiding van dit gebeuren.

6


afb. 4 en 5

SJûe oceci u tfu m , clandivqrgffunt f>lurt a, démoMo^tt'berAtiüwniïa'Ceeperwtit ÏJwee Upndet^JUtufa > tenen ereupeUre oenefen, vele vande hoof» ace(ten ver fat

fraies S.tto cadenaa extra,,reneftnu Uit • auajpetione edlSévaP mertud* een km dt van, u tu edele jftioortnne doet jtu a U en ver ftle t W ort

Langs de rechterrand van de prent zijn eveneens twee taferelen in staand formaat van dezelfde afmetingen afgebeeld. Het bovenste (afb. 6) stelt "het mirakel van de dolende man" voor. Het paneel wordt aan de linkerzij­ de opgevuld met een boompartij. In de rechterbenedenhoek, die door de bomen vrijgelaten wordt, stapt een pelgrim met hoed, staf en mantel. Hij wordt door een vrouw, blijkbaar Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse, bij de hand genomen. Het onderschrift verduidelijkt de situatie : Errabundus per

7


Deiparam apparentem / in silua a periculo liberatus / Eenen dolende man inden bosch, door / onse L. Vrauw van peryckelen verlost. Opgemerkt zij dat dit de enige van de acht voorstellingen is waar de Lievevrouw niet ge­ kleed is als op het centrale paneel. Bron voor deze voorstelling is H. JONGHEN, kap. 18, par. 2, dat als titel draagt De errabundo quodam per Deiparam apparentem a periculis liberato en waarin een akte van schout, schepenen, gezworenen en burgemeesters van Hasselt dd. 16 augustus 1366 geciteerd wordt (Registrum ... , pp. 52-5*+)Volgens deze akte zou deze "dolende man" Christianus geheten hebben en als bedevaarder toen zijn komen verklaren : in quadam silva me contigit aberrare (...) In mentem venit clementissima Virgo Maria (...) Ad eam proinde cum fiducia magna recurrens, orabam (...) & ecce conspeetui meo se venerabilis exhibit Domina, teutonico me compellans eloquio, cum tarnen haec longe contigerent in Gallica regione (...) Tum illa me brachio suaviter apprehendens, viamque commonstrans : Hanc, inquit, ingredere semitam, & noli timere : pervenies citius ad cognitam viam, a tantis periculis liberatus (pp. 128-130) ; (P. VALE, pp. 93-9*+ : 'T is gebeurt in eenen bosch, dat ick van mijnen wegh af-geweken ben, ende dolende allenskens meer ende meer (...) Indese perijckelen ghestelt (...) my is inden sin ghekomen de Allerheylichste Maeghet Maria (...) Ick dan my tot haer keerende met een groot betrouwen, hebbe haer aldus gebeden (...) Ick hadde nauwelijcx dese woorden gesproken, oft eene Eerwaardigde Me-Vrouwe heeft haer aen my veropenbaert, my int duyts aen-sprekende (daer ick nochtans diep in Vrancke-rijek was) (...) Doen heeft sy my soetelijck by den arm genomen, ende my den wegh wysende seyde : gaet desen voet-padt in, ende en wilt niet vreesen, ghy suit terstont op uwen bekenden wegh comen, van dese groote perijckelen verlost). Volgens de Hasseltse tradities kwam hij terug van een bedevaart naar Rocamadour in Frankrijk. Als volgende voorstelling wordt daaronder het "mirakel van de schaliedek­ ker" uitgebeeld (afb. 7)- Op de achtergrond staat een renaissancistische gevelrij, waarbij bovenaan links een amper te onderscheiden gebeuren plaatsheeft. Blijkbaar gaat het om een man die van het dak valt, maar blijft hangen. Vooraan staan twee mannen met een hoed en mantel te kijken, wijl rechts vier personen met een ladder te hulp komen. Hierbij hoort het onderschrift : Franciscus de Pré Tegularius a casu letali / per D. Virginem praeseruatus / Eenen schaliedecker door onse L. Vrauwe / van eenen doodelijeken val bewaert. De bron is H. JONGHEN, kap. 18, par. 5 : De Tegulario quodam a casu letali per D. Virginem praeservato ; (P. VALE, p . 99 : Van eenen schaillie-decker bewaert van eenen doodelijeken val door onse L Vrouwe). De schaliedekker wordt er genoemd als Franciscus de Pré en het feit zou zich voorgedaan hebben op 11 september 1630, toen Frans De Pré werkte op het dak van het huis "De Maen" aan de Grotè Markt. Getuigen van het voorval waren de la­ tere Hasseltse burgemeester Laurens Custijn (+1676) en Lambert Alen (H. JONGHEN, pp. 13*+—137 ; P. VALE, p. 100). Zij zijn blijkbaar de twee voor­ aan links afgebeelde personages. Een notariële akte van 18 februari 1660 legde het getuigenis onder eed van Frans De Pré vast (Registrum ... , pp. 209-212). De oudste bekende voor­ stelling van het gebeuren is een anoniem schilderij uit midden 17de eeuw, dat bewaard wordt in de schepenzaal van het Hasseltse stadhuis. Zoals bovenaan, werden aan de onderzijde van de prent twee mirakelvoor-

8


afb. 6 en 7

-'pammaaj ptrjJe*param apparentcmm ju m > a ftriotdo kbiratuj toen delende man- *nden- kof'oh. door 'njt JL. & rawÂťi van ptryoktitn verlof^

stellingen van liggend formaat gegraveerd, elk 7 x 13,9 cm groot. In de linkerbenedenhoek (afb. 8) is het "mirakel van de dief op het hek" uitgebeeld. In een kerkinterieur ziet men links een koorafsluiting waar­ op een man zit. Rechts staat een menigte te kijken en vooraan enkele waardigheidsbekleders. Het centrale gedeelte van de voorstelling wordt opgevuld met een man die met een ladder toegelopen komt en twee andere

9


andere mannen die op de rug gezien worden en gebaren van verbazing maken. Het onderschrift hierbij luidt : Sacrilegus fur et Diuae Virginis Spoliator Diuinitus Castigatus / Eenen dief die ons L. Vrauw berooft hadt, wort van Godt gestraft. De bron voor deze voorstelling is ditmaal H. JONGHEN, kap. 18, par. 4 : De sacrilego fure, Capellae spoliatore, divinitus castigato (pp. 132-134) ; (P. VALE, p. 97 : Van eenen Kerck-dief ende Capelroover, goddelijck gestraft). Men leest daarin : Enimvero, cum dicedere parans, in anteriori parte Ecclesiae separatur, haud inde descendere potuit (...) & ita mansit ibi sedens immobilis : donec aliquo superveniente res publicaretur, ac innotesceret Magistratui. Qui statim ad locum Ministros justitiae destinavit, ut scalis admotis, eum inde levarent (p. 133) ; (P. VALE, pp. 97-98 : want soo hy meynden over de traillien te dimmen, ofte over het houten staecketssel ('twelcke den Choor scheydt vanden beuck der Kercke) en heeft daer niet af-gekost (... ) ende is alsoo daer omberoerelijck blyven sitten : tot dat jemaent daer gecomen sijnde, heeft sijn feyt bekent gemaeckt aen de Magistraet : die terstondt de dienaers vande Justitie ghesonden heeft, om den dief te vangen). H. JONGHEN citeert hier een akte van 29 december 1659. waarbij het getuigenis vastge­ legd werd van Joannes van Tilenborch, die onder eed verklaarde aanwezig te zijn geweest toen de gerechtsdienaars met ladders de dief van het hek haalden (Registrum ..., pp. 206-208 ; P. VALE, p. 98). In de rechterbenedenhoek wordt weerom een kerkinterieur gesitueerd. Het Virga Jessebeeld staat er links op een altaar, terwijl rechts acht perso­ nen in smekende houding gegroepeerd zijn rond een zuil (afb. 9)* Het on­ derschrift luidt : Catha. van Hal, Clara Munters et aliae a Medicis desperatae sanatae sunt / Verschijde siecken vande Doctoren mishoept worden genesen. De bron voor deze voorstelling is blijkbaar H. JONGHEN, kap. 18, par. 6 (pp. 138-144 ; P. VALE, pp. 104-110). Hier wordt in 3 subparagrafen de ge­ nezing van meerdere vrouwen verhaald. In de eerste wordt de genezing ver­ teld van een niet verder bij naam genoemde ongeneeslijk zieke. Zij zou in 1657 genezen zijn en haar getuigenis werd notarieel vastgelegd op 24 fe­ bruari 1660 in een door JONGHEN gebruikte akte (Registrum..■, pp.214-218). Het relaas van Catharina Van Hal vindt men onder subparagraaf 2. Men leest er dat ze door de mensen opgegeven was : Ab hominibus itaque desperata (H. JONGHEN, p. 141 ; P. VALE, p. 108 : Wesende dan vande menschen ghewanhoopt). Haar genezing zou plaatsgevonden hebben in decem­ ber 1659 en haar getuigenis werd vastgelegd in een weerom door JONGHEN ge­ bruikte notariële akte van 22 februari 1660 (Registrum ..., pp. 212-214). Het verhaal over Clara Munters leest men in subparagraaf 3- Ook van haar wordt gezegd dat ze opgegeven was : per Medicum de ejus convalescentia vitaque desperatur (H. JONGHEN, p. 143 ; P. VALE, p. 109 : ende den Medicijn wanhoopte, soo van haer becomen, als van haer leven, naer veel middelen geproeft). Zij zou genezen zijn in 1654 en haar getuigenis werd notarieel vastgelegd op 2 januari 1660 (Registrum .,■, pp. 218-220). Tussen de mirakelvoorstellingen bovenaan en onderaan is telkens een kleiner paneeltje (7 x 5.7 cm) aangebracht met wapenschilden. Onderaan in het midden ziet men het wapenschild van Libertus Van Elsrack (Zie familie­ wapen Van Elsrack : F. GOOLE, Wapenboek Hasselt, Hasselt, 1965, p. 6) :

10


afb. 8 en 9

gedeeld ; in I : een Lotharings kruis van keel met omranding van goud op een veld van sabel; in II : twee kepers van keel op een veld van zilver (hier goud), met een vrijkwartier waarin een natuurlijke zwaan op een veld van sinopel (hier azuur). Het schild is (ten onrechte!) bekroond met een bisschopshoed met zes afhangende kwasten aan elke kant. Onder het blazoen een banderol met zijn devies Pie et candide (afb. 10).

11


afb. 10 en 11

Bovenaan de prent staat in het midden het bekende wapenschild van de stad Hasselt, met dekkleden en het gebruikelijke hert als bekroning. Onder het schild een banderol waarop Hasselt. Dit stadsblazoen wordt geflankeerd door twee kleinere schilden (afb. 11). Links staat het familiewapen Cox : doorsneden, I : in een veld van zilver een haan van sabel op een rijzende grond van hetzelfde; II : op een veld van goud een verkort breedarmig kruis van sabel, geflankeerd door een roos van keel en drie merletten van sabel, geplaatst twee en twee (F. G00LE, p. 4). Rechts van het stadsblazoen een gevierendeeld wapen Sigers, waarvan de kwartieren zijn : I : Sigers (op veld van azuur een gouden put en een zit­ tende eenhoorn op zijn hoede) ; II : Van Hilst (op veld van azuur een ring van goud, met als schildhoofd een drieledige inhoeking van hetzelfde) ; III : Hauweghen (op veld van zilver een natuurlijke wildeman naast een rots van sinopel waarop een helm van zilver) ; IV : Houwen (op zilveren veld een klaverblad van sinopel met over alles heen een dwarsbalk van keel) (F. G00LE, p. 9 & 13).

12


Deze twee kleine wapenschilden, gecombineerd met het Hasseltse stadsbla­ zoen kunnen slechts wijzen op de toenmalige burgemeesters van de stad. Ze laten meteen toe deze prent te dateren. Daar de Hasseltse burgemeesters jaarlijks verkozen werden op 24 juni, of de zondag erna, en telkens maar voor één jaar in functie bleven, is een jaar te zoeken tussen 1680 (— vermits R. VAN ORLEY in 1663 geboren werd — ) en 1718 (— overlijden van Libertus Van Elsrack), waarin een Cox en een Sigers samen burgemeester waren. Dit blijkt het geval te zijn geweest in 1688-1689 en in 1690-1691 (G. CALUWAERTS, Hasselt intra muros, Deurne-Hasselt, 1989, p. 363). Toen vervulden Joannes Rumoldus Sigers en Robert Cox samen het burgemeesters­ ambt. Deze mirakelprent is dus ongetwijfeld te dateren tussen juni 1688 en juni 1691. Mogelijk werd de opdracht verleend tijdens de eerste ambtstermijn Cox-Sigers met het oog op de in augustus I689 gevierde Zevenjaarlijkse Virga Jessefeesten. Toch is het niet uitgesloten dat de prent ontstond tijdens hun tweede ambtstermijn. Deze voor Libertus Van Elsrack gemaakte mirakelprent moet gezien worden als een uiting van de contrare­ formatorische devotie tot de Moeder Gods, die tijdens de 17de eeuw een opvallende bloei kende. Zoals de prent van Fruitiers-Bouttats, heeft deze gravure van R. Van Orley tot ver in de 20ste eeuw de verdere iconografie van de Hasseltse Virga Jesse mede beslissend bepaald (cfr. J. ARRAS, pp. 38-48). Wanneer de eerste afdrukken van de koperplaat gemaakt werden, is onzeker; Alleszins leest men op datum van 20 april 1732 : Ten selven dage heeft S.Arnold Vossius oudtborgemeester questie gemoveert aen Heere Confreers ter oorsaeke van een copere plate welcke gebruijckt is geweest door de Heere confreers ten tyde van onse kerckwydinge om te laeten drucken omtrent 400 a 500 printen, welcke representeren de mirakels van onse Lieve Vrouw, en welcke copere platen den voorschreven Borgemeester Vossius pretendeert de syne te wesen, om welck dispuet neder te leggen, hebben de Heeren geresolveert aen den voors. Borgemeester te geven omtrent twee pistolen voor de voors. plate, oft soo veel minder als hij die sal willen laeten volgen aen onse broederschap (Arch. Broederschap O.-L.-V . Virga Jesse, Reces Boeck van het Broederschap van O.L.V. Capelle binnen de stadt Hasselt (...) beginnende in december 1725, P. 10). Blijkbaar werd dus een oplage van deze prent gedrukt naar aanleiding van de kerkwijding der nieuwe Lievevrouwekerk op 22 augustus 1731, in welk jaar eveneens Zevenjaarlijkse Virga Jessefeesten gehouden werden. Het is evenwel niet geweten of er oudere drukken van de plaat tot stand kwamen. Naar aanleiding van de feesten van 1982 werd in opdracht van het Comité der Zevenjaarlijkse Virga Jessefeesten een nieuwe oplage van 50 + 25 exemplaren van de plaat gedrukt, waarvan 25 ex. bestemd voor de leden van het Comité. Alle exemplaren van deze nieuwe oplage dragen onderaan als blinddruk een gekroonde VJ en het jaartal 1982 .

Lit. : J. ARRAS, De Virga Jesse op oude prentkaarten, in De Hasseltse Virga Jesse en haar kerk, Hasselt, 1981, pp. 33-38.

13


maart 1992

tekst : lie. Jef ARRAS, Ondervoorzitter De Vrienden van het Stedelijk

Museum Stellingwerff-Waerdenhof Hasselt vzw copyright : STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF

Maastrichterstraat 85 , 3500 Hasselt, tel. 011/24.10.70

Geopend van dinsdag tot vrijdag van 10 u. tot 17 u. zater-, zon- en feestdagen van 14 u. tot 18 u. Gesloten op maandag, Pasen, 1, 2 en 11 november, van 24 december t.e.m. 31 januari

in dezelfde reeks verschenen :

1. PORTRET VAN KEURVORST-PRINSBISSCHOP MAXIMILIAAN HENDRIK VAN BEIEREN, anoniem, 2de h. 17de eeuw, inv.nr. SMH 85/001 ; maart 1991 2. CATHARINAPANEEL VAN DE OUDE HANDB00GKAMER, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw, inv.nr. MSW 90.B.011 ; april 1991 3. LUSTERGLAZUURVAAS UIT VOORMALIGE HASSELTSE KERAMIEKFABRIEK, tss. 1895 en 1914, inv.nr. MSW 90.024 ; mei 1991 4. BLAZOEN VAN DE HASSELTSE REDERIJKERSKAMER "DE R00DE ROOS", Daniël van Vlierden, ca. 1700, inv.nr. MSW 91-B.039 ; juni 1991 5. WEEK-END, Leon Pringels, 1950, inv.nr. SMH 79/044 ; juli 1991 6. KRUISV0RMIG RELIEK0STENS0RIUM OP VOET, Foppe Jans Burduin, Gent & Ioannes Franciscus Frederici, Hasselt, 1703, inv.nr. SMH 86/B/040 ; augustus 1991 7. KLEDINGSSTEL VAN HET VIRGA JESSEBEELD, 1689 - 1863 - 1901, inv.nr. SMH 89/B/llO ; september 1991 8. DE HASSELTSE GROTE MARKT, Joannes Nicolaus Grauls, 1863, inv.nr. SMH 79/B/101 ; oktober 1991 9- DE RIJKSDAALDER VAN PRINS-BISSCHOP GERAARD VAN GR0ESBEECK, Hasselt, 1568, inv.nr. SMH 80/016 ; november 1991 10. KAARTLANDSCHAP MET PAALSTENEN TUSSEN HASSELT EN ZONHOVEN, anoniem, 1661 en 1666?, inv.nr. SMH 79/B/109 ; december 1991 11. DE GROTE MAN, Frans Minnaert, (1983), inv.nr. SMH 86/226 ; februari 1992


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.