KIK 18. Studiocamera “Maison Rodolphe” 18/24, ca. 1920

Page 1

K U N S T

IN

DE *

K I J K E R *

18

*

STUDIOCAMERA 18/24, ca. 1920 Camera : palissander - voet (ca. 1900) eik "Fournitures photographiques - Maison Rodolphe - ingenieur - Bruxelles" Objectief : "Hugo Meyer S Co - Goerlitz N° 181330" Aristostigmat : 1:4,7 240 m/m. Camera : 45 x 36 x 68 cm Herkomst : voormalige Studio Blanckart Hasselt Aankoop december 1985 Inv.nr. SMH 85/396


EEN UITVINDING IN EEN NOTEDOP

In de 19de eeuw hingen de uitvindingen in de lucht. Koortsachtig werd er gezocht en geëxperimenteerd. Geleerden met naam zetten hun beste krachten in. Merkwaardig genoeg waren het amateurs en dilettanten die met praktische en bruikbare dingen voor de dag kwamen (Daguerre, Edison, Wright, Graham Bell e.a.). Reeds geruime tijd waren twee belangrijke elementen bekend. bepaalde stoffen, o.a. zilverzouten, lichtgevoelig waren.

Zo wist men dat

De "camera obscura" was er al veel vroeger. Het was een lichtdicht afgeslo­ ten ruimte, aan de voorkant voorzien van een klein gaatje. Op de achterwand werd een beeld gevormd. In 1544 werd met zo'n toestel te Leuven een zonsverduistering waargenomen. Dra werd het gaatje door een eenvoudig lensje vervangen, wat nog een scherper en klaarder beeld gaf. De camera obscura hoorde thuis bij het teken- en schildergerief. We mogen dus gerust beweren dat het fototoestel er al was vóór de fotografie was uit­ gevonden ! Vreemd toch dat die uitvinding zo lang op zich heeft laten wachten (dit geldt eveneens voor de fonograaf en de geluidopname). Het grote probleem was evenwel , hoe het gevormde beeld vast leggen. De ach­ terwand van de camera obscura met lichtgevoelige stoffen bestrijken ? Dat lag voor de hand. Maar hoe het beeld fixeren zo dat het ook bij volle daglicht kon bekeken worden ? De twee grote pioniers die hierop een antwoord gaven waren Niépce en Daguerre. In 1839 werd de uitvinding door de Franse regering aangekocht en het procédé vrijgegeven. Hierdoor kon de fotografie op zeer korte tijd door velen beoefend worden. Verscheidene studio's openden hun deuren, tot leedwezen van de schilders. "A partir de ce moment, la peinture est morte", werd er gezegd. Avontuurlijk aangelegde fotografen gingen met hun apparatuur als foorreizigers op tournee. In het "Provinciaal Antwerpsch Nieuwsblad N° 133 van 1839 vinden we volgende annonce :

" Morgen ten II ueren zal in eenen der zalen van het stadhugs de eerste proefneeming plaets hebben welke in deze stad met den Daguerréotype gedaen wordt. Den inkom is bepaald op anderhalve franc. Het is zekeren Heer Lemaire, Paryschen koopman, welken den proef zal doen in anderhalf uer tyds eene schildery belooft te leveren, wat weer het ook zy, regen of zonneschyn ".

2


BLANCKART ET FILS

Deze camera was een van de toestellen van "Studio Blanckart", en we mogen gerust beweren dat heel veel "Hasselaren" van vorige generatie er voor hebben geposeerd. Henri Joseph Blanckart (° 's Hertogenrade 16/12/1833 - + Hasselt 4/6/1894) vestigde zich in 1863 in Hasselt, nadat hij wellicht het vak te Charleroi had geleerd. Hij was waarschijnlijk de eerste fotograaf die zich te Hasselt vestigde. Zijn zonen Auguste ( ° Hasselt 17/7/1878 - + Hasselt 17/2/1952) en Celestin ( ° Hasselt 4/9/1881 - + Rouen) hebben de zaak verder uitgebouwd. Ze hadden een studio in de Kapelstraat en vervolgens aan de Maagdendries. Het lijkt wel, volgens de nog bestaande foto's, dat Auguste de meest bekwame stielman van de familie was. Rond de jaren 1955 werd de studio door zijn leerlinge mevrouw Brans-Verdingh overgenomen. zij maakte zich vlug los van de toen verouderde visie en door haar goede smaak en schitterende beheersing van licht en schaduw gaf ze de zaak een nieuwe impuls.

DE CAMERA

Onze camera is een zwaar houten toestel op een stevige voet geplaatst, want het apparaat mocht in geen geval trillen tijdens de opname. Het negatief formaat is 18x24 wat toen het meest gebruikelijke was, maar er bestonden ook studiotoestellen voor platen 30x40 cm. Door de balg heen en weer te draaien werd de optimale scherpste H i n g gevonden. Op het matglas zijn de begrenzingen van de kleinere formaten aangegeven zodat men nauwkeurig kon instellen en de compositie bepalen. Er zijn lijnen voor het formaat 13x18, het zo populaire post kaart formaat, en voor 6x9, een formaat waarop de identiteitsfoto's werden gemaakt. Om de scherpstelling en de beeldvorming nauwkeurig te zien schermde de fotograaf het invallend licht af met het magische zwarte doek. Het gaf de fotografie iets geheimzinnigs.

OVER LENZEN EN SLUITERS

In 1840 berekende Petzval zijn portret objectief voor de Voigtlandercamera. Het betekende een omwenteling, want door de lichtsterkte werd de lange belichtingstijd drastisch ingekort. De vroegere lenzen hadden echter veel gebreken; het meest voorkomende was de zogeheten "vignetering" (onscherpte naar de randen toe). Dit euvel werd wel weggemoffeld door de foto van een ovaal passe-partout te voorzien. 3


Er was een grote vraag naar kwaliteitsobjectieven: een goed exemplaar kostte zeer veel geld. Het was dan ook het duurste element in de fotostudio; de fotograaf moest daarenboven over meerdere lenzen beschikken met verschillende brandpuntsafstanden. Beroemde lenzen uit die tijd waren o.a. "Steinheil, Taylor, Cooke, Voigtlënder, Dallmeyer, ...". Aan sluiters was er werkelijk geen gebrek want de fabrikanten boden een stoet van verschillende mogelijkheden: er waren rotatie- en klapsluiters, lamellen, centraal- en gordijnsluiters. In het begin deed de lensdop dienst als sluiter. De fotograaf keek met één oog naar zijn uurwerk en met het ander naar zijn model dat krampachtige pogingen deed om vooral niet te bewegen. Toen de belichtingstijden door de lichtsterkere lenzen en de verbeterde negatiefemulsies drastisch waren ingekort was een meer exacte belichtingstijd nodig. Een vrij veel voorkomende type was de zogeheten "Grundnersluiter". Deze bestond uit twee halve bollen die zich pneumatisch openen. Voor de bediening werd een rubberenbal en -slang gebruikt. Zolang de bal werd ingedrukt, zolang bleef de sluiter open. Nam men de luchtdruk weg dan klapten de twee helften weer tegen elkaar. De belichtingstijd — meestal schommelend rond 1/10 van een seconde — werd dus op het "gevoel" genomen.

VAN TOEN EN NU

De ideale fotostudio was op het schildersatelier geïnspireerd. Velen van de eerste fotografen waren schilders die in het nieuwe medium een mooie brood­ winning zagen. Aanvankelijk werkte men met daglicht. Door handig met verschillende gordij­ nen te schuiven werd het onderwerp zo goed mogelijk belicht. De modellen werden in stoere houdingen of ook wel met weloverwogen nonchalance voor de beschilderde achtergronden geplaatst. De lokatie scheen dan vaagweg ergens in een park of een prieel. Als rekwisieten had de fotograaf een reeks gipsen zuilen, kartonnen orna­ menten en sierlijke tafeltjes die gemakkelijk konden omgewisseld worden. Sommige fotografen beschikten zelfs, voor hun minder begoede kliënteel, over een garde-robe met dure bontjassen en elegante hoeden. Kwam je zó uit de sigarenfabriek of de jeneverstokerij vandaan ? Geen nood, op de foto lijkt het of je pas uit de Oriënt-Express bent gestapt. Het "poseren" was natuurlijk ook aan mode onderhevig, en het loont de moeite de portretten uit die tijd te verzamelen. Rond de eeuwwisseling lieten de kokette dames zich graag fotograferen met blote schouders. Een handig compendium voor de lens geplaatst zorgde voor een "flou artistique" of een "flou dégradé", en daar waar je iets begon te zien, daar zag je niets meer. De grote dag was de zaterdag. Toen kwamen de trouwers naar de studio. Dan moest er artistiek en snel worden gewerkt. Vooral snel, want buiten wachtten nog andere bruidsparen in hun koetsen. 4


De grote troef van de fotograaf was echter de retouche. De negatieven werden zorgvuldig behandeld en bij gewerkt : puistjes en onevehheden verdwenen. In de ogen blonken schrandere lichtjes, niemand had een slecht gebit. Zelfs de ouderdom was rimpelloos. Het kwam allemaal uit de trukkendoos van de "Photographe Artiste Dessinateur", die een meester was in het hanteren van potloden en schaafmesjes. Is het te verwonderen dat de portretfotografie populair was ? Na de tweede wereldoorlog deed zich een nieuwe evolutie voor waardoor de klassieke fotostudio in verval raakte. Men greep meer en meer naar de handige kleine toestellen. Leica en Rolleiflex lieten geen retouche toe, maar de mogelijkheden waren enorm. In combinatie met de elektronenflash was het mogelijk in de meest ongunstige lichtomstandigheden te werken. De fotograaf verliet zijn studio. De bruidsfoto, tot hiertoe uitsluitend in de studio gerealiseerd, werd vervangen door een complete reportage. En toch ... Als we in veel van die trouwalbums bladeren wacht ons op het einde een mooie verrassing. De bruid en de bruidegom staan er stokstijf voor kastelen of fonteinen met zwanen en romantische bruggetjes. Een echo van de voormalige studio ... ! *

*

*

GERAADPLEEGDE WERKEN

125 jaar fotografie, Het Sterckxhof, Antwerpen, 1965. Fotografie vroeger en nu, tentoonstellingscatalogus, Gemeentekrediet, Brussel, 1982. Foto- en filmencgclopedie, Elsevier, 1971. Door de werking van het licht. Gemeentekrediet, 1989.

5


september 1992

tekst : Eric STOCKMAN, fotograaf

copyright : STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt, tel. 011/24.10.70

I

Geopend van dinsdag tot vrijdag van 10 u. tot 17 u. zater-, zon- en feestdagen van 14 u. tot 18 u. Gesloten op maandag, Pasen, 1, 2 en 11 november, van 24 december t.e.m. 31 januari

in dezelfde reeks verschenen : 1. PORTRET VAN KEURVORST-PRINSBISSCHOP MAXIMILIAAN HENDRIK VAN BEIEREN, anoniem, 2de h. 17de eeuw, inv.nr. SMH 85/001 ; maart 1991 2 . CATHARINAPANEEL VAN DE OUDE HANDBOOGKAMER, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw, inv.nr. MSW 90.B.011 ; april 1991 3. LUSTERGLAZUURVAAS UIT VOORMALIGE HASSELTSE KERAMIEKFABRIEK, tss. 1895 en 1914, inv.nr. MSW 90.024 ; mei 1991 4. BLAZOEN VAN DE HASSELTSE REDERIJKERSKAMER "DE ROODE ROOS", Daniël Van Vlierden, ca. 1700, inv.nr. MSW 91.B.039 ; juni 1991 5 . WEEK-END, Leon Pringels, 1950, inv.nr. SMH 79/044 ; juli 1991 6. KRUISVORMIG RELIEKOSTENSORIUM OP VOET, Foppe Jans Burduin, Gent & Ioannes Franciscus Frederici, Hasselt, 1703, inv.nr. SMH 86/B/040 ; augustus 1991 7. KLEDINGSSTEL VAN HET VIRGA JESSEBEELD, 1689 - 1863 - 1901, inv.nr. SMH 89/B/110 ; september 1991 8. DE HASSELTSE GROTE MARKT, Joannes Nicolaus Grauls, 1863, inv.nr. SMH 79/B/101 ; oktober 1991 9 . DE RIJKSDAALDER VAN PRINS-BISSCHOP GERAARD VAN GROESBEECK, Hasselt, 1568, inv.nr. SMH 80/016 ; november 1991 10. KAARTLANDSCHAP MET PAALSTENEN TUSSEN HASSELT EN ZONHOVEN, anoniem, 1661 en 1666?, inv.nr. SMH 79/B/109 ; december 1991 11 . DE GROTE MAN, Frans Minnaert, (1983), inv.nr. SMH 86/226 ; februari 1992 12 . MIRAKELPRENT ONZE-LIEVE-VROUW VIRGA JESSE, Richard Van Orley, wsch. 1689, inv.nrs. koperen drukplaat SMH 86/B/059 en afdruk SMH 82/008 ; maart 1992 13 . WIEROOKVAT, Jacques Vinckenbosch (1798-1876), Hasselt, zilver, inv.nr. MSW 91.185 ; april 1992 14 . KAART VAN MIDDEN- EN ZUID-LIMBURG, 1795, L. Capitaine, gravure, inv.nr. MSW 91.001 ; mei 1992 15 . HASSELTSE BRANDBLUSEMMER (1782) EN VUURHAAK, leder en smeedijzer, inv.nrs. SMH 86/248 en SMH 84/058 ; juni 1992 16 . RELIEKHOUDER VAN DE HEILIGE BARBARA, ca. 1702, zilver, inv.nr. SMH 86/B/045 ; juli 1992 17 . PORTRET VAN ABT EUCHERIUS KNAEPEN, 1792, P.J. Verhaghen, inv.nr. SMH 79/B/107 ; augustus 1992


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.