KIK 23. Mirakelprent H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F. Milis, 1854

Page 1

K U N S T

M IR A K E L P R E N T

I N

VAN

D E

HET

K I J K E R

H .S A C R A M E N T

VAN

-

23

HERKENRODE

Uitgegeven door drukker-uitgever Pieter Frederik Milis, Hasselt, 1854 Lithografie, 40,5 x 33 cm Schenking dhr. J. Blux, Hasselt, mei 1969 Inv.nr. SMH 79/129


DE LEGENDE VAN HET H. SACRAMENT VAN MIRAKEL VAN HERKENRODE Om deze lithografie te verstaan dienen wij de mooie legende van het H. Sacrament van Mirakel van Herkenrode in herinnering te brengen. In het jaar 1317 werd de kapelaan van Lummen geroepen bij het ziekbed van een stervende in het gehucht Viversel. De priester deponeerde de geconsacreerde hostie, die voor de zieke bestemd was, in een kamer naast de slaapkamer van de zieke. Terwijl de priester de biecht van de zieke hoorde werd de geconsacreerde hostie door nieuwsgierigen aangeraakt en begon te bloeden. Toen de priester de hostie ging halen stelde hij bloedvlekken vast op de hostie en op het corporale (doekje) waar zij op lag. Hij keerde met de bebloede hostie terug naar Lummen en haalde er een andere hostie om aan de stervende het heilig viaticum toe te dienen. De pastoor van Lummen gaf aan de kapelaan de raad de bebloede hostie te laten onderzoeken door Simon, monnik van Aulne, die rector was van de abdij Herkenro­ de. Toen de kapelaan op weg naar Herkenrode was, gebeurde het dat de schapen langs de weg voor het H. Sacrament neerkniel­ den; bij zijn aankomst te Herkenrode stelde de kapelaan vast dat de klokken van de abdijkerk van zelf begonnen te luiden; toen de priester met de miraculeuze hostie de kerk betrad, keerde de celebrant zich spontaan om om de hostie te aanbid­ den; een vrouw door de duivel bezeten werd van de boze geest bevrijd. Dit gebeurde op 1 augustus 1317. Vanaf deze dag werd de miraculeuze hostie in de kerk van Herkenrode bewaard. Herkenrode werd een bedevaartplaats en talrijke genezingen werden aan het H. Sacrament toegeschreven, (cfr.biblio.nr.9) DE EUCHARISTISCHE LITERATUUR IN DE 14DE EN 15DE EEUW De legende van het H. Sacrament van Mirakel moet gesitueerd worden in het kader van de eucharistische literatuur in de middeleeuwen. Vanaf het ogenblik dat de leer van de werkelijke aanwezigheid van Christus in de hostie en de wijn in twijfel getrokken werd ontstond een volkse reactie die overal wonderen deed oprijzen. In zijn boek Les miracles historiques du 5. Sacrament uitgegeven te Parijs in 1898 vermeldt E. Covet meer dan driehonderd mirakels. Wij citeren er enkele. In 1300 gaat een vrouw te Assche naar de communiebank met de bedoeling de hostie aan Joden te geven. Zij krijgt echter berouw en verstopt de hostie in een uitgedroogde els, die plots weer groen wordt. In de Ter Kamerenabdij te Brussel verschijnt Christus in 1300 in de H. Hostie aan Adela van Schaarbeek en bevestigt zijn aanwezigheid in de Eucharistie. In 1333 wordt te Brussel een hostie door Joden geprofaneerd en begint te bloeden. In Amsterdam wordt een geconsacreerde hostie in het vuur geworpen maar verbrandt niet. 2


In 1374 verandert een hostie te Middelburg in een vleesklomp; een helft wordt overgebracht naar Keulen, de andere helft naar Leuven. Noteren wij dat Covet deze verhalen als historisch beschouwt. Alle katholieke auteurs, tot en met Polydoor Daniëls in 1904, stellen de mirakels rond het H. Sacrament en de genezingen die in de loop der eeuwen aan de miraculeuze hostie toegeschreven werden als historische feiten voor. In wezen zijn deze legen­ den in tegenspraak met de officiële leer van de Kerk voor wie de Eucharistie een onbloedig offer is. (cfr.biblio.nr.2) DE BIJZONDERE VERERING VAN DE LATIJNSE KERK VANAF CA. 1200

GECONSACREERDE

HOSTIE

IN DE

Zowel in de Latijnse als in de Oosterse ritus werden aanvanke­ lijk de geconsacreerde speciën van brood en wijn tijdens de Eucharistie aan de gelovigen niet tentoongesteld. In de twaalf eerste eeuwen werd in de Eucharistie het accent geplaatst op het grote dankgebed en de communie. In de Oosterse kerken is dit altijd zo geweest. In de Westerse kerk zal vanaf de 12de eeuw de aandacht toegespitst worden op de consecratie, het exacte moment waarop brood en wijn "veranderd" worden in het lichaam en bloed van Christus. De communie zal minder belangrijk worden. In de 17de en 18de eeuw zullen gelovigen slechts enkele keren per jaar communiceren. In feite mag hier van een theologische afwijking gesproken worden. Het verlangen van de middeleeuwse Westerse mens om het heilige te kunnen zien zal zich vertolken in de opheffing van de hos­ tie na de consecratie. De Parijse bisschop Pierre de Memours (1208-1219) is een van de eersten geweest die na de consecratie de H. Hostie ophief om ze door de gelovigen te laten vereren. De opheffing van de kelk gebeurde nog niet omdat men het H. Bloed in de kelk toch niet kon zien. Op het einde van de 13de eeuw begint echter het gebruik van de opheffing van hostie en kelk overal ingang te vinden in de Westerse Kerk. In plechtige diensten zal stilaan de bewieroking van hostie en kelk volgen. De kniebuigingen van de celebrant na de consecra­ tie zullen eveneens een nieuwe rubriek vormen totdat zij in 1570 officieel worden voorgeschreven, (cfr.biblio.nr.10) INSTELLING VAN HET FEEST VAN SACRAMENTSDAG TE LUIK IN 1246 EN IN DE WESTERSE KERK IN 1264 Onder impuls van Juliana van Cornillon werd te Luik het feest van Sacramentsdag ingevoerd door bisschop Robert van Thourotte in 1246. Paus Urbaan IV richtte in 1264 dit feest op als ver­ plichtend voor de hele Westerse Kerk. Dit feest werd vooral 3


gepropageerd door de dominikanen die in de steden gevestigd waren en sacramentsprocessies organiseerden, (cfr.biblio.nr.6) DE SACRAMENTSPROCESSIES Na de instelling van het sacramentsfeest (op donderdag na het feest van de Drieeenheid) zullen de sacramentsprocessies een groeiend succes kennen. De eerste gekende sacramentsprocessie is die van Keulen in het jaar 1277. Na 1320 zijn deze processies een algemeen gebruik op sacra­ mentsdag. Vanaf de Contrareformatie (eind 16de eeuw) zullen de sacramentsprocessies een triomfalistisch en theatraal karakter verwerven, (cfr.biblio.nr.10) DE UITSTELLING VAN DE GECONSACREERDE HOSTIE De uitstelling van de geconsacreerde hostie gebeurt aanvanke­ lijk uitsluitend op sacramentsdag. Later zal het H. Sacrament ook op andere feestdagen uitgesteld worden. Voor de biddende gelovige is de geconsacreerde hostie een geprivilegieerd medium om de Godheid te aanbidden. In de loop van de 14de en de 15de eeuw zal de uitstelling van het H. Sacrament vooral in de Duitssprekende landen veralge­ meend worden. In de 16de eeuw zal het gebruik overgenomen worden in Frankrijk en Engeland. Ook zullen aflaten verbonden worden aan de aanbidding van het H. Sacrament. Vanaf de Contrareformatie zal de uitstelling van het H. Sacra­ ment in de Rooms-Katholieke Kerk zeer sterk gepropageerd worden. In de 17de eeuw zullen de Jezuieten het "Lof" invoeren en de zegen zal gegeven worden met de monstrans. (cfr.biblio.nr.10) DE MONSTRANS ALS LITURGISCH VOORWERP Op de lithografie van Milis zien wij viermaal een afbeelding van een monstrans. Vestigen wij even onze aandacht op dit liturgisch voorwerp dat eigen is aan de Rooms-Katholieke ritus en dat onbestaande is in de Oosterse kerken en in de kerken van de Hervorming. Het Liturgisch Woordenboek geeft van de monstrans de volgende bepaling : "een liturgisch vaatwerk waarin de Eucharistie in broodgedaante, zichtbaar voor het gelovige volk, ter aanbid­ ding wordt uitgesteld en waarin de Eucharistie plechtig in de sacramentsprocessie wordt rondgedragen". De monstrans is meestal vervaardigd in een edel metaal, soms versierd met edelstenen. De lunula, waarin de hostie geplaatst wordt, is meestal verguld. Qua vorm onderscheidt men de toren­ monstrans, de cylindermonstrans, de retabelmonstrans en de zonnemonstrans. Deze laatste vorm is ontstaan in de tijd van 4


de barok (17de eeuw). Men onderscheidt ook de monstransen naar hun grootte. Zo is de draagmonstrans kleiner dan de expositiemonstrans. In de schat­ kamer van de hoofdkerk van Sint-Truiden kan men een expositie­ monstrans bewonderen die één meter hoog is. De bestanddelen van de monstrans zijn de voet, de schacht en het sacramentshuisje (voorkant van glas). Op de top van de monstrans staat altijd een kruisje. De monstrans dankt haar ontstaan aan de sacramentsprocessies. De eerste monstransen waren omgevormde reliekhouders. (cfr.biblio.nr.10) DE LITHOGRAFIE VAN MILIS UIT 1854 Pieter Frederik Milis, drukker, uitgever en journalist, werd geboren te Sint-Truiden op 13 oktober 1801 en overleed te Hasselt op 8 april 1865. Hij had zich te Hasselt gevestigd als drukker en handelaar in papierwaren. In het politieke, commerciële en sociale leven van de stad speelde hij een belangrijke rol. Als journalist gaf hij o.a. de Journal du Limbourg Beige uit van 1840 tot 1848, en dit in samenwerking met J.J. Thonissen en L. Beliefroid. Van 1850 tot 1855 gaf hij De Onafhankelijke der Provincie Limburg uit. (cfr.biblio.nr.14) Naar aanleiding van het vijftigjarig jubileum van de overbren­ ging van de Miraculeuze Hostie naar de Sint-Quintinuskerk te Hasselt gaf hij deze mirakelprent uit. Hij noemt zichzelf onder de prent Drukker van den Hertog van Braband. De auteurtekenaar van de prent wordt niet vermeld. De prent bestaat uit negen taferelen. De teksten onder de taferelen zijn in het Nederlands en in het Frans opgesteld. In het centrum van de prent staat de grotere afbeelding van het H. Sacrament in een monstrans. Deze afbeelding is gevat in een kader met bladmotief. Deze prent mag aangezien worden als de tegenhanger van de mirakelprent van O.-L.-Vrouw Virga Jesse ca. 1850 (1849?) door P.F. Milis uitgegeven naar het voorbeeld van de mirakelprent van Richard Van Orley van 1689 (Kunst in de Kijker nr. 12). Ook voor Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos gaf Milis rond 1850 (1848?) een soortgelijke mirakelprent uit. 1.

5


Het bovenste tafereel (afb.l.) geeft een gezicht op de Herkenrode-abdij naar de gravure van Remacle Le Loup in Les Délices du Pays de Liège, dl. 4, Luik, 1744. De lithografie geeft de datum van 1750 aan, hetgeen ongeveer juist is. De abdijgebou­ wen zijn op de litho meer horizontaal uitgetekend dan op de gravure van Le Loup. Aan weerskanten van het H. Sacrament zijn telkens twee tafere­ len, waarvan er drie scènes voorstellen uit de legende van het H. Sacrament van Mirakel. Op het eerste tafereeltje boven links (afb.2.) zien wij op het voorplan de priester die de biecht hoort van de zieke die in een alcove ligt. Op het achterplan zien wij bij een tafel zes mannen: knielend met de lantaarn zit de acoliet; één man knielt voor de tafel; de vier andere mannen staan recht en één van hen houdt de hostie in zijn hand boven de ciborie. Dit is de scène van de profanatie van de hostie. De scène boven rechts (afb.3.) is meer idyllisch. Zij stelt de overbrenging voor van de bebloede hostie van Lummmen naar Herkenrode. Op de voorgrond zien wij de priester die de pyxis draagt; de pyxis is vervat in een zakje dat met een kwast om de hals van de priester bevestigd is; de priester houdt met zijn rechterhand het pyxiszakje vast. Rechts op de afbeelding knielen de schapen terwijl hun twee herders in conversatie verkeren, evenals twee vrouwen. Op het voorplan bij de pries­ ter en links op de prent zien wij een man en een vrouw in geknielde houding. Op de achtergrond een romantische antieke ruïne, typisch voor een tekening uit het midden van de 19de eeuw. Het tweede tafereeltje links (afb.4.) stelt de aankomst voor van de Lummense kapelaan in de abdijkerk van Herkenrode. Het interieur van de kerk is fictief. Men ziet de celebrant die zich van het altaar omdraait naar de arriverende priester; op het voorplan knielend een man en een vrouw met kind; op het achterplan vier biddende figuren. Op het tweede tafereeltje aan de rechterkant (afb.5.) zien wij een bisschop met mijter en staf en een abdis met staf in aanbidding voor het Sacrament van Mirakel. Het onderschrift van dit tafereeltje zegt : J.C. verschijnt in de H. Hostie, met doornen gekroond. Volgens d'Awaigne zou Christus in 1648 in de hostie verschenen zijn aan prins-bisschop MaximiliaanHendrik van Beieren. Indien het tafereeltje deze verschij­ ning voorstelt zijn de mijter en de staf een anachronisme daar Maximiliaan-Hendrik toen hij Herkenrode bezocht, slechts kanunnik was. De abdis zou wel Barbara van Hinnisdael zijn. De monstrans op het altaar lijkt wel dezelfde te zijn als de mon­ strans in het centrale paneel van de prent (zie verder). 6


2

3

De K-Hostie, w o rd t non de Schaper entier den wea a (il beden . j.es Brebis sejetten t à tiencur devant

De U- Hostie/Zcnàer eerbied, ae.ngera.ekt stort bloed ■ . ,, "LeSang ja illit de la à. Hoslte,tou,ctue. far ùsmoans profanes.

laS Hostie..

De H. Hostie wordt te ïïcrckmrode

J C nerschyni tn de h . Hostie. met doornen fen'rochd,. . „ ".

^ S a ^ u o s tie tis s e : surL'autel àHerekeru.

(â p p o . l ' i l f f 0.(JUi.? *<JL o : ô H ü i c ; C . corJ r C T u ic d ’c p i i u s ■__________________________

Irode-. _____ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

5. 7


6.

7.

A loude/ Rerrw Jistrcm tie veut TRrckarirocU Ânewvru PiôTrum,traru:c de, Kerche.r^rod'C ■

Onderaan worden weergegeven van prenten, door de monstransen voor.

JlcTnoTustrajvtiC' dcui Jfcrckenrode ( 1655 )■ RamyûTÙraTice d& Htrckcrvrode { ±655)

in een vierkante ruimte twee afbeeldingen oude monstransen van Herkenrode. Op oude heer R. Van Laere bestudeerd, komen deze twee (cfr.biblio.nr.13)

Links op de prent (afb.6.) een monstrans met onderschrift: Aloude remonstrantie van Herkenrode. Het betreft een cylindermonstrans met op de hostie de figuur van Christus met de doornenkroon. Deze monstrans heeft een renaissance-barokversiering. Een gravure van Pieter Rucholle uit 1645 stelt deze monstrans voor en draagt als onderschrift: figure vérita­ ble du très auguste sacrament de miracle du noble monastère d 'Herkenrode, (cfr.biblio.nr.13) Rechts op de prent (afb.7.) een andere monstrans met als ondertitel: Remonstrantie van Herkenrode (1655). Deze mon­ strans, met in het centraal gedeelte vier zuiltjes en in het midden een hostie met Christusfiguur gedragen door twee engel­ tjes, zou men als een retabelmonstrans kunnen bestempelen. Dat deze monstrans inderdaad in de abdij aanwezig was bewijzen drie kopergravures uit de 17de eeuw: een van R. Collin (1655?), een van Hustin (1674?) en een van H. Spies (1680). (cfr.biblio.nr.13) 8


Het tafereel onder de grote monstrans (afb.8.) stelt de over­ brenging voor van het sacrament van mirakel van de begijnhof­ kerk te Hasselt naar de Sint-Quintinuskerk op 24 september 1804. Het stadsbeeld van Hasselt is vrij geïnterpreteerd: men herkent wel de twee kerken maar naar exactheid is niet ge­ streefd. Naast de begijnhofkerk herkent men begijnenhuisjes met voortuin; op de achtergrond ziet men twee rokende fa­ brieksschouwen, waarschijnlijk van twee stokerijen. Na de afschaffing van de abdij werd de miraculeuze hostie bewaard door pastoor A. Hendrickx van Kermt (16 september 1796 tot einde september 1797), door notaris Joannes Josephus Pollenus van Kermt (einde september 1797 tot 1799), door de heer A. Luyckx te 's Hertogenbos (1799-1800), door eerwaarde heer N.F. Saliez te Hasselt (1800-1804). Na overleg met de abdis van Herkenrode Joséphine de Gondrecourt besloot de Luikse bisschop in ballingschap Mgr. de Méan de miraculeuze hostie in Hasselt te bewaren. Zijn opvolger Mgr. Jan Zaepffel heeft tijdens een plechtige processie het H. Sacrament, dat voor de gelegenheid in de kerk van het begijnhof geplaatst was, naar de Sint-Quintinuskerk overgebracht. (cfr.biblio.nr.4) 8.

Overvccrvno vanft H.Sacrament veen Mirakel tuutHasselt door dew Bisschap veen/ Zuik (180-4-) ■ Translootioit du Ó.Sa/rement de MiracU à. Hasselt peer VEveifue de l i e j c ■( i 8 04-) -

De cylindermonstrans in het centrum van de prent (afb.9.) heeft een gotische opbouw met barokversiering. Boven het sacramentshuisje zien wij twee lantaarntorentjes. Boven de pinakels links en rechts prijken vier heiligenbeeldjes; boven het sacramentshuisje staat een Madonna met Kind in een nis. Deze monstrans werd vervaardigd ca. 1650. Zij komt niet van Herkenrode maar van het klooster van de witte nonnen te Has­ selt, Catharinadal genaamd. Boven links staat het beeld van de H. Catharina met haar rad. Anne-Marie Esselen, voormalige priorin van Catharinadal, verkocht de monstrans samen met een kelk aan pastoor Hoelen van de Sint-Quintinuskerk te Hasselt in 1804 voor de som van 297 fl. (cfr.biblio.nr.3) 9


De monstrans, vervaardigd in verguld zilver, is een pronkstuk, een meesterwerk van edelsmeedkunst. De exacte beschrijving werd gegeven in de tentoonstellingscatalogus Herkenrode 800 jaar, Hasselt, 1982, nr. 51. (cfr.biblio.nr.7) Links en rechts van deze monstrans zijn de wapenschilden aangebracht van de stad Hasselt en van Mgr. Théodore-Joseph de Montpellier (drie negerkoppen), bisschop van Luik (1852-1879). De leuze van de bisschop luidt: Omnibus omnia. Het wapenschild van Mgr. de Montpellier is een duidelijk bewijs dat de prent niet kan dateren van voor 1852. Wij volgen de mening van de heer R. Van Laere: "hoogstwaarschijnlijk werd de mirakelprent in 1854 uitgegeven ter gelegenheid van de vijftigste verjaar­ dag van de overbrenging van het H. Sacrament van Mirakel naar Hasselt", (cfr.biblio.nr.13) 9.

* * * Ik dank de heer Roger Maes die mij spontaan zijn documentatie over dit onderwerp ter beschikking gesteld heeft. ÏO


BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 1.

BOGAERTS, Geschiedenis van het Allerheiligste Sacrament van Mirakel voortijds te Herckenrode nu te Hasselt berustende in de hoofdkerk van de H. Quintinus, Hasselt, P.F. Milis, 1854.

2.

COVET, E., Les miracles Parijs, 1898.

3.

DANIELS, P., Les Ostensoirs du S.Sacrament de Miracle, in Verzamelde Opstellen, 8, 1932, pp. 29-33.

4.

ID., Het H. Sacrament van Mirakel van Herckenrode thans bewaard in de Sint-Quintinuskerk te Hasselt, Has­ selt, 1904.

5.

D'AIWAGNE, H., L'Origine du Très-Auguste Sacrament mira­ culeux au noble monastère d'Herckenrode, Luik, 1655.

historiques

du

Saint-Sacrament,

6 . DE MOREAU, E., Histoire de l'Eglise en Belgique, Brussel, 1945, pp. 581-583.

dl.III,

7.

Herkenrode 800 jaar, tentoonstellingscatalogus, Vrienden van het Stadsmuseum Hasselt vzw, Hasselt, 1982, zie artikels van M. Impe en J. Moons.

8.

HERMANS, E., Limburg. Hasselt,

9.

JACOBI, F., Historie van het Alderheylighste sacrament van Mirakel bewaert tot Herckenrode sedert het jaar 1317, Leuven, 1773.

10.

Liturgisch Woordenboek, Roermond, dl.I, 1958-1962, dl.II, 1965-1968. Zie trefwoorden: lof, mon­ strans, opheffing, sacramentsdag, sacra­ mentsprocessie, uitstelling.

11 .

OPSOMER, C., L'abbaye de Herkenrode, in Monasticon Beige, dl.VI, province de Limbourg, pp. 137-159, Luik, 1976.

12.

SELFSLAGH, F., L'ancienne église abbatiale de Herckenrode à Kuringen et son mobilier liturgique, lie. verhandeling, 2 dln., U.L.B., 1987.

13.

VAN LAERE, R., Het interieur van de abdijkerk van Herken­ rode, in Het Oude Land van Loon, nr. 37, 1982, pp. 283-301.

14.

VAN VINCKENROYE, F., Pieter Frederik Milis, in Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 12, Brussel, 1987, kol. 559-562.

Gedrukte

11

Iconografie

voor

1900,


maart 1993 tekst:

lie. Jos MOONS, voorzitter Geschied- en Oudheidkun­ dige Studiekring Hasselt

foto's:

Stedelijke Fotodienst STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011/24.10.70

in dezelfde reeks verschenen: 1. Portret van keurvorst-prinsbisschop M.-H. van Beieren, anoniea, 2de h. 17de eeuw 2. Catharinapaneel van de oude handboogkaaer, anoniea, e. 17de - b. 18de eeuw 3. Lusterglazuurvaas uit vooraalige Hasseltse keraaiekfabriek, tussen 1895 en 1914 4 . Blazoen van de Hasseltse rederijkerskaaer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 5 . Schilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950 6. Zilveren kruisvoraig reliekostensoriua op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 7 . Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901 8. Schilderij 'De Grote Markt', J.H. Grauls, 1863 9 . Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568 10. Geschilderd kaartlandschap aet paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniea, 1661 en 1666? 11. Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 13 . Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw 14. Kaart van Midden-en Zuid-Liaburg, L. Capitaine, 1795 15 . Lederen Hasseltse brandbluseaaer (1782) en vuurhaak 16. Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 17. Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 18. Studiocaaera 18/24, ca. 1920 19. Schilderij 'Het bos', Dj. Anten (1851-1913) 20 . Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw 21 . Schilderij '0.-L.-Vrouw aet Kind', Antwerpse paneelaerken, 1ste h. 17de eeuw 22 . Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.