KIK 27. Sacramentsostensorium of ‘Monstrans van Herkenrode’, Parijs, 1286

Page 1

SACRAMENTS O STENSORIUM of "DE MONSTRANS VAN HERKENRODE" Parijs, 1286 Verguld zilver, gedreven, gegoten en geciseleerd; bergkristal (?) en email; latere herstellingen en opnieuw verguld; h. 44,5 cm, voet 18,5 x 11 cm; Parijs zilvermerk (lelie) op voetwelving; Herkomst: abdij van Herkenrode; sinds 1804 Hasselt, Sint-Quintinuskerk Bruikleen kerkfabriek St.-Quintinus en O.-L.-Vrouw Hasselt, januari 1986 Inv.nr. SMH 86/B/014


Dit uiterst merkwaardig en belangrijk kunstwerk bestaat uit drie onafhankelijke delen die op elkaar gemonteerd zijn: de voet, het ostensorium en een Calvarie. De zeshoekige v o e t rust met een opstaande, geprofileerde en met vierpassen opengewerkte boord op zes kleine liggende leeuwtjes. Op de bovenzijde van de voet liggen zes vierlobben met geciseleerde gewafelde plaatjes als grond. Mogelijk bedek­ ken zij kleine ruimten waarin oorspronkelijk relieken bewaard kunnen geweest zijn en wellicht moeten zij in hun huidige vorm als een latere toevoeging of aanpassing gezien worden. Moge­ lijk waren deze vierlobbige geciseleerde plaatjes destijds afgedekt met een doorschijnende emaillaag. Aan de rechterkant werd op de bovenzijde van de voet een lelie als zilvermerk ingeslagen. Vanuit de voet vertrekt een hexagonale stam, die aan de onder­ kant verbreed is met verglaasde (bergkristal?) opengewerkte gotische lancetraampjes met vierpasbogen, twee per zijde van de zeshoek. Halverwege de stam is een platte knoop of nodus aangebracht, die versierd is met loofwerk en zes uitspringende ei> (nog slechts deels) geëmailleerde ruitjes. Aan zijn boven­ zijde heeft de stam een bladwerkkapiteeltje, dat takvormig uitwaaiert om een zeshoekig draagvlak te vormen waarop het eigenlijke ostensorium rust. Aan de onderzijde van dit plateau ziet men links en rechts als hangende sierknoppen de vijzen waarmee de bovenbouw op het draagvlak vastgezet wordt. Dit geprofileerde draagvlak is deels met loofwerk versierd en vertoont een deels afgekort Latijns opschrift: ANNO D[OMI]NI M° CC° / LXXX" VI° FECIT ISTUD VAS FIERI / D[OMI]NA HEILEWIGIS DE DIST / PRIORISSA I[N] HERKE[N ]RODE / CUI[US] C[OM]MEMORAT11]O I[N] P [ER]PETUU[M ] CUM / FIDELIBUS HABEATUR ("In het jaar des Heren 1286 liet vrouwe Heilewigis van Diest, priorin te Herkenrode, dit vaatwerk maken. Moge haar nagedachtenis door de gelovigen ten eeuwigen dage behouden worden"). Het eigenlijke ostensorium vormt het centrale hoofddeel van dit kunstwerk. Het rust zonder bodem op het draagvlak van de stam en is opgevat als een zeshoekig gebouwtje met gotische vormentaal. De wanden zijn opengewerkt met zes door glaswerk (platen bergkristal?) afgedichte lancetvensters van verschil­ lend formaat: twee grote aan de voor- en achterzijde, elk aan beide kanten geflankeerd door een kleiner raam. Ze zijn opge­ smukt met vierpassen en bekroond met een wimberg, die versierd is met hogels en, telkens op de top, een kruisbloem. Tussen de zes lancetramen zijn evenveel geprofileerde steunberen aange­ bracht, die uitlopen op eveneens met een kruisbloem bekroonde pinakels. Centraal in de aldus gevormde kapelvormige ruimte zijn twee lunula's zichtbaar (— resultaat van een latere aanpassing — ), die vastgehecht zijn op het draagvlak van het onderstel en bestemd voor het tonen van een geconsacreerde hostie. De steile bedaking van deze gotische constructie bestaat uit vier geciseleerde gewafelde panden, die op de naden links en rechts voorzien zijn van krullend loof. Het dak wordt bekroond 2


IBitllI


4


5


door een knoop waarboven een kruisbloem uitwaaiert. Daarboven­ uit troont als derde onderdeel van deze monstrans een C a l v a — r i e g r o e p , waarvan de centrale stam uit de kruisbloem oprijst om het kruishout te vormen; twee vertakkingen links en rechts dragen de figuren van Maria en de apostel Johannes. De figuren van deze kruisgroep zijn, volgens J.J.M.Timmers, mogelijk ten dele vernieuwd. Het kruishout is met bladwerk versierd en loopt bij ieder uiteinde uit op een bloemknop. Aan dit kruis­ hout hangt een uitgerokken Christus, waarvan het lichaam evenwel sterk doorzakt en geplooid is, zodat het geheel een dramatische expressie krijgt. De Gekruisigde draagt een door­ nenkroon en achter zijn hoofd werd op de kruising van de balken een geciseleerde nimbus aangebracht, waarop in laagreliëf een breedarmig kruis ligt. Een lang perizonium hangt tot over beide knieën. De vrij ongewone plaatsing van de voeten toont ons de linkervoet over de rechtervoet genageld. Links van het kruis staat op een op een rond kapiteel uitlo­ pende gebogen vertakking van de centrale stam de figuur van de Lievevrouw, gekleed in een zware mantel die ook haar hoofd bedekt. Naar gotische mode is deze Mariafiguur vanaf de heup sterk doorgebogen naar het kruis toe. Aan de andere kant daarvan staat de evangelist Johannes op een soortgelijk rond kapiteel. Ook hij is in zware drapering gehuld, draagt een evangelieboek in zijn linkerhand en wijst met zijn rechterhand naar de gekruisigde Christus. Velerlei details van dit kunstwerk wijzen op een groot raffi­ nement in de conceptie en in de realisatie ervan en verlenen het stuk een grote artistieke waarde: de anonieme maker was beslist een bekwaam vakman en als edelsmid een groot kunste­ naar. k

k

k

k

k

Zoals uit het opschrift blijkt, werd dit edelsmeedwerk in 1286 vanuit en voor de abdij van Herkenrode besteld door Heilewigis van Diest, priorin aldaar. Is zij misschien dezelfde persoon als de Aleydis van Diest die in oorkonden van de abdij vermeld wordt tussen 1281 en 1287 ? Het sacramentsostensorium werd meer dan een half millenium te Herkenrode bewaard, vooraleer het begin vorige eeuw naar Hasselt overgebracht werd. Ook al meende men tot in 1951 dat het van Maaslandse oorsprong was, toch werd dit kunstwerk niet in onze gewesten vervaardigd, maar onbetwijfelbaar in de Franse hoofdstad Parijs, zoals uit het op de voet ingeslagen leliemerk blijkt. Meer nog, het is het oudste bekende stuk waarop dit zilvermerk voorkomt. Het gebruik ervan was slechts elf jaar eerder, in 1275, door de Franse koning Filips III de Stoute (1270-1285) verplicht geworden. Reeds in de 12de eeuw waren zilversmeden in Parijs gevestigd en in 1268 kregen ze een statuut voor hun ambacht, dat in 1290 al 120 leden telde. Dit wijst op een snelle groei en de grote uitstraling van de Parijse edelsmeden, waarvan de kunstwerken zich in de 13de eeuw, samen met de gotiek, over gans West-Europa verspreidden. 6


7


De architectonische vormentaal van dit sacramentsostensorium, die een gotische kapel nabootst, is ook duidelijk Frans van oorsprong en komt volledig overeen met de gotische vormen, zoals die in de bouwkunst van de Ile-de-France vanaf ca. 1250 voorkomen. De gegevens van het opschrift, het Parijse leliemerk en de gotische vormentaal versterken bijgevolg elkaar en pleiten dan ook voor de 13de-eeuwse oorsprong van dit kunst­ werk, waarvan men de authenticiteit wel eens heeft durven in twijfel trekken. Er zijn trouwens andere voorbeelden bekend van dergelijke Parijse edelsmeedkunst in onze gewesten, o.m. in Brabant en in het Prinsbisdom. Het meest beroemde voorbeeld was wellicht het in de Tweede Wereldoorlog vernielde schrijn van St.-Gertrudis te Nijvel , maar er waren er andere, ook te Luik zelf. Toch blijft de vraag hoe men ertoe gekomen is voor Herkenrode een ostensorium in Parijs te bestellen. Men kan slechts gissen naar de draden die de band met de Franse hoofd­ stad legden. Wijzen wij slechts op het feit dat de opdracht­ geefster van 1286 uit de Brabantse stad Diest afkomstig was en dat de toenmalige Brabantse hertog Jan I (1261-1294) gehuwd was met Margareta van Frankrijk, dochter van de heilige koning Lodewijk IX en zuster van hogervermelde koning Filips III de Stoute. * * * * * Niet alleen is dit zilverstuk merkwaardig om zijn artistieke kwaliteiten en omdat het het oudste stuk is met het Parijse leliemerk, maar ook omdat het de oudste bewaarde monstrans is ter wereld. Van in de vroegste tijden van het christendom heeft men de Eucharistie gevierd met consecratie van de gaven en de nuttiging ervan. Doch van in de eerste eeuwen werd het geconsa­ creerde brood ook bewaard om het uit te delen aan zieken en stervenden. Vanaf de 9de eeuw deden zich in de westerse chris­ tenheid een aantal controversen voor (Paschasius Radbertus, Berengarius, Tanchelm) over de Eucharistie en de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Heilige Gaven. De Roomse kerk ging daarop dan ook een sterke nadruk leggen: Christus was als persoon aanbiddenswaardig in het teken van de H.Hos­ tie. Het 'zien' van de Heer werd belangrijk en daarbij speelde de beschouwelijke, op het gevoel afgestemde en individuele vroomheid van de middeleeuwen een grote rol. Uit deze ver­ schuiving in de theologie van de Eucharistie resulteerden feiten als: de plechtige begeleiding, met licht en bel, van priesters die de geconsacreerde hostie naar de zieken brach­ ten; de kniebuiging als reverentie van de gelovigen; het feest, de processies en de broederschappen van het H.Sacra­ ment; de godslamp als teken van Christus' aanwezigheid in de H.Hostie; en niet in het minst, verhalen over eucharistische wonderen. In deze middeleeuwse devotiesfeer moet het feest van Sacra* Tentoonstellingscatalogus Ile-de-France - Brabant, Sceaux & Brussel, 1962, p. 147 & 150.

8


mentsdag gezien worden als een Christusfeest dat betrekking heeft op de Eucharistie als Godsgave. Door de werking van Juliana van Mont-Cornillon (1193-1251) stelde de Luikse prinsbisschop Robert I van Thourotte in 1246 het feest in zijn bisdom in, zij het onder veel tegenstand. In 1264 stelde paus Urbanus IV, die tevoren als Jacques Pantaleon aartsdiaken te Luik was geweest en er de hele geschiedenis van Juliana van Mont-Cornillon en Robert de Thourotte meegemaakt had, het Sacramentsfeest in voor de gehele Kerk. Tegen de achtergrond van deze ontwikkeling zijn, zoals gemeld, ook de sacramentsprocessies opgekomen, naar het voorbeeld van processies die met relieken van heiligen gehouden werden op hun feestdag. De oudste gedocumenteerde sacramentsprocessie is die van Keulen in 1277. Het zou evenwel nog tot ca. 1320 duren eer sacramentsprocessies een algemeen verschijnsel werden. In dezelfde context moet ook het ontstaan gezien worden van de monstrans als liturgisch vaatwerk, waarin de H.Eucharistie in de gedaante van brood, zichtbaar voor het gelovige volk ter aanbidding werd uitgesteld en plechtig in processies rondge­ dragen. Ook hierbij speelde het verlangen om het Eucharistisch Brood te zien een wezenlijke rol. De oudste monstransen waren wellicht reliekhouders die voor dit nieuwe doel werden omge­ bouwd of eens per jaar hiervoor gebruikt. Of het hier bespro­ ken sacramentsostensorium van Herkenrode, dat met zijn date­ ring 1286 het oudste bekende ter wereld is, oorspronkelijk een reliekostensorium geweest is, dan wel rechtstreeks als mon­ strans voor de H.Hostie geconcipieerd werd, kan noch bewezen noch weerlegd worden. Alleszins is het niet uitgesloten dat, gezien het belang van het Sacramentsfeest in de context van het prinsbisdom Luik, deze monstrans van Herkenrode van meetaf voor het tonen van de geconsacreerde hostie gemaakt werd, ook al is het dan een uitzonderlijk vroeg voorbeeld, want zelfs uit de 14de eeuw zijn nog slechts weinig monstransen bewaard. * * * * * Eveneens in de context van de groeiende verering voor het H.Sacrament tijdens de hoge middeleeuwen ontstonden talrijke volkse mirakelverhalen over het H.Sacrament. Meer dan driehon­ derd zijn er zo opgetekend . Al zeer vroeg zou het in 1286 voor Herkenrode vervaardigde sacramentsostensorium dan ook verbonden worden met een dergelijk mirakelverhaal uit deze streek. In 1317 werd de kapelaan van Lummen bij het ziekbed van een stervende geroepen. Terwijl de geestelijke de biecht van de zieke aanhoorde, werd in de naburige kamer de geconsacreerde hostie, die hij daar achtergelaten had, aangeraakt door nieuwsgierigen en zij begon te bloeden. Toen de priester in die kamer terugkwam, constateerde hij de bloedvlekken op de hostie en op het corporale (kelkdoekje) waarop zij rustte. De 2 E.COVET, Les airacles historiques du S.Sacrament, Parijs, 1898.

9


kapelaan keerde met de bebloede hostie naar Lummen terug en de pastoor aldaar gaf hem de raad ze te laten onderzoeken door Simon, een cisterciënzermonnik van de abdij Aulne die in de abdij van Herkenrode rector van de monialen was. Op de weg erheen knielden de schapen neer voor de bebloede hostie die de kapelaan bij zich droeg en toen hij te Herkenrode toekwam begonnen de klokken van de abdijkerk vanzelf te luiden. Toen de priester met de miraculeuze hostie de abdijkerk betrad tijdens een kerkdienst, keerde de celebrant zich spontaan om om ze knielend te aanbidden. Tevens werd een vrouw die door de duivel bezeten was, van de boze geest bevrijd. Volgens aloude overleveringen zouden deze gebeurtenissen plaats gehad hebben op 1 augustus 1317 . Sindsdien werd deze bebloede hostie als "het H.Sacrament van Mirakel van Herkenrode" in de abdij aldaar bewaard en vereerd. In 1804 werd ze, zoals het hier besproken sacramentsostensorium, naar Hasselt overgebracht, waar ze tot op de huidige dag bewaard wordt in de St.-Quintinuskathedraal. Al zeer vroeg werd het hier besproken ostensorium van 1286 geassocieerd met het Sacrament van Mirakel van Herkenrode. Tot in de 17de eeuw was het 'de' monstrans waarin deze reliek bewaard en getoond werd. Dit verklaart trouwens de aanwezig­ heid van twee lunula's in deze monstrans: de ene was bestemd voor de gewone geconsacreerde hostie, de andere voor het H.Sacrament van Mirakel. Maar meteen is bewezen dat dit slechts het resultaat van een latere aanpassing kan zijn: het ostensorium van 1286 had vanzelfsprekend slechts één lunula, vermits het Sacrament van Mirakel pas vanaf 1317 te Herkenrode aanwezig was. Het is waarschijnlijk dit gotische ostensorium dat meegedragen wordt in een sacramentsprocessie van Herkenro­ de, die afgebeeld is op een aflaatbrief van paus Urbanus V te Avignon op 13 april 1363 aan de abdij verleend . Vanaf de 17de eeuw lijkt men te Herkenrode de voorkeur gegeven te hebben aan een nieuwe, barokke torenmonstrans voor de bewaring van het H.Sacrament van Mirakel . Na de overbrenging naar Hasselt in 1804 werd daarvoor meestal een andere barokke monstrans ge­ bruikt die afkomstig was uit het Wittenonnenklooster te Has­ selt . De iconografie van het H.Sacrament van Mirakel vanaf de 17de tot en met de 19de eeuw lijkt dit trouwens steeds te associëren met een barokke monstrans. Toen evenwel in 1904 te Hasselt het Eerste Nederlands Eucharistisch Congres gehouden 3 F.JACOBI,Historie van het Rlderheylighste sacrassent van Mirakel bewaert tot Herckenrode sedert het jaar 1317, Leuven, 1773. ^ Thans bewaard te St.-Truiden, Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst. Afgebeeld o.m. in de catalogus van de tentoonstelling Herkenrode 800 jaar, Hasselt, 1982, p. 73. p.DANIELS,Les Ostensoirs du S.Sacrassent de Miracle, in Verzasselde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, dl. VIII, 1932, p. 31-32. Ibid., p. 33.; J.MOONS; Herkenrode 800 jaar, p. 91, waar deze monstrans verkeerdelijk als van Herkenrode afkomstig beschouwd wordt en verward met vorige. - Thans bewaard te Hasselt, St.-Quintinuskathedraal.

ÏO


werd in het kader van het eeuwfeest van de overbrenging van het H.Sacrament van Mirakel naar deze stad, prijkt op de gelegenheidsaffiche terug in het groot het sacramentsostensorium van 1286. Eerherstel was geschied voor een stuk edelsmeedkunst van uitzonderlijke kwaliteit en uitzonderlijke betekenis ! * * * * *

LITERATUUR : L . D [ E ] R [ E N ] , i n In b e e l d g e p r e z e n . M in ia t u r e n u i t M a a s la n d s e d e v o t i e b o e k e n 1 2 5 0 - 1 3 5 0 , Leuven', P e e t e r s , 1 9 8 9 , p. 1 7 0 - 1 7 4 e n R . D [ I D I E R ] , i n F i l l e s d e C ĂŽ t e a u x au p a y s m o sa n , t e n t o o n s t e l l i n g s c a t a l o g u s , H o e i , 1 9 9 0 , p. 8 5 - 8 7 , a l w a a r bij b e i d e n u i t v o e r i g e l i t e r a t u u r . V e r d e r nog : J . M O O N S , M ir a k e lp r e n t van h e t H .S a c r a m e n t v an H e r k e n r o d e - K u n s t i n d e k i j k e r , n r . 23, H a s s e l t , S t e d e l i j k M u s e u m S t e l l i n g w e r f f - W a e r d e n h o f , m a a r t 1993.

Jc ie -k *

ll

Je


j u l i 1993 te k s t:

lie. Jef ARRAS, ondervoorzitter vzw Vrienden van het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Hasselt

f o t o 's :

Stedelijke Fotodienst

co p y rig h t:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011/24.10.70

in d e z e l f d e r e e k s v e r s c h e n e n : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

Portret van keurvorst-prinsbisschop M.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e, 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Schilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901 Schilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568 Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Schilderij 'Het bos', Dj. Anten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij '0.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Hilis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Haeme Jezus�, 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.