KIK 40. Ontwerp voor muurschildering Beurs Antwerpen, Godfried Guffens (1823-1901)

Page 1

K U N S T

X N

D E

K I J K E R

-

40

ONTWERP V O O R "DE DEKENS EN D E HANDELAARS V A N DE HANSESTEDEN BIEDEN HUN CHARTERS EN PRIVILEGES A A N O M IN HET A R C H I E F V A N D E SIN T - M I C H I E L S A B D I J T E A N T W E R P E N T E B E W A R E N # 1315" Godfried GUFFENS (1823-1901), gesigneerd, niet gedateerd; olie op doek; 25,5 x 60,5 cm; inv.nr. 92.015.


"Messieurs, l'incendie de la Bourse d'Anvers a détruit le plus brillant plaidoyer que l'on püt composer en faveur de la peinture murale en Belgique" (A. SIRET, Nécessité da la peinture murale en Belgique, knipsel in het plakboek van G. Guffens). Blijkbaar had de vernieling van de muurschilderingen die Godfried Guffens samen met Jan Swerts geschilderd had voor de Antwerpse Beurs, de tijdgenoten zwaar geschokt. Ruim een eeuw later is de verbrande cyclus niet meer dan een voetnoot in de kunstgeschiedenis. De voorstudie van één van de muurschilderingen is een goede aanleiding om een eertijds hooggeprezen werk weer onder de aandacht te brengen.

1. GODFRIED GUFFENS (1823-1901) EN DE MONUMENTALE SCHILDERKUNST G. Guffens werd te Hasselt geboren in 1823. Hij volgde er zijn eerste tekenlessen bij een zekere Daigny. Dankzij de steun van Ulysse Claes (1792-1880), de kasteelheer van Herkenrode, kon hij op 15-jarige leeftijd ingeschreven worden aan de Academie te Antwerpen. In de klas van Nicaise De Keyser (1813-1887) werd hij ingewijd in de monumentale schilderkunst. Hij leerde er ook Jan Swerts (1820-1879) kennen die zijn artistieke tweelingbroer zou worden. Na drie Parijsreizen trokken ze samen voor twee jaar naar Duitsland en Italië. Op deze lange reis stonden ze niet enkel in bewondering voor de Oude Italiaanse meesters; ze kwamen evenzeer onder de indruk van de Lukasbrüder, die beter bekend zijn onder de wat spottende benaming "Nazareners". Deze groep verbond enkele Duitse schilders die van in de vroege 19de eeuw hun artistieke en ascetische inspiratie putten uit het werk van kunstenaars als Durer en Rafaël. Guffens en Swerts wensten deze kunststrekking in eigen land te propageren: daarom publiceerden zij in 1857 Souvenirs d'un voyage artistique en Allemagne en organiseerden ze in 1858 (Brussel en Antwerpen) en in 1864 (Brussel) tentoon­ stellingen met kartons van de Nazareners. In 1853, het jaar volgend op hun artistieke reis, begonnen Guffens en Swerts aan hun eerste monumentale opdracht, de decoratie van de O.-L.-V.-Bijstand-kerk te St.-Niklaas. Dit omvangrijk werk werd pas einde 1870 ingehuldigd. Ondertussen hadden de kunstenaars een tweede bestelling gekregen: de muurschilderingen voor de Handelskamer in de Antwerpse Beurs (1855-1858).

2. GESCHIEDENIS VAN DE BEURS TE ANTWERPEN Ten gevolge van de verzanding van de vaargeul naar Brugge, won Antwerpen vanaf de 14de eeuw geleidelijk aan commerciële invloed. Aanvankelijk gebeurden financiële- en handelstransacties in verschillende gebouwen, maar na verloop van tijd werd een cen­ traal beursgebouw noodzakenjk. De eerste "gemeyne borse" werd in 1485 ópgetrokken aan de Hofstraat. Door de snelle economische expansie van de Stad werd dit onderkomen evenwel spoedig te klein. In 1532 werd dichter bij de Meir een groter beursgebouw opgetrokken. Het is een bogenrij met verdieping die een nagenoeg vierkant plein omgeeft; via vier toegangen kan men de centrale

2


binnenplaats bereiken. Luigi Guicciardini (Descrittione di Tutti Paesi Bassi, 1567) vond dat het "zo prachtig gerieflijk was voor de reünies der kooplui, dat het op aarde wellicht door geen ander wordt geëvenaard." Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beurzen van Amsterdam en Londen geïnspireerd zijn op het Antwerps model. Een levendige visie op de glorietijd van de Nieuwe Beurs ziet men op een muurschildering die Guffens schilderde voor het Hotel van de Werve de Schilde te Antwerpen: Burgemeester Arnold van de Werve opent in 1531 de Beurs van Antwerpen . (afb.2). De geschiedenis van het beursgebouw fluctueert samen met de economische geschiedenis van Antwerpen. Na een uitzonderlijke bloei in de 16de eeuw (" de gouden eeuw") neemt de activiteit af om na 1648 vrijwel geheel stil te vallen: het bleek immers dat het Verdrag van Munster de sluiting van de Schelde slechts bevestigde en bestendigde. Het gebouw herbergde in deze periode van laagconjunctuur winkels, een tekenschool en een bibliotheek.

2. Muurschildering "Burgemeester Arnold van de Nerve opent in 1531 de Beurs van Antwerpen", door G.Guffetis (Verzaaeling Provincie Antwerpen) uit Godfried Guffens. Tent.cat., Hasselt, 1981, p. 69. 3


Pas in de 19de eeuw wist de havenactiviteit zich te herpakken, zeker wanneer in 1833 de Schelde weer open verklaard werd. De Beurs kreeg opnieuw zijn symbolische en functionele betekenis en werd dan ook grondig gerestaureerd. Hierbij werd de open binnen­ ruimte voor het eerst overdekt: dit gebeurde door een gedurfde metaal-en glasconstructie, bekroond met een ovalen koepel. In dezelfde campagne werden Guffens en Swerts aangezocht om de zetel van de Handelskamer, die in de Beurs ondergebracht was, te decoreren.

3. DE OPDRACHT Het is in 1855 dat Guffens en Swerts formeel de opdracht kregen om wandschilderingen te vervaardigen in de Handelskamer. Op dat moment was er in Antwerpen een groot aanbod van goede monumentale schilders zoals Nicaise De Keyser (1813-1887) en Henri Leys (1815-1869). Toch werd het jonge duo Swerts (35 jaar oud) en Guffens (32 jaar) uitverkoren voor deze prestigieuze opdracht. Dit kan wellicht deels verklaard worden door het feit dat de opdrachtgever, de toenmalige burgemeester Loos (1799-1871), voorzitter was van de Cercle Artistique, Littéraire et Scientifique d'Anvers; Guffens en Swerts behoorden tot de stichtende leden. Over het verloop van de opdracht kan men zich een goed, doch niet volledig beeld vormen aan de hand van hejt dossier dat nu bewaard wordt in het Stadsarchief te Antwerpen . Nog voor de formele overeenkomst tussen de Stad en de kunstenaars kwam er al een protestbrief vanwege de Handelskamer zelf (3 juli 1855). De leden voelden zich in deze zaak gepasseerd en poogden de muurschilderingen uit hun zaal te weren. Ze argumenteerden dat de ruimte te laag was voor schilderingen en dat ze beter met stuc en lambrisering gedecoreerd zou worden. Bovendien wendden zij een soort altruïsme als alibi voor: "Nous avons un sentiment trop artistique, messieurs, et trop peu d'égoïsme pour vouloir conserver pour nous seul une semblable oeuvre d'art que nous préférons admirer avec tous nos concitoyens." Als alternatief stelden ze voor dat de muurschilderingen zouden uitgevoerd worden in de arcade rond het overdekte binnenplein. Burgemeester Loos legde de kritiek naast zich neer en bekrachtigde de overeenkomst met een contract (12 september 1855). Hierin werd bepaald dat de kunstenaars twee jaar tijd kregen om het project uit te voeren; elke dag vertraging zou beboet worden met 10 BF. In totaal kregen Guffens en Swerts een honorarium van 24 000 BF. Dit werd als volgt verdeeld: 2 grote fresco's 2 x 3 000 = 6 000 BF 4 panelen aan de deuren 4 x 2 000 = 8 000 BF 3 panelen aan de vensters 3 x 1 500 = 4 500 BF fries (plafond) 5 500 BF totaal

24 000 BF

Wat duistere etappes in de opdracht kunnen opgeklaard worden door de vergelijking met een ander openbaar kunstproject dat rond diezelfde tijd tot stand gekomen is: het decoreren van de gevel van het Leuvense stadhuis met beelden (cfr. p. 11, Bronnen: J.ROMBOUTS)

4


De opdracht bestond uit een heel iconografisch programma dat een weerspiegeling moest zijn van het rijke commerciële verleden van Antwerpen. In samenspraak met stadsarchivaris F.H. Mertens (1796-1867) werden de af te beelden historische feiten geselec­ teerd. Heel het concept zag er als volgt uit: Twee grote taferelen: * De dekens en de handelaars van de Hansesteden bieden hun charters en privileges aan om in het archief van de St.-Michielsabdij te Antwerpen te bewaren, 1315 (G. Guffens) * Aankomst te Antwerpen van Dardo Bembo en Giovanni Georgi, de eerste Venetiaane ambassadeurs, 1324 (J. Swerts) Vier taferelen: * Edward III, koning van Engeland, overlegt met de belangrijkste Antwerpse handelaars over zijn financiële projecten, 1338 (J. Swerts) * De Antwerpse magistraten bieden de eerste handelaars uit Frankrijk de erewijn aan, 1451 (G. Guffens) * Margareta van Oostenrijk ontvangt de eerste Perzische ambas­ sadeur te Antwerpen, 1523 (G. Guffens) * De Antwerpse magistraat ontvangt de eerste Moskovitische gezanten op het stadhuis, 1524 (J. Swerts) Drie * de * de * de

figuren: geografie: Christoffel Colombus hydrografie: Abraham Ortelius kosmografie: Gérard Mercator

Een fries: * Europa (G. Guffens) * Azië (G. Guffens) * Afrika (J. Swerts) * Amerika (J. Swerts) Bij de zes verhalende taferelen werd er steeds getracht het oudst gekende contactpunt tussen Antwerpen en de respectievelijke natie voor te stellen. De onderwerpen werden hiërarchisch, in functie van hun historisch belang, gerangschikt. Daarom kregen de muur­ schilderingen over de twee belangrijkste handelspartners, Italië en Duitsland, de ereplaatsen aan weerszijden van de schouwmantel. Als legitimatie werd er telkens verwezen naar passages uit de gezaghebbende Geschiedenis van Antwerpen van F.H. Mertens en K. Torfs. Guffens en Swerts beseften zeer goed het belang van de opdracht: "comme de la réussite de cette oeuvre dépendra en grande partie l'avenir de la peinture murale en Belgique" (brief d.d. 2-09-1855 aan het stadsbestuur). Ze zagen er blijkbaar een unieke gelegen­ heid in om de monumentale schilderkunst zoals ze die actief in het buitenland hadden gezien, in eigen land te (her)introduceren. Daarom wilden ze niets aan het toeval overlaten en vroegen de kunstenaars aan het stadsbestuur een bijzondere toelage om voor zes weken naar Duitsland en Italië te trekken. Deze reis was nodig voor de verdere studie van de waterglastechniek (cfr. infra) en voor de aankoop van specifiek materiaal. Het is zeker dat de Stad hen hiervoor een beurs van 3 000 BF ter beschikking gesteld heeft; van de reis zelf is er evenwel niets bekend. 5


4. DE UITVOERING De muurschildering gewijd aan de vroegste contacten met handelaars uit de Duitse Hanzesteden was door zijn omvang en plaats in de zaal het belangrijkste tafereel dat Guffens voor de Handelskamer diende te vervaardigen. Het was niet eenvoudig het historische begin van de Duitse handel met Antwerpen te illustreren. Bij gebrek aan een belangrijk historisch feit werd er geopteerd voor een symbolische handeling waarvan men weet dat ze plaats moet gevonden hebben. Dit symbolische feit is de overhandiging van de charters en privileges door de afgevaardigden van de Duitse hanzesteden aan de abt van de St.-Michielsabdij te Antwerpen. Hertog Jan III van Brabant had de Duitse handelaars omstreeks 1315 formeel de toelating gegeven handel te drijven met de Scheldestad. Het zijn precies deze documenten die hier in verzekerde bewaring gedepo­ neerd worden in de St.-Michielsabdij. De keuze voor deze Norbertijnen-abdij is beslist niet toevallig: ze was één van de belangrijke machtscentra in Antwerpen. Zo was de abdij opgetreden als geldschieter voor hertog Jan I, toen deze in 1288 de slag bij Woeringen betwistte. Dankzij deze overwinning, waardoor het hertogdom Limburg aan de hertogelijke kroon toegevoegd werd, kon de overlandse handel met het Duitse Rijk zich ontwikkelen. Er is een onrechtstreeks bewijs dat de charters in de St.Michielsabdij bewaard werden: in 1425 had de Stad zich naar aanleiding van een betwisting zich het recht toegeëigend om de bewuste documenten in de abdij op te vragen. Het selecteren van de voorstelling was voor Guffens niet het einde, maar eerder het begin van de documentaire fase. Omdat hij het 14de-eeuwse feit zo getrouw mogelijk diende voor te stellen, moest hij zich informeren over de toenmalige kledij, het meubilair, de vloerbedekking e.d. Tegelijk werkte hij aan een globaal concept dat hij, overeenkomstig het contract, moest voorleggen aan het Stadsbestuur. Op deze schets (afb.3) herkent men duidelijk in grote lijnen de latere, definitieve versie. In een volgende fase werd de eerste schets, die een beeld gaf van heel de zaal, verder per voorstelling uitgewerkt. Het enig bekende ontwerp is precies de voorstudie die in het Museum Stellingwerff-Waerdenhof bewaard wordt. Meer dan waarschijnlijk was ook dit werk bestemd om ter goedkeuring voor te leggen. Het biedt op schaal een vrij getrouwe voorafspiegeling van hoe de muurschildering er zou kunnen uitgezien hebben, zowel naar vorm, als naar kleur. Het tafereel toont een uit vijf leden bestaande afvaardiging van de Duitse Hanzesteden die documenten overhandigen aan de abt van de St.-Michielsabdij. Tien paters kijken zittend of staande toe, terwijl verschillende handelaars vanop afstand iets van het gebeuren trachten op te vangen. Er is een opvallend contrast tussen de kleurrijke kleren van de bezoekers en de witte habijten van de geestelijken. De centrale groep van zeven personen is zeer plechtstatig voorgesteld. In de eerste schets zit de abt in zijn zetel en moet de eerste handelaar zich aardig bukken om de documenten te overhandigen. Door in dit volgende ontwerp de

6


handeling staande voor te stellen, worden de figuren monumental er en wint het gebeuren aan kracht. Guffens moet ook aangevoeld hebben dat hij de buitenmatige horizantaliteit van het werkvlak moest doorbreken met sterke verticale impulsen. Naast de midden­ groep vervullen ook de zetel en de meest rechtse pater deze functie. De stricte ernst van de hoofdscène wordt wat gemilderd door de toekijkende paters, die elk in een verschillende houding het gebeuren observeren. Links overpeinst de kroniekschrijver hoe hij het feit zal noteren. Een andere monnik kijkt naar de handelaars uiterst rechts en betrekt hen zo bij het centrale motief. Er zijn geen detailschetsen bekend van dit werk. Toch moeten we er van uitgaan dat Guffens verschillende onderdelen afzonderlijk uitgewerkt zal hebben. Zo is het zeker dat hij veel aandacht besteed heeft aan de abtszetel (cfr. infra). Een fraai vergelij­ kingspunt is een tekening van zijn leermeester N. De Keyser (afb. 4). Omdat vele van de hoofden karakterschetsen zijn, kan men veronderstellen dat ook deze apart werden uitgetekend.

4. Tekening "Twee tronen" door O e Keyser, uit L.H.R.SCHQQNBJERT, Tekeningen, aquarellen en prenten 19de en 20ste eeuw. Catalogus Koninklijk Huseua voor Schone Kunsten, ftntwerpen, 1981, p. 313. Na goedkeuring van het ontwerp kon het karton uitgewerkt worden. Dit is een voorstudie op ware grote; het is een noodzakelijk hulpmiddel om snel en direct op de muur te kunnen werken en bovendien laat het toe dat medewerkers ingeschakeld worden om het karton over te schilderen. De voorstudie van "De overhandiging ..." is bewaard gebleven (afb. 5): ze wordt vermeld door E.H. Pol. Daniels in de catalogus van het Gemeentelijk Museum te Hasselt (1909) als nr. 41. Momenteel berust het bij de Provin­ ciale Dienst voor het Kunstpatrimonium. De grote ontwerptekening 7


is vermoedelijk niet het originele karton aangezien dat mee in de brand zou gebleven zijn. Het is eerder een werk dat Guffens post factum zou hebben vervaardigd in het vooruitzicht van de eventuele hermaak van de muurschilderingen. Ze is een synthese van het kleine ontwerp en het verloren gegane origineel.

!

!

\

I

V

:

»*►

«* n i U M .

I \ 'l |{

\

i 'T K K

5. Karton van "De overhandiging ..." {Provinciale Dienst voor het Runstpatriaoniu® Limburg) uit Godfried Guffensr, Tent.cat., Hasselt, 1981, p. 43. Voor de eigenlijke uitvoering in de Handelskamer konden Guffens en Swerts beschikken over drie medewerkers: de genreschilder Florent Claes (1818-1870), de decoratieschilder Petrus De Wit (1816-1866) en Otto Schwerdgeburth (1835-1866). Deze laatste publiceerde in 1857, dus voor de voltooing van het hele ensemble, een album met litho's van de fries (in de verzameling van het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, inv.nr. 81.013). Van de muurschilderingen zelf kunnen we ons een goed beeld vormen dankzij foto's die voor de brand gemaakt waren en die in 1860 in boekvorm uitgegeven werden (afb.6). Dit geeft de mogelijkheid een vergelijking te maken tussen de verschillende fases van het project.

6. Foto van de auurschildering "De overhandiging ..." uit Peintures «trales par G,Guffens & J.Swerts exécutées à la Chaatbre de Coamerce d'Anvers, neuf sujets photographiés par E.Fierlants, Antwerpen, 186Q (Verzaaeling Stedelijk Kuseua Stellingwerff-Waerdenhof, inv.nr, 81.012) 8


Hieruit blijkt dat het concept definitief vastgelegd werd in het ontwerp op schaal, en dat het karton en de muurschildering in grote mate reproductief zijn. Wellicht had Guffens bij het indienen van zijn klein ontwerp detailkritiek moeten slikken. Feit is dat hij tijdsgebonden elementen als de abtszetel en de lambrisering heeft aangepast: beide stofferingselementen had hij in het ontwerp te jong voorgesteld; daarom werden ze in de muurschildering "verouderd" tot geloofwaardige 14de-eeuwse gotische elementen. Bovendien moet de kunstenaar aangevoeld hebben dat de hoofden van de personnages uit de middengroep te zeer op de bovenlijn van de lambrisering geprojecteerd waren. Op de muurschildering heeft hij de hoofden merkelijk hoger doen uitkomen, zodat de groep nog aan monumentaliteit won. De uiteindelijke muurschildering is een merkwaardige combinatie van een traditionele voorstelling en een toen vooruitstrevende techniek. Guffens en Swerts werkten immers volgens de reeds eerder genoemde waterglas techniek. Waterglas is een oplossing van kaliumnatriumsi 1 icaat in water dat als bindmiddel gebruikt wordt voor muurschilderingen. Het werd in 1846 geïntroduceerd door de Duitse mineraloog J .N .Fuchs onder de naam stereochromie. Een muurschildering in deze techniek mag men niet fresco (Italiaans voor 'nat') noemen, omdat er op een droge kalklaag (secca) gewerkt wordt. In de loop van 1858 werden de muurschilderingen voltooid. Enkele dagen voor de officiële opening, in de nacht van 2 op 3 augustus, brandde de Beurs nagenoeg volledig uit. De kunstwerken waren weliswaar vernietigd, maar dankzij de voorstudies en de albums bleef de herinnering ongeschonden bewaard.

5. RECEPTIE Uit bedankbrieven in de correspondentie Guffens kan men afleiden dat Guffens en Swerts meerdere albums naar vrienden en relaties gestuurd hebben. Het is evenzeer bekend dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken in 1857, dus vlak na het verschijnen, 25 albums kocht met de litho's van de fries. Bovendien werden de kartons (en soms ook de foto's) vaak tentoongesteld: Antwerpen en Den Haag (1857), Dresden (1859), Munchen (?), Antwerpen (1885), Brussel (1888) __ In het plakboek Guffens zijn er drie verschillende afbeeldingen bekend van "De overhandiging — " die gediend hebben als illustratie voor buitenlandse tijdschriften. Ondanks het feit dat nagenoeg niemand ze in werkelijkheid gezien heeft, genoten de muurschilderingen een onmiskenbare bekendheid en kon de cyclus toch de belangrijke rol vervullen in de monumen­ tale schilderkunst in België, zoals die door Guffens en Swerts voorspeld was. Enkele Duitse journalisten schreven na het zien van het karton zeer lovende, soms wat bombastische kritieken: "Jede Linie in diesem Carton ist ein Zeugniss für des Künstlers Werthschatzung der künstlerischen Farm, und zwar in der idealen Richtung" (anoniem, correspondentie Guffens, 290); "Und diese Kopfel Abt und Mönike, man könnte die Biographie eines jeden schreibeni" (tekst van J.Hübner, correspondentie Guffens, 485). Het was niet

9


te verwonderen dat een sterk door Duitse voorbeelden beïnvloede cyclus in dat land positief ontvangen werd. In eigen land was de publieke opnie eerder verdeeld. Dit bleek vooral uit de polemiek die gevoerd werd ten gevolge van het eventueel hermaken van de muurschilderingen na de restauratie van de Beurs in 1872: hierbij werd door de tegenstanders niet zozeer de cyclus op zich geviseerd, maar heel de Duits-geïnspireerde en archaïsch-aandoende muurschilderingen. Bij die beoordeling speelden esthetische argumenten mee, maar allicht ook politieke: in 1870 woedde immers de Frans-Duitse oorlog, zodat "duits" niet meer goed in de markt lag. Bepaalde critici vonden bovendien dat Guffens en Swerts al voldoende opdrachten ontvangen hadden en dat nu anderen de kans zouden moeten krijgen. Hoewel de muurschilderingen in de Beurs niet meer hermaakt werden, lag het project mee aan de basis van een bloeiperiode vaar de monumentale schilderkunst in België. Hierbij speelde ook de opkomst van de neo-stijlen een grote rol. De loopbaan van Guffens en Swerts was nu definitief gelanceerd; in de daaropvol­ gende decennia hebben zij via opdrachten meermaals kunnen profiteren van de beweging die zij zelf mee op gang gebracht hebben.

6. BESLUIT De voorstudie voor de muurschildering "De overhandiging __ " is een waardevol document omdat het de enige bron in kleur is van een historisch belangrijke cyclus die niet meer bestaat. Bovendien is er het artistiek belang omdat het precies in deze ontwerpfase is dat de kunstenaar het meest creatief is. In die optiek kan het tenvolle als kunstwerk in de kijker staan.

*

*

10

*


BRONNEN:

Provinciaal Archief en Documentatiecentrum, Plakboek Guffens, 736-LA-F-1Q6. Stadsarchief Antwerpen, Modern Archief, 899, 3. Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, Correspondentie aan Guffens, 598 nrs.

Peintures murales. Frises exécutées à la Chambre de Commerce d'Anvers, huits planches gravées par Q.Schwerdgeburth et J.Marshall, Antwerpen, 1857. Peintures murales exécutées à la Chambre de Commerce d'Anvers par G.Guffens et J.Swerts, neuf sujets photographiés par E.Fierlants, Antwerpen, 1860.

R.ACHTEN, De rol van Godfried Guffens (1823-1901) bij de heropleving van de historische en religieuze muurschilderkunst in België tijdens de tweede helft van de 19de eeuw toegelicht aan de hand van zijn monumentale werken, ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Leuven, 1988. F.CLIJMANS, De beurs te Antwerpen, Antwerpen, 1941.

Godfried Guffens. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1981. J.ROMBOUTS, Cat.nr. 20 Gipsen beeld van Cleynaerts (1867), in De Brabantse Folklore en Geschiedenis, 278-279 (1993), p. 195197. J .VAN ACKER, Antwerpen van Romeins veer tot wereldhaven, Antwerpen, 1975. J .VAN GERVEN, Bouwen als expressie van mentaliteit: ideologi­ sche achtergronden voor de heropbouw der Antwerpse Beurs (1858-1872), in Bulletin Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek, 1989, nr. 3, p. 1-46.

*

*

*


November 1994 Tekst:

Jo RQMBOUTS, wetenschappelijk medewerker Provinciaal Openluchtmuseum Bokrijk

Foto:

Stedelijke Fotodienst Hasselt

Copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. (011)24 10 70

In dezelfde reeks verschenen:

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.

Portret van keurvorst-prinsbisschop H.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', 0. Van Vlierden, ca. 17QQ Schilderij 'Week-end', L. Pringeis, 195Q Zilveren kruisvormig reliekosteasorium op voet, F. lans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 17Q3 Kledingsstel van het Virga Jessebeeid, 1589 - 1863 - 19Q1 Schilderij 'De Grote Harkt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568 Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 15562 Schilderij 'De Grote Han', F. Hinnaert, (1983) Hirakelprent Q.-l.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Hidden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse btandblusemmer (1782) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 17Q2 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Schilderij 'Het bos', Dj. toten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeid, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij 'Q.-L.-Vrouw met Kind', totwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Hirakelprent van het K. Sacraient van Herkenrode, Hasselt, P.F.Hilis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Haeme Jezus", 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (194Q-) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 Schilderij 'Strandtafereel', 193Q, Jos.Damien (1879-1973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 153Q-154Q Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) Kaart Bisdom Luik, Jaillot, Parijs, 1692 Kokosnootbeker, Steven Vander Lacht, Hasselt, 1652 Gouache 'De Heukes', ca, 189Q, Paul Harie Bamps (1862-1932) Kroningsprent Q.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het Hasseletim en de Historia Lossensis, twee historische werken van Joannes Hantelius (1599-1676) Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.