KIK 43. Schilderij ‘Arnoldus van Melbeeck op zijn sterfbed’, 17e eeuw

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

-43

PORTRET VAN ARNOLDUS VAN MELBEECK OP ZIJN STERFBED Anoniem, 17de eeuw; olie op doek; 110 x 148 cm; permanente bruikleen Grauwzusters Hasselt, augustus 1987; inv.nr. 87.B.037.


Het schilderij toont een priester op zijn sterfbed, met een zwart kruis geklemd in zijn gevouwen handen. Hij draagt een albe, waar­ over een rouwkazuifel in renaissancestijl met boordversiering in goudborduurwerk en een manipel aan de linkerarm. Zijn hoofd, getooid met een zwarte baret, rust op een kussen dat versierd is met een boord in kantwerk. Zijn gelaat, met fijne snor, lijkt dat van een 50-jarige, zoals zal blijken een geïdealiseerde voorstel­ ling. Op de achtergrond zien we een zwart golvend gordijn van de rouwkapel. Links onderaan een opschrift: Den eerw. Heer / Arnoldus van Melbeeck / Pastoor van S.Niclaes / tot Maestricht Fundateur / van die Weesen van / Hasselt sterft A° 1675.24.9^^ / R.I.P.

ARNOLDUS VAN MELBEECK, ZOON VAN ROEMRUKE VOOROUDERS Arnold van Melbeeck werd geboren te Hasselt op 29 juni 1598. Hij was de zoon van Aert van Melbeeck en Catharina (Lijnken) Vander Ryst1. Aert van Melbeeck sr. was driemaal burgemeester van Hasselt (1616-1617; 1622-1623; 1625-1626)2. Zijn moeder was de zuster van Herman Vander Ryst, die van 1610 tot aan zijn dood in 1625 pastoor was van het Hasseltse begijn­ hof . Zijn grootvader Herman Vander Ryst sr. was een geboren Diestenaar. Hij was uitzonderlijk muzikaal begaafd. Gedurende twaalf jaar was hij verbonden aan de muziekkapel van hertog Albrecht V van Beieren in München, toen Orlandus Lassus daar kapelmeester was. Uit Beieren teruggekeerd trad hij in 1577 te Hasselt in het huwelijk met Isabella Vuskens. Na korte tijd als kapelmeester aan de Sint-Sulpitiuskerk van Diest gefungeerd te hebben, vestigde Herman Vander Ryst sr. zich als brouwer-waard in de Hoogstraat te Hasselt. Hier maakte hij zich verdienstelijk als stichter van de Sint-Ceciliakamer en als deken van de broederschap van de Virga Jesse3. Na zijn humaniora studeerde Arnold van Melbeeck godgeleerdheid te Leuven. Hij behaalde er het baccalaureaat en ontving de grote wijdingen in de predikherenkerk; het subdiaconaat op 21 september 1630 en het diakenaat in 1631. Vervolgens werd hij priester ge­ wijd en als pastoor benoemd in de Sint-Niklaaskerk te Maastricht. Beschuldigd van hoogverraad nam men hem gevangen op 30 maart 1638, tesamen met andere priesters, kloosterlingen en notabelen, aldus de Kronijk van Maestricht*.

1

C.VANDERSTRAETEN, E.H.van Melbeeck en het Hasseltsch weeshuis, in Limburg, 1936, pp. 144-148. (He steunden ons in belangrijke mate op deze studie)

2

G.CALUWAERTS, Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen, DeurneHasselt, 1989, pp. 215-216.

3

De grauwzusters in Hasselt, Hasselt, 1987, p. 22.

4

C.VANDERSTRAETEN, Ibid. 2


ARNOLDUS VAN MELBEECK EN HET HASSELTS WEESHUIS5 Op 2 april 1674, het jaar voor zijn dood, stichtte hij in zijn geboortestad een jongens- en meisjesweeshuis, zoals er reeds bestonden in Maastricht en andere steden. Hij schonk een jaarrente van 600 gulden (ongeveer 500.000 fr.) op goederen gelegen in het hertogdom Limburg, op voorwaarde dat de stad het oude Schuttershof .zou af staan om onderdak te verlenen aan de wezen6. Het Schuttershof was toen nog stadseigendom en bracht jaarlijks 100 gulden huurgeld op (ongeveer 80.000 fr.). Het complex bestond uit een woonhuis en een tuin, waarin de schietschijven en de schuttershuisjes stonden opgesteld. Het voorstel van Arnoldus van Melbeeck werd op 16 juli 1674 aan de 12 ambachten voorgelegd en unaniem aangenomen met voorbehoud dat de schutters nog mochten oefenen in de tuin. Dit laatste punt gaf spoedig aanleiding tot misbruiken.

Uit: G.CALUWAERTS, Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen , DeurneHasselt, 1989, p. 297.

De schutters beweerden het recht te hebben hun bogen, pijlen en andere bezittingen op te bergen in het weeshuis. Bovendien hadden jonge schutters "insolentien" bedreven. De stadsoverheid was uiteindelijk verplicht de toegang tot het huis te verbieden aan al de onbevoegde personen en dit op boete van 1 goudgulden (ongeveer 4.000 fr.).

5

C.VANDERSTRAETEN, Ibid.

6

G.CALUWAERTS, Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen , DeurneHasselt, 1989, pp. 297-298.

Het "Schuttershof" was gelegen nabij de Ridderstraat. Met zijn uitgestrekte tuin kwan het tot tegen de stadsvesten en reikte tot aan de "Slicksteen of Marlathoren". Het Schuttershof was tegelijk een herberg en een woning. In de grote tuin oefenden enkele gezelschappen zich zet de buks en eet de boog.

3


De nieuwe stichting werd vrijgesteld van al de stadslasten, accijnzen en belastingen. Tevens verzaakten de ambachtsmeesters aan hun recht op was, wijn, toegangsgeld, enz. ten voordele van de wezen, welke in een van de ambachten wenste ingeschreven te worden7. Op 20 februari 1713 verleende de stad aan de rentmeester het voorrecht dat andere stadsbedienden genoten, namelijk bij gele­ genheid van O.-L.-Vrouw Lichtmis een kaars te ontvangen "tott gerieff van het weeshuis” . De stichter benoemde als beheerders van het weeshuis de pastoor van Hasselt en een van zijn bekwaamste bloedverwanten. Zij droegen de volle verantwoordelijkheid, maar zij mochten zich laten helpen door "twee devote ende charitative vrouwspersoonen". Het waren de "overmeesteressen" die de instelling moesten aanbevelen aan "goede rijcke ende caritative luyden" en de boekhouding controleren. Om de inkomsten te verhogen ten voordele van de weeskinderen "van wettige bedde" en van gelovige ouders, werden rondhalingen gedaan in de hoofdkerk en in de kerken van de minderbroeders en de capucijnen op zon— en feestdagen, bij uitvaarten en andere kerkelijke diensten. Het offergeld werd in de hoofdkerk gedeponeerd in het offerblok van de wezen. Deze geldkoffer was op last van de stad voorzien van "een dobbel slot, scroeven, sleutels ende leren". De inzamelaars kregen jaarlijks een vergoeding van 8 pattacons (ongeveer 16.000 fr.) Arnoldus van Melbeeck voorzag eveneens huishoudelijk personeel. Deze mensen moesten onder de leiding staan van een godvruchtige weduwe of een deftige ongehuwde vrouw van rijpere leeftijd, die geen aanhang had van broers en zusters of kinderen. Zij kon zich laten bijstaan door het nodige aantal dienstboden om de wezen te wassen en te voeden, en om ze te leren rekenen, lezen en schrij­ ven in het Nederlands en in het Frans. Om aanvaard te worden in het weeshuis moesten de kinderen 6 jaar zijn en gezond zijn van lichaam en geest8. Zij bleven in het weeshuis tot hun 14de of tot zij hun kost waard waren. Bij voorkeur werden de armste kinderen en de bloedverwan­ ten van de stichter opgenomen. In het begin waren zij niet tal­ rijk. Op 28 maart 1675 waren slechts 8 kinderen ingeschreven. Om de weeskinderen te onderscheiden van andere stadskinderen, droegen zij kleren van grauwlaken, voorzien van een wit en blauw kruisje op de rechtermouw. De mouwen waren ook voorzien van een versiering met "boven rontom geel borgoinskes".

7

A.HABETS, De oudste stukken en bescheiden over het Hasselt, in Les Mélophiles, 1900, pp. 103-113.

8

J.GRAUWELS, Kroniek van Hasselt (1078-1914). Grepen uit het dagelijks leven, Hasselt, 1982, p. 91.

smedenambacht

te

"•ttlx dat sy uyt de vuylichêyt gebrocht syn" tot 3.4 jaar als tij "hunnen coat weerdich syn". De wezen zullen er onderwezen worden ook "In het franchois Indyen doenlyck" en de aelsjes zullen er leren naaien, spinnen en speldewerken. De wezen zullen allen een grauw laken kleed hebben en "on die weesen te kennen sullen sy hebben een cruysken van wit ende blauw laken op die rechter souwe van henne kleederen tot een aerck".

4


De meisjes leerden naaien, spinnen en ander huiswerk, maar men zorgde vooral voor "godtvruchtichi jt ende goede manieren1'. De jongens werden toevertrouwd aan een ambachtsmeester en zorgden zo voor een inkomen voor het weeshuis. Tevens werden zij opgeleid tot een volwaardig ambachtsman. Eens geslaagd in de proeven, voorgeschreven door het betreffende ambacht, werden de wees­ jongens ontslagen in het weeshuis. Zij kregen als afscheidsge­ schenk van het weeshuis twee hemden, een paar nieuwe schoenen en een redelijk "habijt", tenzij zij goederen bezaten waarvan de opbrengst toeliet om deze uitzet zelf te kopen. Dankzij Arnoldus van Melbeeck bereikten de Hasseltse wezen een hoger welvaartspeil en een betere integratie in de maatschappij.

ARNOLDUS VAN MELBEECK ALS SLEUTELFIGUUR VAN HET TOEVAL Een huis, gelegen aan de noordkant van de Paardsdemerstraat, was meer dan twee eeuwen lang het stamhuis van de familie van Melbeeck. Op 17 mei 1726 verkocht Arnoldus van Melbeeck, "vicaris Berengensi" zijn deel van het huis aan zijn broer Joannes, "priester der cantorie te Hasselt". In 1736 schonk Joannes bij testament datzelfde huis aan een liefdadigheidsinstelling. Dit gebeuren werd toen vereeuwigd in een lange arduinsteen van de voorgevel, dat momenteel bewaard wordt in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof (inv.nr. 82.B. 105). De inscriptie luidt: "OUD MANNEN HUYS gesticht door den Eerw. Heer Joannes van Melbeeck, Priester en Lietmaet der Cantorie alhier. Anno 1736". Op 22 juni 1818 werd het huis verkocht aan de jeneverstoker Jozef Jacobs, wiens dochter met Adam Stellingwerff trouwde, die er ging wonen. Uit dat huwelijk en in dat huis werd op 9 augustus 1841 Guillaume Stellingwerff geboren, de toekomstige eigenaar van het pand Steilingwerff-Waerdenhof9. Als pastoor van de Sint-Nicolaaskerk in Maastricht had Arnoldus van Melbeeck nog steeds contact met zijn geboortestad Hasselt. In een kleine familiekroniek van de familie de Geloes, bijgehouden door Jan Renier de Geloes lezen we: * "Anno - 1652 - 29 Decembris ben ick getraut tot Maestricht met jouff: Maria van Daelhem in St Nicolaes Kerck present Sr Evrard van Daelhem ende jouff rauw Agnes Meys hare alders ende mijnen oem Renerus de Geloes Pastoer tot Zonhoven ende Deken van Hasselt Godt wil sijn werk in ons gebenedi jden"10. * "Anno - 1666 - 3 April is geboren onsen 5de soen ende den 4 gedoept ende genaempt Guill: Renerus ende is gestorven den Ie Juny naevolgende ende begraeven tot Maestricht in St Nicolaes Kercke int graf van onse alders"11.

9

G.CALUWAERTS, Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen, DeurneHasselt, 1989, pp. 215-216.

10

Djef ANTEN, Petite chronique historique et généalogique inédite de la famille de Geloes, in L'Ancien Pays de Looz, 1900, p. 81.

11

Djef ANTEN, Ibid., p. 82. 5


Maart 1995 Samenstelling tekst: Foto:

Roger MAES

Stedelijke Fotodienst

Copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. (011)24 10 70

In dezelfde reeks verschenen: 1. 23. 4. 5. 67. 8. 9. ÏO. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42.

Portret van keurvorst—prinsbisschop M .—H . van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de — b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Poode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Schilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 — 1863 — 1901 Schilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568 Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Schilderij 'Het bos'. Dj. Anten (1851-1913) Juweel — zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de — b. 17de eeuw Schilderij 'o . -L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.—Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus", 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmens (1940-) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S . Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) Kaart Bisdom Luik, Jaillot, Parijs, 1692 Kokosnootbeker, Steven Vander Locht, Hasselt, 1652 Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) Kroningsprent O.—L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het Hasseletum en de Hlstorla Lossensis, twee historische werken van Joannes Mantelius (1599-1676) Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992 Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A.von Geusau, 1835 Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892"


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.