KIK 48. Schilderij ‘IJzel en mist’, Djef Anten (1851-1913)

Page 1

K U N S T

IN

IJZEL EN MIST Djef ANTEN (1851-1913); olie op doek; 76 x 117 cm; aankoop december 1992; inv.nr. 92.136.

DE

K I J K E R

-

48


DJEF ANTEN (1851-1913) Het ware open deuren intrappen hier nogmaals uitgebreid de biografie van Djef Anten te brengen. De diverse aspecten van het veelzijdig leven van deze boeiende persoonlijkheid werden reeds uitgebreid besproken in de catalogus uitgegeven door de vzw De Vrienden van het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof naar aanleiding van de overzichtstentoonstelling in 1992 gewijd aan het oeuvre van Djef Anten. Zij werden in de reeks "Kunst in de kijker" ook reeds besproken in aflevering 19, "Het Bos", door de heer Jo Rombouts. Louter volledigheidshalve kan hier nogmaals samenvattend worden vermeld dat Djef Anten, geboren te Hasselt op 18 juni 1851, zich als autodidact wist te ontplooien tot een uiterst veelzijdig man. Van beroep porseleinhandelaar engageerde hij zich bijzonder actief in het Hasselts sociaal leven. Hij ontpopte zich als lid — vaak stichter en/of voorzitter — van diverse verenigingen of organisaties, tot toneelspeler en -auteur, tot geschiedschrijver en tot succesrijk politicus. Op 61-jarige leeftijd overleed hij onverwacht te Hasselt op 24 februari 1913. Ook als schilder genoot Djef Anten slechts een beperkte oplei­ ding. Hij volgde een tijdlang lessen aan de plaatselijke Stedelijke Academie en putte vooral uit zijn contacten met de landschapschilders die in het laatste kwart van de 19de eeuw te Genk werkzaam waren, aangetrokken door de toen nog ongerepte schilderachtige Kempen. Anten ontwikkelde zich al gauw tot een quasi-prof essionele "echte" schilder die herhaaldelijk deelnam aan, toen erg in zwang zijnde, "salons" in binnen- en buitenland. Aanvankelijk wat conventioneel schilderend, eerder geïnspireerd door de romantiek, evolueert Anten geleidelijk naar een, overi­ gens zeer voorzichtige, impressionistische toets. Het werk van Anten dat grotendeels uit landschappen bestaat — zijn schaarse beoefeningen van andere genres behoren zeker niet tot zijn beste prestaties — is op zijn minst zeer verdienstelijk en bij wijlen zelfs buitengewoon goed in het genre te noemen. Het leidt geen twijfel dat mocht Anten niet in uitsluitend en rond het toen — zeker op kunstgebied — nog al te bescheiden Hasselt geleefd en gewerkt hebben en mocht hij van schilderen werkelijk zijn hoofdbezigheid gemaakt hebben, hij thans zeker een meer prominente plaats zou innemen in de galerij van schilders die actief waren kort voor en rond de eeuwwisseling. IJZEL EN MIST?

Het schilderij toont ons een winters landschap met een riviertje en enkele "schilderachtige" huizen voor een stad aan de horizon onder een eerder mistige hemel. Een vrij hoog aan de hemel prijkende zon slaagt er maar nauwelijks in de wat mistige wolken te doorbreken. 2


Van echte "mist" is geen sprake. Integendeel. In de verte zien we aan de horizon de silhouet van twee torenspitsen, één zeer spitse en één wat lagere bekroond met een lantaarnspits, en rechts hiervan — ietwat dichterbij — een kerk of een grote kapel bekroond met een dakruiter. Nog meer rechts rijzen, eveneens aan de horizon, enkele schijnbaar industriële schoorstenen op. Centraal in het schilderij staan een viertal gebouwenconstructies met enkele bijgebouwen, grotendeels in vakwerk. Uit twee schouwen stijgt wat schaarse rook die enigszins blijft hangen. Op de voorgrond stroomt langzaam een riviertje. Over het brug­ getje over het riviertje is net een ossespan gereden. Wellicht twee kinderen zitten boven op de lading terwijl de menner het span verderdrijft over de weg die vanaf het bruggetje parallel met het riviertje in onze richting loopt. Links aan de oever van het riviertje, net voor het bruggetje, zijn een vijftal vrouwen bezig de was te doen. Voor de huizen zijn vier goed beladen wasdraden gespannen. Aan de meest linkse zijn twee personen doende de was op te hangen of te verwijderen. Wie goed toekijkt ziet, door het kale struikgewas links bezijden het riviertje, dat het meeste wasgoed ligt ^te bleken op een w e ide. De diagonale as gevormd door het riviertje en de parallelle weg leiden alle aandacht naar het bruggetje en de tafereeltjes die zich in de onmiddellijke omgeving afspelen en nodigen de toe­ schouwer als het ware uit om in het schilderij te stappen en naderbij te treden. Er is niets op het schilderij dat duidelijk en onmiskenbaar bedoeld als een weergave van "ijzel" kan bestempeld worden. Uitzondering hierop zouden misschien de witte verftoetsen op enkele takken van het kale struikgewas langs het riviertje kunnen zijn. Om een dergelijke ijsvorming te veroorzaken zou er op dat ogenblik al een flinke vorst moeten heersen. Het zou onwaar­ schijnlijk zijn mocht bij een dergelijke weersomstandigheid nergens anders enig spoor van ijzel te bespeuren geweest zijn. Bovendien is het weinig waarschijnlijk dat vrouwen bij vriesweer meer dan het nodige zouden wassen in het riviertje, minder waar­ schijnlijk nog dat zij het wasgoed nadien uitgebreid te drogen zouden hangen of te bleken zouden leggen ... Ons inziens bedoelde Anten met gezegde witte verftoetsen wellicht ontluikende wilgenkatjes - waar wilgenstruiken inderdaad vaak waters en riviertjes afzoomden — als voorbodes van de lente. De twee kale bomen in het midden van het schilderij en de tien vogels — schijnbaar meeuwen — geven het schilderij een extra dieptedimensie en dragen aldus bij tot een redelijk geslaagd perspectief. Een eerste reflex doet de toeschouwer terugdenken aan de 17deeeuwse Hollandse landschapschilderkunst; een ruim doch niet echt weids landschap gestoffeerd met bebouwing en menselijke tafereel­ tjes, alles in overwegend warmbruine tinten en vrij realistisch weergegeven. 3


Dit kan nochtans moeilijker gezegd worden van de weergave van de lucht. De meteorologisch wat merkwaardige, alleszins niet alledaagse hemel die Anten weergeeft staat ver van de — zelfs bij winterse landschappen — warm-zonnige luchten die zo typisch zijn voor de Hollandse landschapschilders. De weergave van de bijzondere, ietwat mistige wolkenstructuur en de moeilijk doorbrekende zon wil duidelijk de uitdrukking zijn van de indruk die de schilder opdeed van een typische weergesteltenis op een bepaald ogenblik. Duidelijk een impressionisti­ sche invloed dus. Evenwel ontbreekt het voor de "echte" impressionisten zo typische meesterschap in de weergave van het spel van het natuurlijk licht en de effecten ervan. De typische luminositeit die het werk van impressionistische "buiten-schilders" zo kenmerkt is hier eigen­ lijk afwezig, zelfs in het wolkenspel onmiddellijk rond de zonne­ cirkel. Ook al wil Anten een bijzondere "impressie" en een typische stemming weergeven; zijn palet blijft — althans in dit schilderij — conventioneel en zelfs wat academisch. Dit werk neemt overigens in menig opzicht een ongewone plaats in in Antens oeuvre. Waar Anten doorgaans al in mindere mate gebouwen en menselijke activiteiten in zijn composities opneemt, gebeurt dit zelden of nooit op zulke geslaagde "geïntegreerde" wijze als hier. Voormelde compositie-elementen prijken hier samen, op verschillende plans doch als het ware met het landschap verweven één geheel vormend. Zelden of nooit knoopt een werk van Anten qua compositie en (althans ten dele) qua coloriet zo duidelijk aan bij de 17de-eeuwse Hollandse landschapschilderkunst zonder evenwel de impressionistische invloeden van zijn tijd te verloochenen. Anten was vooral een schilder van "echte natuurlandschappen", anders dan het hier besproken werk, hierin geïnspireerd door de landschapschilders werkzaam in het Genkse. Veel van deze "echte natuurlandschappen", vooral de latere, geven vaak blijk van een grotere assimilatie van impressionistische invloeden, zowel voor wat betreft techniek, coloriet als stijl.

UN BEAU JOUR A __ Aan de voorzijde onderaan op de blijkbaar originele lijst van het schilderij prijkt een koperen plaatje "GIVRE et BROUILLARD / DJEF ANTEN". Wij wezen er reeds op dat op het schilderij zerlf eigenlijk geen ijzel en ook geen mist, hoogstens een wat mistige hemel, te zien is. Het is twijfelachtig of de titel "ijzel en mist" door Djef Anten zelf bedacht is. Wellicht werd hij later omwille van een zekere welluidendheid door een verkoper of eigenaar die niet goed toe­ gekeken had bedacht. Op de achterzijde kleven verschillende documenten.

4


Op het raamwerk van het schilderij zelf bevinden zich de resten van een soort verzendingsnota met o.a. zeer duidelijk de hand­ tekening van Djef Anten zelf. Op de achterzijde van de lijst treft men vooreerst een reeks op elkaar gekleefde nummers - het bovenste nummer 946, verder nog één eindigend op het cijfer 6 en de overige door overplakking onleesbaar - aan. Dit wijst erop dat het werk door Anten, die het dan zelf wel geslaagd zal gevonden hebben, naar verschillende salons werd gezonden. Minstens tweemaal moet het werk ingzonden zijn voor de Exposition Générale des Beaux-Arts te Brussel. Een volgende klever vermeldt inderdaad "EXPOSITION GENERALE DES BEAUX-ARTS DE 1890 / Nom et prénom de l'exposant [:] Djef Anten". De rest van het etiket is helaas verdwenen. Het werk, dat wel onderaan rechts gesigneerd doch niet gedateerd is, kwam dus tot stand in of mogelijk kort voor het jaar 1890. Een laatste klever vermeldt ondermeer "EXPOSITION GENERALE DES BEAUX-ARTS DE 1893 / Nom et prénom de l'exposant [:] Djef Anten / Sujet de l'oeuvre [:] Un beau jour à [...]. Hieruit blijkt niet enkel dat Anten het werk minstens tweemaal naar het belangrijkste Belgische salon van die tijd zond doch tevens dat hijzelf, minstens aanvankelijk, een andere titel aan het werk gaf. Helaas heeft de tand des tijds uitgewist waar de "mooie dag" zich afspeelde. UN BEAU JOUR A __

HASSELT?

Het zal de aandachtige toeschouwer onmiddellijk opvallen dat de beide torenpitsen aan de einder een al te merkwaardige gelijkenis vertonen met respectievelijk de scherpe torenspits van de SintQuintinuskathedraal en de lantaarnvormige torenspits van de OnzeLieve-Vrouwekerk te Hasselt. Wie goed toekijkt herkent zelfs de gaanderij van de SintQuintinustoren en kan "door" d© lantaarnspits van de Onze—Lieve— Vrouwetoren kijken, net zoals men dit bij de echte spits kan doen. De gelijkenis is zo frappant dat er ons inziens geen twijfel kan over bestaan dat Anten hier de beide torens van zijn geboortestad schilderde. Het gezicht op Hasselt dat dan door het schilderij wordt voorge­ steld moet dan een gezicht zijn vanuit een hoek waar men tevens een riviertje met redelijke breedte — in verhouding tot de af ge­ heelde menselijke gedaanten circa vijf meter breed - kan waar­ nemen . Dit kan o.i. slechts de zogenaamde Nieuwe Demer zijn. De Oude Demer is breder, ligt wat verder af, loopt niet naar of uit de stad en was - toen niet en nu niet - nergens afgezoomd door een parallel lopende weg. 5


Afb. 1. Uitvergroting van een deel van de "topografische kaart van BelgiĂŤ" (uitgave 1990) met aanduiding van de veronderstelde "gezichtspunten" van Djef Anten van uit zijn veronderstelde standplaats. 6


Indien het riviertje de Nieuwe Demer is, wordt dus een gezicht voorgesteld, hetzij vanuit het noordoosten kijkend naar het zuidwesten op het stuk waar zij de stad instroomt, hetzij vanuit het noorden kijkend naar het zuiden op het stuk waar zij de stad uitstroomt. Laatstvoormelde veronderstelling dient te worden uitgesloten. In die hypothese zou immers moeilijk kunnen uitgelegd worden welke kerk dan wel de kerk met dakruiter meer rechts op het schilderij is. Bovendien zou in deze hypothese de Onze-Lieve-Vrouwetoren veel meer rechts van de Sint-Quintinustoren moeten geschilderd zijn en tenslotte is er op het zogenaamde "primitief plan" uit 1844 van het kadaster, noch op de latere wijzigingsplannen, noch op oude stafkaarten van rond de eeuwwisseling ergens een weg te bespeuren die — naar de stad kijkend — rechts van de Nieuwe Demer lag. Wanneer men voormelde plannen bekijkt voor wat betreft het stuk Nieuwe Demer dat naar de stad toeloopt, blijkt alles wel ver­ klaarbaar te zijn. De kerk met dakruiter zou dan de in 1944 verwoeste begijnhofkerk kunnen zijn. Er blijkt maar op één plaats een weg parallel met en vlak naast de Nieuwe Demer te hebben gelopen na deze over een bruggetje te zijn overgestoken, met name aan de Willekensmolenstraat ter hoogte van de huidige brandweerkazerne en het waterbedrijf. Wanneer men op een stadsplan (cfr. afb. 1) verbindingslijnen uittekent vertrekkende van een punt aan de rechterzijde van de vroegere rivierbedding, ongeveer een vijftigtal meter voor de plaats waar vroeger het bruggetje was, ter hoogte van de water­ toren, naar de plaats van het vroegere bruggetje, de ruïne van de begijnhofkerk, de Sint-Quintinustoren en de Onze-LieveVrouwetoren dan blijkt dit alles vrij goed "te kloppen" qua onderlinge verhoudingen en afstanden met hetgeen weergegeven wordt op het schilderij van Anten. Zelfs de schouwen rechts in de verte zouden dan perfect kunnen worden toegewezen aan de jeneverstokerijen welke zich inderdaad ondermeer in die richting bevonden en de grotere bomen links wat verder op het schilderij schijnen zich te bevinden waar zich volgens de kadasterplannen inderdaad enkele tuinen (cfr. afb. 2, percelen 64 t.e.m. 68) ter hoogte van het huidige Sint-Jansplein bevinden. Een klein probleempje vormt wel het feit dat volgens de oude kadasterplannen het bruggetje mogelijk enigszins anders geori­ ënteerd was dan dit op het schilderij van Anten het geval schijnt te zijn. De opeenvolgende plannen en registers bewaard op het kadaster geven ons zelfs concrete informatie over de huizen die centraal zichtbaar zijn op het schilderij. Op het zogenaamde "primitief plan" van 1844 wordt slechts een boerderijcomplex bestaande uit twee grotere gebouwen en één kleiner bakhuis, kort bij het bruggetje aangegeven (cfr. afb. 2, 7


percelen 78 en 33). Dit zijn blijkbaar de drie bouwsels centraal op het schilderij. Het geheel vormde een winning eigendom van "Het Bureau van Weldadigheid van Hasselt" (later de C.O.O., nog later het O.C.M.W.). In 1880 wordt de gehele eigendom verkocht aan de echtgenoten Philipus Leopoldus Theunis-Driessen die aan het kerkhof te Hasselt woonden. De toestand van de gebouwen bleef nadien tot 1890 ongewijzigd. Wat meer stedewaarts werd in het jaar 1862 een nieuw huis opge­ richt dat in 1887 in twee werd gedeeld en uitgebreid met een achterbouw (cfr. afb. 2, perceel 74). Mogelijk betreft het hier het tweede huis waar een weinig rook uit de schouw komt. De ach­ terbouw uit 1887 zou dan het gebouwtje zichtbaar tussen de hoevegebouwen van de eerste hoeve, voormeld genaamd hoeve TheunisDriessen, kunnen zijn. Nochtans dient te worden opgemerkt dat dit bouwsel op het schilderij mogelijk wat verder naar achter schijnt te liggen dan dit in werkelijkheid het geval was, althans volgens de beschikbare kadastrale gegevens. Een probleem vormt de merkwaardige gevel (?) achter het huis voormeld aangeduid als zijnde gebouwd in 1862. Het lijkt onwaar­ schijnlijk dat het hier om een zijgevel van de thans nog bestaan­ de vier werkmanshuisjes gebouwd in 1880 nog meer stedewaarts aan de Willekensmolenstraat zou gaan (cfr. afb. 2, perceel 70). Daarvoor lijkt de gevel te imposant en te zeer "krulgevel". Wanneer anderzijds de barokke krulgevel van de begijnhofkerk bedoeld wordt, lijkt hij weer te kortbij en vooral: de voorgevel van de begijnhofkerk stond aan de westzijde van de begijnhofkerk, zijnde de andere kant als waar deze constructie door Anten werd geschilderd. Een nog groter probleem vormt het L-vormig gebouwencomplex met zijn bijgebouwen links op het schilderij. Op de kadasterplannen uit Antens tijd vinden wij hiervan niets terug, althans niet te zien vanuit het gezichtspunt van waaruit wij veronderstellen dat Anten zich bevond bij de opmaak van deze compositie. Weliswaar bevond er zich meer oostwaarts, ter hoogte van de huidige Muggen­ straat die doodliep op de Nieuwe Demer (en niet te zien is op Antens schilderij) in een hoeve, in 1886 L-vormig uitgebreid met een bakhuis (cfr. afb. 2, perceel 36) . Doch deze gebouwen konden, zoals eerder reeds gesteld, niet worden gezien vanuit het gezichtspunt van het schilderij. Heeft Djef Anten enkele elementen of zelfs bij te evenwichtiger te

zich de "schilderlijke vrijheid" veroorloofd in het landschap te wijzigen, te verplaatsen, fantaseren om zijn compositie wat mooier en maken?

Is één en ander toch een volstrekt realistische weergave doch zijn ons bepaalde elementen die de puzzel helpen oplossen (nog) onbekend? De lezer make de keuze voor de hypothese die hij het meest waar­ schijnlijk acht. Wij houden ons gaarne aanbevolen voor bijkomende tips en inlichtingen die meer duidelijkheid zouden kunnen brengen...

8


Afb. 2. Vereenvoudigde weergave van een deel van het zgn. "primitief plan" (kadaster) uit 1844 met aanduiding (voor wat de genummerde percelen betreft) van de nadien tot 1890 bijgekomen bebouwing en met aanduiding van de veronderstelde gezichtshoek van Djef Anten van uit zijn veronderstelde standplaats. 9


TOT BESLUIT Een mooie dag te Hasselt of elders ... Alleszins heeft de stad Hasselt in 1992, naar aanleiding van de tentoonstelling Djef Anten, op voorstel van de vzw Vrienden van het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof een waardevol werk van haar zoon Djef Anten voor het museum kunnen verwerven. Het werk is niet enkel zeer mooi "op zich" doch neemt zoals werd aangetoond in menig opzicht een bijzondere plaats in in het oeu­ vre van Anten en het werd blijkbaar door hem zelf ook beoordeeld als behorend tot zijn beter werk. Last but not least betreft het waarschijnlijk een historisch "gezicht op Hasselt", zij het mogelijk met enkele compositorische vrijheden die Anten ingefluisterd werden door de schildersmuzen. Het werk verdient dan ook terecht een permanente ereplaats in de collectie van het museum.

ic ie ie *

Met dank aan de heer René Christiaens. adiunkt-directeur van het kadaster te Hasselt, die zo bereidwillig was bijzonder behulpzaam te ziin bii de opzoekingen in de archieven van het kadaster.

* * * * *

BIBLIOGRAFIE Hier zij verwezen naar de uitgebreide bibliografie omtrent Djef Anten in de catalogus van de tentoonstelling in 1992.


Afb. 3. Foto van de huidige Willekensmolenstraat, genomen vanuit de veronderstelde gezichtshoek van Djef Anten van uit zijn veronder­ stelde standplaats. 11


September 1995 Tekst:

Jos JANS

Copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. (011)24 10 70

In dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47.

Portret van keurvorst-prinsbisschop M.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Schilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901 Schilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568 Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18 /24, ca. 1920 Schilderij 'Het bos'. Dj. Anten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij ’O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus", 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) * Kaart Bisdom Luik, Jaillot, Parijs, 1692 Kokosnootbeker, Steven Vander Locht, Hasselt, 1652 Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het Hasseletum en de Historia Lossensis, twee historische werken van Joannes Mantelius (1599-1676) Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992 Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A.von Geusau, 1835 Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892" Portret van Arnoldus van Melbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw Acryls van Ray Remans, 1989 De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & SÜhne, Heilbronn, 1888 Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.