KIK 52. Schilderij ‘Zegening van Boerenkrijgers op de Grote Markt’, 1899, Djef Swennen (1871-1905)

Page 1

KUNST

IN

DE

K I J K E R - 52

ZEGENING VAN BOERENKRIJGERS OP DE GROTE MARKT

Djef SWENNEN (1871-1905); gedateerd 1899; olie op doek; 11 3 x 173 cm; inv.nr. 79.053.


DE BOERENKRIJG Het laatste decennium van de achttiende eeuw was in de Zuidelijke Nederlanden gekenmerkt door een snelle opeenvolging van politieke regimes. Om diverse redenen was het revolutionaire Frankrijk in toenemende mate geïnteresseerd geraakt in het politieke lot van de Zuidelijke Nederlanden: het bezette dit gebied van november 1792 to t maart 1793 en opnieuw vanaf juni 1794. Na een overgangspe­ riode van ruim een jaar, werden de Nederlanden geannexeerd bij de Franse republiek. Van oktober 1795 tot november 1799 kende dit gebied bijgevolg het regime van het Directoire. Met het Directoire keerde de politieke slinger terug naar 'rechts'. In tegenstelling to t de eraan voorafgaande politieke systemen (Constituante, Législative, Conventie), kwam de burgerij nu op het kussen. Er werd een tweekamerstelsel ingevoerd; er was opnieuw een uitvoerende macht en het gehele politieke en administratieve systeem werd op piramidale wijze georganiseerd. Voor de Zuidelijke Nederlanden betekende dit dat er op elk niveau (kantonnaal, arrondissementeel, departementaal) een benoemde 'Commissaris van het Directoire Exécutif' kwam naast een raad, die via getrapt kiesstelsel werd samengesteld. Omdat de Zuidelijke Nederlanden politiek nog niet 'rijp' geacht werden, werden er in het voorjaar 1796 nog geen verkiezingen georganiseerd. Er waren wel verkiezingen in het voorjaar van 1797, 1798 en 1799. Werden de verkiezingsoperaties niet van bovenaf gemanipuleerd (1797, 1799), dan waren de verkozenen in grote mate van gematigde of zelfs royalistische strekking. Het Directoire greep dan meestal in, kort na de verkiezingen, en annuleerde de uitslag daar waar die voor Parijs al te ongunstig bleek. Het resultaat van dit alles was dat, daar waar de grondwet een samenwerking tussen benoemden en verkozenen voorzag, er in werkelijkheid meestal benoemden zaten op de plaatsen die grondwettelijk voor verkozenen voorzien waren. Deze benoemden genoten wel de steun van 'boven', maar werden bij de eerstvolgende verkiezingen door de 'basis' weggestemd. Het gevolg was dat het oorspronkelijke vertrouwen, dat was ontstaan toen het Directoire werd gevestigd, in toenemende mate begon te slinken en dat het bestuur steeds meer door chaos werd gekenmerkt. In een poging om daaraan het hoofd te bieden, grepen de radicalen binnen het Directoire de macht in september 1797 (de fructidoriaanse staatsgreep; de vestiging van het tweede Directoire), maar werden die op hun beurt opzij gezet in juni 1799 (de vestiging van het derde Directoire). Van september 1797 tot juni 1799 was er dus een verstrakking in de politiek van het Directoire merkbaar. De discussies over de vraag of de eed op de clerus, die dateerde van mei 1797, nu al dan niet verplicht was, werden in bevestigende zin beëindigd. In het najaar van 1798 werd de algemene conscriptie afgekondigd. Tussen oktober en december 1798 waren er op diverse plaatsen in de Zuidelijke Nederlanden sporen van gewapend verzet, die later - allen samen genomen - de naam 'Boerenkrijg' meekregen.

2


DE BEELDVORMING OVER DE BOERENKRIJG De studie van de Boerenkrijg begon ongeveer een halve eeuw na het gebeuren zelf. Belangrijk om weten is dus dat de tijdgenoten er zelf bijzonder weinig over gerapporteerd hebben. Pas in de jaren veertig van de negentiende eeuw vinden we de eerste verwijzingen naar de Boerenkrijg in de literatuur. Met de roman 'De Boerenkrijg' van Conscience verwierf het gebeuren definitief een plaats in de geschiedenisboeken. Net zoals met vele historische gebeurtenissen, werd de Boerenkrijg sindsdien vaak beschreven en herschreven om redenen die weinig of niets met 1798 zelf te maken hadden, maar veeleer met de tijd waarin de zoveelste publikatie tot stand kwam. In het midden van de negentiende eeuw werd de Boerenkrijg door de liberalen aangegrepen om het beleid van de Belgische regering tegenover Napoleon lil te hekelen. Om een eventuele annexatie door Frankrijk - waarvan Napoleon III droomde - te voorkomen, verzwaarde de Belgische regering de straffen op het beledigen van buitenlandse staatshoofden: op die manier hoopte ze de Franse keizer niet te provoceren. Anderzijds begon ze met de aanleg van een fortengordel rond Antwerpen, waardoor ze hoopte zich beter tegen een eventuele aanval te kunnen verdedigen. Op beide punten kreeg ze kritiek: tegenover een buitenlandse dreiging paste verzet beter dan onderwerping en het verhogen van de militaire lasten zou in het binnenland op niets dan weerstand stuiten. De Boerenkrijg werd aangegrepen als voorbeeld voor wat de regering te wachten stond. Verder in de negentiende eeuw werd vooral het element 'dienstplicht' in de discussie naar voren gebracht. Langs katholieke zijde - de toenmalige tegenstanders van de dienstplicht - werden publikaties over de Boerenkrijg gebruikt om aan te tonen wat de gevolgen van de invoering van dienstplicht zouden zijn; terwijl de liberalen stelden dat een leger dat uit alle lagen van de bevolking bestond (zoals het Franse ten tijde van de revolutie) veel gedisciplineerder en efficiÍnter optrad. In liberale publikaties golden de Boerenkrijgers als de wanordelijke, plunderende troepen; in katholieke publikaties werden de Fransen precies met die omschrijvingen bedacht. Ook ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Boerenkrijg waren het vooral de toenmalige politieke verhoudingen die de aard van de boeken, de toneelstukken, de standbeelden, de cantates, ... bepaalden. Sinds de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht (1894), was 'het volk' een gegeven van belang geworden in de strijd om de politieke macht. Langs Vlaams-katholieke zijde werden, vooral onder impuls van het Davidsfonds, alle zeilen bijgezet om de sinds­ dien klassieke geworden karakteristieken (Vlaams; katholiek; verheerlijking van het platteland) te beklemtonen. Op die manier hoopte men de doorsneekiezer voor de katholieke partij te (her)winnen en heel zeker weg te halen/houden van de liberale en socialistische partijen, die niet als Vlaamsgezind golden en die antiklerikaal en eerder stedelijk van aard waren. In grote lijnen heeft dit beeld van de Boerenkrijg tot vandaag stand gehouden. Op dat punt vormt ze trouwens een schoolvoorbeeld van de evolutie die de Vlaamse Beweging in zijn geheel heeft meegemaakt. Die kwam eveneens in het vaarwater 3


van de partijstrijd terecht en tot vandaag wordt er geredetwist over de vraag of de Vlaamse Beweging nu al dan niet en zoja, geheel of gedeeltelijk, een exclusieve van het katholieke bevolkingsdeel was. Belangrijk om te vermelden is ook het werk van Paul Verhaegen uit de jaren twintig. Daarin wordt de Boerenkrijg uiterst gedetailleerd onderzocht, maar het verklaringspatroon is katholiek, Franstalig Belgicistisch en vooral anti-Frans. Dit laatste had vooral te maken met de negatieve waardering die het geheim gehouden FransBelgisch militair akkoord van na de eerste weredloorlog in die Belgische kringen had meegekregen. Tijdens de tweede wereldoorlog kwam de historiografie over de Boerenkrijg in extreem-rechts vaarwater terecht. Studies en artikels waarin het Vlaamse (lees: Germaanse) element werd beklemtoond mochten worden gepubliceerd; deze waarin het Belgische (lees: anti-bezetter) op de voorgrond kwam, werden verboden. Ook de herdenkingen van de zogenaamde leiders (vooral van Van Gansen en de Loupoigne) werden manifestaties ten gunste van de bezetter. De publikaties die sindsdien verschenen proberen terug te grijpen naar het oorspronkelijke bronnenmateriaal, maar blijven voor wat de interpretaties betreft, nog al te vaak steken in de klassieke, achteraf toegevoegde clichĂŠs. Een studie die tot deze categorie behoort, maar die gunstig opvalt door de grondigheid waarmee ze is uitgevoerd, is deze van Vandebeeck en Grauwels (1961), die in opdracht van wijlen gouverneur Roppe de Boerenkrijg in het departement van de Nedermaas bestudeerden en beschreven.

DJEF SWENNEN De schilder Djef Swennen was maar een kort leven beschoren. Geboren in Hasselt in 1871, overleed hij reeds in 1905 in dezelfde stad. Van 1883 to t 1889 volgde hij er middelbaar onderwijs aan het Sint-Jozefscollege; min of meer terzeldertijd volgde hij artistiek onderricht (Hasselt: 1880-1890; Antwerpen: 1890-1897). Tussen 1892 en 1904 vervaardigde hij verscheidene tientallen tekeningen en schilderijen, waarvan ruim zestig met naam bekend: dit mag wel een bijzonder hoog produktieritme worden genoemd voor een kunstenaar die herhaaldelijk en in toenemende mate met gezondheidsproblemen kampte. Bij zijn al bij al onverwacht overlijden in november 1905, was hij gehuwd met Clara Mestdagh (nicht van de Brugse componist Karei Mestdagh) en was hij vader van twee jonge kinderen. Swennen engageerde zich in het Vlaamse, katholieke verenigingsleven van Hasselt. Vanaf 1898 was hij lid van het Hasseltse 'Leesgezelschap' en werd er in 1905 voorzitter van. Hij ontwierp ook het titelblad van de 'Limburgse Bijdragen', evenals het vaandel van het 'Leesgezelschap'. Heel wat van zijn werken zijn religieus geĂŻnspireerd: de professie van een non; een zicht in een kerk; ramen in de kerk van het Oud-Begijnhof van Hasselt en van de kapel van Herckenrode; de afbeelding van een missionaris; diverse heiligenbeelden, ... Andere werken hebben de kunst zelf to t voorwerp: een harpspeler, een mandolinespeier, een gitaarspeler; een zicht op zijn atelier; ... Talrijk zijn ook de stillevens en de portretten van familie en bekenden, waaronder diverse geestelijken. 4


"ZEGENING VAN BOERENKRIJGERS OP DE GROTE MARKT" (1899) Uit wat voorafgaat van het leven van Swennen kan meteen worden aangenomen dat hij niet ongevoelig kon blijven voor de immense campagne die kort voor, tijdens en kort na 1898 werd opgezet om de Boerenkrijg in het Vlaamse en katholieke dag­ licht te plaatsen. Uit wat hij in 1898 kon hebben gezien aan stoeten en toneelstukken en uit wat hij kon hebben gelezen aan romans, gedichten, novellen, krantenartikels en eventueel wetenschappelijke studies, puurde hij in 1899 een historische 'reconstructie' van wat hij meende een waar gebeurd feit te zijn van honderd jaar eerder. Het wekt geen verbazing dat Swennen een tafereel uit Hasselt koos: traditioneel wordt aangenomen dat de Boerenkrijg eindigde in Hasselt met de vernietiging van het Boerenleger in de eerste dagen van december 1798. De elementen waarrond het schilderij is opgebouwd zijn erg klassiek: * de compositie is van die aard dat de zegening een spontaan

gebeuren lijkt;

* een priester heeft er de leiding van; * de Boerenkrijgers zijn als heuse soldaten afgebeeld: - uniform; - insignes: rood kruis op witte achtergrond, sommige soldaten met witte diagonaal gedragen band; - bewapening, zij het primitief; - een leider te paard, maar qua compositie ondergeschikt aan de geestelijke; - vlag, in het midden tussen de geestelijke en de aanvoerder; - lichtgewonden; - trom en hoorn.

Kenners van het 19de-eeuwse Hasselt kunnen wellicht een antwoord geven op de volgende vragen: * is de afgebeelde gevelrij conform de situatie in 1798 of die in 1898? * zijn de afgebeelde gezichten (priester; centraal knielende soldaten) lukraak gekozen, of worden bekende figuren uit Hasselt uit 1898 weergegeven?

*

*

5

*


"VOOR DEN STRIJD, 1798" (Klandestiene H. Mis, Leo Van Aken (1857-1904), niet gedateerd, bewaarplaats Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, inv.nr. 8 2 .B.006)

Ook op dit olieverfschilderij zijn alle klassieke ingrediënten aanwezig: * Het betreft een 'klandestiene' bijeenkomst: - in een schuur (?) en niet in een kerk; - geïmproviseerde verlichting; - een soldaat houdt de wacht: 0 slaat de ogen niet neer; ° (primitief) bewapend; * Een priester heeft de leiding van het gebeuren; * Soldaat en priester zijn de twee dominerende figuren; * insigne: rood kruis op witte achtergrond; * vrouwen op de achtergrond; * trom en hoorn.

* * * * *

6


BIBLIOGRAFIE (Met dank aan mevr. M. Lipkens)

GEURTS, J. D jef Swennen (Hasselt, 21 Feb. 1871 - 19 Nov. 1905). Limburgsche Bijdragen, III, 1905, pp. 95-104.

VANDEBEECK, Th. en GRAUWELS, J. De Boerenkrijg in het Departement van de Nedermaas. Leuven-Parijs, Nauwelaerts, 1961, 402 p. (Standen en Landen, XXIII).

*

*

*

7

*

*


februari 1996 tekst:

Luc FRANÇOIS, Vakgroep Nieuwste Geschiedenis - Universiteit Gent

foto's:

Stedelijke Fotodienst

copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. (011)24 10 70

in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22 . 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51 .

Olieverfportret van keurvorst-prinsbisschop M.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1 9 1 4 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 17 00 Olieverfschilderij 'W eek-end', L. Pringels, 1 9 5 0 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1 6 8 9 - 18 63 - 1901 Olieverfschilderij 'De Grote M arkt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 15 68, zilver Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 17 92 Studiocamera 1 8 /2 4 , ca. 19 20 Olieverfschilderij 'H et bos', Djef Anten (1 8 5 1 -1 9 1 3 ) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 18 54 Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus", 16 64 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) Portret van Ulysse Claes (1 7 9 2 -1 8 8 0 ), G. Guffens (1 8 2 3 -1 9 0 1 ) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 12 86 Schilderij 'Strandtafereel', 19 30, Jos.Damien (1 8 7 9 -1 9 7 3 ) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 1 5 3 0 -1 5 4 0 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 16 69 Biechtstoel, Brabants atelier, 1 6 6 4 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1 7 6 2 -1 8 4 9 ) Kaart Bisdom Luik, Jaillot, Parijs, 1692 Kokosnootbeker, Steven Vander Locht, Hasselt, 1652 Gouache 'De Megkes', ca. 18 90, Paul Marie Bamps (1 8 6 2 -1 9 3 2 ) Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het Hasse/etum en de H istoria Lossensis, tw ee historische werken van Joannes Mantelius (1 5 9 9 -1 6 7 6 ) Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992 Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1 8 2 3 -1 9 0 1 ) Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1 8 3 1 ', A.von Geusau, 1835 Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892" Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw Acryls van Ray Remans, 19 89 De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & SĂśhne, Heilbronn, 18 88 Begijnenschotel, 16 23, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1 8 5 1 -1 9 1 3 ) Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1 8 9 3 /9 4 " , Paul Marie Bamps (1 8 6 2 -1 9 3 2 ) Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1 /1 0, Jean Janssis Zilveren reliekhouder H.Hubertus (1 7 4 1 -1 7 4 2 ), Lambertus Hannosset, Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.