KUNST IN DE KIJKER - 53
PORTRET VAN N.G. VAESEN (1 7 6 8 -1 8 4 1 ) Melchior Gommaar TIELEMAN (1784-1864); gedateerd 1819; olie op doek; 62 x 53 cm; inv.nr. 95.063 .
Dit portret stelt een man op middelbare leeftijd voor, met rond blozend gelaat, dikke vlezige lippen en afhangende dubbele kin. Een zachte glimlach ligt over zijn gelaat en met zijn grijs-blauwe ogen kijkt hij ietwat guitig de toeschouwer aan, terwijl zijn lichaam een weinig naar rechts gedraaid is. Zijn grijzend haar is krullend aan de slapen maar wordt eerder schaars op zijn voorhoofd. De man is gehuld in een zwarte kledij, blijkbaar een priestertoga, waarvan de details, zoals knopen en mouwen slechts vaag zichtbaar zijn. Een blauw collarium op witte puntkraag brengt een vinnige kleurtoets in dit schilderij dat overigens, met zijn donkergrijze achtergrond, in gedempte kleuren gehouden is. De hele figuur straalt zachtheid en goedmoedigheid uit. Het doek is links gesigneerd en gedateerd: M.G. Tieleman, peintre de S.fonJ A.f/tesseJ R.loya/e] le duc de Cambridge 1819. Daarmee kent men schilder en ontstaanstijd van het portret, doch niet wie de geportretteerde is. Die kan evenwel aan de hand van een latere lithografie, waarover verder, met zekerheid geïdentificeerd worden als Nicolaas Gérard Vaesen. Zowel de geportretteerde als de schilder zijn figuren van betekenis geweest in de Hasseltse geschiedenis.
DE GEPORTRETTEERDE Nicolaas Gérard Vaesen werd te Hasselt geboren op 9 januari 1768 als zoon van jeneverstoker Gisbert Godfried Vaesen en Maria-Aldegonde Janssens uit "Den Laurier", het hoekhuis van de Hoogstraat en de Fruitmarkt. Hij kreeg een degelijke opleiding, hoogstwaarschijnlijk aan het stadscollege van Sint-Quintinus, waar vooral de geleerde Schouterden zijn mentor was. Na zijn middelbare studies kreeg hij zijn verdere opleiding aan het bisschoppelijk grootseminarie te Luik en werd in of rond 1792 to t priester gewijd. Als neomist werd hij benoemd tot kapelaan aan de Sint-Mathiaskerk te Maastricht. Doch toen de Franse revolutionairen het Prinsbisdom overrompelden nam hij de wijk en ging hij de rangen van de "émigrés" vervoegen, wellicht in de Rijnstreek. Niet voor lang evenwel, want al snel kwam hij terug en werd aangesteld als aalmoezenier en huisleraar bij graaf de Renesse op het kasteel te Elderen. In 1797 werd hij pastoor van Kortessem en beneficiaris van het kapittel aldaar tot aan de afschaffing ervan door de Franse revolutionairen. De Sint-Pietersparochie van Kortessem bleef onder zijn leiding tot 1815. In dat jaar werd hij benoemd to t "curé primaire" van de Sint-Quintinuskerk in zijn geboortestad Hasselt. Zijn voorganger aldaar, de Kuringenaar Hendrik Christiaan Hoelen, was reeds overleden op 21 april 1812, zodat de Hasseltse hoofdkerk al drie jaar zonder parochieherder was. Waarom het drie jaar geduurd heeft vooraleer een nieuwe pastoor benoemd werd, kon tot nog toe niet achterhaald worden, maar ongetwijfeld waren er moeilijkheden. Toen N.G. Vaesen op 20 mei 1815 door zijn stadgenoten plechtig ingehaald werd als hun nieuwe parochieherder, werd bij die gelegenheid een huldegedicht uitgege ven te Sint Truiden bij drukker J.B. Smits (c fr. afb. p. 5/bewaard in het Stedelijk Museum Stellingwerff2
waerdenhof, afm. 61 x31 cm, inv.nr. 79.578). Het was van de hand van Petrus Matheus Brouwers (1772-1839), eveneens Hasselaar en Vaesens vier jaar jongere collega-priester, die toen pastoor van het Hasseltse begijnhof was ; later zou hij ook rector van de grauwzusters worden. Zijn huldegedicht voor N. G. Vaesen verraadt zijn klassieke opleiding. Het draagt als titel Corydon en Alexis,/Herders-kout;/ Ter gelegenheyd van den vreedzaemen intree van den / Zeer Eerweerden Heer / Nicoiaus Gérard. Vaesen,/ais pastoor van Hasselt,/Den 20 Mey 1815. De ondertitel laat reeds ver moeden dat het om een stuk in dialoogvorm gaat en inderdaad is het gedicht duide lijk opgevat als een pastorale dialoog, een herdersgedicht naar het voorbeeld van de derde éloge van de Latijnse dichter Vergilius. De tekst laat iets doorschemeren van de vermelde moeilijke omstandigheden toen Vaesen "curé primaire" van Hasselt werd: ALEXIS ach lieven Corydon! Den rouw en mismoed, die myn hert zoo overwon, Is om dat ik van hier zie Hasselts groene wallen : ik denk hoe is die Stad op korten tyd vervallen Van haeren glans! die Stad, dat pronk juweel van deugd. Verkeert in schande en tw ist! hoe loopt zy dag'lyks [verder in 't wild, van naer dat zy beroofd was van haer' Herder! God! is er voor een Stad wei een grootre straf Als dat gy van haer neemt een goeden Herder a f ? CORYDON Ach lieve Alexis, 't schynt dat Gods bermhertigheden Te zeer waeren getergt, darom heeft hy geleden Dat Hasselt, 't welk aen Godt en Herders wederstond, Deez' geestelyke straf te lesten ondervond. Dog in die Stad zyn nog (Godtdank) veel goede zielen. Om welkers 't wille Godt haer niet heel wou vernielen. Hy w ilt nog, op 't gebed van deze braeve schaer, Een gunstig oogmerk slaen op onzen Haselaer. Blijkbaar stelde men een grote hoop op de komst van Vaesen : ALEXIS Hoe! Vaesen, zegd gy vrind ? wie is dat ? mag ik vraegen, Komt hv daer in met Vré ? is 't eenen die derft waegen, Ge/yk een' Herder moet, zyn' ziele voor Gods wet En voor zyn' schaepen ? is 't een man die neerstig iet Op de behoeftighêen van ai zyn' schaepen samen ? Een man, die jong en oud, ryk en arm na betamen Kan voeden ? is 't een man, die boven allen mensch Zyn Godt beoogt ? CORYDON Vrindin, hy is na onzen wensch. 3
Hy is een Hasselaer, die van Jongs a f gezogen Heeft Gods gezonde leer, en achtien jaer gep/ogen, Tot Corteshem het ampt van Herder met veer vré. Die zelve vreedzaemheyd brengt hy na er Hasselt mé Niet uit zynen mond alleen, maer meer uyt zyne werken, kon men zyn wysheid daer en deugden zoo bemerken ... Men ziet de inhaling van pastoor Vaesen: Als van een ' Samuel, in Wet en Vré te wezen. Och jae ons dunkt, dit staet op uw ge/aet te lezen. Dus wille kom lieven Heer en duysentmael geluk Met uw nieuw Herders ampt waer door gy uyt den druk Uw Stad en buyteney komt rukken! [...] Wy derven hopen, dat hier allen uwe kudden Zyn eensgelyks gezind [...] Van dezen oogenblik, zal allen tw ist zig leggen, De liefde met den vré, (gelooft het geen wy zeggen) Godvrugtigheyd en deugd reeds geven zig de hand. En zyn met uwe komst aen Hasselts kust geland. De hooggespannen verwachtingen werden blijkbaar ingelost en al heel vlug wist de goedmoedige N.G. Vaesen de harten van de Hasselaren te veroveren, zoals verder nog blijken zal. Toen in 1833 het bisdom Luik gereorganiseerd en de dekenaten ingericht werden, werd Nicolaas Gérard Vaesen de eerste pastoor-deken van Hasselt. Hij bleef dit tot aan zijn overlijden te Hasselt op 14 januari 1841. Hij was nog steeds zeer geliefd bij de Hasseltse bevolking. Een enkele dagen na zijn overlijden in "Le Journal du Limbourg beige" verschenen necrologie karakteriseert hem als volgt : un parfait modèle des vertus chrétiennes. Le père et l'am i de ses ouailles, toujours tolérant, toujours doux et conciliant, toujours prêt à se sacrifier à l'union et au bien-être de ses semblables, c'était le véritable pasteur de l'évangile . [ . . . ] Aimé de tous, respecté même de ceux qui ne partageaient pas ses croyances, peu de prêtres ont su, aussi efficacement que lui, travailler au maintien de la concorde parmi les administrés. Men bewonderde ook zijn inzet en zijn moed, waardoor de stad Hasselt tijdens de Hollandse inval van 1831 van plundering gespaard was gebleven : Qui ne se rap pelle avec attendrissement sa conduite pendant l'invasion hollandaise, en 1831 ? L'armée de la Meuse avait opéré sa retraite sur Liège, les troupes hollandaises s'avançaient sur la ville, et chacun de nous s'attendait à voir se renouveler ic i les scènes de meurtre et de pillage qui avaient désolé les communes environnantes. Quoi'qu'infirme, le digne doyen se rend seul aux avant-postes; malgré les railleries et les insultes d'une soldatesque effrénée, il pénètre jusqu'au prince d'Orange et obtient la promesse que la ville sera respectée. Les blessés de toutes les armes qui encombraient les hôpitaux et tous les bâtiments publics n 'ont pas perdu le souvenir des secours et des consolations qu'il leur prodiguait à cette malheureuse époque, et aujourd'hui encore il est peu de régiments où son nom ne soit prononcé avec reconnaissance.
4
CORYDON
EN A L E X I S ,
H E 1L D E 2LS - K O U T ; TER GELEGENTHEYD VAN DEN VREEDZAEMEN INTRÉE VAN DEN
ZEER EER WEERDEN HEER
N IÇ O L A U S G E R A R D . Y A E S E N -4-ALS PASTOOR. VAN.JA SSE L T , ., „ D m
9 .0
x8 cy.
iJ M e y
J
R YM-STOFFE. Poctficusne eu kgressu tuut ? tt stt : Poctfiau.
Is uwen intrde vreedzaem T en by zeyde , hy ia vreedzaem. L Ru»un XVL f . 4. U 5. ________ C 0 R Y D O N. OSffPsnersaSBiO Eminde Alexis, boe ligt gy hier io dea lommer, S i 1* 1 n **et d* oogen vol getraén, en *t hert zoo rol vao kommer ? Wat scheelt u, mynrrindin? ALEXIS. V** I j ITg ach lieren Corydonl 01 gn a S Den rouw en mismoed, die myn hert zoo orerwon, 0 g j .* M i t ?TtlS I* om dat ik ran hicrzie Hasselts groene wallen : lk denk hoe b die Stad op korten tyd rerrallen % van |iacrcn g|anj j die Sud, dat pronkjuweel van deugd, Van rré en liefde I eyjaea hoe n haer beste jeugd 1 O ÏU ÏO I Verkeert in schande en twist I hoé loopt zy dag lyki verder ln ‘t wild, van naer dat zy beroofd was van haer' Herderl God ! is er voor een Stad wel eene grootte straf Als dat gy van baer neemt een goeden Herder af?
S“ D
ALEXI S. Wat nieuws myo CuryimX gy doet myn hert herlevenl Is Vaesen zoo een man ? dan word hy ons gegeven Ook van den Hemel zelf; dus laet ons dankbaer zyn Aen Godt, die zoo geneest onz* geestelyke pyn. Mier Ueve Cerfden, en zoo het niet betamen Dat wy oyt naeme vao zyn' schaepen al te samen, Gingen tot in de stad, om hem een compliment Te maeken, en te zien, of hy b eenen vent. Die zoo begaeft is, ab gy my daer komt te zeggen ? C O R Y D ü N. Alexis lief, ik wil uw* vraeg niet wederleggen, Trekt met uw vee naer boys, en kleed u op uw best'; Ik zal 't ook doen.
ÇJ ;°Uoj PÏ£0I
m
7
c o r y u o n
.
ALEXIS.
|W
Ah lieve Alexis, t scbynt dat Gods bermhartigheden Te zeer wieren getergt, darom heeft hy geleden. Dat Husselt, 't welkaen Godten Herders wederstond, Deez' geestelyke straf ten lesten ondervond. Dog-in die Stad zyn nog (Godtdank) veel goede zieleo. Om welkers ‘t wille Godt haer niet heel wou vernielen. Hy wilt nog, op ’t gebed van deze braeve schier. Een gunstig oogmerk alaen op onzen Haselatr. ALEXI S. Een gunstig oogmerk 11 boe ? CORYDON. jae staekt vry uwe zogten, Gy hebt voor 1 Hasselt* volk geen reden meer van dogten, Hun' schiede word herstelt, is Hozlcn er niet meer ? Zoo komt Heer Vazsen nu herstellen Hasselts eer. ALEXIS Hoe I Vaesen , zegd gy vrind ? wie is dat ? mag ik vraegen, Komt kj daer te ma P rêt is t tenen die derft waegen. Gelyk een' Herder moet, zyo' ziele voor Gods wet En voor zyn* schaepen ? b t een man die neerstig let Op de behoenighéen van al zyn' schaepen samen ? Een man, die jong en oud, ryk en arm na betamen Ran voeden ? is 't een man, die boven allen mensch Zyn Godt beoogt ? CORYDON. Vrindio, hy b na onzen weosch. Hy b een Hettelasr, die van jongs af gezogen Heeft Gods gezonde leer, en achtien jaer geplogen Tot Coriesasus het ampt van Herder met veel vréj. Die zelve vreedzaembeyd brengt hy naer Husselt mé Niet uyt zyn mond alleen, mier meer uyt zyne werken, Kon men zyn wysbeyd daer en deugden zoo bemerken, Dat Cortesém voor zyn' talenten scheen te klyn, Macr 't Hasselts Herders ampt hem moest bevolen zya Hoe bad by daer zyn Kerk, te voren narkt en duyster, Door zyne neerstigheyd herstelt in vollen luyster I Hoe had hy ryk en arm, jong, oud, en groot en klyn, Gestigt, behaegd, bemind, gedient tot medecyn I jae als men boorde dat hy daer oiet zou verblyven. Zoo was hun' droefbeyd met geen' pennen te beschryven Eenieder dée zyn best*, zy wendden alles aen Dat by tog blyven zou, en niet naer Husselt gaen.
m
5
“o<>: CH ,3 *y?®: O
«Oferfot lo f
«.o: Î
•SG Söuïfoj
Ik zal o vioden op de vest; CORYUON n ALEXIS. Berweerden Beer Penser, wy zyn twee buyte*lieden. Die met eed bly gemoed o komen aen te bieden De wenschen vao ons hert,'ra heeten wiliekom Op non Intree, die men ons verheelt al om, Ab van een* Samuel, in Wet en Pré, te wezen. Och jae ons dunkt, dit staet op uw gelaet te lezen. Dus willkkom lieven Heer en duysentmael geluk Met uw nieuw Herders ampt waer door gy oyt den druk .Uw Stad rabuyteney komt rukken!.*Veele jaerra Wil u den Hemel, toe ons heyl, gezond bewaerenl En vrees niet Herder lief, dat gy vin onzen kant Misnoegen hebben zult, liever gezaemer band Zulleo wy met ons bloed, zoo braeven man besebudden. Wy derven hopen, dat hier alten uwe kodden Zyn eensgetyks gezind, en zullen op uw woord Zeer onderdanig zyn, in alles wat behoort. Vao dezen oogenbUk, zal allen twbt zig leggen, De liefde met den vrt, ( gelooft het geen wy zeggen ) Godvrugtigbeyd en deugd reeds geven zig de band. En zyn met uwe komst aen Hasselts kust geland. Wy zullen ons voortara zoo trachten te gedraegen, Dat gy ons weyden zult met volle welbebaegen , Op Godes wey, tot dat d^dood ons sebeyd ,/à e c rA :• En gy met ons Zult zyn voor allen euwigheyd. Ut. P A S T O O R .
®5&| 0M 01 ÿn_r g<>5 ®$»®! £0 o ei
Alexis, Curjieu ik danke u duvsend reyzen. Voor d'eer ra goed gemoed, dat gy my komt bewyzen, Zegt ara myn scbaepen vry, en houd bet voor gewb. Dat mynen inrtée hier vreedzaem en wettig b. Ik zal my noyt ontzien, zoo langmy Godt zal spaeren. Om uNfrenegembejd en liefde te bcwacrcn, Niet anders ab Gods Wet en uwe zaligheyd En zal het oogwit zyn, bet gene my geleyd. Ik heb myn Certeskem, myn boys, myn rost verbeten, Om myn geboorte stad alleen voonaen te baeten : Ik zal myn besten doen, werkt mé van uwen kant. Zoo zal ik, aen uw hoofd, en gy ara rayne hand, fik met u Godes wil, met woord en werk, te leerra. En gy met uw gedrag geheel hier na te keeren ) Te samen p e n , hier naer. tot *sHemels blyde Feest Waer ons geleyden wil, den Vader, Zoon*, en Geest..
C O tïD O ».
^T.rXIs W at D U jikt U aC h i
» zaL V jesri/. ons geI ALEXIS.
Zaag graft thyd srat gdayt.
.
W eerD I geren heek konD en W Y noY t berY ken. C O R Y D O N «n A L E X I S .
H l»l« Ibf• gy sib on’ hema boor •* «iaaacabeyd bekten 1 W* alU wntti, Óp lil lief «omtrdif voord : Dno. Imi om 100 m tio*eo Era klyaliodjm tot.botloyt Zorgra wy g«ra' groott diof««
Y ken t
HOpWI atrawm y . . p .p n . ..Hliw Hordm Feest i Wrat gy bekt on a u dmgdm Vol «ra ioocv ra vat geest. Dit a kodra koon bonierraJ Lact on* natkra, groot ra klya , Dm «7 door goede oseeiere. Z jv ktatlmag woerdig aya. V. )o rak g'oti on boer kydra do rogto HmoU kam| aal oa* gchraadydra • aal rat geluk oessara. lat hy oaa orat aal atclln a aya achacpra *• rectorhud, l oaa rak oergeaellra rt Hntla Videilaod.
t
GEZANG. L kraradra I War kat h «ra1Ilaaont amf
AUHm HtUn urn raa* anadr. Wa* gedolora la bat graf* Waakt a oordsr Gwdt tt krrakra. Kor dat by oraa rara akyd Zyoo raatk oaa dra godratra, Sa ara laot aai' Hordm kwjc
IV. L Icon Herder wik galaoora
Om wy nlln wyacr tja t Wrat kwara.Godr om a owroeom, Oagraraskatr waarma* pja t Nota, wy salira .ara a hoorn, AUoaar Oodes afgtaaad. Sa a traebtra ooyt to stoom. Maar hoekman i’allra kaak
vt O daa Htrdor ram garekrakae Opdra uytoal oaa om L'od Ea oraa roadm uyigcdmokra Zoudor rrttu om vordriot. dssw Htrdor , dofatod kom. Wra«ohm wy a. al wai G->dt Ara ma attrv’ltog kan vtreerra, Tot urn ktyl ra takg lot.
N
UT) M 1U 1 V m V W t D U m W lL U V “ u u iL T C U tT t.
TOT
St T R U Y D E N , nyt d . Drukkerye n n
r . i r tU W tri, rth tu r.
J. B. S M I T S . Boekdrukker «n Vakooptr io d« Stten-Siraete. N.' 414.
De populariteit van deken Vaesen blijkt ook uit het feit dat men onmiddellijk bij zijn overlijden aankondigde "qu "un dessinateur de Bruxelles s'occupe en ce moment à lithographier le portrait de M. le doyen Vaesen". Het betreft, zoals op de prent te lezen is, Charles Baugniet (°Brussel 27/2/1814 - +Sèvres 5/7/1886), die nog tijdens het leven van Vaesen naar het hier besproken schilderwerk van Tieleman een portret van de deken tekende, dat (in spiegelbeeld) gelithografeerd werd bij de Brusselse firma Daems-Schoy (cfr. afb. hieronder/bewaard in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, afm. 41x31,8cm ,inv.nr. 86.191). Blijkbaar gebeurde dit in opdracht van de Hasseltse drukker P.F. Milis, die de prent uitgaf.
6
Al vlug na het overlijden van deken Vaesen nam men het initiatief om bij intekening een gedenkmonument op zijn graf op te richten. Het werd op het oude kerkhof van Hasselt ingehuldigd op 5 september 1842. Terloops zij nog vermeld dat deken N.G. Vaesen een grootoom was van Guilliam Maria Adam Joseph Stellingwerff (1841-1923), die advokkaat, voorzitter van de Hasseltse rechtbank en burgemeester van Hasselt was en naar wie dit museum genoemd is. Diens grootvader Guilliam Joseph Stellingwerff (1763-1814) was immers gehuwd met Maria Catharina Aldegonde Vaesen, de zuster van onze deken.
DE KUNSTENAAR Melchior Gommaar Tieleman, de schilder die dit doek vervaardigde, werd te Lier geboren op 8 juli 1784. Hij studeerde eerst aan de kunstacademie van zijn geboortestad en daarna aan die van Antwerpen, waar hij "primus" werd. Hij werd om die reden dan ook op 29 mei 1804 plechtig ingehaald en door de stadsmagi straat gevierd op het Lierse stadhuis. In 1805 vertrok hij naar Parijs om er zich verder te bekwamen bij de beroemde schilder Louis David. Na zijn terugkeer uit Parijs verzeilde hij vóór 30 oktober 1810 in Hasselt, waar hij een kunstschool opende en door de gemeenteraad tot leraar benoemd werd op 30 november 1810. De hogere overheden weigerden evenwel de benoeming te aanvaarden. Toch bleef Tieleman nog leraar te Hasselt tot en met 1813. In die periode gaf hij de Hasseltse Langeman zijn huidige gedaante, naar het model van de Antwerpse reus Antigoon. Waarschijnlijk in 1814 vertrok hij naar Hannover, dat toen nog bezit was van de Engelse koningen. Tieleman werd er de hofschilder van de hertog van Cambridge, die namens de Engelse koning George III gouverneur van Hannover was. Zoals o.m. uit de datering van het portret Vaesen blijkt, was Tieleman in 1819 terug in Hasselt. Reeds op 28 december 1818 had hij zelfs een verzoekschrift gericht tot de Hasseltse gemeenteraad betreffende hem nog verschuldigde achterstallige wedden voor het jaar 1813, vóór zijn vertrek naar Hannover. Tijdens zijn tweede verblijf in Hasselt schilderde hij nog meerdere andere portretten. In 1824 vinden we hem terug in Hannover, waar hij in dat jaar enkele portretten dateert. Tegen het einde van de jaren 1820 keerde M.G. Tieleman terug naar zijn geboortestad Lier, waar hij in 1829 door het stadsbestuur benoemd werd tot directeur van de stedelijke kunstacademie. Die functie bleef hij vervullen tot enkele maanden vóór zijn overlijden op 31 december 1864. In de Belgische "Moniteur" van 8 juni 1859 was, volgens het getuigenis van een lokale Lierse krant op 11 juni 1859, te lezen dat "de heer MELCHIOR TIELEMAN, Direkteur en eerste professor der teeken- en bouwkundige school van Lier. benoemd is als Ridder van het Leopold-orde, tot belooning der buitengewoone dien sten, welke hy als Professor aen de kunst bewezen heeft gedurende zynen professoraten levensloop. Tieleman stierf als vrijgezel en liet, volgens zijn testament van 2 juni 1864, zijn hele bezit na "aan het Bestuur van Gast-en Godshuizen te Lier, ten voordee/e der oude mannen van het Godshuis in den Bril” . In de inkomhal van het nog steeds bestaande gebouw aldaar is dan ook een marmeren gedenkplaat aangebracht als herinnering aan de milde schenker.
7
Als schilder liet M.G. Tieleman vooral een hele reeks verzorgde neoclassicistische portretten na, waarvan dat van N.G. Vaesen een goed voorbeeld is. Daarnaast schilderde hij een aantal religieuze taferelen, waarvan meerdere bewaard worden in kerken van Lier en omgeving. * * * * *
8
BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE
E. BENEZIT,
Dictionnaire critique et documentaire des peintres, sculpteurs, dessinateurs et graveurs de tous les temps et de tous les pays [...], 3de uitg., 1976, dl. I, p. 525; dl. X, p. 178.
C. DE BAERE,
Quelques notes relatives au peintre M. G. Tieieman et son école de dessin à Hasselt, in L'Ancien Pays de Looz, jg. 16, 1912, jan.-febr., p. 3v.
E. GERAETS,
Hasselt sous la république et l'empire français, in Bulletin des Mélophiles de Hasselt, jg. XXVI, 1889, p. 80.
B. JANSSENS,
Liersche schilders uit vorige eeuwen, Lier, 1942.
Stadsarchief Hasselt, Gemeenteraad, register VIII, fol. 102 v°, 107 r°; register IX, fol. 63 r° & v° Le Journal du Limbourg beige, jg. 2, nr. 8, dd. 17/1/1841; jg. 2, nr. 17, dd. 7/2/1841; nr. 59, dd. 16/5/1841; nr. 66, dd. 4/6/1841; jg. 3, nr. 70, dd. 15/6/1842; nr. 102, dd. 28/8/1842; nr. 106 dd. 4/9/1842; nr. 109, dd. 7/9/1842. * * * * *
9
maart 1996 tekst:
Jef ARRAS
foto's:
Stedelijke Fotodienst
copyright: j||L A m *
STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. (011)24 10 70
I
in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.
Olieverfportret van keurvorst-prinsbisschop M.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 18 95 en 19 14 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1 7 0 0 Olieverfschilderij 'W eek-end', L. Pringels, 19 50 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 17 03 Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 16 89 - 1863 - 1901 Olieverfschilderij 'De Grote Markt', J.N . Grauls, 18 63 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1 5 6 8 , zilver Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1 7 8 2 ) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 17 02 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 1 8 /2 4 , ca. 1 9 2 0 Olieverfschilderij 'H et bos', Djef Anten (1 8 5 1 -1 9 1 3 ) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1 ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1 8 5 4 Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus", 1 6 6 4 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) Portret van Ulysse Claes (1 7 9 2 -1 8 8 0 ), G. Guffens (1 8 2 3 -1 9 0 1 ) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 12 86 Schilderij 'Strandtafereel', 1 9 3 0 , Jos.Damien (1 8 7 9 -1 9 7 3 ) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 1 5 3 0 -1 5 4 0 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 16 69 Biechtstoel, Brabants atelier, 1 6 6 4 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1 7 6 2 -1 8 4 9 ) Gouache 'De Meukes', ca. 1 8 9 0 , Paul Marie Bamps (1 8 6 2 -1 9 3 2 ) Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 18 67 Het H asse/etum en de H istoria Lossensis, tw ee historische werken van Joannes Mantelius (1 5 9 9 -1 6 7 6 ) Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 19 92 Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1 8 2 3 -1 9 0 1 ) Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1 8 3 1 ', A.von Geusau, 18 35 Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892" Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw Acryls van Ray Remans, 19 89 De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Sรถhne, Heilbronn, 18 88 Begijnenschotel, 1 6 2 3 , zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1 8 5 1 -1 9 1 3 ) Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1 8 9 3 /9 4 " , Paul Marie Bamps (1 8 6 2 -1 9 3 2 ) Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1 /1 0 , Jean Janssis Zilveren reliekhouder H.Hubertus (1 7 4 1 -1 7 4 2 ), Lambertus Hannosset, Antwerpen Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt", 18 99, Djef Swennen (1 8 7 1 -1 9 0 5 )