KIK 59. De gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, Parijs, 1867

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

- 59

DE GOUDEN KRONEN VAN DE VIRGA JESSE, 1867 Parijs, Auguste Levesque, 1867; goud en edelstenen; merk: a+b: tweem aal gotische E; a: h. 23,8 cm, 0 20 cm , 0 basis 12,3 cm; b: h. 17 cm, 0 11,7 cm , 0 basis 7,7 cm; herkom st: Hasselt, Onze-Lieve-Vrouwekerk; bruikleen kerkfabriek Sint-Q uintinus en O nze-Lieve-Vrouw Hasselt, ju li 1989; inv.nrs. 89.B.124.a en 89.B.124.b

1


D e " k r o o n g e tu ig e n

De historische achtergronden van de twee gouden kronen die in 1867 aan de Virga Jesse geschonken werden, kunnen gereconstrueerd worden aan de hand van drie bronnen. Er is het onvolprezen boek van de minderbroeder pater Archangeius Vendrickx Onze-Lieve-Vrouw van Hasselt, behelzende de geschiedenis van het miraculeus beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Hasselt en van het vermaard genootschap onder den titel van Virga Jesse daar ter plaats opgerecht, alsmede godvruchtige oefeningen en gebeden tijdens eene noveen ter eere van Onze-Lieve-Vrouw van Hasselt, het werd gepubliceerd naar aanleiding van de kroningsfeesten te Hasselt. Na een gedegen historiek over de Virga Jesse en haar mirakels, de kerk en de broederschap, schakelt de auteur over naar een meer journalistieke stijl om te berichten over de recente gebeurtenissen over de kroning. Een aantal van zijn korte hoofdstukken kregen een (anonieme) voorpublicatie in De Onafhankelyke der Provincie Limburg, een tweede belangrijke bron. Deze katholieke krant die bij Ceyssens gedrukt werd, verscheen toen tweemaal per week. Ze was het kanaal bij uitstek om het publiek te informeren en te enthousiasmeren voor de feesten van augustus, net zoals ze in het voorjaar van 1867 de 550-jarige viering van het Heilig Sacrament van Mirakel had gepromoot. De derde belangrijke bron zijn de kronen zelf: ze zijn niet enkel artistieke objecten; door de talrijke inscripties die erop gegraveerd staan, kunnen ze ook beschouwd worden als historische bronnen. De bekende archiefbronnen, in stads- en rijksarchief en in het provinciaal archief van de Minderbroeders te Sint-Truiden brengen weinig of geen bijzonderheden bij over de artistieke identiteit van de kronen. Wel verschaffen zij nadere informatie over de formele aspecten van de kroning als kerkelijke plechtigheid.

D e kronen van de V irga J esse

De kroning van Maria was een populair thema in de middeleeuwse kunst. Toen het Hasseltse Mariabeeld in de eerste helft van de 14de eeuw vervaardigd werd, was het dan ook logisch dat er op haar hoofd een kroontje gesculpteerd werd. Vanaf de 17de eeuw werden Maria en kind volgens de mode van de tijd gekleed. Bij de uitrusting behoorden ook zilveren kronen. Verschillende van deze kronen, van de 17de eeuw tot en met de 19de eeuw, zijn bewaard gebleven \ De kroning van de Virga Jesse in 1867 is niet zonder meer in deze traditie te

1 De Hasseltse Virga Jesse en haar kerk, nrs. 138,139 en 140; de meeste kronen zijn Hasselts edelsmeedwerk: cf. Hasselts Zilver, cat. nrs. 36.9 en 10, 58.34 en 64.3.

2


plaatsen. Het was immers een uitzonderlijk plechtig en formeel gebeuren dat slechts met toestemming van het Vaticaan kon plaatheben. Deze traditie zou teruggaan tot de 17de eeuw toen graaf Alexander Sforza bekomen had dat bijzondere Mariabeelden na formele goedkeuring door het Kapittel van de SintPieters-basiliek te Rome, gekroond konden worden. Ter financiering van deze plechtigheden, waarvoor enkel "zuiver en louter” gouden kronen mochten gebruikt worden, had de graaf een kapitaal ter beschikking gesteld. Toen er in 1867 evenwel vanuit Hasselt de toelating tot kroning van de Virga Jesse gevraagd werd, kon dit enkel toegestaan worden op voorwaarde dat de kronen zelf gefinancierd zouden worden. Het bleek immers dat de intresten van Sforza's kapitaal door de veelvuldige aanvragen reeds uitgeput waren. Het fenomeen van de kroningen was vooral populair in Italië. Onder het pontificaat van Pius IX, dat gekenmerkt werd door een grote formalisering, had het gebruik ook in ons land ingang gevonden. Het eerste Mariabeeld dat zo gekroond werd, was dat van de Paters Jezuïeten te Gent (1860). Later volgden o.m. Hasselt (1867), Scherpenheuvel (1872) en Tongeren (1890).

DE HISTORISCHE AANLEIDING VOOR DE KRONING

Via de Onafhankelyke kan men achterhalen welke thema's in de jaren 1866-67 te Hasselt in de actualiteit stonden. Het wereldnieuws werd toen gedomineerd door de wankele positie van de Kerkelijke Staten tegenover de nakende eenmaking van Italië, hetgeen de populariteit van Pius IX sterk in de hand werkte. Daarnaast was er de zo mogelijk nog labielere situatie waarin keizer Maximiliaan van Mexico verkeerde: doordat hij gehuwd was met Charlotte, dochter van Léopold I, voelde men zich sterk verbonden met zijn tragisch lot (hij werd door revolutionairen vermoord). Het zorgwekkendste binnenlands nieuws van 1866 was de cholera-epidemie die reeds in Brussel en Antwerpen meerdere duizenden slachtoffers gemaakt had. Om te anticiperen op een eventuele verspreiding van de besmettelijke ziekte werden er tegelijkertijd verschillende maatregelen genomen (OPL, 29-07-1868): de minister van oorlog stelde in het militair hospitaal lokalen ter beschikking voor de eventuele verzorging van cholera-slachtoffers; anderzijds wendde de bevolking zich tot de H. Rochus, de pestheilige bij uitstek, en tot de Virga-Jesse, de "schat van de Hasselaar", om de stad van de epidemie te vrijwaren. Toen die wens inderdaad in vervulling gegaan was, kwam volgens Vendrickx, voor het eerst het idee op toelating te vragen om het miraculeuze beeld volgens Romeinse voorschriften te laten kronen. Men was zo beslist in dit voornemen dat de maten voor de kronen reeds genomen werden. Het volgende voorjaar werd Hasselt geteisterd door een pestepidemie onder het vee. De ramp was omvangrijk aangezien er in de marge van de jeneverindustrie een bloeiende vee-, vooral osseteelt bestond in de stad; de duizenden runderen werden immers vetgemest met het graanresidu dat na het stoken overgebleef. Ze leverden vlees aan de bevolking én mest ter verrijking van de arme Kempische landbouwgrond. Toen de pest een massale slachting noodzakelijk gemaakt had, werd zo een heel economisch systeem ontwricht en was werkloosheid een 3


onvermijdelijk gevolg. Zoals bij de cholera-epidemie werd de ramp ook nu op twee wijzen bestreden: naast de door de overheden genomen preventieve en curatieve maatregelen, wendde de bevolking zich opnieuw tot de Virga Jesse. Hiertoe werd het beeld, voor de tweede maal in evenveel jaar, "afgesteld": met toelating van de broederschap verplaatsten de minderbroeders, die de bediening van de O.L.Vrouwekerk toen verzorgden, de Hasseltse schutspatrones van het altaar naar een vergulde troon. De veepest die in januari-februari een tol van meer dan 1100 runderen geëist had, bleek begin maart 1867 bedwongen. Deze tweede bekomen gunst was een nieuwe stimulans om in Rome aan te dringen op een spoedige kroning. Pater Vendrickx beschrijft de procedure van de toelating als een bevoorrecht getuige. Nadat men op 1 april vanuit Rome de preciese formaliteiten ontvangen had, werd op 16 april een officiële aanvraag bij het Kapittel van Sint-Pieters ingediend. Deze was ondertekend door Mgr. de Mompeilier, bisschop van Luik, de leden van de broederschap van de Virga Jesse, E.H. Van der Ryst, pastoor-deken en dóór pater Bonifacius Princen, de gardiaan en alle paters-minderbroeder. Reeds op de eerste zondag van mei kon de deken vanop de preekstoel het nieuws van de kroning aan zijn parochianen meiden. De zeer snelle en succesvolle afhandeling van de aanvraag was zeker mee in de hand gewerkt door de minderbroeder E.P. Anselmus Knapen die toen consultor was bij de Congregatie de Propaganda Fide te Rome.

B eschrijving van de kronen

Al bij de eerste aanblik ogen de beide kronen niet echt klassiek. Traditioneel verwacht men voor Maria een aan de bovenzijde geopende kroon. Hier heeft men evenwel de grote kroon, naar analogie met deze voor het Jezuskind, voorzien van beugels waarop een rijksappel prijkt. De beide kronen lijken dan ook, op het formaat na, identiek. Bij nadere studie kan men toch kleine verschillen waarnemen. De Mariakroon steunt op een geprofileerde ring waarop twaalf geslepen zgn. halfedelstenen (citrien , amethist, jadeïet, roze kwarts ...) gezet zijn. Pater Vendrickx interpreteert dit aantal -ietwat geforceerd- als een symbool van de voorrechten en de deugden van Maria. Op de ring staan zeven engelenhoofden van waaruit de beugels vertrekken; deze hebben de vorm van een blad met een opstaande stengel die bovenaan licht ombuigt als steun voor de rijksappel. Tussen de beugels staan zeven met een tiara bekroonde schildjes, gevat in een sierlijke florale omlijsting. De bol van de rijksappel is versierd met een horizontaal fries van turkooisen; het kruis is gesmukt met robijntjes. Van onder tot boven zijn er op de kroon teksten gegraveerd. De inscriptie op de ring verhaalt de geschiedenis van de kroon in een notedop: CoronaM hanC gratl sensUs Callsa Urbs Donat HasseLetensIs (De stad Hasselt schenkt deze kroon uit dankbaarheid) - Parlslls faCta, a Plo saCrata, statUaM Virga Jesse HasseLeti DeCoro (vervaardigd te Parijs, gezegend door Pius, tooi ik het beeld van de Hasseltse Virga Jesse) - Coronante Legato FranCIsCo XaVerlo 4


MeroDe (gekroond door afgezant Franciscus Xaverius de Merode) Elke zin vormt een chronogram voor 1867. Op de ring staat ook de signatuur van de edelsmid en de datum AUGUSTUS LEVESQUE PARISIIS ANNO 1867. De teksten op vier van de schildjes zijn ontleend aan de processie-antifoon Virga Jesse Floruit vanwaar de roepnaam van de Hasseltse madonna afgeleid is (afb. 2-5): VIRGA JESSE FLORUIT - VIRGO DEUM ET HOMINEM GENUIT - PACEM DEUS REDDIDIT - IN SE RECONCILIANS IMA SUMMIS. (De twijg van Jesse heeft gebloeid, een maagd heeft de Goddelijke mens ter wereld gebracht, God heeft de vrede weergegeven, door de hemel en de aarde te verzoenen).

5


De drie overige schildjes tonen de wapens van het Kapittel van Sint-Pieter (2x; afb. 6) en van paus Pius IX (afb. 7). Op de bol van de rijksappel loopt een banderol met de inscriptie (afb. 8): DECRETO CAPITULI VATICANI CORONATA ANNO MDCCCLXVII (gekroond bij het decreet van het Vaticaans kapittel in het jaar 1867)

Tenslotte wordt de verkorte historiek vervolledigd door een tekst op de steunlat aan de binnenzijde van de kroon : PONTIFICE PIO IX - EPO LEODIENSI TH. DE MONPELLIER - GEN MIN P RAPHAËLE A PONTICULO - MIN. PROV. P. NATALI NEUTELEERS - DECANO HASS. LAMB. VANDERRYST - GUARD. CONV. P. BONIF PRINCEN 6


(onder het pontificaat van Pius IX, onder Th. de Monpeliier, bisschop van Luik, onder P. RaphaĂŤl a Ponticulo, generaal van de Minderbroeders, onder P. Nataiis Neuteleers, provinciaal van de Minderbroeders, onder Lamb. Vanderryst, deken van Hasselt, onder P. Bonif. Princen, gardiaan van het klooster) De kroon voor het Jezuskind steunt eveneens op een ring met twaalf stenen. Ditmaal ziet Vendrickx er een symbool in van de twaalf apostelen. Vanop de ring vertrekken hier zes beugels, waartussen evenveel schildjes. Door de kleinere schaal zijn de engelenkopjes weggevallen. Ook hier zijn er op de ring verschillende teksten gegraveerd die telkens een chronogram voor 1867 vormen: PUero hanC obtUlerUnt CoronaM DIstILLatores (de stokers hebben deze kroon aan het kind geschonken) - Parlslls faCta a plo saCrata statUaM Vlrga Josse HasseLetl DeCors (vervaardigd te Parijs ter versiering van het beeld van de Virga Jesse, vereerd te Hasselt. Ook hier wordt de naam vermeld van de maker: AUGUSTUS LEVESQUE PARISIIS ANNO 1867. De graveur in Parijs heeft een flagrante fout begaan door de Hasseltse madonna te herdopen tot Virga Josse (afb. 9)..

De zes schildjes tonen, naast de drie reeds genoemde wapens, de tekst: AUCTOR SAECULI - ORTUS EST SOL - GRATIA IN LABIIS TUIS (de schepper der eeuwen - de zon is opgegaan - de gratie is op uw lippen). Op de rijksappel en op de steunlat komen dezelfde inscripties voor als op de grote kroon. Ondanks de beschikbaarheid van eigen Hasseltse edelsmeden, voelde men zich op dat moment blijkbaar verplicht de kronen elders te laten vervaardigden. Er waren dan ook bijzondere formele vereisten. Vermoedelijk werd vanuit Rome de vorm 7


opgelegd en de edelsmid aanbevolen. Als model fungeerden de kronen van de O.L.V. van Victorie te Parijs. Deze waren vervaardigd door de Italiaanse edelsmid Pietro Ossani, goudsmid van de Sint-Pietersbasiliek te Rome. De tekst op de schildjes van de kleine kroon is ook ontleend aan dit voorbeeld. De beide kronen staan op naam van Auguste Levesque uit Parijs. Toch is het weinig waarschijnlijk dat hij zelf edelsmid was. Zijn naam komt niet voor op de nochtans lijsten van Parijse edelsmeden uit de 19de eeuw die integraal gepubliceerd werden. Indien hij werkelijk als dusdanig geregistreerd was, zou hij zeker zijn meestermerk ingeslagen hebben op de kronen. Vermoedelijk was hij de zaakvoerder van een firma van kerkelijke objecten, zoals die bestonden vanaf de 19de eeuw, en werkte hij vooral met anonieme toelevering. De enige merktekens op de kronen zijn in België ingeslagen. Telkens is er tweemaal een gotische e, symbool voor "étranger", aangebracht. Tot in 1869 bestond in ons land immers de verplichting om edelsmeedwerk uit het buitenland te laten herkeuren volgens onze zilver- en goudgehaltes. Deze keuring had plaats nadat de kronen vanuit Parijs naar Rome gebracht waren om door de Paus persoonlijk gezegend te worden (afb. 10, detail uit de mirakelprent van 1867). Bij die gelegenheid had de kerkvorst een volle aflaat vergund aan al degenen die op de kroningsdag of tijdens de daaropvolgende week de O.L.Vrouwkerk en het beeld "godvruchtig zullen bezoeken, en daar bidden tot eendracht der christene prinsen, uitroeing der ketterijen en verheffing van onze Moeder de heilige kerk." Vendrickx nam de tekst van de vergunning integraal op in zijn boek.

lipie lîëliÿka/LPm IXzegent te Boomm,<U'gonde kronen bestemd voor m iiauciüeus Beeld. van. O.L.V von ffassdz .

Sa Sainteté Pie IX bénit à Rome les Couronnes d'or destinées pour l’in miraculeuse de N.O.de Hasselt

8


D e kroningsplechtigheid

In augustus 1867 maakte de stad zich voor de tweede maal op voor een grote kerkelijke plechtigheid. Opnieuw werden de straten versierd; het stadsbestuur had hiervoor trouwens een subsidie ter beschikking gesteld2. De Broederschap van de Virga Jesse, die een mindere periode doormaakte, greep de gelegenheid van de kroning aan om zich te herpakken: op 12 juli liet ze in een brief aan de bisschop van Luik haar goede intenties tot herleving blijken door nieuwe statuten voor te stellen; de bisschop repliceerde bevestigend dat de kroning "eenen nieuwen glans en luister op haar Broederschap zal werpen" en keurde de statuten goed (29 ju li)3. De Onanhankelyke bereidde zijn lezers voor, o.m. door een beschrijving van de kronen te publiceren en door de afgezant van het Kapittel van Sit-Pieters, mgr. de Merode, uitvoerig te portretteren. Men liet niet na de historisch link te leggen tussen de hoge geestelijke en Claudia de Merode, abdis van Herkenrode, wiens wapen prijkt op het hoogaltaar van de O.L.Vrouwkerk. De dag van de kroning, 15 augustus, begon 's morgens met het afhalen van mgr. de Merode aan het station. Na een korte ontmoeting met de "heeren der Virga Jesse en andere notabiliteiten der stad" werd vervolgens naar de O.L.Vrouwkerk getrokken, waar de prelaat voorging in een pontificale mis. Vervolgens werd een lange stoet gevormd die zich processiegewijs begaf naar de Grote Markt, waar een podium opgetrokken was. Om een goede en directe impressie te geven van de plechtigheid volgt nu een citaat uit de Onafhankelyke van 18 augustus: Omstreeks e lf ure was de pontificale Hoogmis geĂŤindigd en begon zich de stoet van den optocht te vormen. Met de grootste moeite en slechts bij hulp eener afdeeling van het garnizoen kon men zich eenen weg door de samengepakte menigte banen welke de Groote Markt vervulde. Niet slechts die plaats, m aar ook de aanpalende straten, waren zoo volgepropt van volk dat het onmogelijk ware geweest er binnen te dringen, indien de godsdienstige eerbied der menigte niet een kleinen doortocht had geopend. Zoo ver het oog kon reiken, ontwaarde men als eene onmeetbare zee van hoofden, om zoo te zeggen tegen elkander gesloten. Daarbij al de vensters, luiken en openingen waren, rondom, met dicht ineengedrongen toeschouwers vervuld; ja, de daken zelfs waren bevolkt. Op eenige plaatsen had men de dakpannen opgebroken om deel te kunnen nemen aan de verheerlijking der Moeder van God. (...) De hooggeklommen zon giet thans een stroom van gulden stralen op het schouwtoneel dezer plechtigheid neder. (...) Terwijl die schoone beurtzang door het koor der Congreganten van de Onbevlekte Ontvangenis, in keurige en treffende muziek wordt vervolgd, beklimt Mgr. de Merode den trap, aangebracht nevens het Beeld. De twee gouden kronen, bestemd voor het goddelijk kind en voor Zijne Moeder, worden op twee allerprachtige kussens, toegedragen door acht jonge maagden, in lellieblank gewaad, en rijk met paarlen en edelgesteenten getooid. De Kerkvoogd plaatst vooreerst de kleinste der kronen op het hoofd van 't goddelijk Kind; daarna kroont hij het voorhoofd der Moeder, terwijl h ij die plechtige woorden uitspreekt: "o Heer, gij hebt Haar met het diadeem der heerlijkheid en der glorie gekroond. " Een gesuis, eene siddering van

SAH, Historisch Archief, CeremoniĂŤn, nr. 3514. RAH, Hasselt O. L.V. Kerk, nr. 366.


onbeschrijfelijke aandoening doorloopt de menigte - aller aanzicht verbleekt als versteend, blijft de roedooze schare bewegeloos staan... Doch, daar breekt opeens de toejuiching der geestelijkheid rondom het Beeld los: Vivat Maria! (...) Dit grijpt de toeschouwers in het hart. 's Avonds werden de festiviteiten afgesloten met een groot vuurwerk op het Leopoldplein. De Onafhankelyke gaf in volgende afleveringen een ruime beschrijving van de talrijke straatversieringen. De bevolking bleek ook bijzondere aandacht besteed te hebben aan de "illuminatie" van de binnenstad, zodat de straten er ook 's avonds feëriek bijlagen. De kroningsfeesten werden afgerond op zondag 18 augustus met een tweede ommegang die qua samenstelling verschilde van de vorige4.

Besluit

Als museumstukken spreken de kronen van de Virga Jesse vooral tot de verbeelding omdat ze in goud vervaardigd zijn. Als historische objecten verwijzen ze evenwel naar een gebeurtenis uit de Hasseltse geschiedenis die een zelden geziene collectieve emotie teweegbracht. De betekenis van de kronen is dan ook eerder symbolisch dan louter artistiek.

4 De gouden kronen zijn zeker niet de enige materiële resten van de kroning. Er is de bekende mirakelprent (De Hasseltse Virga Jesse en haar kerk, 44-46), het devotieprentje van J.B.D. Hemelsoet (Ibidem, p. 43-43), de gelegenheidsaffiche (Ibidem, nr. 130), het neo-barokke herinneringsbord (Ibidem, nr. 132), het schilderij van de Virga Jesse in Rome (Ibidem, nr. 133). Er werden ook, waarschijnlijk samen met de gouden kronen, sterk gelijkende copieën vervaardigd in koper. 10


Bronnen

RAH, Hasselt O.L.Vrouwkerk, nr. 366 SAH, Historisch archief, Ceremoniën, nr. 3514 De Onafhankelyke der Provincie Limburg, 1867 Catherine ARMINJON, J. BEAUPUIS en Michèle BILIMOFF, Dictionnaire des poinçons de fabricants d'ouvrages d'or et d'argent de Paris et de la Seine 17981875, 2 dln., Parijs, 1991-1994 De Hasseltse Virga Jesse en haar kerk, Hasselt, 1981 A. VENDRICKX, Onze-Lieve-Vrouw van Hasselt, behelzende de geschiedenis van het miraculeus beeld van Onze-Lieve Vrouw van Hasselt en van het vermaard genootschap onder den titel van Virga Jesse daar te plaats opgerecht, alsmede godvruchtige oefeningen en gebeden tijdens eene noveen ter eere van Onze-LieveVrouw van Hasselt, Sint-Truiden, 1867 G. VERBEEK, Virga Jesse. Schat van de Hasselaar, Hasselt, 1988 Met dank aan Gérard Verbeek, Pater Coenen ofm en Kathleen Frisson

11


oktober 1996

tekst:

lie. Jo Rombouts

foto’s: Stedelijke Fotodienst copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011/24 10 70

in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M .-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Olieverfschilderij W eek-end', L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703

7. 8. 9. 10.

Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 -1 8 6 3 -1 90 1 Olieverfschilderij 'De Grote Markt’, J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568, zilver Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666?

11. Schilderij 'De Grote Man’, F. Minnaert, (1983) 12. Mirakelprent 0 .-L .-V . Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw 14. Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak 16. Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 17. Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920 19. Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) 20. Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw 21. Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw 22. Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw 23. Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854 24. Gevelsteen "Den Soeten Naem e Jezus", 1664 (Hasselt) 25. S et van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) 26. Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901) 27. Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 28. Schilderij 'Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973) 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure 30. Beeld “Heilige Cecilia", 1530-1540 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers 8i S. Vander Locht, H asselt 1669 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 33. Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) 36. Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) 37. Kroningsprent O .-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, twee historische werken van Joannes Mantelius (1599-1676) 39. Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992 40. Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht Kermt, 7 augustus 1831', A.von Geusau, 1835 42. Gevelplaat 'Veloce-Club hasseltois 'Utile * Duld' - 2 mal 1892" 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw 44. Acryis van Ray Remans, 1989 45. D e pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild 47. V aste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof 48. Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1851-1913) 49. Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932) 50. Foto "Jongeman m et badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen 52. Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905) 53. Olieverfportret van N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Hasselt 55. Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt] 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kem, Arnold Frederici, 1714

12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.