KIK 65. Schilderij ‘Drieluik’, 1989, Paule Nolens (°1924)

Page 1

KUNST

IN

DE

DRIELUIK, 1989 Paule NOLENS (°1924); acryl op doek; 310 x 150 cm; aankoop stad Hasselt december 1989; inv. nr. 90.010.

KIJKER

- 65


In eerdere gesprekken beklemtoonde Paule Nolens steeds het essentieel visu­ ele karakter van schilderkunst. “Je moet er niet eerst over lezen. Neen, eerst zien en vergelijken. De kennis komt door het visuele contact. Dat is de enige leerschool”. Gelukkig voegt ze eraan toe dat erover lezen wel helpt, maar meteen relativeert ze deze toegeving door de baarlijke nonsens op de korrel te nemen, die de auteurs durven te debiteren. Kijk ernaar en ervaar : dat is dus de boodschap. Een werk bespreken is geen verhaal vertellen. Een verhaal vertellen is opper­ vlakkig en raakt geenszins de esthetische betekenis en inzet van de kunste­ naar. In dit werk is er trouwens niet het minste verhaal, niet de minste anekdote (het heet trouwens drieluik: prozaïscher kan nauwelijks) . Er is alleen een ar­ tistiek gegeven dat nooit doel op zich is. Het thema van het werk kan misschien een prille aanduiding zijn: de oorsprong van de oplossing van al de picturale problemen die de kern van ieder werk zijn. Een werk bespreken omwille van de voorstelling ervan leidt dus de aandacht af van de eigenlijke kern. Wat is in dit werk de KERN? In de eerste plaats zijn monumentaliteit, de eenheid en het evenwicht van de opstelling, door de twee stevige figuren die geflankeerd worden door 2 groepen van 3 figuren. Het is onnodig en fictief een werk of compositie te herleiden tot technische ana­ lyses of meetkundige lijnen, waarschijnlijk gebaseerd op de gulden snede. Een buitenstaander wil daarin aanknopingspunten vinden die totaal geforceerd zijn. De kunstenaar heeft dat niet nodig, hij voelt aan en beleeft hoe een werk moet opgebouwd worden en heeft daar alleen zijn artistiek instinct voor nodig. In dit werk zijn de twee middelste figuren het zwaartepunt: ze zijn ook niet symmetrisch opge­ steld en trekken onder meer daardoor de aan­ dacht. Men kan zich de vraag stellen, waarom de linkse leunt. De enige verklaring hiervoor ligt in het contrast dat beoogt wordt tussen de ronde vorm van haar heup en de rechte lijn van de sta­ tische gebuur. 2


Waarom heeft de ene een kruik en de ander een tas? Omdat deze 2 elementen de lijnvoering der gebaren bepalen en de vorm en functie van deze 2 attributen ook tegenstrijdig zijn. Het is de kwestie spanning in de compositie te brengen. De 2 buitenste figuren zijn anders opgevat dan de middelste groep. De drapering van hun gewaden is nerveuzer, de lijnen zijn grilliger. Wéér omwille van het contrast. Door hen krijgen de middelste 2 figuren nog meer draagwijdte. De gelaatsuitdrukkingen zijn zeker geen portretten. Het is veeleer de uitdrukking van een algemene menselijkheid, niet gebonden aan tijd of ruimte, maar univer­ seel en eeuwig. Het beklemtonen van zware ogen, lippen enz... beoogt de expressiviteit te vergroten. Niets meer of niets minder. Zij drukken daarom geen vreugde, noch droefheid uit. Zij zijn gewoon plastisch. De lijnen der gebaren zijn uiterst belangrijk voor het ritme van de compositie. Daarom draagt de één een kom, en houdt de ander haar sluier vast. De horizontale, verticale of schui­ ne lijnen die door de handeling ontstaan waren nodig voor het evenwicht van de compositie. Voor dezelfde reden draait de één haar hoofd en de ander niet, enz... Opnieuw voor dezelfde reden staan de ogen in deze of gene richting. Niets wordt hierbij aan het toeval overgelaten, het minste lijntje, de minste kleurtoets heeft hierin een belangrijke rol te vervullen. Voor het aanbrengen van de kleur gelden dezelfde motieven als voor de com­ positie. Schilderkunst is in de eerste plaats kleur. De kleurharmonie is primor­ diaal. In dit werk is een weinig blauw links en blauw in het midden. Oranje links en oranje rechts, een wemeling van kleuren links en rechts. Dit is ook de functie van de éne ontblote vrouw: omdat die lichte kleur nodig was om rust in de kleurschakering te brengen. Haar schenkkan is in dezelfde kleur gehouden, omdat ze op die manier een geheel uitmaakt met de kleur van het lichaam. De figuur rechts draagt een gele mand omdat de figuur in het midden geel aan de onderzijde heeft. Een potje is oranje, omdat links en rechts ook oranje is. Hoofdzaak is de dosering van de kleuren. Er moet een evenwicht zijn tussen intensief en matig gebruik. Contrasten moeten er steeds zijn, zowel in de com­ positie als in de kleur. Spanningen doen de rustpunten sterker uitkomen. Dit is wel geen gemakkelijke opgave voor de kunstenaar. Het vraagt zelfbe­ heersing en zelfopoffering om steeds alles te herleiden tot het essentiële, om nooit verleidt te worden tot behagende details. Een kunstenaar moet nooit wil­ len behagen, maar zichzelf en eerlijk durven blijven. Dit werk is gekenmerkt door innerlijke geladenheid als vrucht van een intens esthetisch beleven dat tot stand kwam door wilskracht, pijn en strijdlust. Een strijd die een kunstenaar nooit winnen kan, vermits hij steeds méér bereiken wil en gekweld blijft door twijfels. Hoofdzaak is niet de observatie van een werk. Hoofdzaak is genieten, innerlijk rijker worden door het vreugdevol beleven van ware kunst. De grootste boosdoener is aandacht besteden aan het thema, het verblindt de ware zin van kunst en dooft de kern ervan. Schilderkunst moet niets vertellen, zoniet wordt ze een onderdeel van de literatuur. Ze moet haar kracht bewijzen door zuivere esthetiek, door de zuiverste oplossing van pictura­ le problemen aan te bieden. In die zin is het uitsluitend een gevecht met de materie. 3


Dit werk is een moment in de jarenlange traditie waarin Paule Nolens composi­ ties schildert. Die zijn tot de aanvang van de tachtiger jaren altijd beheerst, beredeneerd, verstild in zichzelf gekeerd. Dit schilderij is een exponent van een periode die nu verder tot ontwikkeling kwam. Er is in de carrière van de kunste­ nares niets afgebroken. Wel wordt haar loopbaan gekarakteriseerd door een normale groei, die zoals een gezonde boom geleidelijk aan tot volle groei en ontplooiing komt. Ongeveer 20 jaar, van ca. 1950 tot ca. 1970 schilderde Paule Nolens, de vrouw in een rustige, onbewogen, mysterieuze wereld. Sinds enkele jaren (was haar 70ste verjaardag het definitieve keerpunt voor de verjonging?) surft haar werk op de tijdsgolf, gekenmerkt door chaos, versplintering en TV-zenders die onze dagen willen kleuren. Haar recentere werk is een primaire kleurenexplosie. Zuiver, dynamisch en zeer levend.

Het gerijpte werk van Paule Nolens is uitbundig, kleurrijk, ongebonden, beweeglijk, en extravert. De vorm, de schwung, het ritme zijn in. De stem­ pel van haar persoonlijkheid, haar krachtige vrouwenfiguren, blijven, als ze passen in de compositie. Uit een totaal abstracte achtergrond distilleert Paule Nolens een composi­ tie en stileert ze haar figuren. Toch wil zij de exacte realistische vormen bewaren. Die realistische weergave stemt overeen met haar persoonlijk­ heid. Haar werk is niet anekdotisch. Het is universeel, de oplossing van zuiver picturale problemen. Daarom zet ze het doek bij de afwerking op zijn kop. Dan wordt ze niet langer afgeleid door de figuratie en ziet veel verfijnder het abstract gedeelte van het werk. Paule Nolens volgde een gans kun­ stenaarsleven lang haar eigen visie.

Drinkend naakl * olie opdock ! in x l.lO m

4


Haar loopbaan Paule Nolens wordt op zaterdag 22 maart 1924 in Hasselt als middelste van 3 dochters geboren in het gezin Leon en Régine Nolens Bottin. Zij loopt aan­ vankelijk school bij “les dames Ursulines” en in de “Ecole Moyenne” van haar geboortestad. In de periode 1937-1939 schetste zij personages op de kiekenmarkt (nu Aldestraat), waar haar mama een kinderkledingsboetiek had geopend. Lucien No­ lens, Hasselts kunstschilder en leraar aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten kreeg belangstelling voor de tekenkunst van zijn achternichtje. In 1942 volgt zij in Brussel haar eerste professionele tekenlessen bij de beeld­ houwster Nina Jacinsky.

Een meerderjarige Paule schrijft zich in aan de “Ecole Nationale Supérieure d’Architecture et des Arts Décoratifs”, in Terkameren te Brussel, waar op dat ogenblik Herman Teirlinck directeur was. Zij maakte er kennis met haar leraar Charles Counhaye, waar zij de lessen “glas in lood” en “droge fresco’s” op basis van tempera, volgde. In het schooljaar 1949-1950 behaalt zij met succes haar diploma “peinture décorative et monumentale: perfectionnement”. In olie, aquarel en pastel is zij autodidacte. 1951 is het jaar waarin de achteraf befaamd geworden tentoonstelling “de mijn” plaatsvond in de Zaal onder de Toren. Paule Nolens en Pierre Cox zijn beiden laureaten van deze tentoonstelling. Paule zowel met een schilderij als met een glasraamontwerp, een techniek die zij zich eigen maakte in de praktijk5


lessen van de Ecole Nationale. Tot in 1952 zag haar kunst het daglicht op een zolderkamer van het ouderlijke huis in de Aldestraat. Vanaf dan kan zij beschikken over de geweldige mogelijk­ heden van een ruim atelier in een oude weverij aan de Congostraat. In 1953 komt haar eerste belangrijke werk tot stand en wel in haar geboorte­ stad nl. de uitbeelding van het leven van de H. Hubertus in het koor van de gelijknamige kerk te Runkst. Drie jaar later houdt zij haar eerste solo-tentoonstelling met oliedoeken en aquarellen in de stadsfeestzaal van Hasselt. In 1959-1960 verblijft zij enige tijd in de USA, waar zij kennis maakt met baron Jan Albert Goris, de Vlaamse schrijver Marnix Gijsen, die haar zeer waar­ deerde en steunde. Haar kunst in deze Amerikaanse periode heeft een overwe­ gend religieuze inslag. De galerij helikon, een kunstencentrum aan de Havermarkt te Hasselt, wordt gesticht in 1961. Walter Vilain groepeert hierin de gevestigde kunstenaars waaronder Paule Nolens. In 1962 betrekt zij haar nieuw huis met atelier aan de Van Caeneghemlaan te Hasselt. Er volgen rijke jaren van tentoonstellingen en reizen. Deze blijven een constan­ te en een permanente bron van inspiratie in haar kunstenaarsleven. Na 30 jaar onderwijs aan het Koninklijk Atheneum te Genk en gelijktijdig onge­ veer 20 jaar aan de Normaalschool te Tongeren wordt Paule Nolens op 55jarige leeftijd gepensioneerd, we schrijven 1979. Nog heeft zij het onderwijs niet volledig opgegeven, dat zal slechts gebeuren in 1984 wanneer zij ook de kunst­ academie van Hasselt verlaat. in een interview in het Belang van Limburg uit 1994 zegt de dan zeventigjarige: ”lk begin pas. Ik ben nog aan het proberen.” Dat belooft dus, we hebben hope­ lijk nog veel tegoed.

6


Bibliografie

- Verschillende interviews met de kunstenares. - T. Claes, Paule Nolens, Samenstelling Helikon Hasselt, Lannoo Tielt, 40 blz. 1984. - T. Claes en E. Boon, Paule Nolens, Lannoo Tielt, 111 blz. 1992. - T. Claes, Paule Nolens, nv BlondÊ sa, Artprinting International Division, 200 blz, 1994. Paule Nolens, grand old lady van Limburgse schilders, Het Belang van Lim­ burg, 21.11.1992. Nieuwe Paule Nolens pakt groots uit in Antwerpen, Het Belang van Limburg, 05.11.1993. Schilder Paule Nolens is zeventig, Het Belang van Limburg,04.09.1994. Boetseren m et verf en borstel op het ritme van blues, Eigen aard, KVLV, januari 1997. -

-

-

-

7


m IJL

in

copyright:

mei 1997 tekst:

Rik Ghysen

foto’s:

Stedelijke Fotodienst

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70

in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.

Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M .-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfa­ briek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. V a n Vlierden, ca. 1700 Olieverfschilderij W eek-end', L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin G ent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 - 1863 1901 Olieverfschilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568, zilver Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Has­ selt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'D e Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O .-L.-V . Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de b. 17de eeuw Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Has­ selt, P.F.Milis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten N aem e Jezus”, 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (18231901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenro­ de", Parijs, 1286 Schilderij'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849)

36. Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) 37. Kroningsprent 0 .-L .-V . Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, tw ee histori­ sche werken van Joannes Mantelius (1599-1676) 39. Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gor­ dijn, 1992 40. Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A.von Geusau, 1835 4 2. Gevelplaat 'Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892" 43. Olieverfportret van Amoldus van M elbeeck op zijn sterf­ bed, 17de eeuw 44. Acryls van Ray Remans, 1989 45. D e pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild 47. V as te kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof 48. Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1851-1913) 49. Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932) 50. Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen 52. Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Gro­ te Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905) 53. Olieverfportret van N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Hasselt 55. Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Ste­ delijk Beiaardmuseum Hasselt] 57. D e Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Fre­ derici, 1714 59. D e gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974) 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M .G . Tieleman, 1957 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17de eeuw, Henricus Hondius (1597-1651) 64. Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.