KIK 68. Borstbeelden van 10 Hasseltse burgemeesters, E. Cantillon (1859-1917), 1906

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

Julien de Cécil (1795-1865) [1830-1833] inv. nr. 79.B.1101

- 68

Michel Arnold Bamps (1793-1865) [1833-1836] - [1842-1865] inv. nr. 79.B.1105

Pieter Jan Willems (1786-1868) [1836-1842] inv. nr. 79.B.1104

Clement Vanderstraeten (1824-1894) [1866-1872] inv. nr. 79.B.1110

Armand Roelants (1835-1890) [1872-1875] inv. nr. 79.B.1102

Jules Nagels (1829-1890) [1875-1878] inv. nr. 79.B.1100

Gaspar Bamps (1826-1880) [1878-1880] inv. nr. 79.B.1108

Ernest Goetsbloets (1835-1905) [1884-1895] inv. nr. 79.B.1106

Guillaume Stellingwerff (1841-1923) [1880-1883] inv. nr. 79. B. 1107

Ferdinand Portmans (1854-1938)

[1895-1937] inv. nr. 79. B. 1103

BORSTBEELDEN VAN TIEN HASSELTSE BURGEMEESTERS, 1906 Hasselt, Emile Cantillon (1859-1917); plaaster beschilderd met bronsimitatie, gemarmerde voet; bruikleen Provincie Limburg, augustus 1967.


Inleiding Wanneer de bezoeker in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof zijn/haar toegangsticket ontvangen heeft, komt hij/zij onvermijdelijk oog in oog te staan met het dozijn burgemeesters in de spiegelzaal1. Ondanks hun status van blikvanger blijven de portretbustes een enigmatisch kunstwerk van een enigmatisch kunste­ naar. De enige vermelding, voor zover bekend, van beeldhouwer Cantillon in een naslagwerk, is uiterst summier en bevat onjuiste informatie2. De borstbeelden van de burgemeesters zijn weliswaar bij herhaling gepubliceerd, maar steeds zonder datering, beschrijving of historische situering.

De kunstenaar: Emile Cantillon (1859-1917)3 Na Daniël van Vlierden (1651-1716)4 duurde het tot diep in de 19de eeuw vooral­ eer er in Hasselt nog een beeldhouwer met naam actief was. De uit St.-Joost-tenNode afkomstige Jules Courrait (1831-1906) was titularis beeldhouwkunst aan de Hasseltse academie5. Voor zijn komst naar de stad had hij reeds zijn sporen verdiend door medewerking aan prestigieuze beeldprojecten op de Kleine Zavel te Brussel en aan de gevel van het Leuvense stadhuis. Op 16 februari 1859 werd Emile Cantillon te Hasselt geboren. Vader Cantillon was koopman. De jonge Emile schreef zich in aan de academie van zijn geboortestad en volgde er o.m. beeldhouwkunst bij Jules Courrait. De ervaren leermeester gaf zijn begaafde leerling niet enkel de eerste knepen van het vak mee, maar ook de stimulans om zich elders verder te gaan bekwamen. Cantillon trok dan ook met succes naar de academies van Leuven en Brussel. Aan het feit dat hij zich in 1878 precies in St.-Joost-ten-Node vestigde, zal Courrait wel niet vreemd geweest zijn.

1 Er staan twaalf portretbustes in de spiegelzaal; de twee recente borstbeelden van de burgemeesters Bollen en Meyers, van de hand van de Hasseltse beeldhouwer Gérard Moonen (°1953), worden hier verder buiten beschouwing gelaten. 2 Geïllustreerd biografisch woordenboek der Kunstenaars in België na 1830, s.l., 1991, p. 53: vermeldt enkel “schilder en schepper van standbeelden”. Er is geen enkele aanwijzing dat Cantillon ook als schilder actief geweest is. Bovendien is de opgegeven geboortedatum (1853) foutief. 3 De nog onvolledige biografische schets steunt, naast de informatie uit de burgerlijke stand, vooral op informatie van Cantillon in zijn verschillende sollicitatiebrieven voor de Hasseltse academie (SAH, Historisch archief, nr. 945). Waardevolle informatie werd ook vriendelijk verstrekt door mevrouw Paule Brauns en de heer Willy Greven, waarvoor onze hartelijke dank. Enkele feiten steunen op J. GRAUWELS, Kroniek van Hasselt, Hasselt, 1982, nrs. 1596 en 1600. 4 Martine VAN CAUTEREN, De barokbeeldsnijkunst in het Land van Loon en een ‘vergeten' beeldsnijder van eigen bodem, in Vlaanderen, 35 (1986), pp. 25-28. 5 Over J. Courrait: J. ROMBOUTS, Gipsen beeld van Cleynaerts (1867), in De Brabantse Folklore en Geschiedenis, nr. 278-279 (1993), pp. 195-197.

2


Eén van zijn vroegste opdrachten kaderde in de neo-gotische restauratie van de Sint-Quintinuskerk. Jules Courrait beeldhouwde er de portaalsculpturen; Emile Cantillon werd belast met verschillende taken waardoor hij zijn veelzijdig talent kon demonstreren: hij vervaardigde meerdere fleurons in steen, een sokkel voor het H. Hart-beeld in hout en een engel in metaal als bekroning van de doopvont; de engel werd nadien door Guffens beschilderd. In de loop van de jaren ‘80 trok Cantillon naar Argentinië waar zijn werk, naar eigen zeggen, aanleiding gaf tot lovende perskritieken. In 1888 huwde hij in Buenos-Aires met Emérence Maes, geboortig van Parijs, maar, afgaande op de naam, allicht van Vlaamse afkomst. Hun twee oudste kinderen werden in Argenti­ nië geboren, terwijl de jongste in Schaarbeek ter wereld kwam. Cantillon had zich immers na zijn Zuid-Amerikaans avontuur, dat ongeveer een decennium geduurd had, gevestigd in het Brusselse. Daar voerde hij verschillende opdrachten uit zoals een grafmonument van een zekere Tilman, hoofdopzichter van het middel­ baar onderwijs. Op een tentoonstelling van Kunsten en Ambachten werd hij geëerd met de grote prijs. Bovendien mocht hij zich verheugen op de felicitaties van koning Léopold II. Ondanks zijn verblijf te Brussel, had Cantillon nimmer contact verloren met zijn geboortestad. Hij nam in 1897 deel aan de wedstrijd voor het boerenkrijgmonu-

3


ment, maar zijn ontwerp werd niet weerhouden6. In 1900 werd hem gevraagd een borstbeeld te vervaardigen van dr. Louis Willems, in het kader van de grote hulde die de verdienstelijke vorser te beurt zou vallen. In hetzelfde jaar stelde hij tentoon op de provinciale kunsttentoonstelling in de gemeenteschool aan de Guffenslaan. Van bij de opening van het eerste stedelijk museum in 1909 was er werk van hem in de verzameling opgenomen7. Al op 3 oktober 1904 solliciteerde Cantillon spontaan naar een betrekking aan de academie te Hasselt. Toen Courrait in 1905 om gezondheidsredenen er ontslag nam, stelde hij zich uiteraard opnieuw kandidaat. Hij werd door de gemeenteraad verkozen met 7 stemmen tegen vijf voor F. Gussé. In de notulen van de gemeen­ teraad werd de benoeming als volgt vermeld: Cantillon Emiel, beeldhouwkundige te Brussel, in de hoedanigheid van leeraar van boetseering en beeldhouwkunst b ij de Akademie van teekenkunde en nijverheidsschool dezer stad.8 De beeldhouwer verhuisde met zijn gezin naar Hasselt, en vestigde zich aan de Guffenslaan; tevergeefs had hij bij het stadsbestuur aangedrongen op een verhuispremie. Later woonde hij nog in de Brândelsteeg en in de Lazarijstraat. Als leraar beleefde Cantillon het dieptepunt dat de academie rond 1906 doormaakte en was hij mede verantwoordelijk voor het nieuwe elan dat ontstond onder het directeurschap van Leon Jaminé. Hij gaf de vakken modelleren en beeldhouwkunst. Tussendoor herstelde hij ook plaasteren modellen die in de academie als didactisch hulpmid­ del gebruikt werden. Als kunstenaar was Emile Cantillon vooral actief als portrettist. Met grote vaardig­ heid wist hij bustes te boetseren die een levendige, karaktervolle uitstraling combi­ neerden met een strikt realistische weergave. Een indrukwekkende reeks portret­ ten is deze van de tien burgemeesters die Hasselt sinds de onafhankelijkheid bestuurd hadden. Daarnaast zijn er portretten bekend van musicus Louis Roels, dichter Huibrecht Haenen, schilder Djef Anten en van Pater Valentinus. Door ziekte geveld trok hij zich in 1917 definitief terug uit Hasselt en vervoegde zijn echtgenote die reeds jaren tevoren in Elsene was gaan wonen. Cantillon overleed er op 27 april 1917, 58 jaar oud.

Historiek van het project De viering van vijfenzeventig jaar Belgische onafhankelijkheid, was voor het

6 Een tekening van Paul Bamps naar dit, overigens vrij klassieke, ontwerp is opgenomen in L’Ancien Pays de Looz van 25 mei 1898. Cantillon wordt er “un jeune artiste très apprécié” genoemd. 7 (P. DANIELS), Gemeentelijk museum, Hasselt, 1909, cat. nr. 75 (borstbeeld van H. Haenen) en nr. 76 (borstbeeld van Pater Valentinus). 8 Verslag over het bestuur en den toestand der gemeentezaken gedurende het dienstjaar 1906-1907, Hasselt, 1907..

4


stadsbestuur een gepaste aanleiding om de eigen recente geschiedenis op een prominente wijze in beeld te (laten) brengen. Daarom koos men voor portretbus­ tes van de tien burgemeesters die Hasselt sinds 1830 bestuurd hadden. Het oudste spoor van dit project is het klad van de brief die op 15 december 1904 verstuurd werd naar de minister van landbouw, M.L. van der Bruggen9. Hierin werd het initiatief toegelicht. Omdat de geraamde kostprijs van tien maal 500 fr. voor de stad te duur uitviel, werd er bij de minister aangedrongen op een toelage. De kunstenaar werd niet met naam genoemd, maar de omschrijving “un artiste Hasseltois de mérite” laat vermoeden dat de opdracht op dat moment al gegeven was. Om een onbekende reden, misschien het laattijdig uitkeren van de subsidie, kon het project niet in het jubileumjaar 1905 gerealiseerd worden. Pas in de begroting 1906 werd er, bij de buitengewone uitgaven, 5000 fr. voorzien voor de borstbeel­ den; bij de buitengewone inkomsten kon 2500 fr. subsidie ingeschreven worden10. Het in de begroting voorziene bedrag was blijkbaar veel te hoog ingeschat, want de resultatenrekening van 1906 vermeldt een uitgave van “slechts” 2660,10 fr. In 1907 werden er alleszins geen nieuwe kredieten voorzien. Over een eventuele inhuldigingsplechtigheid werd niets teruggevonden. Wel kan aangenomen worden dat de borstbeelden opgesteld stonden in het stadhuis, zoals trouwens aangegeven werd in de hoger vermelde brief naar de minister. Zeker is ook dat de beelden een onmiskenbare populariteit genoten. De gebroe­ ders Blanckart maakten er zeer verzorgde foto’s van11. Fotografische verspreiding gebeurde ook door Delhaize die de burgemeesters opnam in haar prentkaarten­ reeks “Chocolat des Bourgmestres”12. Op deze kaarten wordt steeds vermeld: “Le portrait est reproduit d’après le buste sculpté par l’excellent statuaire Cantillon sur commande de l’administration communale de Hasselt”. Het stadsbestuur hield de borstbeelden aanvankelijk in ere, want ze werden in 1909 niet overgemaakt aan het jonge Stedelijk Museum, maar bleven ten stadhuize. Later, bij de overdracht van de stedelijke verzameling naar het toenmalige Provinciaal Museum, waren de portretbustes in de schenking opgenomen. In 1982 kregen de plaasteren burge­ meesters eerherstel: ze werden opnieuw opgenomen in de verzameling van het pas heropgerichte Stedelijk Museum. Na een kleine restauratie en na het aanma­ ken van een reeks nieuwe sokkels, werd de portretreeks als blikvanger opgeno­ men in de museumopstelling.

9 Dit document kwam, omdat de keerzijde later herbruikt werd, eerder toevallig terecht in het dossier van kasverificaties uit 1906 (SAH, Historisch Archief, nr. 2500). 10 Verslag over het bestuur en den toestand der gemeentezaken gedurende het dienstjaar 1906-1907, Hasselt, 1907. 11 Verzameling mevrouw P. Brauns, Hasselt. 12 Zes prentkaarten worden bewaard in het stadsarchief (SAH, Iconografie, nrs. 918-923). Voor Guillaume Stellingwerff werd niet het borstbeeld, maar een foto genomen. De bijhorende teksten werden geschreven door Constant Vanderstraeten.

5


D e tien burgemeesters : het opus magnum van Cantillon Toen Emile Cantillon in 1905 of 1906 aan de opdracht begon, stond hij voor een moeilijke opgave. Van de tien te portretteren burgemeesters waren er nog slechts twee in leven. Mogelijk had Cantillon van enkelen nog' een vage herinnering uit zijn jeugd, maar dat volstond niet als uitgangspunt voor een scherp portret. De beeldhouwer moet dan ook als inspiratiebron beschikt hebben over geschilderde of gelithografeerde afbeeldingen of over vroege foto’s. Het is zelfs waarschijnlijk dat hij zich bij het boetseren van de nog levende burgemeesters voornamelijk baseerde op iconografisch materiaal: Cantillon betrok pas in het najaar van 1906 een atelier in Hasselt en heeft de bustes dus meer dan waarschijnlijk in Brussel vervaardigd. Een essentieel kernmerk van alle beelden is het feit dat geen enkel van de geportretteerden perfect frontaal afgebeeld is. Ze hebben elk een eigen blikveld. Boven­ dien is het niet mogelijk elke gelaatsuitdrukking met één adjectief te typeren: naarmate de toeschouwer rond een borstbeeld gaat kan het karakter van de burgemeester veranderen van ernst, over melancholie, naar een ingehouden glimlach. Waarschijnlijk zijn deze eigenaardigheden te verklaren door het feit dat de beeldhouwer op basis van een tweedimensionele bron een volplastische voorstelling heeft moeten maken. Nadat de borstbeelden volledig gemodelleerd waren in gips, heeft de kunstenaar een dubbele trompe-l’oeil toegepast: hij schilderde de bustes in bronsimitatie en de voet werd telkens gemarmerd. Stuk voor stuk zijn het sterke portretten: ze zijn scherp en realistisch, maar nooit steriel of levenloos. De anatomische precisie heeft niet verlammend gewerkt op de emotionele uitstraling. Het valt trouwens op dat de gezichten steeds meer in detail uitgewerkt zijn dan de aanzet van de romp: hierdoor ogen de borstbeelden nooit academisch. Baron Julien de Cécil (1795-1865) was de eerste burgemeester van Hasselt na de onafhankelijkheid (1830-1833). Mede door zijn rijke bestuurlijke ervaring als lid van de provinciale staten en als député, was hij aangezocht om burgemeester te worden. Cantillon heeft hem afgebeeld in burgerpak13; de typische bakkebaarden en de halsdoek zijn eigen aan de tijd van zijn ambtsperiode.

13 Burgemeester de Cécil staat ook in burgerpak afgebeeld op het schilderij "De overgave van Hasselt op 8 augustus 1831" van Nicolaas Pieneman; achter hem staan trouwens de schepenen M. Bamps en P.J. Willems die hem als burgemeester zouden opvolgen. (Kiik(er) op Hasselt 750jaar stad. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1982, nr. XXVIII.1)

6


Michel Arnold Bamps (1793-1865) was burgemeester van 1833 tôt 1836 en van 1842 tôt 1865. Deze notaris was een telg uit een voorname liberale fa­ milie. Tijdens zijn bewind kreeg de stad een modern uitzicht en werd de verkeersinfrastructuur gevoelig verbe­ terd. Zijn borstbeeld is meer dan waar­ schijnlijk geïnspireerd op een lithogra­ fisch portret14. Bamps is afgebeeld in ambtskledij. Typerend voor hem is zijn ringbaard. Op zijn borst prijkt het ere­ teken van ridder in de Leopoldsorde.

Pieter Jan Willems (1786-1868) droeg de burgemeestersjerp van 1836 tot 1842. Hij was naast jeneverstoker ook Litho burgemeester M.A. Bamps (1793-1865) zeepzieder en brouwer. Tijdens zijn inv. nr. MSW 92.135 (katholieke) ambtsperiode had hij te kampen met een harde (liberale) oppositie vanwege Michel Bamps. In 1842 stelde hij zich niet meer verkiesbaar. Willems is geportretteerd in burger, zonder erete­ kens15. De stoker en gematigde liberaal Clement Vanderstraeten (1824-1894) was de vierde burgemeester van Hasselt (1866-1872). Vanderstraeten werd geprezen om zijn gematigdheid in het verhitte debat tussen liberalen en katholieken. Hij is afgebeeld in burgerpak met de decoratie van ridder in de Leopoldsorde. Zijn bakkebaarden zijn behoorlijk indrukwekkend. Op het koperen plaatje worden verkeerde data vermeld (1865-1875). Armand Roelants (1835-1890) was na gemeenteraadslid en schepen ook kort­ stondig burgemeester (1872-1875). Na 30 jaar liberale hegemonie, bracht hij opnieuw de katholieken aan de macht. Hij is door Cantillon afgebeeld in ambtskle­ dij. Op zijn jas prijken vier eretekens: v.l.n.r. officier in de Leopoldsorde, een burgerlijk ereteken eerste klas, een burgerlijk kruis en een burgerlijke medaille voor dienstancienniteit.

14 200ja ar Lithografie. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1994, nr. 63 (MSW, inv. 92.135). De geportret­ teerde kon geïdentificeerd worden dankzij de treffende gelijkenis met het borstbeeld. 15 Op de prentkaart uit de reeks “Chocolat des Bourgmestres" (cf. supra) is verkeerdelijk het borstbeeld van dokter Willems, de zoon van de burgemeester, afgebeeld. Deze buste wordt thans bewaard in het Nationaal Jenevermuseum te Hasselt.

7


Advocaat Jules Nagels (1829-1890) bekleedde het hoogste stedelijke ambt van 1875 tot 1878. Later was hij nog schepen en voorzitter van de provincieraad. Hij engageerde zich intens in het verenigingsleven en was een vroege voorvechter voor het nederlands als bestuurstaal. Cantillon vereeuwigde hem in burgerpak met enkel een officiersinsigne op zijn revers. Het is mogelijk dat dit borstbeeld geïnspireerd is op een portret van Guffens16. Gaspar Arnold Bamps (1826-1880), neef van Michel Arnold en eveneens notaris, was burgemeester van 1878 tot aan zijn plotse dood in 1880. Zijn ambtsperiode was de aanzet van een nieuwe liberale hegemonie die zeventien jaar zou duren. Er is een lithografisch portret van hem bekend, maar het is niet zeker of Cantillon zich hierop geïnspireerd heeft17. Burgemeester Bamps is afgebeeld in ambtskledij met het kruis van ridder in de Leopoldsorde. Advocaat Guillaume Stellingwerff (1841-1923) was burgemeester van 1880 tot 1883. In zijn ambtsperiode werd de 50ste verjaardag van de onafhankelijkheid gevierd. Later werd hij voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. De burge­ meester met de typische puntbaard werd afgebeeld in ambtskledij, gedecoreerd als ridder in de Leopoldsorde. Na de overstap van G. Stellingwerff naar de magistratuur, nam zijn partijgenoot notaris Ernest Goetsbloets (1835-1905) de burgemeestersjerp over (1884-1895). Tijdens zijn ambtsperiode was de tegenstelling katholieken-liberalen, mede in het verlengde van de eerste schoolstrijd, uiterst scherp. Zijn borstbeeld toont hem in ambtskledij als ridder in de Leopoldsorde en als drager van een burgerlijk kruis tweede klasse. In 1895 kwamen de katholieken opnieuw aan de macht. Niet Adrien de Corswarem, maar de van St.-Truiden afkomstige notaris Ferdinand ridder Portmans (1854-1938) werd tot burgemeester aangesteld. Hij zou het hoogste stedelijke ambt bekleden tot in 1937. Cantillon heeft de regerende burgemeester afgebeeld in ambtskledij. Rond de hals draagt hij vermoedelijk het kruis van commandeur in de orde van St.-Gregorius de Grote dat hem toegekend was op 30 oktober 1904; op de borst is het kruis van ridder in de Leopoldsorde en de herinneringsmedaille van de regering van koning Léopold II opgespeld. Aangezien Portmans op 25 oktober 1906 bevorderd werd tot officier in de Leopoldsorde kan dit gelden als een terminus ante quem voor de borstbeelden.

6 In de lijst portretten van Guffens wordt dit van Nagels vermeld (Godfried Guffens. Tentoonstellingscatalo­ gus, Hasselt, 1981, p. 90, nr. 91). Er is een frappante gelijkenis tussen het borstbeeld van Nagels en het door Guffens geschilderde portret in bezit van het Stedelijk Museum Steliingwerff-Waerdenhof (MSW, inv. 87.017); de afbeelding van Rome in de achtergrond verwijst dan naar het feit dat Nagels hoofdbestuurder was van het Pauselijk Zouavenkomiteit der provincie Limburg. 17 200jaar Lithografie. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1994, nr. 99 (MSW inv. 86.129). Er zijn enkele verschillen tussen litho en buste, zoals het aantal decoraties.

8


Besluit In de aanhef van deze bijdrage is er gesproken over twee enigma’s. Het enigma van de borstbeelden is denkelijk voor het merendeel opgelost; rond beeldhouwer Cantillon blijven er evenwel nog veel raadselkringen over. De kwaliteit van zijn bekende beeldhouwwerken is een aansporing om verder, tot in ArgentiniÍ toe, op zoek te gaan naar aanvullende informatie over zijn leven en werk.

9


september 1997

copyright:

tekst:

Jo Rombouts

fo to ’s:

Stedelijke Fotodienst

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70

in dezelfde reeks verschenen: 1. Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw 2. Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw 3. Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfa­ briek, tussen 1895 en 1914 4. Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 5. Olieverfschilderij W eek-end', L. Pringels, 1950 6. Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 7. Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 - 1863 1901 8. Olieverfschilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 9. Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt 1568, zilver 10. Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Has­ selt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? 11. Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) 12. Mirakelprent 0.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw 14. Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak 16. Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 17. Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920 19. Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) 20. Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de b. 17de eeuw 21. Schilderij 'O.-L-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw 22. Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw 23. Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Has­ selt, P.F.Milis, 1854 24. Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus", 1664 (Hasselt) 25. Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) 26. Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (18231901) 27. Sacramentsostensorium o f "de monstrans van Herkenro­ de", Parijs, 1286 28. Schilderij'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973) 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure 30. Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 33. Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) 36. Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867

38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, twee histori­ sche werken van Joannes Mantelius (1599-1676) 39. Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gor­ dijn, 1992 40. Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A.von Geusau, 1835 42. Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Duld' - 2 mai 1892" 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op zijn sterf­ bed, 17de eeuw 44. Acryls van Ray Remans, 1989 45. De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof 48. Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1851-1913) 49. Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932) 50. Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen 52. Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Gro­ te Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905) 53. Olieverfportret van N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieieman 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierioz Hasselt 1920", Hasselt 55. Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Ste­ delijk Beiaardmuseum Hasselt] 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Fre­ derici, 1714 59. De gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974) 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957 63. Kaart prinsbisdom Luik. 17de eeuw, Henricus Hondius (1597-1651) 64. Lithografie 'Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814) 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (” 1924) 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstrac­ te werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996) 67. Schild van het weversambacht, einde 17e - begin 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.