KIK 72. Schilderij ‘Panorama van Hasselt’, Steven Wilsens (°1937), 1993

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

- 72

Panorama van Hasselt, 1993 - Steven Wilsens Oost-lndische inkt, papier; 73 x 84, 5 cm; aankoop Stad Hasselt; inv.nr. 94.045


Steven, zelfportret in maliĂŤnkolder (uit: Kastelen in Limburg)


Steven Wilsens, een portret De tekeningen van Steven zijn een vaste waarde in de beeldvorming van monumenten in Vlaanderen. Zelden heeft een eenmansbeweging zo’n invloed weten uit te oefenen op de publieke opinie.

Hoe het begon Steven werd op 14 december 1937 in Peer geboren als Stefan Laurens Wilsens. Een vroege en illustratieve herinnering is een reis die hij als jonge knaap ondernam naar Frankrijk. Bij gebrek aan een fototoestel had hij zijn tekenmap meegezeuld om, telkens hij iets merkwaardig zag, het op papier te zetten. Deze schetsen stuurde hij in rollen naar het thuisfront, zodat men daar de reisroute op beeldrijke wijze kon volgen. Toen reeds bleek dat de jonge Steven door een microbe gebeten was, die zijn hele verdere leven zou gaan bepalen. Een artistieke opleiding lag voor de hand. Hij liep school in het SintLucasinstituut in Schaarbeek bij Luc Verstraete, die terecht de vader van de moderne cartoon in Vlaanderen genoemd mag worden. Vervolgens toog hij naar Keulen om zich verder te bekwamen aan de Werkschüle. Daar leerde Steven onder meer de waarde van de discipline kennen. Het is hem later in zijn loopbaan als zelfstandig tekenaar goed van pas gekomen.

Een tekenende columnist Spoedig volgden de eerste tekenopdrachten voor Duitse en Vlaamse bladen. De echte doorbraak vond plaats in 1962-63 toen Steven een vaste stek aangeboden kreeg in de legendarische rubriek Beknopt Verslag die Gaston Durnez toen in de kranten van de Standaardgroep verzorgde. Durnez was op zoek naar een Vlaamse evenknie voor tekenaar Lijntrekker die wekelijks een bijdrage leverde in de Volkskrant onder de titel Het Merckwaerdigste meyn betekent. Steven nam de uitdaging aan en op 11 februari 1963, precies vijfendertig jaar geleden, verscheen de eerste plaat onder de titel “Stempel des tijds”. Met zijn geoefend oog plukte Steven monumenten en dorpsgezichten, in de vroege jaren ook vaak merkwaardige voorwerpen, uit de vergetelheid. Meer dan tien jaar voor het monumentenjaar opende hij reeds de ogen van het grote publiek door als een milde Don Quichotte, gewapend met zijn lachende tekenpen, ten strijde te trekken tegen kranen en beton, tegen ruimtelijke wanorde en verloedering. Zijn wapen was niet de negatieve, afbrekende kritiek, want er werd per slot van rekening al genoeg afgebroken. Daarom vertrok zijn boodschap vanuit de visuele vanzelfsprekendheid van zijn goed gekozen onderwerpen. De intrinsieke schoonheid van een gebouw of een dorp was, 3


samen met een kort helder tekstje, het beste pleidooi. In die zin was hij, zoals Carlo Heyman het gevat uitdrukte, een grafisch advocaat van vaak moeilijk te bepleiten zaken.

Te boek en te map Na jaren van publiceren in het vluchtige medium dat de krant is, was een bundeling in boekvorm een logische volgende stap. Zo verscheen in 1969 Den geleerden man, genoemd naar een uithangbord dat Steven in Mazenzele opgemerkt had. De tekeningen werden door Jozef Weyns omschreven als heemrozijnen, om te onderlijnen dat de kunstenaar de talloze hoekjes van Vlaanderen met smaak geselecteerd had. Verderop in zijn inleiding gaf de conservator van Bokrijk ruiterlijk toe dat hij de tekenaar wel eens nagestevend was om één van diens ontdekkingen ter plekke te gaan bestuderen. Vermoedelijk is deze bekentenis slechts het topje van de ijsberg, want elke tekening was een soort impliciete uitnodiging voor de cultuurtoerist. In 1970 verscheen Kastelen in Limburg, een royaal kijkboek waarin een grosso modo chronologisch geordend overzicht van herenwoningen gepresenteerd wordt. Steven bekent in de inleiding dat hij soms bomen ontbladerd of opzij gezet heeft om een kasteel beter in beeld te kunnen brengen. Dit illustreert de macht van de tekenaar die, anders dan een fotograaf, in staat is waar nodig de loop der rivieren te wijzigen of de zon harder te doen schijnen. Als Gaston Durnez ooit schreef dat Steven de waarheid liegt, dan mag dat enkel in fotografische zin geïnterpreteerd worden, want de sfeer die door de tekeningen opgeroepen wordt, is steeds van een onbesproken en onbespoten authenticiteit. De formule van het kastelenboek, dat Steven naar eigen zeggen, gecreëerd heeft voor hen die na hun dagtaak te moe zijn om te lezen, maar wakker genoeg om te kunnen dromen, sloeg aan. Zo groeide het uit tot een reeks waarin al de Vlaamse provincies aan bod kwamen: Brabant (1971), Antwerpen (1972), West-Vlaanderen (1973) en Oost-Viaanderen (1976). Tussendoor verscheen Het Misverstand (1974) als opvolger van Den geleerden man. Steven haalde de titel opnieuw vanop een uithangbord; achteraf bleek dat - ironie van het lot - het bord reeds voor het ter perse gaan verdwenen was. Na zo’n productie in kwalitatieve en kwantitatieve zin kon erkenning niet uitblijven. In 1972 kreeg Steven de prijs Pro Civitate van het Gemeentekrediet. Professor Heyman zei bij die gelegenheid dat de kunstenaar restaureert met de tekenpen. Na zijn pioniersrol in de jaren zestig werd Steven vanaf de jaren zeventig zowat de officieuze hoftekenaar van de monumentenzorg in Vlaanderen. Hiervan getuigen onder meer de illustraties in de op enkele tienduizenden exemplaren verschenen brochure over monumentenzorg in 1975, in het boek Landelijk leven in Vlaanderen in 1983 en in de derde editie van de Gids voor Vlaanderen in 1985. Een recente bekroning is de Prijs van de 4


Vlaamse Gemeenschap die in 1994 aan Steven toegekend werd. De minister was van oordeel dat de tekenaar zich als geen andere opwierp als een vurig verdediger van de vertrouwde omgeving, die borg staat voor een grotere leefkwaliteit. Naast de klassieke publicatiekanalen werden er ook tekeningen van Steven verspreid via minder voor de hand liggende media als postzegels en bierviltjes. Een buitenbeentje in zijn werk is het stripverhaal De poweet op de Reddelberg (1982) waar het hoofdpersonage, Kwinten, er in slaagt de Hasseltse standbeelden tot leven te wekken. Even lokaal van inspiratie waren zijn versie van het bedevaartvaantje van de Virga Jesse en de map met tien tekeningen over de bouwgeschiedenis van Het Sweert (1991). Tot slot van deze zeer selectieve opuslijst moet de indrukwekkende map Reinaarde. Parel van Vlaanderen vermeld worden. Deze prentkaarten uit een denkbeeldig maar autentiek Vlaams dorp was de opmerkelijke bijdrage van Steven Wilsens en Gaston Durnez tot het Jaar van het Dorp in 1978. Via dit gemiddelde Vlaams dorp - een Grote Wereld vol kleine dingen - konden de beide samenstellers op de licht ironiserende wijze die hen beide kenmerkt, lucht geven aan een zekere heimwee naar een verleden dat nimmer terugkeert. Dat Stevens pen nog lang niet afgestompt is en zijn teken- en verbeeldhonger ver van gestild is, blijkt uit zijn meest recente werk: Een dozijn Stevenementen uit de Hasseltse geschiedenis. Het is een map vol levende en kleurrijke geschiedenis die het nagenoeg ontbreken van oude iconografie over de stad weet te compenseren.

De kunst van het vertellend tekenen Als tekenaar weet Steven zijn onderwerpen optimaal in beeld te brengen. Moeiteloos kan hij zich inleven in de pluimen van een vogel, om zo een gebouw of marktplein dat hij vanop de begane grond waargenomen heeft, toch vanuit een duizelingwekkend vogelperspectief weer te geven. De tekeningen zijn transparant omdat hij een balans weet te bereiken tussen wit en zwart, licht en donker, detail en overzicht... Het resultaat lijkt dan ook steeds bedrieglijk eenvoudig. Bij het schetsen te velde is Steven nooit echt alleen, want steeds is hij in het gezelschap van zijn Lancia en zijn pijp. De eerste - zeker de Lancia van zijn geboortejaar - verschaft hem historisch verantwoorde mobiliteit en de tweede biedt hem inspiratie voor een milde humoristische toevoeging aan de waarneembare realiteit. Een bekend Chinees spreekwoord zegt dat een beeld of een tekening meer kan vertellen dan duizend woorden. Dit zou het motto van Steven kunnen zijn. 5


Zijn tekeningen bevatten immers telkens een schat aan informatie en aan emotie.

Tot slot een vergelijking Men kan zich afvragen of het toeval is dat de tekeningen van Steven gelanceerd werden in een periode dat de kleinkunst haar grootste populariteit kende. Kleinkunst biedt in essentie een rijke, vaak wat ironische, soms geĂŤngageerde inhoud in een toegankelijke vorm. Ook het werk van Steven beantwoordt in grote mate aan deze definitie. De kleinkunst van Steven komt tegemoet aan een permanente behoefte. Er is blijvend nood aan een ziener die in zijn achteruitkijkspiegel kijkt en zo doet herinneren aan wat mooi was, is en hopelijk zal blijven.

Panorama van Hasselt Deze monumentale tekening is louter ontstaan uit het artistieke verlangen om Hasselt op een schotel te presenteren. Net zoals hij de kerktoren van zijn geboortestad bij herhaling tekent, is het duidelijk dat Steven ‘iets’ heeft met Hasselt, zijn tweede thuis. De stad mag dan niet de monumentrijkste van Vlaanderen zijn, toch trekt ze hem aan en jeukt zijn pen om nog iets Hasselts te tekenen. Steven heeft de stad weergegeven van op zijn legendarische vliegende tekenmap. De gebouwen gunnen elkaar voldoende plaats om samen broederlijk op de tekening te staan; door hun vitaliteit lijken ze eerder monumensen dan monumenten te zijn. Merkwaardig is ook de invulling met tientallen figuurtjes, historische en hedendaagse, die samen de grenzen van d tijd doen vervagen. De toren van de Sint-Quintinus domineert het stadsbeeld zoals het altijd geweest is. Klaarblijkelijk hebben de anders zo opdringerige tweelingbuildings de torenstrijd verloren. Het illustreert dat Steven nog steeds om bestwil de waarheid liegt.

[Waarschuwing! Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de tekening, enkel bedoeld voor niet-Hasselaren, of voor de wat luiere stadsgenoten die er geen plezier in zouden hebben om zelf de tekening in te wandelen op zoek naar de verborgen rijkdom.]

Bij de beschrijving wordt vertrokken van de Sint-Quintinustoren als was het een monumentale as van een immense wijzerplaat. 6


Vanop de toren beroert stadsbeiaardier RenĂŠ Vanstreels de beiaard; een toerist verbaast zich vanop de balustrade over het wijdse panorama. Op twaalf uur zijn enkele figuurtjes onverstoord aan het lezen in de provinciale bibliotheek. Even verder, om en rond de poortzonder-kazerne, bruist het van leven op de markt. Het refugiehuis van Herkenrode is weer even onder de wapens, want de piot op wacht is tot leven gekomen. Net buiten de ring brengt een vrouwtje eieren naar de clarissen, die in ruil hiervoor het mooie weer maken.

Op drie uur staat het Museum Stellingwerff-Waerdenhof, waar een toeristenkoppel in bewondering staat voor (een deel van) de verzameling. Twee jongens haasten zich, iets over drieĂŤn, naar het college. Een burgermannetje met aktentas zoekt aan de TT-torens vertwijfeld naar de ingang van de belastingen. In het complex speelt net een spannende film, een vorm van ontspanning die men tegenwoordig buiten de stadsmuren moet gaan zoeken. Meer naar de ring toe ligt de rijkswachtkazerne, waarvan de zijvleugels als kreeftescharen de zwaantjes lijken te bedreigen. Een met pak en zak geladen familie verlaat de Koning Albertstraat, richting auto.

7


Op het Leopoldplein kan het standbeeld van de Boerenkrijg op een dubbele belangstelling rekenen: van een groep toeristen onder de bezielende leiding van wijlen Louis Coolen en van een paar boeren die met ontzag opkijken naar hun heldhaftige voorgangers. Hogerop is de Grote Markt bevolkt met terrasjesmensen; Hendrik en Katrien kijken wat onverschillig toe. Van aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk komt een koppel aangewandeld volgens een gekend patroon: de vrouw fier voorop, gevolgd door haar man als muilezel. Bij de Virga Jesse is het al even druk: ze wordt omringd door de Morin met kind en de schaliedekker met ladder; de dief-van-op-het-hekken kijkt geboeid toe. Aan de kerk droomt de Langeman van een volgende erwtensoepuitdeling. Van aan de stadsrand op negen en tien uur kijken twee historische Hasselaren, Hendrik van Veldeke en het Heilig Paterke, toe. Ze hebben geen oog voor het piekfijn uitgedoste echtpaar dat de nabijheid van het Modemuseum verraadt. De burgemeester heeft de deuren van het stadhuis opengegooid om een breedlachend bruidspaar te ontvangen. Tegelijkertijd heffen twee drinkebroers het glas op de binnenkoer van het Jenevermuseum. Het Demermanneke leunt tegen het poortgebouw van het begijnhof en zag dat het goed was.

8


Als het waar is dat kunstenaars profetische gaven hebben, dan is het hier zeker van toepassing: vraag het maar aan de bomen en de buschauffeur!

japuadpjvuajnoq si) vj2 „ :jnaffnvipsnq ap uda. puooM juy 'tpjDA3jnoq auaoJSn :uauioq ap u o \ puooMjuy

9


februari 1998 S B B

tekst:

Jo Rombouts

Illustraties: Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof copyright:

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70

in dezelfde reeks verschenen: 1. Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M.-H. van Beleren, anoniem, 2de h. 17de eeuw 2. Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw 3. Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfa­ briek, tussen 1895 en 1914 4. Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 5. Olieverfschilderij Week-end', L. Pringels, 1950 6. Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederid Hasselt, 1703 7. Kledingsstel van het Virga Jessebeeld, 1689 -1 8 6 3 1901 8. Olieverfschilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 9. Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568, zilver 10. Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? 11. Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) 12. Mirakelprent 0.-L .-V . Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689 13. Zilveren wierookvat, J. Vmckenbosch, Hasselt, 19de eeuw 14. Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak 16. Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 17. Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920 19. Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) 20. Juweel - zgn. ’reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de b. 17de eeuw 21. Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw 22. Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw 23. Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854 24. Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus", 1664 (Hasselt) 25. Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (1940-) 26. Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (18231901) 27. Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos. Damien (1879-1973) 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure 30. Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 33. Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) 36. Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) 37. Kroningsprent 0.-L.-V . Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, twee historische werken van Joannes Mantelius (1599-1676) 39. Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman

Gordijn, 1992 40. Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', Avon Geusau, 1835 42. Gevelplaat 'Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892" 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw 44. Acryls van Ray Remans, 1989 45. De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof 48. Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1851-1913) 49. Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94”, Paul Marie Bamps (1862-1932) 50. Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen 52. Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905) 53. Olieverfportret van N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Hasselt 55. Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt] 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714 59. De gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974) 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17de eeuw, Henricus Hondius (1597-1651) 64. Lithografie‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814) 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (“1924) 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (19121996) 67. Schild van het weversambacht, einde 17e - begin 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716) 68. Borstbeelden van tien Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917) 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine' & 'Portret van mijn zoon José’, Jos.Damien (1879-1973) 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (“1945) 71. Beeld 'O.-L.-Vrouw met Kind', 1530-1540, Meester van Oostham


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.