KIK 75. Speculaasplanken en Hasseltse speculaas

Page 1

KUNST

IN

DE

KIJKER

- 75

SPECULAASPLANKEN & ‘HASSELTSE SPECULAAS’ (nrs. 1en 3: voorm alige bakkerij Daniëls, Hasselt; nrs. 2 ,4 en 5: voorm alige bakkerij Rom bouts, Hasselt)


Speculaasvormen

2


De

speculaasplank

V oorw oord Niemand kon vermoeden dat na de jaren '60 nog eens een tijd zou komen, waarin de speculaasvorm geheel van functie zou veranderen en waardering zou vinden als wandversiering. De glorie van een stukje ambacht en de rijkdom aan voorstellingen geven ons een idee van de leefwereld en symboliek uit vroegere tijden. Vroeger waren belangrijke gebeurtenissen aanleiding voor het snijden van een nieuwe vorm. Vele vormen zijn vereenzelvigd met St.-Nicolaas als kinderfeest, vastenavondtijd en viering in de kermissfeer. De meeste en oudste vormen zijn hier terechtgekomen door handelaars en reizigers die deze "koekplanken" meebrachten uit Nederland. Het is verbazingwekkend dat nog ver in de 20ste eeuw zoveel speculaasvormen uit de 18de eeuw op bakkerszolders bleken te staan. Gelukkig dat in openbare en voornamelijk particuliere verzamelingen bestaande planken werden gekoesterd en bewaard voor het nageslacht. Dat het Hasseltse Museum Stellingwerff-Waerdenhof de speculaasvorm als kunstwerk van de maand uitkoos is een eerbetoon aan al onze banketbakkers en onze rijke gastronomische traditie die door de speculaas ver buiten onze grenzen de naam Hasselt bekend maakte.

S p e c u l a a s v a n S in t e r k l a a s Van offerbrood tot sinterklaasgebak. Onze speculaas is de verre nazaat van het offerbrood dat onze heidense Germaanse voorouders klaarzetten voor de geesten en meer bepaald voor de god Wodan. Die reed immers ‘s nachts, witbehaard en gezeten op zijn schimmel Sleipnir, over de daken om te controleren of de mensen zich wel goed gedroegen. Zijn zwarte knecht Nöth (de nacht) draafde ijverig achter hem aan. Wodan en Nöth zijn dus eigenlijk de voorlopers van onze Sinterklaas en Zwarte Piet. Het offerbrood dat hun symbolisch geschonken werd, was meestal gezoet met honing of vruchten en men schreef er vaak genezende kracht aan toe. Daar zullen de erin verwerkte kruiden wel een rol in gespeeld hebben. Oorspronkelijk gaf men die broden de vorm van een heidense god of van één of ander offerdier. De christelijke middel­ eeuwers bakten dan weer heiligenfiguren of godsdienstige symbolen. Later werden zelfs politieke figuren (o.m. Maria-Theresia en Jozef II) tot “speculaaspoppen” ver­ werkt, in de oven geschoven en opgegeten! De vervaardigers van de koekplanken waarmee al die figuren gevormd werden, waren echte kunstenaars, vaak trouwens dezelfden als de houtsnijders die de preek- en biechtstoelen in onze kerken maakten. Daarnaast waren er ook de volkse afbeeldingen (o.m. Jan Klaassen en Katrijn) die ont­ roerend onhandig door ongeoefende handen unit zacht hout gesneden werden. Mis­ schien is het vandaag hét ogenblik voor creatieve bakkers om het oude kunstige ambacht van het echte speculaasbakken nieuw leven in te blazen. Succes gegaran­ deerd! Het is immers niet voor niets dat de speculaas zijn naam ontleent aan het woord “speculatie", dat vroeger ook “zin, welbehagen” betekende. Speculaas: een koekje naar je zin, gebak waarin je welbehagen schept. 3


G e s c h ie d e n is v a n d e H a s s e l t s e s p e c u l a a s Van het weinige dat we terug gevonden hebben, maakten we een kleine samenvatting. Door wie, waar en wanneer Hasseltse speculaas voor het eerst gemaakt werd, is moeilijk te achterhalen. "Het zogezegde geheim", namelijk de enige echte samenstelling is in feite een legen­ de, want iedere banketbakker eigende zich het recht toe te stellen dat hij en niemand anders de enige echte Hasseltse speculaas vervaardigde en verkocht. Er zijn er zelfs die beweren honderdduizenden frank te hebben betaald om het enige en echte recept te kunnen kopen. Of dit waar is of niet, laten we in het midden. W aar we in feite wel zeker kunnen van zijn, maar wat vele Hasselaren niet weten, is dat er een verschil bestaat tussen de benamingen "Spéculation Deplée d' Hasselt" en "Hasseltse Speculaas"1.

Spéculation Deplée was een persoonlijk product van deze banketbakker en werd in zeer grote hoeveelheden gebakken en naar andere steden, landen en zelfs conti­ nenten uitgevoerd. Het hoeft geen betoog dat hierdoor het huis Deplée bijgedragen heeft tot de versprei­ ding en bekendheid van de “Hasseltse Speculaas”.

Hasseltse speculaas werd door de artisanale banketbakker vervaardigd en gebakken op kleinere schaal, deze werd vooral verkocht aan bedevaarders die naar Onze-LieveVrouw-Virga-Jesse kwamen en ook aan de bedevaarders van Maastricht die door Hasselt moesten om in Scherpenheuvel op devotie te gaan. (Ook de plaatjes van Maastricht genaamd2). Voor zover het opzoekingwerk ons toeliet heeft "De Tiendaagse Veldtocht 1831"3 voor de Hasseltse banketbakkers een zeer grote betekenis gehad. Hier is in feite voor het eerst sprake van "een harde oemp". Meer dan waarschijnlijk ligt de betekenis hier bij

1

1870,13 januari - Banketbakker Jean Deplée uit Hasselt bekomt een brevet van “PROCEDE DE FABRICATION D’UNE ESPECE DE PAIN D’AMANDES CONNU SOUS LE NOM DE SPECULATION”.

2

1864, 27 april - Gisteren, maendag, is alhier de jaeriijkse processie van Maastricht gaende in bedevaert naar Scherpenheuvel, aangekomen en in jaeren heeft men zoo groote menigte niet gezien welke dezelve vergezelde.

3

1831, 07 augustus - In de “Tiendaagse Veldtocht" van augustus 1831 reeds was het “Elfde” voorde Limburgse bevolking geen onbekende meer. Het Hollandse leger, 95.000 man sterk hervatte toen immers de vijandelijkheden tegen België. Op 06 augustus 1831 bezetten de Hollanders Houthalen, een detachement van het 11** Bataljon voerde de tegenaanval uit en ‘s avonds was het dorp heroverd, ‘s Anderendaags werd opnieuw de hulp van de moedige krijgers ingeroepen om Kermt, dat door twee Hollandse afdelingen ingenomen was, te ontzetten. 4


een "homp" = stuk. (Niet te verwarren met "Pain à la Grecque"4). Omdat deze veldtocht (7 augustus 1831) de enige overwinning is die de Belgische troepen behaalden op de binnenvallende Nederlanders onder leiding van Kroonprins Willem van Oranje bakten de banketbakkers een "harde koek". Deze koek op basis van bloem, bruine suiker en vet diende als voedsel voor het 10de en 11de linieregiment en de artillerie (de cavalerie bleef aan de Demer om de paarden te laten rusten). Later is men deze koek gaan verbeteren met toevoeging van goede boter, eieren, kruiden, amandelen en vetstof enz. Ook ging men nadien dit deeg prenten in vormen; de speculaasvormen. In Nederland noemt men deze vormen taai en dragantvormen.

HISTORIEK OVER DE HASSELTSE SPECULAAS D o o r GRAULS W e r n e r E r e v o o r z it t e r v a n de V e r e n ig d e B r o o d en

B a n k e t b a k k e r s v a n Ha s s e l t .

(O pgesteld ter

gelegenheid van de onthulling van het speculaasmannetje in

1986)

W at de etymologie van het woord "Speculaas" betreft is het debat nog steeds open, want er schijnen tenminste verschillende (zes) aanvaardbare verklaringen over te bestaan. Hoe het ook zij, we mogen redelijkerwijze aannemen dat er voor het eerst "Speculaas" gebakken werd in de tijd dat het gebruik van specerijen en rietsuiker, zich in het Wes­ ten begon te verspreiden. Dit was dus op het einde van de 14de en begin 15de eeuw, bij de ontdekking van Oost Azië en Indonesië, door Franse en Nederlandse ont­ dekkingsreizigers. Toen werd er voor het eerst speculaas en peperkoek gebakken. Reeds in die tijd werd speculaas in uiteenlopende vormen gemaakt, naïef of grappig, die er een feest voor de ogen van maakten, voordat het een feest voor de mond werd. De oudste uitgesneden speculaas planken die men gevonden heeft dateren uit het begin van de 18de eeuw. Nu volgen twee versies over het ontstaan van de speculaas in Hasselt, genoteerd door de heer Leon. Rombouts, destijds secretaris van de Verenigde Broodbanketbakkers van Hasselt. Een eerste versie verhaalt ons het volgende: Rond de jaren 1885 woonde er te Hasselt op de hoek van de Hoogstraat en de Aldestraat (nu Firma Hox kleding) een fijne banketbakker met name Lieben. Telkens bij de verjaardag van zijn echtgenote zocht die man naar een nieuw soort fijn gebak. Daar moest hij soms zeer lang op zoeken. Verschillende samenstellingen gereed maken en 4

1886, 31 juli - Bakker Jan Daniëls uit de Kapelstraat behaalt op een internationale tentoon­ stelling de eerste prijs voor het beste “Pain a la Grecque”. In een dagblad werd daarover het volgende geschreven: “Proficiat Mr. Daniëls, Maeseyk heeft zijn knapkoek, Amerika zijn spek, Duitschland heeft zijn bieren en wij: pain à la grècque... 5


uittesten, die dan telkens een ander soort gebak deden ontstaan. Soms was dat te dun, te dik of te hoog, te fel uiteen gelopen of te zwaar om te verteren, te korrelig of te vast. Op zekere dag gebruikte hij bruine suiker in plaats van gewone fijne suiker. Na veel nadenken, kopbrekerijen, herbeginnen, en nog maar zoeken, had hij toch iets gevonden dat lekker om eten was. Nadat deze bruine koek gebakken was in een hoge gateau vorm, werd hij nog degelijk met crème au beurre (botercrème) versierd. Op een van de verjaardagen van zijn echtgenote had banketbakker Lieben zulk een heerlijk gebak klaargemaakt. Op het verjaardagsfeest waren zijn twee knechten ook aanwezig, kinderen had hij niet, en de fameuze gateau werd aangesneden, verdeeld en met een flinke borrel Hasseltse jenever opgepeuzeld. Toen na enkele jaren de baas gestorven was, trouwde een van de knechten en begon zelf een banketbakkerij. Hij herinnerde zich die bruine gateau, de samenstelling ervan en in plaats van dat in een hoge vorm te bakken, verdeelde hij het in kleine stukjes en bakte die bruine koekjes op een plaat. Nu had dat gebak nog geen naam en na lang nadenken kwam die jonge baas heel triomfantelijk voor de dag met het woord "Speculatie" omdat zijn vroegere patroon er ook zolang had moeten op "Speculeren" of op nadenken om die samenstelling te vinden. Mettertijd begon men de andere bakkers dat gebak ook na te maken zo goed en zo kwaad als het kon, het werd voor iedereen, een schoon winstgevende zaak die "Has­ seltse Speculatie". In Hasselt waren er voor de oorlog ‘14-‘18 maar vier echte speculaasbakkers, namelijk: Deplée, Daniels, Cox-Tuts en Thywissen, die met de hulp van verscheidene reizigers door het ganse land verkochten tot zelfs in Frankrijk, Engeland, Nederland en Duits­ land. Toen later een paar biscuitfabrieken hoorde over deze Hasseltse specialiteit probeer­ den zij het eveneens na te maken, maar dan machinaal. Dat ging echter niet omdat het deeg te mals werd bij het bewerken en prenten, zoda­ nig dat het niet uit de prentvorm viel en ook omdat het te dik van vorm was. Dan werd door deze fabrieken heel harde deeg gemaakt, om daarvan heel dunne koekjes te prenten en te bakken. Deze koekjes kregen de benaming “Speculoos” omdat zij zo dun waren. Zij waren broos, wel lekker, maar van uitzicht en vorm waren zij zeer verschillend van de Hasseltse speculaas die groter, dikker en malser van stuk zijn. Vandaar het verschil tussen de benaming van speculoos en speculaas. Volgens een tweede geschiedkundige versie, zou de "Spéculation de Hasselt" in de volksmond "Hasseltse Speculaas" genoemd, uitgevonden zijn door de heer Jozef Antoon Deplée, geboren te Hasselt in 1832 en overleden in 1919. Hij was een kleinzoon van de Luikenaar Nikolas Deplée, die later in Hasselt is komen wonen rond 1790. Deze man was een likeurstoker en werd later banketbakker Deze Jozef Deplée deed ook allerhande proefnemingen met marsepein, fijne gebakkoekjes en kwam ook tot een samenstelling die hij "Spéculation" noemde. Toen de bakkers van die tijd deze bekende "Spéculation" begonnen na te maken liet hij zijn uitvinding omstreeks 1870 brevetteren onder de benaming "Spéculation Deplée". Het ontstaan van het woord en de benaming "Spéculation" verwijst naar dezelfde oorsprong als de eerste versie, d.w.z. speculeren in de betekenis van nadenken, uitvinden. Wel had deze speculaas van de heer Deplée, door het feit dat hij likeurstoker geweest was, een speciale smaak door toevoeging van een eigen aroma. De grootste afzet van zijn productie ging in die tijd naar Luik, afzet gebied dat trouwens gedurende vele jaren is blijven voortbestaan. 6


Tot voor 1940 werd de heerlijke Hasseltse speculaas vooral gebakken rond de Sinter­ klaasperiode, d.w.z. aanvang na Hasselt-Kermis, einde september en in stijgende lijn tot op Sint-Niklaas, op 6 december het hoogste punt, om dan te eindigen rond het einde van december. Na de oorlog ‘40-‘45, wanneer alles stilaan op zijn normaal pijl begon terug te komen, heeft het verbruik van de Hasseltse speculaas zich zodanig uitgebreid zodat hij nu het hele jaar door wordt gebakken, verkocht en gegeten. Het is nog altijd de grote speciali­ teit van Hasselts gebak gebleven, niet tegenstaande dat er in vele andere steden van het land ook speculaas verkocht wordt onder dezelfde benaming. (Verslaggever; Erevoorzitter GRAULS Wemer)

B e s l u it Waar en hoe de "Hasseltse Speculaas" ontstaan is, zal steeds een twistpunt blijven. Maar wat we allemaal zeker weten is dat de mensen van Hasselt er niet wakker van liggen. Dankzij de promotie die de Hasseltse Bakkersbond en banketbakkers van Hasselt en omstreken maken, zal deze lekkernij samen met een Hasseltse jenever een hemelse genoegdoening zijn voor onze smaakpapillen.

De speculaasvorm en Vele speculaasvormen zijn voorgoed verdwenen, verbrand, weggegooid en versja­ cherd. Een gedeelte is bewaard gebleven omdat men er de esthetische waarde ervan inzag en de dubbelzinnige symboliek weer werd gewaardeerd. De speculaasvorm is in feite de spiegel waarin de burger zichzelf kan herkennen. Toch is de totale rijkdom aan voorstellingen op de bakkersvormen nooit onderwerp van een serieuze studie geweest. De enige geïnteresseerden waren bakkers, verzamelaars en antiekliefhebbers. Aan het aanwezige materiaal lag het niet. Het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof in Hasselt, eens een stad met een schat aan plankenmateriaal telt er slechts 5 in zijn verzameling!

S y m b o l ie k De speculaasvorm heeft een functie van levenssymboliek. Daarvan zijn de oude voorstellingen op de planken rijkelijk voorzien. Zij werden weggelaten toen veel van die symbolen niet meer werden verstaan daar hun betekenis in de maatschappij verloren ging. Wilde de symbolische betekenis waarde hebben dan was het nodig dat: - de gever de symboliek verstond; - de ontvanger ermee vertrouwd was.

7


De overgebleven planken met voorstellingen uit de 17de eeuw zijn klein. Juist die kleinere beelden, tien tot zestien op een plank, zijn in de Lage Landen zeer in trek geweest. In de 19de eeuw waren de grotere vormen blikvangers en zijn nog goed bewaard gebleven. Na 1850 veranderden de recepten van speculaas door gebruik van boter of vetstoffen die in de vormen vervloeiden en het afgedrukte motief vervaagde en daardoor niet meer te herkennen waren. Heden ten dage gebruikt men deze vormen enkel en alleen omwille van de estheti­ sche vorm die het aan de speculaas geeft.

D e p l a n k e n s n ij d e r en d e v o r m Was het een vakman met een eigen werkplaats of was het soms de bakker zelf? Waren het rondtrekkende snijders of lieden die in hun vrije tijd graag wat bijverdien­ den? Feit is dat het goede ambachtslui waren of ervaren artiesten die ook het houtwerk in kerken decoreerden. Vaak vinden we op planken ingebrande of ingesneden letters op de zijkant of op de achterzijde. Dit zijn de initialen van de eigenaars. Wanneer ze hun vormen uitleenden moesten ze duidelijk "gemerkt" worden. Snijwerk is in opbloei gebleven tot 1850, waarna een periode van verval is ingetreden. Het snijwerk werd niet meer goed betaald in die jaren van armoede. Niet zelden moest de timmerman zorgen dat een gespleten plank weer bruikbaar werd. Wat er in de 17de en 18de eeuw aan snijwerk is gemaakt grenst aan het ongelooflijke. De meeste kwaliteitsplanken met symbolische taferelen komen uit deze periode. Ook na enkele eeuwen zien deze speculaasvormen er nog verrassend nieuw uit, ondanks intens gebruik. Een zelfde plank is vaak in meer dan één periode gebruikt, werd soms jaren opgebor­ gen en achteraf terug herbruikt. De meest gebruikte houtsoort was vruchtbomenhout. De grootste speculaasvormen werden uit iepenhout gesneden. Beuk komt ook wel voor maar de harde eik zelden. Palmhout treffen we aan voor het allerfijnste werk en omdat de houtworm deze soort niet lust. Enkel egaal-harde houtsoorten komen in aanmerking omdat hout met zachte nerven voor een onregelmatige slijtage zou zorgen. Oude en gebruikte vormen hebben veelal afgeronde en enigszins beschadigde hoe­ ken. Heden ten dage zijn deze oude vormen erg zeldzaam en de prijs zo hoog opgelopen dat het weer lonend is er nieuwe te laten maken.

V erzam elen Er is over verzamelen al veel geschreven. Wat men ook zegt of beweert, de verzame­ laar zal nooit tevreden zijn want: 8


- zijn verzameling zal nooit kompleet zijn; - zijn collectie kan moeilijk opgeborgen worden; - een bepaald systeem op indeling niet bestaat; - er geen erkende historische o f kunstzinnige waardering is; - er is geen marktprijs die investeringsmogelijkheden biedt.

E n k e l e g r o t e v e r z a m e l in g e n g e k e n d b ij d e a u t e u r : - de privaatverzameling van de heer Jo Tuts in Hasselt - het Openluchtmuseum van Bokrijk - het openluchtmuseum van Arnhem (NI.) - het bakkerijmuseum van Veume - de privaatverzameling van Puratos in Groot-Bijgaarden.

Speculaasvormen

9


SYMBOLIEK EN VORMEN VAN SPECULAASPLANKEN UIT DE VERZAMELINGEN VAN DHR. JO TUTS EN HET STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFFWAERDENHOF VAN HASSELT.

De vrijers en vrijsters

Altijd treffen we “Seigneurs” en deftige dames aan. Bij de mannen zijn de benen meestal kort terwijl het bovenlichaam erg bewerkt is. Bij de vrouwen is de rok meestal het meest verzorgd en daarom het grootst, terwijl het bovenlichaam erg is ingekort. Een vrijer met hoed en veren herinnert aan de zwier uit de jaren van Stadhouder-koning Willem III (1650-1702).

Bij een vrijer hoort meestal ook een vrijster. Vrijer en vrijsters stelde men meestal voor als: - koningen en koninginnen - stadhouders met hun vrouw - militairen - herders en herderinnen - boeren en boerinnen In de Franse tijd en daarna tijdens de Belgische opstand komt het militaire karakter van vrijers en vrijsters voor het laatst voor. Symbolen voor vrijers: - de hond - de vis - de sabel - het geweer - de pijp - de paraplu - de sleutel Symbolen voor vrijsters: - de kat - de vogel - de bloem - de krans - de boom - de tas en mand - de druiventros

Soldaten Soldaten zijn er in grote getallen met geweer, sabel en lans gewapend.

10


Sint-Nicolaas Sint-Nicolaas komt meermaals op de speculaasplanken voor. Deze vormen werden gebruikt in de december periode. Sint-Nicolaas werd steeds gezien als brenger van goede gaven. Vinden wij hem ook nog terug met de kinderen in de kuip, dan weten wij zeker dat de Sint gecamoufleerd de reformatie had overleefd (1600-1700). Een eeuw lang was de bisschoppelijke dracht taboe; voornamelijk in vele steden. Soms ontbreekt op sommige vormen de baard van Sinterklaas, die blijkbaar alleen voor ons een onmisbaar attribuut is. Over de Sint immers wordt het wonder verteld van de wedergeboorte der drie jongelingen. Zij waren door een boze slager ingekuipt en bij een bezoek van de heilige bracht deze hen weer tot leven. Sinterklaas met de jongelingen in de kuip was één der meest voorkomende op onze bakkersvormen.

Karros. Wagen. Koets. Rijtuig De verzamelaar Jo Tuts kende vreugde en verbazing toen hij plots op een 17de eeuwse plank stootte waarop een koets prijkte met vier paarden ervoor, met palfrenier en koetsier. Was dit een koninklijke of keizerlijke koets uit de Franse tijd (1789-1815), of was het misschien de koets van koning Willem I? Eeuwenlang hebben twee- en vierwielige voertuigen met één, twee of vier paarden ervoor over de toonbank van de bakker hun weg naar de woonkamer gevonden.

De Vissen Deze had de amoureuze betekenis van “aan de haak slaan”.

De Haan

Betekent de wederopstanding. Wat de symboliek betreft het één van de moeilijkste en tevens inte­ ressantste van de dieren waarbij velerlei uitleg mogelijk is: - spoort de kinderen aan tot leren - symboliseert de waakzaamheid, de vechtlust, de laster, de onkuis­ heid - het staat voor mannelijke potentie - symboliseert ook het zesde gebod: “Gij zult niet echtbreken”

11


De Vos Reinaert de Vos naar de fabels van La Fontaine. Deze plank werd weinig vervaardigd en gebruikt omdat het verhaal geen algemene bekendheid genoot en ook weinig te maken had met de maand december.

De Druiventros Symbool van zuiverheid, vruchtbaarheid en overvloed.

De Nar of Clown De nar o f de clow n die ernst en dwaasheid deed sam engaan. De clown als een onm isbaar fig u ur in de sam enleving. Het w as de clown die het publiek als het ware de spiegel voorhield om het zijn fouten en ondeugden te tonen. Hij is te herkennen aan zijn houding en geruit pak.

De Ezel Kwam zeer zelden voor.

De Kat Van de dierenw ereld om ons heen namen de huisdieren een grote plaats in. De kat hoort bij de vrouw zoals de hond bij de man.

Ruiters Te paard o f op een ezel, de ruiter sym boliseert gezag.

Vogels Voorgesteld door de duif, de kip en de adelaar. W erd gebruikt om de “liefde bedrijven� voor te stellen.

Bijbelse voorstellingen Oude speculaasplanken m et voorstellingen w aarin kerkelijke geschriften of sym bolen voorkom en zijn eerder zeldzaam om dat de m eeste de reform atie (17de eeuw) niet hebben overleefd. 12


Huwelijkssymbolen Een bloem enm and, korf en een hart sym boliseert het hu w elijk. Het hart is een oud liefdessym bool. Het is sinds eeuwen de voorstelling van de liefde, de moed en een lang leven.

De Roos

W as een w ereldlijk en christelijk sym bool voor liefde, vrede en harmonie.

Het Spinnewiel Een vrouw aan het spinnew iel is een beeld van v lijt en huiselijkheid.

De Slang De slang als sym bool van het eeuwig leven o f zoals in het paradijsverhaal van het kw aad. De slang staat ook sym bool voor verleiding, verleidster.

13


I n g r e d ië n t e n v a n e e n a l o u d s p e c u l a a s r e c e p t v o l g e n s é é n d e r EERSTE BANKETBAKKERS DIE SPECULAAS MAAKTE.

200 g r gehakte am andelen 4 kg bloem 3 kg bruine suiker (potsuiker) 1 kg boter 10 g r m aagzout 10 g r kaneel 8 eieren 2 lepels honing 0,75 I m elk

Opmerking: deze hoeveelheden dienen in deze grootte aangehouden te worden vo o r het w elslagen van de speculaas.

Andere ingrediënten door banketbakkers gebruikt: arom a’s, extracten en specerijen (de firm a Lecocq lag niet ver af!) Een begaafd Hasselts fijnproever ontdekte in de SPECULATION DEPLEE zelfs oranjebitter zoals die terug te vinden is in sinaasappellikeur! W as grootvader Deplée zijn loopbaan niet gestart als likeurstoker?

14


E n k e l e c ij f e r s o v e r h e t b e l a n g v a n d e s p e c u l o o s f a b r ic a t ie in B e l g ië in 1996

Dénom ination

SPECULOOS Evolution

%

M arché UEBL

%

Exportation

%

TOTAL

22

10.020

8

8.141 107

12

18.161 101

100

106.578 103

100

151.862 102

TOTAL BISCUITS 100 Evolution

97 45.284 98

Source: Chobisco - Mensuel professionnel du secteur confiserie - Juin 1996. Les ventes de speculoos, biscuit sec brun typiquement belge, s’élèvent à 18.161 tonnes en 1995, dont presque 45% sont destinés à l’exportation (8.141 tonnes), soit une progression de 7% par rapport à 1994. Alors que les ventes de speculoos sur le marché de l’UEBL en 1995 régressent de 3% par rapport à l’année précédente, pour atteindre 10.020 tonnes.

B ib l io g r a f ie Archief Hasselt Het Elfde Linieregiment door F. Goole Kunst in de kijker Kroniek van Hasselt Koekplanken - J.J. Schilstra Prenten in hout De mens in de kunst; Eten en drinken in beeld door Charles Wentinck Culinaire Ambiance Cuisine et Folklore van Gaston Clément De raadsman in de kookkunst van Gaston Clément

15


mei 1998

co p yrig h t:

tekst:

Opgesteld door de heer Yves Roosen met de informatie van de heer Jo Tuts, mevr. Myriam Lipkens en de heer Henri Baert.

fo to ’s:

Stedelijke fotodienst (p. 1) en de heer Jo Tuts

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98

in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 36. 37. 38. 39.

Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M .-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, ano­ niem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfa­ briek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Olieverfschilderij "Week-end1, L Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin G ent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel van het Virga Jesse beeld, 1689 -1 8 6 3 1901 Olieverfschilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauis, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568, zilver Geschilderd kaartlandschap m et paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 16667 Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O .-L -V . Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuur­ baak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij 'O .-L-V rou w met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Naem e Jezus", 1664 (Hasselt) S et van vier vazen, Piet(er) Stockmans (”1940) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G . Guffens (1823-1901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herken­ rode”, Parijs, 1286 Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (18791973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravu­ re Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) Kroningsprent 0 .-L .-V . Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het H asseletum en de H istoria Lossensis, tw ee histori­ sche werken van Joannes Mantelius (1599-1676) Litho “Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gor­ dijn, 1992

40.

Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A v o n Geusau, 1835 4 2. Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois ‘Utile * Duld' - 2 mal 1892" 4 3. Olieverfportret van Amoldus van M elbeeck op zijn sterf­ bed, 17de eeuw 44. Acryls van Ray Rem ans, 1989 4 5. De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespunti­ ge sterren in schild 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof 48. Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1851-1913) 49. Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932) 50. Foto "Jongeman m et badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen 52. Olieverfschilderij “Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905) 53. Olieverfportret van N .G. Vaesen (1768-1864), 1819, M .G . Tieleman 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Has­ selt 55. Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (7) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt] 57. De Hasseltse reus D e Langeman, Melchior Tieleman, 1810 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Fred e r id ,1714 59. De gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974) 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M .G . Tieleman, 1957 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17de eeuw, Henricus Hondius (1597-1651) 64. Lithografie 'Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814) 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (”1924) 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstra d e werken van Vincent Van Den Meersch (19121996) 67. Schild van het weversambacht, einde 17e - begin 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716) 68. Borstbeelden van tien Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917) 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos.Damien (1879-1973) 70. Beeld Hom o S edens, Hub Baerten (”1945) 71. Beeld ‘0.-L .-V ro u w met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham 72. ‘Panorama van Hasselt’, Steven Wilsens (”1937) 73. Portret van Télém aque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939) 74. De Loonse muntslag in het kader van de monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.