KUNST
IN
DE
WANDTAPIJT “E uskadi: balladen
KIJKER
- 76
en legenden ”,
1985
Simone REYNDERS (°1924); techniek: naald-, haak- en borduurwerk; materiaal: garen- en stofresten van diverse kwaliteiten; glasparels; pailletten; afmetingen: h. 240 cm., br. 165 cm.; bruikleen privécollectie, maart 1994; inv. nr. 94.B.018
De
kunstenares
Simone Reynders werd officieel als Maria Germaine Reynders te Zolder op 10 januari 1924 uit een boe rengezin geboren als oudste van negen kinderen. Al vroeg verhuisde zij naar Helchteren waar zij op groeide tijdens het interbellum, een tijd van econo mische crisis en groeiende internationale spanning, die uiteindelijk in 1939 naar de Tweede Wereldoor log zou leiden. Als vroegrijp kind dat reeds op zijn 5de jaar kon lezen en om aan de sociale misère te ontkomen wordt zij als veertienjarige naar het kloos ter gebracht: daar zou ze wellicht kunnen studeren en voldoende te eten hebben. Simone Reynders krijgt dan inderdaad een opleiding tot onderwijzeres en daarna tot regentes. Zij geeft les aan kinderen van de lagere school eerst te Sint-Niklaas, daarna te Houthalen. Vanaf 1960 kan ze in Leuven filosofie en godsdienstwetenschappen studeren. Daarna keert zij naar Houthalen terug en sticht er het Philippus-Neri-lyceum waarvan zij de directrice werd. Zij wilde immers dat ook meisjes uit het mijnwerkersmilieu de kans kregen om te studeren. Eens dat de school een werkelijkheid was, verliet Simone Reynders het klooster en vestigde zich in Wallonië in een zeventiende-eeuwse wijngaardeniershoeve aan de oever van de Maas te Bas-Oha. Van 1967 tot 1977 was zij dan lerares Plastische Kunsten aan het Sint-Jozefscollege te Hasselt, waar zij leerlingen inwijdde in de technieken van boetseren en keramiek. Tevens doceerde zij psychologie aan het technisch regentaat te Velm. Van in haar kloostertijd voelde Simone Reynders de drang om zich ook kunstzin nig te uiten en ze werd lid van de Hasseltse kunstkring Sakoura. Als kunstenares is zij evenwel grotendeels autodidact. Te Bas-Oha ontdekte zij de klei en ging zich meer en meer toeleggen op keramiek. Later begon ze daarnaast ook wandtapijten te creëren: geen geweven tapijten, maar werken die als een puzzel geassembleerd worden met allerlei stofresten door applicagetechnieken. Met eindeloos geduld wordt in diverse naaldtechnieken (kettingsteek, flanelsteek, halve kruisjessteek, festonsteek, rijgsteek, knoopjessteek, taksteek, enz.) en haakwerk het kunstwerk in elkaar gestoken, waarbij de “horror vacui” in het oog springt. Opvallend daarbij is dat hoe groot het kunstwerk ook moge zijn, de kun stenares nooit een ontwerptekening maakt. Het werk groeit in haar hoofd en de vaak honderden stukjes worden uiteindelijk als een legpuzzel in elkaar gepast. De kunstenares ontwikkelde daarbij een eigen techniek, die zo goed als volledig nieuw is in de moderne tapijtkunst. De voedingsbodem voor haar onstuitbare scheppingsdrang is tweeërlei: lezen en reizen. Meer en meer is ze in de loop der jaren geboeid geworden door de oerthema’s van de mensheid, die hun neerslag gevonden hebben in sprookjes, 2
sagen, legenden en de volkskunst. Haar omgang met collega’s-kunstenaars van diverse disciplines en haar reizen naar Denemarken, Engeland, Ierland, Proven ce, Griekenland, Baskenland, Andalusië en vooral Egypte brachten telkens nieu we thema’s aan en hebben haar gedwongen tot koortsachtig arbeiden aan nieuwe kunstwerken die steeds prangender geboren wilden worden. Haar herhaalde bezoeken aan Egypte brachten er haar toe vóór enkele jaren in het huwelijk te treden met een Egyptenaar. Sedertdien verdeelt Simone Reynders haar tijd tussen haar geboorteland, Zuid-Spanje en Egypte. Haar scheppingsdrang blijft evenwel onverminderd, ook al wordt ze over enkele maanden 75 jaar! De werken van Simone Reynders ble ven met hun eigen taal niet onopge merkt. Al in 1974 kocht het Limburgs provinciebestuur het wandtapijt “Zelf portret met mijn ganzen” aan, dat zich nu in de Provinciale bibliotheek te Has selt bevindt, en in 1981 kocht de Vlaamse Gemeenschap het wandtapijt “Yggdrasil” aan voor de rijksuniversiteit te Gent. In 1978 kreeg ze de “Prijs van de Ne gen Provinciën”, de provincie Brabant nodigde haar toen uit haar werken te Brussel te exposeren in de eigen galerij van de provincie en in 1979 ontving de kunstenares de “Prijs van de Minister van de Franse Cultuur” voor haar totale oeuvre.
l x >. >
Wandtapijt ‘Zelfportret met mijn ganzen’, 1974, Simone Reynders
Voor de milleniumfeesten van de stad Hoei in 1985 werd Simone Reynders gevraagd vijftien grote keramische pop pen te maken van historische figuren uit het Prinsbisdom. Voor de “Touring Club” boetseerde zij een “Tijl en Nele” als wisselprijs van die organisatie. In 1994 werden naar aanlei ding van haar 70ste verjaardag grote retrospectieve ten toonstellingen van haar werk gehouden te Aalst en in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof te Hasselt. Maar is men wel ooit “sant in eigen land”? De plastische commissie, die het toenmalige stadsbestuur van Hasselt adviseerde bij aankoop van kunstwerken, weigerde gunstig advies te geven aan het stadsbe stuur voor de aankoop van dit of een ander wandtapijt van Simone Reynders: men vond haar werk niet “modern” genoeg en “te kitscherig” !!!...
A
^
^
3
/JV /|V / p
H et
kunstwerk
Dit kleurrijke, grote wandtapijt, waarin tinten van blauw, rood en groen domineren, is afgezoomd met een bruine boord van haakwerk die opgesmukt is met vele zwarte pailletten.
Het stelt een grote gestileerde boom voor. De kruin is rijkbeladen met tweekleurige bladen en ronde goudgele vruchten. Op de stam ziet men bovenaan een stralend oog: het is het “oog van de wijsheid”, een the matiek die herhaaldelijk opduikt in het werk van de kunstenares, (afb. 1)
afbeelding 1
Daaronder en centraal in het kunstwerk is op de stam een rechthoek bevestigd in tinten van zwart, grijs en wit, die scherp contras teert met de kleurrijke entourage. Deze gri saille (afb. 2) stelt een moeder voor, die een dood kind in de armen draagt en is een let terlijk “citaat” uit het beroemde schilderij “Guernica” van Pablo Picasso. afbeelding 2
Schilderij ‘Guemica’, 1937, Pablo Picasso (1881-1973) 4
De wortels van de boom zijn verankerd in de aarde, die bezaaid is met bloemen tussen het groene gras. De middenzone van het tapijt, tussen de boomkruin en de bloeiende aarde, wordt gedragen door de dominante tinten van blauw en paars. Blijkbaar wordt hier het beeld opgeroepen van de zee met haar golven, waartussen men de ogen, neus en lippen ontwaart van vijf geheimzinnige wezens die frontaal de toeschouwer aanstaren. Al even frontaal worden onder het gras en de boomwortels naast elkaar zeven mannenhoofden afgebeeld (afb. 3). Alle dragen zij een zwarte pet, maar zijn niettegenstaande de stilering toch sterk geïndividualiseerd qua leeftijd en expressie.
afbeelding 3
Gans bovenaan, in de hoeken van het tapijt tus sen de boomkruin en de rand, bemerkt men rechts een monsterachtig “ding”, een soort kruising tus sen een vogel, een vis en een vliegtuig, dat op zijn romp een medaillon met hakenkruis draagt (afb.
4).
afbeelding 5
afbeelding 4
In de linkerbovenhoek vliegen een zestal ronde voorwerpen, een soort dreigende insekten met priemende “ogen” en naar onder gerichte pijlen (afb. 5). Blijkbaar zijn het bommen of landmijnen en moeten zij in verband gebracht worden met het “vliegtuig” uit de rechterbovenhoek. Zoals reeds gezegd is dit kunstwerk geen geweven tapijt, maar bestaat het uit tientallen elementen die door applicage tot een geheel geassembleerd zijn. Alle componenten zijn opgevuld geworden, zodat zij in reliëf bovenop de drager lig gen, die zelf samengesteld is uit allerlei stofresten en aan de achterzijde van een voering voorzien is. Het ganse tapijt is met de hand door naaldwerk geassem-
5
bleerd en alle “leegten” werden van diverse soorten borduurwerk voorzien. De volkomen afwezigheid van perspectief, de frontale voorstelling en de stilering maken duidelijk dat dit kunstwerk formeel affiniteiten heeft met de volkskunst, zoals de scheppingen van Simone Reynders inhoudelijk verwant zijn met sagen, legenden en tradities. Het centrale Picasso-citaat uit “Guernica”, alsook (vanzelfsprekend) de naam van dit stuk textielkunst (“Euskadi: balladen en legenden”) maken duidelijk dat dit wandtapijt iets over het Baskenland wil vertellen. Dat dit kunstwerk uit 1985 een lange voorgeschiedenis heeft gehad moge blijken uit de duidende tekst die de kunstenares bij het tapijt schreef:
B ij een wandtapijt: ‘EUSKADI: BALLADEN EN LEGENDEN “Dit werk gaat heel ver terug naar de tijd dat ik een klein Kempisch boerenkind was. Van toen ik lezen kon was ik geïnteresseerd in alles wat gedrukt stond, van sprookjes en legenden tot de ‘g azet’ (—die toen nog niet ‘Het Belang van Limburg’ was —). Mijn bewustwording dat de wereld groter is dan ons dorp, werd gewekt door het dagelijkse (zeer gekleurde) nieuws over de Spaanse burgeroorlog, de ‘Guerra d ’Espaha ’. Ik herinner me dat ik heel erg geboeid was door de figuur van La Passionaria, van wie verteld werd dat ze ‘p astoors de nek afbeet’. Ik vroeg me af: Hoe doet ze dat? Om kort te zijn: mijn belangstelling voor die ‘Guerra ’ en dan vooral voor het rebelse Baskenland bleef me altijd bij. En wie zegt Baskenland, denkt aan dat eerste echte luchtbombardement in de geschiedenis, besteld door Franco en uitgevoerd door Hitlers troetelkind, zijn ‘Condor-formatie ’, en waarbij de stad Guernica zeer zwaar geteisterd werd. Op een hete zomerdag 1978 trok ik naar San Sébastian. Vandaar probeerde ik met bussen naar het afgelegen Guernica te geraken. In deze ‘heilige stad’ kwamen ooit, 1000jaar geleden, de eerste Asturische koningen hun eed aan de grondwet afleggen. Baskenland was toen immers reeds een democratie. In een gesprek met Baskische vrienden werd ik teruggefloten toen ik trots vermeldde dat op 11 ju li 1302 een Vlaams gemeenteleger te Groeninghe bij Kortrijk voor het eerst in de geschiedenis een ridderleger versloeg. Dat had namelijk 500ja a r vroeger Bernardo del Carpio al klaargespeeld, toen zijn mannen de paladijnen van Karei de Grote, Roeland onder anderen, bij Roncesvalles (Roncevaux) in de val lieten lopen. Guernica! Op die beruchte warme maandag van 26 april 1937, een halve feest dag en marktdag, te vier uur in de namiddag begonnen de Junkers en Heinkel hun uitroeiingsmanoeuvre, dat in drie en een halfuur dit absoluut niet strategische stadje platlegde. Een tandeloos echtpaar probeerde me te vertellen hoe het alle maal geweest was en hoe een paar uren later alles er stonk naar verrotting. Ik zag niets meer van deze vernieling, enkel de haastig en lelijk herbouwde stad in de triomfalistische Franco-stijl. Men was immers gehaast om alles uit te wissen. Maar nu wijzen nog toeristische bordjes ‘Arbolo Santo ’ naar het hart van het stadje, naar de stam van de duizendjarige eik (—met een helge eromheen tegen de souvenirjagers! —) en het kleine parlementsgebouw en de 'kapel van de Zeven Wijzen ’. Een oude Asturiër, ooit soldaat in het republikeinse leger dat tegen Franco streed, vertelde me de legende van de ‘Zeven Wijzen ’ en hoe die, in beloken tijden, verga6
derden onder de wortels van de ‘A rbolo Santo ’ voor het welzijn van Euskadi en zijn democratie. ‘Euskadi ’ (= Baskenland) is de naam van dit eigenzinnige stuk noordwest Span je. Het zou betekenen ‘bewakers van de weg’. Doch welke weg? En waarheen? De beroemde ‘Camino de Santiago \ waarvan men ditja a r nogal lukraak het duizend jarig bestaan viert, zou wel eens oeroud kunnen zijn en stammen uit tijden dat de mensen dachten dat daar ergens ‘het uiteinde van de aarde ’ ( “Finisterrae ”) was. Wellicht pelgrimeerden ze naar die verre kust met de hoop daar een van die fabel achtige superwezens, de Atlanten, te zien opduiken om hen heil en heling te breng en. Een Baskische legende vertelt immers dat zij, de Basken, afstammelingen zou den zijn van deze superieure wezens... Die kwamen even aan land, zagen dat meisjes mooi waren, enz... ” (Sim one Reynders)
'k 'k 'k 'k ~k 'k k
' T ' / jn < q \ / | \ / | \ / j v / j \
De vorig jaar in Lissabon overleden dichter Herman De Coninck liet zich door dit kunstwerk inspireren tot een kwatrijn:
TT|
m
¥ O nder de levensboom liggen zeven wijzen begraven. D ie bespraken boe bet groeide, blad voor blad. D e levensboom is nu een pijnboom geworden. M a a r d a t groeit ook. U it niet-vergeten en nooit bebben gebad. Herman De Coninck
Û v |y
v jy
B ibliografie SIMONE REYNDERS, wandtapijten en keramieken, 1994
\ | / \ j / \1 / \1 / \1 / \jy * \ j /
juni 1998
cop yrigh t:
tekst:
Jef Arras
fo to ’s:
- Stedelijke fotodienst - HACHETTE, Chefs-d’oeuvre de l ’art, GRANDS PEINTRES, Picasso, deuxième partie, Parijs, 1966 (foto pag. 4)
STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98
in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 36. 37. 38. 39. 40. 41.
Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M.-H. van Beieren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b . 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfabriek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Olieverfschilderij W eek-end’, L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel v.h. Virga Jessebeeld, 1689 -1 8 6 3 - 1901 Olieverfschilderij 'D e Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568, zilver Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 16667 Schilderij 'D e Grote Man', F. Minnaert, (1983) Mirakelprent 0 .-L .-V . Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689 Zilveren w ierookvat J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Naem e Jezus", 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans ("1940) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) Gouache 'D e Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932) Kroningsprent O .-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het H asseletum en de Historia Lossensis, twee historische wer ken van Joannes Mantelius (1599-1676) Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992 Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwer pen, olie op doek, G.Guffëns (1823-1901) Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 au gustus 1831', A.von Geusau, 1835
42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75.
Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892" Olieverfportret van Amoldus van M elbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw Acryls van Ray Remans, 1989 De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige ster ren in schild V aste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (185 1 -1 91 3 ) Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932) Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt”, 1899, D jef Swennen (1871-1905) Olieverfportret van N.G. V aesen (1768-1864), 1819, M .G . Tieleman Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Hasselt Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel Beiaardklavier, ca. 1752, H asselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt] De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tielem an, 1810 Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714 De gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867 Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974) Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (189 8 -1 98 2 ) naar werk van M .G . Tielem an, 1957 Kaart prinsbisdom Luik, 17de eeuw, Henricus Hondius (15971651) Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Chartes Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814) Drieluik, 1989, Paule Nolens (°1924) Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte wer ken van Vincent V an Den Meersch (1912-1996) Schild van het weversambacht, einde 17e - begin 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716) Borstbeelden van tien Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917) 'Portret van mijn dochter M adeleine’ & 'Portret van mijn zoon José’, Jos.Damien (1879-1973) Beeld Hom o Sedens, Hub Baerten (°1 945) Beeld ‘O .-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, M eester van Oostham 'Panorama van Hasselt’, Steven W ilsens ("1937) Portret van Télém aque C laes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939) De Loonse muntslag in het kader van de monetaire internationa lisering tijdens de middeleeuwen. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas’