KIK 77. Schilderij ‘Herfst – Kasteel Henegauw’, 1946, Paul Hermans (1898-1972)

Page 1

KUNST

IN DE

KIJKER

HERFST - KASTEEL HENEGAUW, 1946 Paul H E R M A N S (1898-1972); olie op doek; 90 x 115 cm.; schenking 11de-Linieregiment Hasselt, november 1955; inv. nr. 79.105.

- 77



H erfst - Kasteel Henegauw Het thema van dit schilderij is een bospartij in de buurt van het kasteel Henegauw bij Hasselt. Linksonder en op de verso-zijde is het door Paul Hermans gesigneerd. De datering is op zichzelf al een klein probleem. Het doek hoorde oorspronkelijk toe aan het 11de-Linieregiment te H asselt en werd bij de ontbinding van het Regiment aan de Stad Hasselt geschonken. Het metalen plaatje aan de onderkant van de lijst vermeldt: “ EN H O M M AG E A M E S C H E R S AMIS D IS PA R U S DU 11ième REGIMENT DE LIGNE * 21 JU ILL E T 1951". Vermoedelijk werd het op die datum aan het Regiment geschonken. De schenker is ons niet bekend, wellicht was het Paul Hermans zelf. Over de datum van het ontstaan is er minder twijfel: in het handschrift van de schilder staat er op de verso-zijde: “Automne - Château de Henegau 1946". Daarna heeft iemand met een zwarte vetstift de datum veranderd in 1944. Deze man was vermoedelijk een militair van het 11de linie want hij voegt er nog een schets bij van de stelling­ en die de Duitsers innamen bij achterhoedegevechten rond het kasteel in 1944. Bovenaan loopt de weg Hasselt-Wimm(ertingen). De Duitsers bevonden zich op Henegauwberg met het kasteel en het park ais dekking langs de zuidkant. De geallieerden wensten hen blijkbaar niet uit hun stellingen te gaan verjagen, maar maakten een omsingelende beweging in zuid-oostelijke richting, over Alken om de weg naar het Oosten af te snijden. De onbekende auteur duidt de Duitse stellingen aan met de vermelding: “Dernier point de résistance Boche” en verwijst met een pijltje naar het kasteel. Links en rechtsonder wordt de weg die de geal­ lieerden volgden aangeduid met “alliés”; in het midden lezen we “délivrance”. De krijgskundige referentie heeft de onbekende auteur blijkbaar aangezet om ook de datum te veranderen die voor hem vermoedelijk verbonden was met herinnering­ en aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het doek dateert echter zeker uit 1946 en ook de voorstelling, met een in het rood gekleed meisje en de vage figuur van een herder met schapen, roept meer idyllische beelden op dan die van een “veldslag” waarvan het verloop ons niet bekend is, maar die blijkbaar resulteerde in een Duitse terugtocht. In het werk van Paul Hermans nemen landschappen een belangrijke plaats in: rekent men de stadsgezichten erbij dan vormen ze het leeuwendeel van zijn werk. Hermans heeft talrijke stadsgezichten en landschappen geschilderd tijdens zijn studiereizen, maar in de latere jaren vond hij zijn inspiratie meestal in de om ge­ ving van Hasselt. In dit schilderij is er overigens van het kasteel niets te zien (intussen is het door een brand verwoest en blijven er slechts nog buitenmuren overeind). O p de achtergrond zien we enkele daken van huizen en een kerktorentje (vermoedelijk Wimmertingen). Z oa ls vaak voorkomt bij Hermans loopt de scheiding tussen land en lucht volgens een vrij regelmatige rechte lijn. Hij houdt zich (eerder uitzonderlijk) ongeveer aan de klassieke verdeling 2/3 lucht, 1/3 land. Het omgekeerde komt natuurlijk evenveel voor in de klassieke landschapskunst. 3


De compositie is eenvoudig en helder. Op de voorgrond vormt een brede laag rood-bruine afgevallen bladeren een horizontale basis die door enkele groene toetsen coloritisch versterkt wordt. De vertikale elementen zijn duidelijk maar niet eentonig aangebracht. Links rijzen een paar eiken en een beuk op, als een sterke groep die het woud suggereert. Als tegenhanger is er rechts een groepje slankere bomen. In het midden staat er een dunnere boom met vertakkingen in beide richtingen. De op het eerste gezicht wat onevenwichtige compositie wordt daar­ door tot een aantrekkelijk geheel opgebouwd en laat nog alle ruimte voor een in tere groen en rosé gehouden achtergrond met wazig aangeduide daken als achterdecor. Het kindje in het rode kleed en de onscherp getekende herder met zijn kudde geven hem de gelegenheid om een paar kleurtoetsen te zetten die niet tot die van het bos behoren. De bruine bomen zijn zwierig geschilderd en hebben elk hun eigen persoonlijkheid. Prachtig is het herfstige licht dat m eer gesugge­ reerd dan afgelijnd wordt, slechts een paar schaduwen en een slagschaduw zijn te onderkennen. Het warme koloriet wordt in mineur gehouden; toch is het stra­ lend en helder en als doordrenkt met licht. Perfect in evenwicht daarmee is de schitterend geschilderde hemel: een strak-blauwe herfstlucht zou hier dodelijk kunnen zijn voor al de fijne, warme herfsttinten die een sfeer van weemoedige rust ademen en zo zoveel zonnelicht vergaren dat de gedachte aan de naderende winter niet eens bij ons opkomt. Deze hemel is bewogen en al blijven de vele kleine toetsen waarmede hij is gevuld beperkt tot enkele tonaliteiten, toch krijgt hij een dramatisch effect. De lichtende straling steekt het hele schilderij aan. Uit deze hemel spreekt geen dreiging van naderende regen of storm. De dramatiek is er blijkbaar slechts aanwezig om de spelingen van het licht over het hele landschap te spreiden. Dit is een dichterlijke interpretatie van het landschap; daarom zijn de kleuren intens en verdiept: alles straalt. De vloeiende lijnen lopen zwierig door elkaar, hoekige vormen worden afgerond. Het landschap is als in een roes geschilderd waaruit een geïdealiseerde natuur ontstaat. Dit werk is typisch voor Paul Hermans, vooral dan voor de latere jaren. Het koloriet is sterk, de vorm weelderig, de coulée van de verf is m als en vloeiend aangebracht. Details worden slechts als bijkomende stoffering geduld voor zover ze een interessante kleurtoets bieden om een contrast te scheppen of een sterk accent aan te brengen. Zeker is dat het poëtisch aanvoelen primeert boven scherpe observatie of exacte weergave. Paul Hermans is een meester in het scheppen van een gevoelsgela­ den atmosfeer. Dat hij tenslotte voor het landschap gekozen heeft, is waarschijnlijk toe te schrij­ ven aan de mogelijkheden die het biedt om als klankbord te dienen voor poëtische gevoelens en liefde tot de veredelde vorm. Om het beter in zijn werk te situeren overlopen we in het hierna volgende deeltje de evolutie van zijn werk.

4


T hema’s in het werk van Paul H ermans Paul Hermans werd geboren in Hasselt op 22 augustus 1898 en overleed er op 20 maart 1972. Als kunstenaar behoorde hij tot twee generaties waartussen de Tweede Wereldoorlog als grens - en vaak als scheidingslijn - ligt. Zijn ouders dreven in Hasselt een bekende optiekzaak. Een van de personeelsleden volgde aan de Stedelijke Academ ie tekenen en schilderen en toen hij bemerkte dat Paul aanleg had, bracht hij hem de eerste beginse­ len van tekenen en schilderen bij. Daarna bezocht Paul Hermans zelf de academie en kreeg er een uitstekende opleiding van de schilder Lucien Nolens. Nolens erken­ de onmiddellijk het talent van zijn leerling en overtuigde vader Hermans dat hij hem aan de Academ ie van Brus­ sel moest laten voortstuderen. Paul Hermans wierp zich volop op de studie en volgde bovendien nog avondlessen in schilderen, anatomie, kunstgeschiede­ nis en nog enkele gespecialiseerde vakken. Deze intellectuele en artistieke honger belette hem niet om met volle teugen te genieten van het studentenleven en feesten en fuiven behoorden eveneens tot het dagelijks programma. Na afloop van zijn studie had hij een indrukwekkend aantal diploma’s en medailles verzameld; hetgeen vader Hermans overtuigde dat er buiten optiek ook nog andere toekomstwegen voor zijn zoon waren weggelegd. Daarop volgde de toen obligate legerdienst, maar Paul Hermans vond begrijpende oversten die hem rustig op zijn atelier lieten werken, zodat hij de binnenkant van de kazerne maar sporadisch zag. Aan de Academie in Brussel had hij intussen monumentale kunsten gevolgd bij Montald en later bij Prof. Caffart. Hij ontving o.m. de prijs-Pirenne voor geschiede­ nis en de gouden medaille van Koning Albert en Koningin Elisabeth. Daarna volgde een studiereis naar Italië waaruit hij vele notities en schetsen meebracht. Toch kan men zeggen dat noch het landschap noch de kunstwerken die hij in de musea gezien heeft een duidelijk en permanente invloed op zijn werk hebben gehad. In 1934 nam hij deel aan de Biënnale van Venetië en aan een tentoonstelling van Belgische kunst in Kopenhagen. Hij hing op de wereldtentoonstelling van 1935 enz. Alles wees er dus op dat hij een nationale en wellicht ook een internationale faam tegemoet ging. In 1925 was hij opnieuw in Brussel gaan wonen en wou er van zijn kunst gaan leven. In zijn jeugdjaren koesterde Paul Hermans een grote bewondering voor het werk van Jean-Baptiste Camille Corot (1796-1875). Hij bewonderde diens poëtische visie op het landschap, waarin het licht een zo belangrijke rol speelt. Zijn landschappen ademen een rustige, dromerige sfeer en schitteren door een meesterlijk evenwicht in kleuren en tonaliteiten. De sfeer is nog romantisch maar kondigt reeds het impressionisme aan. Ook in latere perio­ den ziet men bij Paul Hermans nog herinneringen aan de stijl van Corot opduiken 5


bv. in het feit dat bonnen zich niet als scherpe silhouetten tegen de lucht aftekenen maar verdwijnen in gebladerte en vervloeien in kleurige vlekken en onvaste con­ touren. Hetzelfde, wat irreële, effect vindt men veel later terug in sommige zeer kleine, maar rijk gestoffeerde werkjes van Paul Hermans. Nadien heeft hij een grote verering opgevat voor Cézanne, die hem niet alleen rechtstreeks inspireerde tot enkele stillevens met appels, soepkom, kroes en kunstig gedrapeerd tafellaken, maar bij wie hij vooral leerde dat het schilderij een vlak is, dat met interessante, schilderkunstige vormen gevuld moet worden die hun eigen leven leiden en tot een harmonisch evenwicht moeten gebracht wor­ den. Dit inzicht heeft hem bevrijd van alle te streng realistische gebondenheid aan het landschap, dat hij nadien met grote vrijheid en fantasie zal aanpakken. Tijdens een langer verblijf in Nederland leerde Paul Hermans het werk van Breitner (1857-1923) kennen. Deze laat-impressionistische schilder heeft vooral indruk op hem gemaakt als de schilder van de Amsterdamse grachten en de Hollandse havens. De stadsgezichten van Breitner zijn meestal in diepe, gedempte en donkere tonen gehouden. In tegenstelling tot de Franse impressionisten, die vooral het vergankelijk spel van het licht op een bepaald ogenblik wilden vasthou­ den, verkiest hij het egale mistige licht van het noorden, waardoor de warmte van de tonen enigszins omfloerst en verstild wordt. Pas in zijn latere werken zal er enig lichtspel op het water van de grachten en de verre hemel te bemerken vallen. Paul Hermans heeft alleen oog gehad voor Breitners stadsgezichten. Hij is duidelijk onder de indruk van diens donker koloriet, met zijn warme okers en bruinen en gedempt, maar soms fel opgloeiend Engels rood. Hermans schildert er ook grachten, straten en steegjes waarbij de penseelvoering en de kleur duidelijk de sporen van Breitner dragen. Bij Hermans ziet men ook donkere paarstinten opduiken; hij schildert vaak sterke lichtcontrasten en soms haast ondoorzichtige donkere tonen. Dit is niet venwonderlijk omdat hij in die periode gedurende korte tijd de invloed onderging van de Vlaam se Expressionisten, vooral van Permeke. Zijn werken in de Breitner-stijl worden beïnvloed door het donkere koloriet en de zware materie van sommige Vlaam se expressionisten. Kort nadien is die invloed sterker geworden en uit vele stadsgezichten blijkt dat hij de heftige expressie niet schuwde en met een donkere, dik opgelegde verfmassa dramatische effecten nastreefde. Naar hij zelf vertelde werden deze nogal woest ogende werken door zijn stadsgenoten niet erg op prijs gesteld. De jaren dertig waren een drukke tijd voor de kunstenaar. Hij reisde veel, hij schilderde veel. Na Venetië en Kopenhagen kwamen er bijna ieder jaar tentoon­ stellingen in Antwerpen, Brussel en Hasselt. De oorlog kwam echter roet in het eten strooien. In de oorlogsjaren mocht hij niet meer exposeren. In 1941 had hij een tentoonstelling in Hasselt gepland, maar op de vooravond van de opening kreeg hij verbod van de Duitse bezetters omdat hij het vertikt had de nodige toelating aan te vragen. Na de oorlog beperkte hij zijn artistieke bedrijvigheid tot Hasselt. De meeste thema’s zijn in de omgeving van Hasselt geschilderd. Na de dood van zijn vader bleef hij, met enkele onderbrekingen voor reizen, in zijn geboortestad en zorgde er met intense toewijding voor zijn bejaarde moeder. Na haar dood bleef hij voorlopig

6


in het ouderlijk huis wonen. Er waren perioden waarin hij artistiek weinig bedrijvig was en meer in herbergen dan in zijn atelier vertoefde, maar toch verscheen hij op alle tentoonstellingen en culturele manifestaties. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, zodat hij weer naar het penseel greep en ijverig bezig was. Toch laat het zich niet ontkennen dat in die periode de echt goede werken slechts sporadisch opduiken. In 1956 organiseerde de Provincie Limburg een belangrijke retrospectieve in de zaal “Onder de Toren”. Voor velen die hem nog niet kenden, was dit een ware revelatie, want vele uitstekende werken waren van overal hier samengebracht en maakten duidelijk wat voor een groot schilder hij geweest was en nog was. In 1958 werd hem in het Limburghuis op de Wereldtentoonstelling in Brussel een tentoonstelling aangeboden. De waardering voor zijn werk was intussen niet afgenomen. De Staat bezit ettelij­ ke werken van zijn hand, het Prentenkabinet in Brussel enkele etsen, het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen bezit twee werken en andere zijn aangekocht door de Stad Hasselt en de Provincie Limburg. De Limburgse verzamelaar Pierre M oesen bezit een schitterende collectie met tientallen belangrijke werken en een groot aantal minder bekende maar merkwaardige kleinere werken. Bovendien zijn er nog een groot aantal werken aanwezig in andere privé-collecties in Limburg. In 1971 werd hem door de Bestendige Deputatie van Limburg de Provinciale Prijs voor schone kunsten toegekend: een erkenning die hem meer genoegen deed dan vele belangrijkere onderscheidingen. Met zijn gezondheid ging het toen al slecht. Hij had een zware operatie achter de rug, waardoor o.a. zijn gehoor ge­ stoord was en hij schilderde nog sporadisch. Op 20 maart 1972 is hij in het VirgaJesseziekenhuis, waar hij voor de tweede maal was opgenomen, overleden. In 1973 werd nog een grote retrospectieve tentoonstelling georganiseerd in de Bank van Brussel in Hasselt die op een massale belangstelling mocht rekenen. Overschouwt men het werk van Paul Hermans dan komt men tot de bevinding dat hij vooral in zijn stadsgezichten en zijn landschappen zich ten volle heeft uitge­ leefd. Door zijn opleiding was hij perfect in staat om naar het model te schilderen. De talloze zelfportretten die met grote verve en trefzekerheid geschilderd zijn, bewijzen dat duidelijk. Hijzelf hechtte er slechts bijkomend belang aan. Vaak schilderde hij op de achterzijde een stilleven of vice versa (?). De thema’s van Paul Hermans’werken mogen ons nu traditioneel voorkomen; de aanpak en de schilderkunstige bewerking dragen de stempel van een rasecht kunstenaar die met een zichtbare lyrische bewogenheid vormen en kleuren com­ bineert in een zo persoonlijke stijl dat men die onmiddellijk herkent. Nu is het honderd jaar geleden dat hij geboren werd en het is dus evident dat hij behoorde tot een generatie die nog geloofde in schilderkunstige traditie en in vakmanschap, maar die vooral het scheppen van schoonheid als hoogste ideaal beoogde. Of hij als vernieuwer is opgetreden is bijkomstig: hij was een uitstekend schilder, een gevoelig m ens en een dichter (soms ook in de letterlijke zin van het woord) die intens de schoonheid van de natuur ervoer en die over de middelen beschikte om ze met verve en zwier uit te beelden.

7


juli 1998

copyright:

tekst:

Roger Pulinckx

foto’s:

Stedelijke fotodienst

S T ED ELIJK M U SEU M STELLINGW ERFF-W AERDENHO F Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98

in dezelfde reeks verschenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

11 . 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 36. 37. 38. 39. 40. 41.

Olieverfportret van keurvorst-prins-bisschop M.-H. van Beie­ ren, anoniem, 2de h. 17de eeuw Catharinapaneel van de oude handboogkamer, anoniem, e. 17de - b. 18de eeuw Lusterglazuurvaas uit voormalige Hasseltse keramiekfa­ briek, tussen 1895 en 1914 Blazoen van de Hasseltse rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700 Olieverfschilderij Week-end', L. Pringels, 1950 Zilveren kruisvormig reliekostensorium op voet, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703 Kledingsstel v.h. Virga Jessebeeld, 1689 -1863 -1901 Olieverfschilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863 Rijksdaalder van prins-bisschop G. van Groesbeeck, Has­ selt, 1568, zilver Geschilderd kaartlandschap met paalstenen tussen Hasselt en Zonhoven, anoniem, 1661 en 1666? Schilderij 'De Grote Man’, F. Minnaert, (1983) Mirakelprent O.-L-V. Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689 Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw Kaart van Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795 Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak Zilveren reliekhouder van H. Barbara, ca 1702 Portret van abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792 Studiocamera 18/24, ca. 1920 Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913) Juweel - zgn. 'reukappel'- van Virga Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw Liturgische gewaden van SL-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw Mirakelprent van het H. Sacrament van Herkenrode, Has-selt, P.F.Milis, 1854 Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus'1, 1664 (Hasselt) Set van vier vazen, Piet(er) Stockmans (°1940) Portret van Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (18231901) Sacramentsostensorium of "de monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286 Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973) Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, kopergravure Beeld "Heilige Cedlia", 1530-1540 Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669 Biechtstoel, Brabants atelier, 1664 Uurwerken van de Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849) Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (18621932) Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867 Het Hasseletum en de Historia Lossensis, twee historische werken van Joannes Mantelius (1599-1676) Litho "Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992 Ontwerp voor "Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffens (1823-1901) Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A.von Geusau, 1835

42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76.

Gevelplaat 'Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' • 2 mai 1892" Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op zijn sterfbed, 17de eeuw Acryls van Ray Remans, 1989 De pronkbeker van J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888 Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof Schilderij "Ijzel en mist", Djef Anten (1851-1913) Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94”, Paul Marie Bamps (1862-1932) Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905) Olieverfportret van N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Hasselt Groepsportret "Leden van de Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, die op paneel Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stede­ lijk Beiaardmuseum Hasselt] De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810 Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kem, Arnold Frederi­ ci, 1714 De gouden kronen van de Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867 Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974) Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957 Kaart prinsbisdom Luik, 17de eeuw, Henricus Hondius (1597-1651) Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Jo­ seph Hoolans (Antwerpen, 1814) Drieluik, 1989, Paule Noiens ("1924) Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996) Schild van het weversambacht, einde 17e - begin 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716) Borstbeelden van tien Hasseltse burgemeesters, 1906, Emi­ le Cantillon (1859-1917) ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos.Damien (1879-1973) Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (°1945) Beeld ‘O.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham ‘Panorama van Hasselt', Steven Wilsens ("1937) Portret van Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Her­ mant (1880-1939) De Loonse muntslag in het kader van de monetaire internati­ onalisering tijdens de middeleeuwen. Speculaasplanken & ‘Hasseltse speculaas' Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden’ , 1985, Simone Reynders (°1924)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.