KIK 92. De ‘Ster’ van de Roode Roos, 1627

Page 1

KUNST

I N DE K I J K E R

- 92

DE STER VAN DE ROODE ROOS, 1627 (verguld) koper; 0 31 cm.; bruikleen K.M. van Muziek en Rhetorica De Roode Roos, januari 1991; inv. nr. 91.B.042.



D e Ster Het voorwerp is een platte, zespuntige ster in koper met in het midden een uitgesneden roos in een cirkel met daarrond een tweede cirkel met gaatjes. De bovenste arm van de ster draagt het jaartal 1627. Er zijn nog sporen van het vroegere verguldsel. De doormeter is 31 centimeter.

D e Roode Roos De rederijkerskamer De Roode Roos, met als kenspreuk "Hitte vercoelt", ont­ stond rond 1510, waarschijnlijk als opvolger van de St.-Annagezellen. In 1515 werd ze officieel erkend als kamer. De leden luisterden aanvankelijk de pro­ cessies op met bijbel­ mm se toneelspelen en lil straatversieringen. m ■Ü Wu WILLEM «unr-oww;;;:^ Stilaan voegden ze &ONIKC DE» HKDEMJuNDCI, PRISS VÂR . / * ook wereldlijke stukken W f ORAÏUE -KAS&MT, C|OOfT • HERTOG T*H , aan hun repertoire toe unŒswmc, **.*t£ Ë i | , .M i en speelden een be­ langrijke rol in het cul­ turele leven van de ■mm Ètjfesr/j-.m • stad. Na de Franse m revolutie werd de k /yV/.éAy^. Roode Roos een "so­ ,$000$4f£r# ,V 1 m ciété d'art dramatique" : j & z ^ YYW-S" g p j| j | " en verlegden de erfge­ 's y -fp -r’t Jz? $ ,m namen van de rederij­ kers hun activiteiten Y ’ÿ ’- s s 'C * s rs s - K /s fY Y /rs * S Y A y* s' . van het toneel naar de muziek. In 1820 kre­ M l i j gen ze van Willem I de S:i*SS- ?3 titel "koninklijke maat­ - J&<0***. ■* • v schappij". In de 19® I | u:y A eeuw kozen ze het liberale kamp in de stadspolitiek. Na de Broederschap van OLV Virga Jesse, die \isiÉnkaAH ontstond in 1314, is de IfV 4 * fff £ Roode Roos de oudste nog bestaande vereni­ ■p?ging in Hasselt. ' ...v. ■*.

...

v.-. ■

Oorkonde uitgevaardigd door Willem 1,1820 - inv. nr. 91.B.072

3


O orsprong en gebruik van de ster De Roode Roos had van de 16® tot de 18® eeuw het voorrecht om tijdens de jaarlijkse vrijmarkt of neumerck van september boven de Grote Markt een ster uit te hangen aan een koord die tussen twee huizen gespannen was. In 1580 werd, volgens de stadsrekeningen, zes Brabantse stuivers betaald aan Jaspart de schilder "van der sterre van bleeck te maken dye men opten merckt uythangt". In de rekeningen van 1627 vinden we de vermelding "aen de gesellen van Rhetorica van een nieu coperen stene te doen maken ende vergulden...III g. 15 st.". De ster die tot heden bewaard gebleven is, draagt het jaartal 1627 en ze ver­ ving dus een eerder exemplaar van blik. In sommige publicaties leest men wel eens dat het uithangen van de ster door de rederijkers betekende dat het ker­ mis was en dat de Roode Roos een toneelstuk opvoerde. Maar wat is hier oor­ zaak en wat gevolg? De vrijmarkt in september, die volgens J. Lyna 14 dagen duurde, viel samen met de kermis en bij die gelegenheid voerden de rederijkers een toneelstuk op. Samen met de ster werd op de toren van de St.-Quintinuskerk ook een vlag gehesen. Er waren in Hasselt nog twee andere vrijmarkten, nl. op de dinsdag voor het feest van St.-Jan in december en op de dinsdag voor vastenavond (vette dinsdag). We weten niet wanneer op die dagen de vrijmarkt begon, maar wel hoe laat de verkoop moest stopgezet worden. In het verslag van een gerechtelijk onderzoek uit 1663 staat "...dat die sterre van den vryenmerckt naer elff ure is niedergelacht, die vlagge op den toren van Sint Quintens inge­ trokken, den vryenmerckt also cesserende..." De oudste vermelding van het gebruik dateert van 1569. In dat jaar betaalde de stad aan de Roode Roos 3,5 stuivers "...meede totter sterren te hanghen op nieuwe merck.". Vanaf het begin van de 17® eeuw is er vrijwel jaarlijks een uitgave ingeschreven voor het uithangen van de ster: de rederijkers kregen er telkens een vat bier voor. Het privilege bestond zeker nog in 1735, want in dat jaar kreeg de Roode Roos 3 gulden "pour prendre l'étoile désignant la franchi­ se du marché à la dédicace de l'église". Met al deze gegevens is echter nog niet verklaard waarom het stadsbestuur de bevoegdheid voor het openen en sluiten van de vrijmarkt toevertrouwde aan een toneelvereniging. Daarvoor is het nodig na te gaan wat een vrijmarkt was en aan te tonen dat rederijkerskamer een gewapende kamer was die soms politiebevoegdheid had.

D e V rijmarkt Vrijmarkten bestonden sinds de middeleeuwen in alle steden en hun voor­ naamste kenmerk was dat de kooplieden op die dagen een soort immuniteit

4


genoten. Ze moesten dan geen tolrechten betalen en kleine delicten of discus­ sies over betalingen werden geregeld door een speciale marktpolitie. Zo ver­ nemen we uit een proces in 1680 dat de genaamde Mottaers protest aante­ kende tegen zijn arrestatie in Brustem, wegens schulden die hij in Ordingen gemaakt had. Hij was echter op thuisreis van de vrijmarkt in Hasselt en mocht dus door het gerecht niet verontrust worden. De organisatie van de bijzondere marktpolitie verschilde van plaats tot plaats. In grotere steden zoals Luik werden er speciale commissarissen voor aange­ steld, in de kleinere Loonse steden deden de burgemeesters een beroep op de schuttersgilden. Het gebeurde vaker dat de schuttersgilden ter hulp geroepen werden om "...quaetwillighe ende moetwillighe te helpen apprehenderen" of in het algemeen wanneer de orde en de rust in de stad op het spel stonden. Dat leidde ook wel tot misbruiken want uit een document uit 1682 blijkt dat de kloveniersgilde van Hasselt zich het recht wilde toeëigenen om op te treden als beroepshof bij geschillen tussen de gilden onderling en als rechtbank bij con­ flicten van burgers met een gilde.

D e R oode Roos als gewapende kamer Voor hun verdediging deden de steden een beroep op gewapende vrijwilligers, die gegroepeerd waren in schutterskamers. In Hasselt kennen we zo tussen 1418 en 1794 o.m. de kamers van St.-Catharina, St.-Sebastiaan, St.-Joris en St.-Quintinus, de Gezworen Schutters, de Gezworen Haakbusschieters, de Voetboogkamer, de Grote Kamer, de Jonkmanskamer en de Roode Roos. Tot aan de Franse revolutie vinden we in de archieven en de stadsrekeningen zeer veel vermeldingen waaruit blijkt dat de rederijkers geregeld wapens droegen. Enkele voorbeelden: In 1617 won rederijker Renier Co(e)mans de derde prijs voor uitspraak op een toneeltornooi in 's Hertogenbosch. Bij zijn thuiskomst werd hij door de andere ledeh van De Roode Roos, de burgemeesters en een groep burgers feestelijk ingehaald: "...met trommel en vligende vendel met hun volle gheweer tegen gecomen tot by Sonhoven ende Willem Toeten heeft wel een ure op die doe­ ken gespeelt. " Bouwmeester Peter Joris schrijft in de stadsrekeningen van 1623: "Betaelt aen de Camer van Rhetorica van dat sy met geweyr syn metgegaen in de heyde, doen Jacques geexecuteert wurde, voer een aeme biers, luyt cedule VIII g. VI s t..." In 1717 en in 1718 betaalde de stad het kruitpoeder van de Roode Roos en in een ordonnantie van 1789 staat: "Den raadt der stad Hasselt ordonneren aen de vier capitains der 4 camers deser stadt, te weten Groote Camer, Voethoge, Rhetorica en Handboge van te zorgen datter te beginnen op heden en dan wederom van Zondagh aenstaende tot des Vrydaghs smorgens behoorelyck wacht binnen dese stadt en principalyck des nachts gehouden word. "

5


B esluit De Roode Roos had het voorrecht een ster uit te hangen op de Grote Markt, ter gelegenheid van de vrijmarkt, omdat ze dan daar een toneelstuk opvoerde en als gewapende kamer aanspraak mocht maken op een beperkte politiebevoegdheid op die plaats. Dit privilege hadden ook de andere gewapende ka­ mers op andere plaatsen en tijdstippen. Volgens J. Lyna is deze bevoegdheid nooit uitdrukkelijk verleend, maar steunde ze op een traditie. Daarom heeft dit voorrecht slechts een symbolische betekenis. Dat een ster als zinnebeeld werd gebruikt, zo schrijft hij, ligt beslist in de lijn van de dichterlijke verbeelding van de toenmalige rederijkers. Zij is een zinspeling op het vrijgeleide vergund aan de kooplieden die de markt bezochten en een herinnering aan de ster die de drie koningen naar het stalletje van Betlehem bracht.

6


Geraadpleegde werken

C. De Baere en J. Gessler, De Roode Roos, Geschiedenis der Hasseltsche rederijkerskamer, in Limburgsche Bijdragen, IX, Hasselt,1911, pg. 21-132. M. Ilsen, 5 0 0 ja a r rederijkers in Hasselt, Hasselt, 2000. J. Lyna, De S ter van de Rederijkerskamer, in Verzamelde Opstellen, 11, Hasselt, 1933, pg. 284-292. W. Roggen, D e schilderskamers en de Jonkmanskamer van Hasselt, Hasselt, 1995.

7


april 2000

copyright:

tekst:

Michel ILSEN

foto’s:

Stedelijke fotodienst

STEDELIJK MUSEUM STELLINGWERFF-WAERDENHOF Maastrichterstraat 85, 3500 Hasselt tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98

in dezelfde reeks verschenen: 1991

1996

I . Olieverfportret M .-H . van Beieren, 2de h. 17de eeuw; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17de - b. 18de eeuw; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en 1914; 4. Blazoen rederijkers­ kamer 'D e Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschil­ derij W eek-end', L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliek-ostensorium, F. Jans Burduin Gent 8> I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverf-schilderij 'De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863; 9 . Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Has­ selt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

52. Olieverfschilderij "Zegening van boerenkrijgers op de Grote M arkt”, 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierioz Hasselt 1920", Hasselt' 55. Groepsportret "Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld", 1709, olie op paneel; 56. Belaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. Refledoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederid, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Au­ guste Levesque, 1867; 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974).

1992

1997

11. Schilderij 'De Grote Man', F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.L.-V. Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19de eeuw; 14. Kaart Midden-en ZuidLimburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij 'Het bos', D jef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. 'reukappel'-Virga-Jessebeeld, e. 16de - b. 17de eeuw; 2 1. Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17de eeuw.

6 2. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M .G . Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17de eeuw, Henricus Hondius (1597-1651); 64. Lithografie 'Oude halte Lulkersteenweg’, 1860, Chartes Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (*1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstrade werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 6 9. 'Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (*1945); 71. Beeld '0.-L.-Vrouw met Kind', 1530-1540, Meester van Oostham.

1993 2 2. Liturgische gewaden St-V edastu s Hoepertingen, 1ste h. 16de eeuw; 23. Mirakelprent H. Sacram ent Herkenrode, H asselt P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen "Den Soeten Naem e Jezus", 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (*1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of "monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Has­ selt naar R em ad e Le Loup, 18de eeuw, kopergravure; 30. Beeld "Heilige Cecilia", 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. V ander Locht, Hasselt, 1669.

1994 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache 'D e Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent 0 .-L .-V . Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. H et H asseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho "Heusden 2", uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 4 0 . Ontwerp voor "Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G.Guffëns (1823-1901); 4 1. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht Kermt, 7 augustus 1831', A. von Geusau, 1835.

1995 42. Gevelplaat 'Veloce-C lub hasseltois 'Utile * Duld' - 2 mai 1892"; 4 3. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op sterfbed, 17de eeuw; 44. Acryls van Ray Remans, 1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 4 6. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken; 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof 48. Schilderij "Ijzel en mist", D jef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen "Hasseltse watermolens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto "Jongeman met badmuts”, gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Ant­ werpen.

1998 7 2. ‘Panorama van Hasselt’, Steven Wilsens (“1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. D e Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & ‘Hasseltse spe­ culaas’; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden’ , 1985, Si­ mone Reynders ( “1924); 77. Schilderij "Herfst - kasteel Henegauw", 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst “Ooriogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918", nL gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij ‘Veldslag in een korenveld’ , 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 81. Litho’s H asselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (“1921); 82. H et huis Stellingwerff (19de eeuw)-Waerdenhof (17de eeuw); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd in de Philipsfabriek in Has­ selt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca. 1200); 8 5. Céram iques Décoratives de H asselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register ‘ Co(e)mans’ , handschrift, 1611; 89. Stan­ daard voor de ‘ Maatschappij Minerva’ , 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 90. Schilderij “Portret van Dr. L. Willems (1822-1907), 1878, Godfried Guftens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.