KIK 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000

Page 1

Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000 hoekbeslag

1997.0003

vorken

1996.0008-0011

Arnold Frederici (1657-1726);

Meester met gekroonde V (2e helft 18e E.);

kelk en lepeltje

schaar met ketting en gordel haak

1996.0002

Joseph Sax (1816-1879);

2000.0090

ceremoniestaf 2000.0097 Leonard Philippen (1832-1912);

Peter Jan Willers (1762-vóór 1830) en Arnold Dirix (1749-1807);

suikerschaal

suikertang

1998.0029

Arnold (II) Cleersnijders (1707-1783);

vorken

2000.0096

Arnold (II) Cleersnijders (1707-1783);

1996.0012

Jacques Vinckenbosch (1798-1876);

koffielepels

1996.0017-0020

Jan Leonard Philippen (1832-1912);

lepels en vorken

1996.0021-0030

Jan Leonard Philippen (1832-1912).



Recente aanwinsten Hasselts zilver Elk museum dat zich respecteert hoopt dat een tentoonstelling als tijdelijk project ook blijvende resultaten oplevert. Aan de ene kant wordt verwacht dat het thema van de expositie blijvend zal inspireren tot onderzoek; anderzijds wordt gehoopt dat een tijdelijke tentoonstelling ook leidt tot permanente aanwinsten voor de museumcollectie. De tentoonstelling Hasselts zilver (1996) heeft naderhand deze dubbele doelstelling kunnen inlossen. Het opzet van deze bijdrage is het in kaart brengen van de nieuwe aanwinsten Hasselts zilver in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof. Aanvullend worden enkele belangrijke stukken, die pas na de tentoonstelling opgedoken zijn, summier beschreven.

Hasselts zilver: onderzoeksmethodiek De tentoonstelling Hasselts zilver die in 1996, naar aanleiding van de Virga-Jessefeesten plaats­ vond, was het resultaat van ruim vier jaar onderzoek door een team van specialisten. Als vertrek­ basis waren er enkele namen van edelsmeden en enkele stukken die reeds geïdentificeerd waren als Hasselts fabrikaat. Bovendien was er de hoop dat een deel van het nog niet bestudeerd edelsmeedwerk in kerken uit de stad en omgeving van lokale makelij zou kunnen zijn. Deze intrige­ rende vraag kon slechts beantwoord worden via een zorgvuldig uitgewerkte onderzoeksstrategie. Aan de ene kant werd het archief van het Hasseltse smedenambacht doorgenomen op zoek naar namen van edelsmeden; anderzijds werden kerkrekeningen systematisch overlo­ pen op zoek naar betalingen aan Hasseltse edelsmeden. Parallel hiermee werd kerkelijk zilver in sacristieën onderzocht. Op die wijze kon archief en object met elkaar geconfron­ teerd worden. Als er bijvoorbeeld in een kerk­ rekening sprake was van een betaling voor een kelk aan Henricus Frederici en er in de kerk­ schat een kelk bewaard werd uit dezelfde pe­ riode met meestermerk HF, lag de conclusie voor de hand dat HF het merk is van de zilver­ smid die reeds via andere archiefbronnen als Hasselaar bekend was. In uitbreiding kan men elk stuk met vergelijkbare merken uit dit tijds­ gewricht aan deze edelsmid toewijzen. Dit geldt zowel voor kerkelijk als voor schutterzilver, die beide meestal in de regio van ont­ ÈÊÊÊ^ . staan gebleven zijn, maar ook voor burgerlijk edelmetaal dat vaak zeer verspreid is. Deze laatste categorie kon opgespoord worden bij 1 l ... afstammelingen van traditierijke Hasseltse fa­ milies. Niet zelden was een wapenschild van een Hasselts geslacht de sleutel tot de iden­ tificatie.

I*

o © o !< e n »

Detail van insculpatieplaat ‘Hasselt 1795-1809, (Département 62)’


Het onderzoek naar zilver vanaf de Franse tijd was in die zin anders dat er kon vertrokken worden van de voor deze periode bewaarde insculpatieplaten. Hierop diende de zilversmid bij registratie zijn merken in te slaan. De insculpatieplaten zijn kapitale bronnen omdat ze niet enkel naam en merk met elkaar verbinden, maar deze ook plaatsen in een relatief chronologisch verband. Bij het geduldig zoeken bleek deze gecombineerde methodiek vruchten af te werpen. In totaal konden een zeventigtal Hasseltse edelsmeden, gespreid over zes eeuwen, in kaart gebracht wor­ den, samen goed voor ongeveer driehonderd geï nventariseerde stukken.

Hasselts zilver in kort bestek De geschiedenis van de edelsmeedkunst in Hasselt kan ingedeeld worden in vier hoofdstukken. Van de oudste zilversmeden zijn er geen stukken bewaard, zodat het eer­ ste tijdvak bijna integraal steunt op archiefbronnen. Deze periode loopt van de vroege 15® eeuw tot aan het eerste kwart van de 17® eeuw. Hendrik van Tongeren de Jonge (+1449) is de oudst bij naam bekende edelsmid: zijn naam laat vermoeden dat hij een ingeweken Hasselaar is die verwant is aan Tongerse edelsmeden; zijn prachtige graf­ steen in de Geelse Sint-Dymphnakerk is een weerspie­ geling van onmiskenbare welstand. Na hem volgen een vijftiental “papieren” edelsmeden, waarvan geweten is dat ze lid waren van het smedenambacht en/of dat ze be­ paalde opdrachten dienden uit te voeren.

n n i n w i uu, u u mi

Met de enigmatische Meester met de drie sterren (actief voor 1623 en na 1640) begint een tweede periode waarbij de bewaarde stukken een fraai beeld geven van de kwaliteit van het traditionele kunstambacht tijdens het Ancien Régime in één van de voornaamste goede steden van het prins­ bisdom Luik. De genoemde meester wordt met een noodnaam omschreven die naar zijn merk verwijst, bij gebrek aan een sluitende identificatie. In zijn oeuvre sloeg hij de brug van de late gotiek naar de renaissance. Al in de volgende generatie wordt de overgang van renaissance naar barok duidelijk afleesbaar. De stukken uit de tweede helft van de 17® en de 18® eeuw illustreren aan de ene kant dat er een sterk aanbod was van hoogwaardige edelsmeedkunst dat in zijn beste uitingen de Luikse kwaliteit wist te benaderen en aan de andere kant dat er in het Hasseltse duidelijk vraag was naar deze producten. Van de opdrachten die kerken en kloosters, maar allicht nog meer de kapitaalkrachtige burgerij gaven, konden doorlopend twee tot drie edelsmeden goed leven. In de 17® eeuw waren Gillis Goetsbloets en Steven van der Locht de meest prominente edelsmeden. Na hen werd de Hasseltse markt bijna een eeuw gedomineerd door drie generaties van de familie Frederici. Enkel van de uit Luik teruggekeerde Arnold (II) Cleersnijders (midden 18® eeuw) en Arnold Dirix (einde 18® eeuw) is een vergelijkbaar oeuvre in kwaliteit en omvang bewaard gebleven. De groei van de Hasseltse bevolking in de 19® eeuw had geen parallelle uitbreiding van het aantal edelsmeden tot gevolg. Hiervoor waren er verschillende redenen. Op de eerste plaats waren een aantal burgerlijke objecten die traditioneel in zilver aangeboden werden (koffiekannen, theepotten, suikerstrooiers, mosterdpotten ...) nu ook in porselein of kristal verkrijgbaar. Een tweede belangrijker reden ligt in het feit dat er als maar vaker zilver gei'mporteerd werd, vooral uit Duitsland. Aan­ vankelijk werden onderdelen, zoals applieken met religieuze symbolen of voorstellingen, inge­ voerd, later zelfs hele stukken. Toen de verplichte keuring te België in 1868 afgeschaft werd om de concurrentiepositie van het inlands fabrikaat, dat aan hogere zilverstandaarden diende te beant-


woorden, te versterken, was het eigenlijk al te laat. De lokale productie in Hasselt zakte dan ook tot een historisch dieptepunt. Van de zeven edelsmeden die volgens de insculpatieplaat gelijktijdig actief moeten geweest zijn rond 1840, was Jacques Vinckenbosch de enige die een volwaardige en gedifferentieerde productie heeft nagelaten. In de 2ehelft van de 19e eeuw was er een vergelijk­ bare dominantie van zijn opvolger Leonard Philippen, die bij de familie Vinckenbosch ingetrouwd was. Sinds een klein decennium wordt er opnieuw ambachtelijk zilver in Hasselt vervaardigd. Bovendien is er sinds 1993 aan het Departement Beeldende Kunst van de Provinciale Hogeschool Limburg een opleiding tot juwelenontwerper-edelsmid. De toekomst lijkt dus verzekerd, zeker sinds er in 1996 een nieuw stadsmerk en een insculpatieplaat in gebruik genomen werden. Nochtans blijkt dat het aanbod van potentieel edelsmeedwerk niet automatisch leidt tot een significant gestegen vraag: Hasselts zilver blijft dan ook een accidenteel, zij het hoogwaardig, verschijnsel.

Vanuit de historische vaststelling dat er in Hasselt, op één uitzondering na, nooit een stadsmerk geweest is, groeide de idee dit gemis op hedendaagse wijze in te vullen. Dit leidde tot de creatie van een eigen­ tijds en vooralsnog informeel Hasselts merkteken. Hedwig Pauwels verenigt twee elementen in één ver­ band: de letter H voor Hasselt en een hazelnoot; dit verwijst naar de etymologie van Hasselt ( ‘hazelaren­ bos’), zoals die ook in het stadswapen voorkomt. Het nieuwe merk houdt geen technische of kwalita­ tieve keuring in, maar wil een bijdrage leveren tot de herkenbaarheid van hedendaags zilver uit Hasselt.


Recente aanwinsten Hasselts zilver in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof De verwerving van Hasselts zilver is in de beleidsnota van het MSW ingeschreven als een priori­ teit, samen met keramiek. Dit heeft er toe geleid dat sinds 1996 verschillende stukken verworven zijn, hetzij door aankoop van de Stad of van de vzw, hetzij door schenking of permanente bruik­ leen. In de hiernavolgende beknopte inventaris worden de stukken geordend volgens soort; binnen de categorieën kerkelijk en burgerlijk zilver wordt een chronologische volgorde gehanteerd. Indien het stuk in kwestie reeds gepubliceerd is in Hasselts Zilver (HZ) wordt er naar verwezen en wordt de beschrijving grotendeels overgenomen; de andere objecten waren op het moment van de tentoonstelling nog onbekend.

1. k e rk e lijk z ilv e r 1.1. Boekbeslag van Arnold Frederici (1657-1726), inv. nr. 1997.0003, HZ 27.1 h. 40 cm, br. 28,5 cm viermaal meestermerk F, talrijke proefsteken Zilverbeslag, herbruikt op rode fluwelen band van een missaal uit 1847, bestaande uit twee sluitstukken, vier hoekstukken en een centrale cartouche op elk plat. Op de sluitstukken voorstellingen van de evan­ gelisten met hun symbolen, twee engelen en twee arenden; op de centrale cartouche van het voorplat een verrezen Christus en op het achterplat Onze-Lieve-Vrouw; op de hoekstukken de vier kerkvaders; hoekstukken van het voorplat een bisschop (Augustinus), een baar­ dige monnik (Hiëronimus) en twee cherubs, op die van het achterplat een paus (Gregorius), een bisschop (Ambrosius) en eveneens twee cherubs. Op de binnenzijde van het bovenste sluitstuk het gegraveerde jaartal 1741. Dit jaartal is waarschijnlijk later aangebracht, want Arnold Frederici overleed in 1726. Boekbanden gaan vaak langer mee dan de soms als tijdsgebonden beschouwde inhoud; daarom is een dergelijke herbruikte band geen uitzondering. Permanente bruikleen kerkfabriek Sint-Quintinus en Onze-Lieve-Vrouw, Hasselt

1.2. Kelk en lepeltje van Joseph Sax (1816-1879), inv. nr. 1996.0002, HZ 63.3 h. 28 cm, 0 voet 15,1 cm, 0 cuppa 9,7 cm; lepeltje I. 8,3 cm meestermerk JS, Janus; (lepeltje) gehaltemerk 900 Op de voet reliëfvoorstellingen van een Calvarie, Voetwassing en Kruis­ val, waartussen druiventrossen; vaasvormige nodus met bolplooien en bladversiering; op de cuppa drie medaillons met Calvarie, OnzeLieve-Vrouw en Sint-Jozef, waartussen korenaren en wijnranken; deels verguld. De dubbele aanwezigheid van een calvarie wijst er op dat hier met de iconografie van de vermoedelijk uit Duitsland ingevoerde applieken niet zorgvuldig omgegaan is. Permanente bruikleen kerkfabriek H. Hart, Hasselt


1.3. Ceremoniestaf, zgn. herderschupje, 1905 van Leonard Philippen (1832-1912), inv.nr. 2000.0097 Inscriptie: Aan den E.H. I.C. Willems ingehuldigd als pastoor van Genck den 14 November 1905 C.C. h. 17 cm, br. 8,1 cm meestermerk LP 1®variant, gehaltemerk 800 MIL Dit pas sinds vorig jaar bekende object is het tweede herderschupje met identieke vorm uit het atelier van Leonard Philippen. Genk was als kleine landelijke gemeente in de vroege 20® eeuw nog geen dekenij. Constantijn Willems (1867-1948) was priester gewijd in 1892. Aankoop

2. b u rg e rlijk z ilv e r

2.1. Suikerschaal van Arnold (II) Cleersnijders (1707-1783), inv. nr. 1998.0029, HZ 38.16 h. 18 cm, 0 voet 9,1 cm, 14,7 cm meestermerk AC 1® variant, proefsteken Gekartelde standring waarop een hoge, getorste voetwelving. Eveneens getorst suikerbakje waaruit een veelvuldig ingesnoerde stam vertrekt; halverwege een schijfvormige houder voor zes le­ peltjes in de vorm van een zespuntige ster. Getopt met een zittend hondje. Cleersnijders gebruikte twee technieken bij de vervaardiging van dit fraaie object: de schaal met voet is handmatig met de hamer gedreven uit een zilveren plaat. De bekroning is een gietstukje dat vermoedelijk eerder aangekocht is dan zelf gefabriceerd. Een ver­ gelijkbaar, maar niet identiek hondje komt voor op een theepot van tijdgenoot Hendrik Frederici (HZ, 43.24). Permanente bruikleen privé-verzameling

2.2. Vorken (6) van Arnold (II) Cleersnijders (1707-1783), inv. nr. 2000.0096, HZ 38.22 I. 19,5 cm meestermerk AC 16 variant, proefsteek Slechts drie van de zes identieke vorken zijn gemerkt. Op het steeleinde staan de gegraveerde initialen I.MU. Aankoop


2.3. Vorken (4) van de Meester met gekroonde V (2e helft 18e eeuw), inv. nr. 1996.0008 t.e.m. 0011, HZ 42.1 1.19,2 cm meestermerk V, proefsteek Op het steeluiteinde een asymmetrisch de­ coratief motief met eigenaarsinitiaal S ge­ kroond; de S is gevat in een cartouche die gelezen kan worden als een ligatuur van L en D. De asymmetrische versiering verwijst naar een milde vorm van rococo. Schenking mevrouw Yvette D’Haeseleer, Brussel

2.4. Schaar met ketting en gordelhaak van Peter Jan W illers (1762-vóór 1830) en Arnold D irix (1749-1807), inv. nr. 2000.0090, HZ 47.8 en 52.1 gordelhaak: I. 6,2 cm, br. 2,2 cm, meestermerk AD schaar: 1.14 cm, br. 5 cm, I. ketting 58 cm, meestermerk PW De eigenaarsinitialen VB verwijzen naar Valérie Briers. Vermoedelijk verwierf zij eerst de bladvormige gesp waarvan de rocaille-versieringen ook een wat vroe­ gere datering bevestigen. Het behoorde tot de pronkdracht van gegoede dames in die periode, niet in het minst in Ne­ derland, om aan de rokband een haak met zilveren naaigerief te dragen. Aan eenzelfde haak kon er naargelang de gelegenheid een ander stuk gehangen worden. Vermoedelijk kocht of kreeg Valérie Briers later een schaartje van bij een ander Hasselts zilversmid. Mede door het toeval zijn deze twee onderdelen samen bewaard gebleven. Aankoop

2.5. Suikertang van Jacques Vinckenbosch (1798-1876), inv. nr. 1996.0012, HZ 58.81 I. 18 cm meestermerk J V 1®variant, keurmerken Minverva en Janus De suikertang is een typisch 19®' eeuws object dat verbonden is met de opkomst van suiker in blokvorm. Twee benen in neobarok drijfwerk met cen­ traal cabochons en eindigend in ge­ stileerde leeuwenpoten. De greep is getopt met een eikel. Schenking vzw S tedelijk Museum Stellingwerff- Waerdenhof


2.6. Koffielepels (4) van Jan Leonard Philippen (1832-1912), inv. nr. 1996.0017-0020, HZ 66.73 1.15.5 cm meestermerk P 1e variant, gehaltemerk 800 Schenking de heer J e f Arras, Hasselt

2.7. Lepels (5) en vorken (5) van Jan Leonard Philippen (1832-1912), inv. nr. 1996.0021 -0030, HZ 66.74 lepel I. 22.2 cm, vork I. 21.7 cm meestermerk P 1® variant, gehaltemerk A800

A A

Schenking de heer J e f Arras, Hasselt

Excursus: drie recent ontdekte stukken Hasselts zilver

1. Schotel van A rnold Frederici (1657-1726) 0 35,5 cm meestermerk F, stadskeurmerk hazelaar Dit recent opgedoken stuk is de derde vierseizoenenschotel uit het atelier van Arnold Frederici. De naam verwijst naar de vier gezichten in de rijke vegetale om­ lijsting die door de verschillende haarversiering sym­ bool staan voor de vier seizoenen. Het is een typisch Luiks product dat blijkbaar ook in Hasselt, o.a. als hu­ welijksgeschenk, voorkwam. Net zoals bij de twee reeds bekende stukken (HZ 27.7 en 27.8) is er cen­ traal een wapenschild gegraveerd, o.a. verwijzend naar de familie Caproens. Paleis voor Schone Kunsten. Veilingscatalogus, Brus­ sel, ju n i 1999, p. 109, nr. 645.


2. Suikerstaander toegeschreven aan Jan Frans (1716- na 1765) of Godfried Vos (17201803) h. 16 cm, 0 schotel 15,5 cm, 0 kom 10,5 cm meestermerk gekroonde V (2x) Sterckshof-Zilvercentrum, legaat Lunden, 1975, nr. 17

Deze elegante suikerstaander was reeds langer bekend, maar kon pas na de tentoonstelling Hasselts zilver toegeschreven worden aan één van de broers Vos die in de tweede helft van de 18® eeuw in Hasselt actief waren.

L. DE REN, A.-M. CLAESSENS - PERE en W. NYS, De Zilvercollectie - The Silver Collection (Sterckshof Studies, 9), Antwerpen - Deurne, 1997, p. 263, nr. 216

3. Sauskommen, toegescheven aan Arnold A ugustijn Geerts (1754-1796) geen afmetingen bekend meestermerk AG Als de identificatie bevestigd kan worden, is dit fraaie stel het enige bekende koppel saus­ kommen van Hasseltse makelij. De hoekige oren verwijzen reeds naar de Lodewijk XVI stijl van het laatste kwart van de 18® eeuw.

A fgeheeld in de catalogus van de Antiek­ beurs te Brussel, 2000, z.p., stand van Philippe d ’Arschot, Brussel

Besluit Hasselts zilver is een verhaal zonder einde. Elk nieuw ontdekt stuk draagt bij tot de reconstructie van een tot voor kort nauwelijks bekende geschiedenis. Als het Stedelijk Museum StellingwerffWaerdenhof er dan nog in slaagt om bij tijd en wijl stukken te verwerven, kan het verhaal, dankzij dat groeiende gemeenschapsbezit, schitterender dan ooit verteld worden.


C h r o n o lo g is c h o v e r z ic h t H a s s e lts e z ilv e r s m e d e n : 1. Hendrik van TONGEREN (+1449) 2. Willem N... (tweede helft 15® eeuw) 3. Wouter van ELSRACK (einde 15® eeuw) 4. Collaer d e CHAWEHEIT (eerste helft 16® eeuw) 5. Jan van der MOELEN (tw eede kwart 16® eeuw) 6. Willem SLOETS (eerste helft 16® eeuw) 7. Servaas van den BOSCH (m idden 16® eeuw) 8. Hendrik HECKERS (m idden 16® eeuw) 9. Geert N... (derde kwart 16® eeuw) 10. Jan (I) van RYCKEL (vóór 1576-na 1629) 11. Jordaan JOUPE (einde 16® eeuw) 12. Arnold van ELSRACK (+1623) 13. Gérard MUNTERS (+1627) 14. Willem Peters MASSON (eerste kwart 17® eeuw) 15. Hendrik van ERCKENTEEL (1581 -na 1628) 16. Meester m e t d e drie sterren (vóór 1623-na 1640) 17. Ariaan van RIJCKEL (+vóór 1666) 18. Peter van RIJCKEL (+ vóór 1666) 19. Jan (II) van RIJCKEL (+1663) 20. Niklaas (II) SIGERS (1603-1655) 21. Gillis GOETSBLOETS (1612-1678) 22. Jan (III) van RIJCKEL (1613-1681 ) 23. Steven van der LOCHT (ca. 1625-1675) 24. Gérard MATHYS (1629-na 1695) 25. Niklaas (III) SIGERS (1636-1675) 26. Arnold GOETSBLOETS (1644-vóór 1703) 27. Arnold FREDERICI (1657-1726) 28. Hendrik GOETSBLOETS (1661 -na 1718) 29. Arnold Christiaan JANSSENS (1671-1739) 30. Arnold MATHYS (1671-1748/9) 31. Arnold (I) CLEERSNIJDERS (1682-vóór 1740) 32. Mathys van UYTRECHT (1684-1730) 33. Frans Niklaas SIGERS (°1687)

34. Arnold VOSKENS (ca. 1690-1745) 35. Meester AV in spiegelbeeld (eerste kwart 18® eeuw) 36. Jan Frans FREDERICI (1695-1741 ) 37. Meester m e t gekroonde H (+ n a 1756) 38. Arnold (II) CLEERSNIJDERS (1707-1783) 39. Jan Frans ORBAN (+1748) 40. Jan Frans VOS (1716-na 1765) 41. Godfried VOS (1720-1803) 42. Meester gekroonde V (tw eede helft 18® eeuw) 43. Hendrik Arnold FREDERICI (1722-1786) 44. Tossanus DIRIX (1728-1784) 45. Ludovicus PUP (1741 -1804) 46. Willem Frans LEEMANS (1746-1820) 47. Arnold DIRIX (1749-1807) 48. Arnold Augustijn GEERTS (1754-1769) 49. Jan Ja co b DIRIX (1760-1823) 50. Jan van der TRUYF (einde 18® eeuw) 51. Meester PV (einde 18® eeuw) 52. Peter Jan WILLERS (1762-vóór 1830) 53. Arnold Jan HUYSMANS (1767-1839) 54. Jan Arnold GEERTS (1768-1817) 55. Jan Ja co b GRAULS (ca. 1771-1837) 56. Jean Séraphin JANS (1775-1857) 57. Niklaas MAES (1786-1838) 58. Jacques VINCKENBOSCH (1798-1876) 59. Henri Augustin COX (1803-1845) 60. Henri GILLIS (1804-1878) 61. Frédéric THOELEN (1813-1878) 62. Alphonse DOIGNY (1816-1883) 63. Joseph SAX (1816-1879) 64. Henri Corneille GILISSEN (1821 -1889) 65. Joseph HAMOIR (1825-1877) 66. Leonard PHILIPPEN (1832-1912)


tekst: foto's:

Jo Rombouts Stedelijke Fotodienst

copyright:

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98

In dezelfde reeks verschenen:

1991 1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 B en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer ‘De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliek-ostensorium, m F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 • 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markt, J.N. Grauls, 1863; | 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaart-landschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 11. Schilderij 'De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandbiusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’- Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij ‘O.-L-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen “Den Soeten Naeme Jezus’ , 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of ‘ monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos. Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld 'Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho ’ Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor ‘ Overhandiging...’ muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 42. Gevelplaat “Veloce-Club hasseltois 'Utile * Duld’ - 2 mai 1892'; 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans, 1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij ‘ Ijzel en mist” , Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen ‘ Hasseltse water-molens, 1893/94”, Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto 'Jongeman met badmuts”, gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996 52. Olieverfschilderij ‘ Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt” , 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54. Vaandel ‘ Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920” , Hasselt; 55. Groepsportret ‘ Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld” , 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974).

1997 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64. Lithografie 'Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Pauie Nolens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Deri Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (16511716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine' & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beek) ‘O.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 72. ‘Panorama van Hasselt’, Steven Wilsens (°1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas’; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij “Herfst - kasteel Henegauw’ , 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst ‘ Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918', nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij ‘ Veldslag in een korenveld', 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 81. Litho’s Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register ‘ Co(e)mans’ , handschrift, 1611; 89. Standaard voor de ‘ Maatschappij Minerva', 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 90. Schilderij “P ortret van Dr. L W illem s0 (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type lil, 1985; 92. Zespuntige "Ster0 van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “G ezicht op de Leopoldplaats’, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analem m atische zonnew ijzer0 in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)", 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotei “Irissen”, ca. 1896-1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique", 1858.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.