KIK 101. Uithangteken ‘Tabakskarot’

Page 1

Uithangteken “TABAKSKAROT” metaal; h. 125 cm; schenking mevr. Simone Carlier-Nolens, februari 1984; inv. nr. 1984.0003.


tabaksmanok

uithangbord “Aux deux nègres”, inv. nr. 1979.0223


Binnen de collectie uithangtekens van dit museum bevindt zich het uithangteken “De karot” afkomstig van de winkel in tabak, koloniale waren, wijn en likeuren van de familie Nolens. Het uithangteken is in metaal vervaardigd en heeft de vorm van twee kegels met gemeen­ schappelijke basis en tegenover elkaar staande toppen. Rondom de kegels lopen twaalf evenwijdige ringen in reliëf. De kegels zijn rood geverfd, de ringen geelgoud. Bovenaan staat een bol, goud geschilderd. Er zijn geen merktekens of sporen van de maker van het voorwerp. Dit uithangteken heeft een typische vorm die vaak voor tabakswinkels werd gebruikt. De naam karot is afkomstig uit het Frans maar heeft wei­ nig met de groente wortel te maken. Oorspronkelijk werden vooral in Frankrijk twee tabaksmanokken, een bundeling van 20 tabaksbladeren klaar voor verwerking, aan een tabakswinkel tegen elkaar aan als blik­ vanger buiten gehangen. Later werd deze gewoonte veruitwendigd in een meer gestileerd uithangteken, vaak in hout maar ook in andere ma­ terialen zoals de voorgestelde karot die volledig in metaal is vervaar­ digd. De karot werd zo, naast de Moriaan of neger, het symbool voor tabak. Vaak werd de karot versierd met twee gekruiste pijpen en twee speelkaarten. Daar zijn voorbeelden van gekend in andere collecties1, zoals er hiernaast één afgebeeld is . Vandaag wordt dit teken nog ge­ bruikt aan de Franse tabakswinkels. In Frankrijk blijft de verkoop van tabak een staatsmonopolie en de karot, meestal in rood-blauw-wit neon­ verlichting, duidt de officiële winkels aan . In de 19® eeuw werd de naam karot ook gebruikt voor ineengestrengelde tabaksbladeren die voor snuif- of pruimtabak werd gebruikt. Een karot was dan een worst van tabak die werd opgerold en ingesnoerd. De bladeren die voor het bundelen in de karot werden gebruikt, waren van tevoren gesausd. Dit betekende dat de tabak werd verrijkt met andere ingrediënten zoals kruiden, oliën, suiker, azijn en honing. Na de bundeling werd de karot voor rijping meerdere jaren bewaard, soms tot tien jaar toe. Zo’n karot werd steenhard en kwam vervolgens in de snuifmolen terecht om verpulverd te worden. Op deze manier werd de beste snuif verkregen. Naast snuifpoeder kon men ook miniatuur karotten kopen. Deze kleine karotten werden door de snuiver op een rasp behandeld en ve­ len gaven er de voorkeur aan. Het leverde in het algemeen een naturel en vers snuifje op. Overigens leverde ook de winkelier op deze wijze bereide snuif af en beschikte daartoe over een winkelrasp van heel groot formaat4. Anderzijds kon de karot ook gebruikt worden als pruimtabak. Een karot kon dan bestaan uit bij elkaar geperste bladeren die eveneens goed

SS* # .M&Là

recept voor het sausen van pruimtabak


gesausd waren. De geperste worst werd samen gehouden met touw dat er rond gewikkeld was. In het tweede kwart van de 20e eeuw werden deze karotten vervangen door “rollekes”. Deze waren kleiner, volledig cilindrisch en goed gesausd. De invoer gebeurde in kleine hou­ ten tonnen5. Getoetst aan het voorgaande kunnen we dus verschillende interpretaties geven aan de vorm van het uithangteken. Zowel de tegenover elkaar geplaatste manokken, als de snuifkarot als de pruimkarot kunnen in gestileerde vorm tot een kegelvorm leiden. De ringen kunnen de gedraaide tabaksbladeren symboliseren of het touw dat de pruimtabak samenhield. De bol tenslotte lijkt veel op de top van een manok.

Het uithangteken “De karot” is dus afkom­ stig van de winkel in tabak, koloniale wa­ ren, wijn en likeuren van de familie Nolens, gelegen in de Hoogstraat nr 16 in Hasselt. Twee mooie fo to ’s gedateerd rond de eeuwwisseling tonen de winkel in al zijn glo­ rie. Naast de karot prijkte boven de deur een glasschildering met de afbeelding van een huzaar. Het huis kreeg dan ook de bena­ ming De Hoezeer. In dit huis, toen nog De vijf Heringhe genoemd, startte in 1822 Godfried Nolens (1786-1861) een tabakskerverij. Hij huwde in 1823 met Guilielmina Stellingwerff (1795-1867), dochter van Maria Stellingwerff-Vaesen die van haar broer L.G. Vaesen een stokerij en tabakskerverij erfde. L.G. Vaesen deponeerde in 1804 het oudst bekende tabaksmerk voor Hasselt, twee­ koppige adelaar. winkel Nolens, Hoogstraat 16

In 1836 legde Godfried Nolens op de Griffie van de Rechtbank te Hasselt verschillende tabaks­ merken neer ter registrering, waaronder In den Housaerby G. Nolens F.B. à Hasselt. Godfried Nolens en Maria Stellingwerff hadden 8 kinderen. Hun vierde telg, Leo Nolens (18281890) nam de zaak over. Veertien dagen na het overlijden van zijn moeder schreef Leo Nolens in het klantenboek: “Nous avons repris le commerce pour notre compte le 2 mai 1867”. Vanaf dat ogenblik kwamen de handelszaak, tabaksmerken en likeurmerken onder de naam van L. Nolens. Hij legde in 1874 nog meerdere merken ter registratie voor op de Rechtbank van Hasselt. Leo Nolens huwde tweemaal, een eerste maal met Marie-Thérèse Esters (18451874), een tweede maal met haar zuster Elise Esters (1847-1916). Elise zette de zaak van haar man na diens dood verder, bijgestaan door haar oudste zoon Léon (1879-1962). Hij nam op erg jonge leeftijd het beleid van de handel en de tabakskerverij op zich. Hij bekwam daarvoor trouwens verlof van het leger in 1899.


Elise Esters zou de winkel en de fabriek herbouwd hebben, waarschijnlijk na de aankoop van twee panden gelegen in de Aldestraat. Het huis in de Hoogstraat had een brede uitgang in de Aldestraat. Daardoor waren alle panden met elkaar verbonden. Na haar dood werd de zaak niet alleen overgelaten aan Léon maar ook aan zijn zuster Paulina. Pas in 1935 werd voor notaris E. Hechtermans overgegaan tot de definitieve verdeling van de goederen waar­ bij Léon de tabaksfabriek kreeg en een huis in de Aldestraat nr 8 dat met de tabaksfabriek was verbonden en een doorgang had naar het huis in de Hoogstraat. Paulina (1881 -1940) [ bleef in de Hoogstraat wonen en zette daar de handel voort tot aan haar dood. In 1956 nam de firma Borreman-Mally uit Aalst de tabakszaak over. De gezondheid van de J 77-jarige Léon ging erg achteruit. Hij had drie dochters en, zoals het in die tijd ging, dus geen opvolger6. Mevrouw Simone Carlier-Nolens, dochter van Léon, werd tijdens de tweede wereldoorlog onverwacht ingeschakeld in het bedrijf van haar vader. De Duitse bezetters eisten haar op om elders te gaan werken. Daarop werd via een creatieve administratieve weg aangetoond

i

faktuur De Cock, Mechelen, 1897: aankoop tabakskarotten


dat Simone Nolens werkte in de familiezaak. Dat deed ze dan ook daadwerkelijk tijdens de oorlogsjaren waardoor ze meer te weten kwam van het reilen en zeilen van de tabakskerverij. Uit een gesprek met mevrouw Nolens kwamen wij nog het volgende te weten7. De verkoop van de karot stopte rond de jaren dertig, een vaststelling die mevrouw Nolens kon maken aan de hand van de facturen die zij nog bezit van de leveranciers. De karot werd aangekocht bij Borreman uit Aalst en De Cock uit Mechelen. Later scha­ 310 K R K F H ü kelde men over op de verkoop van de ro lle n , oo k a a n g e s c h a ft bij MAHUFA£THr?£ O£ TJUMiCS Borreman maar eveneens bij De * a mts&tt **x MASHfiR CÛ& Vos uit Aalst. Mevrouw Nolens her­ innert zich nog met enige weerzin 6'MmwAmm V ® *lip iitl een man die zijn wekelijkse portie gesausde pruimtabak kwam halen. I* « • 1 • * i fc« 1 t. Uit de mondhoeken van deze man vloeide altijd het bruin-zwarte vocht van de pruimtabak!

.»*♦*=»>*»

Nolens verkocht de volgende eigen tabaksmerken : Boerenkrijg, Baai, Appelterre, Obourg, Housard, Smyrna, Mexico, Roisin, Java, Klaverblad, Semois en nr 11. De naam had vaak veel te maken met de herkomst van de tabak. Er zaten zware en lichte tabakken bij. Roisin bijvoorbeeld was een lichte tabak speciaal voor sigaretten. Deze tabakken werden geleverd in menshoge balen via een grote poort langs het huis aan de Hoogstraat. De tabakskerverij bevond zich op de eerste verdieping waar de arbeiders de tabaksbladeren uitstrekten op de vloer en vochtig maakten. Soms werden tot drie lagen op elkaar gelegd. De natte bladeren gingen dan naar het gelijkvloers waar een stoommachine stond die de bladeren tot kerftabak ver­ e r a £ werkte. Op het gelijkvloers stond ook een grote slijpsteen met daarboven een houten tonnetje waaruit water druppelde op de steen. De messen van de kerfmachine werden zo voortdurend scherp gehouden. Eenmaal gekerfd verhuisde de tabak weer naar de eerste verdieping om gedroogd te worden. Men legde de tabak op roosters waaronder ge­ stookt werd. Volgens mevrouw Carlier-Nolens werkten er toen naast Léon Nolens maximum twee personen. Een nota FABXIEKVANTABAC opgesteld in 1886 vermeldt eveneens twee arbeiders. On­ L . NOIENS deraan staan de hygiënische en veiligheidsomstandigheden beschreven8. ■" 4 fStV* ; Huls f W icht 5a 1622

Ip

Pt#*

tabakszakje van het huis Nolens

Nolens verkocht de gedroogde tabak aan kleinhandelaars tot in Luik en Brussel. Voor de verkoop in de eigen winkel werd de tabak verpakt in tuitzakjes. Volgens mevrouw Carlier-Nolens maakte het bedrijf van haar vader nooit zelf sigaren. Hij kocht de sigaren aan bij groot-


handelaars. De sigaren kregen nooit een merk van het huis. Eigen aan tabak is het betalen van taksen. De verwerking van de tabak werd tweemaal per week gecontroleerd door de commiezen. Zij controleerden niet alleen de taksbandjes rond de tabakszakken maar ook het boek waarin elke verkoop in de winkel moest geregistreerd worden. Tijdens de tweede w ereldoorlog verkocht Nolens, wegens het tabakstekort, slechts drie dagen in de week tabak en enkel op vertoon van een rantsoenenngskaart. Een foto uit het familiealbum toont aan hoe belangrijk tabak was in het leven van elke dag. Telkens wan­ neer de winkel de deuren opendeed ontstond er een echte rush. In 1943 en 1944 werd alleen het merk Java ver­ kocht. Door de schaarste lieten mensen eigen geteelde tabak tot kerftabak verwerken door Nolens. De behoefte was zo groot dat som­ migen zelfs kersen- en bietenbladeren lieten drogen en door de machine van Nolens lieten kerven. Na de oorlog bleef mevrouw Nolens nog enkele jaren in de winkel werken, vooral op dinsdag en vrijdag, de drukke marktdagen. De boerinnen kwamen na hun aankopen achterin de win­ kel hun boterhammetjes opeten en kregen een tas koffie. Algemeen verminderde echter de verkoop, vooral aan de kleinhandelaars. Na de oorlog werd bovendien de kerftabak meer en meer in rechthoekige pakjes verkocht. Dergelijke verpakking vergde mechanisatie en dus een nieuwe investering. Léon Nolens besloot om deze investering niet meer te maken. In 1956 werd de zaak verkocht aan één van hun leveranciers, de firma Borreman uit Aalst. De winkel zelf bleef nog tot 1959 bestaan.

E IN D N O T E N 1Tabaksmuseum in Wervik, Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis in Brussel 2 Uit Bilzerse sigaare & Vervlogen tabaksglorie, Bilzen, 1988 3 Met dank aan Vincent Verbrugge, conservator van het tabaksmuseum in Wervik, voor de informatie 4 Brongers A., Van gouwenaar tot bruyèrepijp, p. 103 en 106 5 Met dank aan mevrouw Carlier-Nolens voor de informatie 6 Nolens S. De familie Nolens, kroniek. Stadsarchief Hasselt 7 Gesprek gevoerd op 22 maart 2001 ten huize van mevrouw Simone Carlier-Nolens, Villa Temporis, Excelsiorlaan 6 te Hasselt 8 Notice dont parle l ’art. 1er de l ’arrêté royal du 2 7 décembre 1886, in bezit van mevrouw Carlier-Nolens.


— tekst:

. , .

i l l i f l H m V ' 4 M$

foto's:

AnnDELBEKE Stedelijke Fotodienst

1

copyright:

Stedeli. edelijk Museum Stelfingwerff-W aerdenhof

,, *

f l *

fe, S P

astrich terstraat 885, 5 . B-3500 8-3500 HASSELT H A SSEl T Maastrichterstraat tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23

I In dezelfde reeks verschenen:

1991 1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e • b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer ‘De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij ‘Week-end’, L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliek-ostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markf, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaart-landschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 11. Schilderij ‘De Grote Man', F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Vlrga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’- Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij ‘O.-L-Vrouw met Kind’, Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen "Den Soeten Naeme Jezus', 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (“ 1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of ‘ monstrans van Herkenrode', Parijs, 1286; 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld 'Heilige Cecilia', 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache 'De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho ‘ Heusden 2’ , uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor “Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 42. Gevelplaat 'Veloce-Club hasseltois Utile * Duld' - 2 mai 1892'; 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans, 1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhot; 48. Schilderij ‘ Ijzel en mist', Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen 'Hasseltse water-molens, 1893/94', Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto ‘ Jongeman met badmuts', gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996 52. Olieverfschilderij 'Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt- , 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54. Vaandel 'Kunstkring Alexis Pierioz Hasselt 1920', Hasselt; 55. Groepsportret 'Leden v.d. VIrga-Jessebroederschap bij haar beeld', 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt); 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kem, Arnold Frederid, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974).

1997 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64. Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (“ 1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniel van Vlierden (16511716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine' & 'Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (“ 1945); 71. Beeld 'O.-L.-Vrouw met Kind', 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 72. 'Panorama van Hasselt', Steven Wilsens (“ 1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & ‘Hasseltse speculaas'; 76. Wandtapijt ''Euskadi: balladen en legenden", 1985, Simone Reynders (“ 1924); 77. Schilderij ‘ Herfst - kasteel Henegauw', 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst 'Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918', nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij 'Veldslag in een korenveld', 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 81. Litho’s Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (“ 1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register ■Co(e)mans", handschrift, 1611; 89. Standaard voor de 'Maatschappij Minerva', 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 90. Schilderij ■Portret van Dr. L Willems’ (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Fatman Type III, 1985; 92. Zespuntige 'S te r' van de Roode Roos, 1627; 93. Lilho ^Gezicht op de Leopoldpiaats', ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. ‘Analemmatische zonnewijzer' in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel 'P ortret van mevrouw Leynon (1842-1920)’, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel 'Irissen', ca. 1896-1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique", 1858.

2001 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij 'Stadspanorama van HasseiT, 1915, Jos. Damien (1879-1973).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.