KIK 106. Schilderij ‘De overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad in 1232’ Godfried Guffens

Page 1

overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad in 1232 door Arnold IV, graaf van Loon, 1845-1846 G odfried G U F F E N S (1 8 2 3 -1 9 0 1 ); gesigneerd, g ed ateerd 1846; olie op doek; 1 7 9 x 138 cm; raadzaal van het stadhuis in Hasselt; inv. nr. 1 97 9 .0 0 2 3 .


’De overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad Hasselt door g raaf Arnold IV van Loon in 1232’,

Charles Billoin, druk Simoneau & Toovey Brussel, pinxit G. Guffens, litho (Antwerpen, Stedelijk Prentenkabinet, inv. MP13982)


Het schilderij Als toeschouwer staan we op een bevoorrechte plaats tijdens dit plechtige ogenblik. Het gebeuren speelt zich af in een besloten ruimte achteraan afgesloten door een muur en rechts door een baldakijn. De intimiteit is groot doordat er enerzijds weinig ruimte is tussen de figuren onderling en anderzijds tussen de scène en de toeschouwer. Onder het baldakijn op een trap staat een zelfverzekerde Arnold IV en overhandigt de keure aan een lokale gezagsdrager. Deze knielt en reikt de hand naar het charter terwijl hij een eed lijkt af te leggen. Een geknielde ‘augustijner’monnik houdt een religieus boek in zijn nabijheid. De gezags­ drager wordt geruggensteund door een groep burgers die nauwlettend toekijken evenals een vaandeldrager en zijn kompaan. Johanna van Chiny, de echtgenote van Arnold IV, slaat het tafereel eerder onverschillig gade vanuit haar zetel. Haar hofdames flankeren de troon en kijken dromend voor zich uit.

Godfried Guffens (1823-1901) Guffens, geboren Hasselaar, krijgt als 15-jarige de kans te studeren aan de befaamde Academie in Antwerpen. Het is Ulysse Claes (17921880), de kasteelheer van Herkenrode, die hem in 1838 introduceert bij Nicaise de Keyser (1813-1887), directeur en leraar van deze instel­ ling. W e schrijven oktober, de lessen zijn reeds begonnen en er is voor het jonge talent geen plaats meer vrij. Student Jan Swerts (1820-1879) gaat ermee akkoord zijn plaats op de schoolbank te delen met Guffens. Dit wordt het begin van een levenslange samenwerking en vriendschap. Het Hasseltse stadsbestuur en de provincie Limburg, aangespoord door het mecenaat van Ulysse Claes, komen op hun beurt met geld over de brug om de artistieke studies van de jonge kunstenaar te beta­ len. Van 1839 tot 1846 ontvangt Guffens van het stadsbestuur een jaarlijkse beurs van 300 BEF. Uit erkentelijkheid naar de lokale over­ ‘Zelfportret Godfried heid schenkt Guffens aan het stadsbestuur het werk ‘Galilei medite­ Guffens (1823-1901) rend in de gevangenis van de inquisitie’ en aan het provinciebestuur (Privé-verzameling) het portret van de Hasseltse geschiedschrijver en humanist ‘Joannes Mantelius (1599-1676)’. Na zijn studies trekt hij in 1845 voor het eerst naar Parijs (later opnieuw in 1847 en 1849) om er op het Salon tentoon te stellen. Het doek ‘De overhandiging van het vrijheidscharter’ dateert uit deze periode die naast Rubensiaans tevens poëtisch van inspiratie is. Na een studiereis doorheen Duitsland en Italië tussen 1850 en 1852 geraakt Guffens in de ban van de Duitse Nazareners. Hij besluit zich te wijden aan religieuze - en historieschilderkunst. De her­ opbloei van de muurschilderkunst is een Europees verschijnsel dat kadert in de romantische be­ weging. In het jonge België is er door het groeiende nationaal bewustzijn behoefte aan historie­ schilderkunst. Opdrachten als gevolg van het katholieke réveil in de 198 eeuw blijven ook niet uit. Ondanks de technische en financiële problemen en ondanks het verzet van aanhangers van pro­ gressieve kunststromingen blijft Guffens dé verdediger van de monumentale schilderkunst. Niettegenstaande de bloeiperiode van de muurschilderkunst in ons land kort is, van 1850 tot 1880, en Guffens geen school heeft gevormd is zijn figuur van kunsthistorisch belang. Tevens niet onbelangrijk is zijn nevenactiviteit als portretschilder (124 werken gekend).


De opdracht In 1845, wanneer de opleiding van de beschermeling Guffens nagenoeg voltooid is, geeft het stads­ bestuur opdracht voor het olieverfschilderij ‘De overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad Hasselt in 1232 door Arnold IV, graaf van Loon’. In 1845 koopt de stad Hasselt voor de som van 700 frank, zoveel als de beurzen van de provincie en de stad dat jaar samen, het originele olieverfschilderij aan. En dit terwijl Guffens reeds een jaarlijkse toelage krijgt. (1845 wordt “den duren” tijd genoemd; de aardappeloogst mislukt en het stadsbestuur geeft 3000 frank aan de armen / een andere vergelijking: een stadsklerk verdient in 1872 zo’n 420 frank per jaar). Uit een brief van 10 december 1846 van de Minister van Binnenlandse zaken als antwoord op een brief van Guffens blijkt dat het werk tentoongesteld wordt in Antwerpen. Charles Billoin (Brussel 1813-Elsene 1869) krijgt de opdracht om van deze voorstelling een litho te maken. Op de litho staat het opschrift “La Société royale pour encouragement des Beaux-Arts à ses souscriteurs. Expostion d’Anvers 1846”. Het werk wordt gedrukt bij G. Simonau en Toovey in Brussel. Het Stedelijk Prentenkabinet in Antwerpen bezit een exemplaar van deze litho (inv. nr.13982).

De locatie: het stadhuis in Hasselt Het Hasseltse stadhuis is gebouwd als patriciërswoning omstreeks 1630. De woning wordt in 1675 (jaartal op de achtergevel) door de nieuwe eigenaar Van Hilst verbouwd en gerestaureerd. Door huwelijk komt het in 1774 in handen van baron A. de Heusch die het in neoclassicistische stijl laat verbouwen. Vijf jaar later wordt het echter reeds verkocht aan de stad Hasselt voor 21.400 gulden. In die tijd een enorm bedrag met als gevolg dat men enkele stadseigendommen heeft moeten verkopen. Voor de aanpassingswerken en het onderhoud aan het nieuwe stadhuis is men genoodzaakt om aanvullende belastingen te heffen op bier en jenever. ‘De overhandiging van het vrijheidscharter’ krijgt zijn plaats in de neorenaissancistische raadzaal. Een langwerpige ruimte die de volledige breedte van het gebouw beslaat, verlicht door grote ramen van de voor-en achtergevel. De wanden zijn bekleed met imitatie Cordobaans leder en een houten lambrizering die ook de schouwmantel bedekt. Hierin is het schilderij van Guffens verwerkt. In 1856 wordt aan koning Léopold I in deze ruimte een feestmaal aangeboden. Bij deze gelegen­ heid zal het werk van Guffens zeker ter sprake gekomen zijn.

Het stadsrecht? Men heeft voorlopig niet kunnen achterhalen van wanneer de allereerste stadsrechten naar Luiks recht van Hasselt dateren. Arnold IV vernieuwde en bevestigde in 1232 de keure van zijn voorgan­ gers. Uit het gebruik van de meervoudsvorm in het bewaarde charter (Rijksarchief Luik, oorkondenschat van de Sint-Lambertusabdij) kan men afleiden dat het document van vóór Lodewijk III dag­ tekent, wiens regering begint in 1221. Onzeker zijn ook de redenen waarom de graven rechten toekennen aan sommige domeinen en niet aan anderen (om vanuit militair oogpunt de ontwikkeling van strategisch gunstige gebieden aan te wakkeren of net omwille van de reeds aanwezige handelsdynamiek van een domein). De historici zijn hierover verdeeld en bij gebrek aan bewijzen kan geen algemeen geldende oplossing gevonden worden. De ligging van Hasselt aan het kruispunt van twee grote wegen: de eerste van Brabant naar Maastricht, de andere van de Kempen naar Haspengouw speelt mogelijk een rol. Tevens ligt Hasselt in het midden van het graafschap, dicht bij de burcht van Kuringen en de abdij van Herkenrode.


Historisch correct? Nicaise de Keyser schildert de Slag bij Woeringen, Hendrik Conscience (1812-1883) schrijft De leeuw van Vlaanderen, De gebroeders Van Eyck krijgen hun standbeeld in Maaseik... Binnen de 199-eeuwse ‘Sehnsucht’ om het verleden te koesteren, dienen we deze opdracht aan Guffens te plaatsen. W aar Guffens de mosterd haalt om de inhoud van dit werk te spijzen is niet met zekerheid te achterhalen. De enige bron over de geschiedenis van het graafschap Loon in de periode 18451846 zijn de geschriften van Joannes Mantelius. Het is dan ook waarschijnlijk dat Guffens en zijn opdrachtgever het Hasseletum van Mantelius raadplegen. ...“Staet oock te bemercken dat Hasselt in een Haselaersbosch begonst is en dat van Haselaer Hasselt sijnen naem heeft overset en draeght in haer wapen een Haselaer tot gedenckenisse van haeren oorsprocnk, en thien balken van goudt en root op de rechte sijde, om datse van ’t Graefschap van Loon is, gelijck d'ander steden van ’t Graefschap oock doen. ”... “Anno 1232heeft GraafArnout sijn dorp Hasselt verheven tot een vrijheijt ende begiftight met deselve voordeelen ende Privilegie daerde stadt Luyck van oudts mede versien is geweest. Desgelijx int 1240 is Curingen oock door den selven G raaf een vrijheijt gemaekckt. 1236 Isser inde pandt vant clooster van de Patres Augustijnen een contract oft peijs gemaeckt onder beijde parthijen, waer uyt blijckt datse toen daer woonden, ende cloosterlijck leefden. Maer wanneer s ij preciselijck haeren oorspronck hebben genomen ende een woen stede in den Haselaren bosch van Hasselt gehouden hebben en blijckt niet claerlijck. Dat is waerachtigh dat se hier geweest sijn eer Hasselt een stadt geworden is, ende godvruchtelijck levende de gemeynte hebben grooten dienst gedaen, waer over sij oock van de Graaven van Loon sijn begiftight geweest ende groote privilegiën hebben bekomen, als wesende geeijnlijck bichtvader van het G rafelijck huys”...

Guffens gaat ervan uit dat de augustijnen aanwezig zijn tijdens de overhandiging van het vrijheidscharter, doch uit de beperking van hun voorrechten blijkt dat zij geen deel hebben gehad aan de stichting van de stad.

Hij schildert tevens meermaals het gedeeld wapenschild (goud en rood) dat eigenlijk pas da­ teert uit de 15® eeuw.

Tijdens zijn opleiding bij Nicaise de Keyser krijgt Guffens zeker lessen in het historisch weerge­ ven van kostums, mode in het algemeen en meubilair. Van Guffens vriend Louis Hendrix (Peer 1827-1888) is uit diens studietijd een schetsboek met illustraties van kostuums bewaard. Bij de 200 tekeningen is er vaak verklarende commentaar genoteerd. Guffens laat zich voor tal van opdrachten bijstaan door een stadsarchivaris (Beurs in Antwer­ pen, Lakenhalle in leper, Stadhuis in Kortrijk). Er bestaat geen twijfel over dat deze materie zeer complex is en dat historische fouten haast onvermijdelijk zijn. De 13®-eeuwse Roman de la Rosé bevat talrijke beschrijvingen van de mode. Het kostuum van de 13® eeuw valt op door de eenvoud van lijn en een klassieke rust. Het lijkt of men de lang doorgetrokken lijnen en zachte curven, een schepping van de gotiek, ook in de stylering van de menselijke gestalte wil doen terugkeren. Het lange kleed (cotte) is eenvoudig van kleur en valt altijd minstens tot aan de enkels. Hierover draagt men soms een mouwloze surcot in een andere kleur. Pas na 1250 treffen we heraldische motieven aan op de kledij. Vaak draagt men over de ‘surcot’ nog een mantel waarvan de sluiting bestaat uit een band of koord. Men dient de sluiting naar beneden te trekken om te voorkomen dat de koord, door het gewicht van de mantel, knellend tegen de keel wordt getrokken. Het neertrekken van deze koord wordt een modegebaar.


Het gewaad bij vrouwen is langer en rondom slepend. De mouwen zijn zeer nauwsluitend vanaf de elleboog. De meest voorkomende hoofdbedekking bij de vrouw is het touret, een stijve hoofdring. (De gewaden van de vrouwen op Guffens schilderij lijken eerder van latere datum.) Over de haardracht weten we dat de mannen meestal baardeloos zijn en het haar ter hoogte van de oren gekruld dragen. Soms hangt het haar langer neer. Zelden draagt men hoofd­ bedekkingen. De maliënkolder is voor- en achteraan gespleten om gemakkelijker paard te kunnen rijden. Over het pantserhemd draagt men een wapenrok, gemaakt van een dicht en zeer sterk weef­ sel. Het zwaard wordt vastgemaakt aan de riem. Arnold IV draagt over zijn gevechtskledij een haast koninklijke mantel in pels. □

Het vrijheidscharter: Guffens heeft het originele charter niet gezien vermits de vorm van het zegel op het doek niet overéénstemt met de realiteit.

ca. 1260-1270, Meester van Naumburg, Herman en Reglindis

Het vrijheidscharter, Rijksarchief Luik, oorkondenschat van de Sint-Lambertusabdij

Graaf Arnold IV van Loon (1223/27-1275/78) De Loonse graven zijn vazallen van zowel de Duitse koning alsook van hun machtige buur: het prinsbisdom Luik. Wellicht is het graafschap voor hoge rechtspraak en een aantal koninklijke rech­ ten afhankelijk van het Duitse rijk. De gronden van het graafschap zijn vanoudsher een leen van de Luikse kerk. Vanaf 1366 wordt het graafschap volledig geannexeerd door het prinsbisdom Luik. Arnold IV blijft bijna een halve eeuw aan het bewind. Men vraagt hem dikwijls als scheidsrechter, als borg of als vredesonderhandelaar op te treden in de talrijke conflicten van zijn tijd. Dit wijst op een groot prestige. De voornaamste karaktertrek van zijn regering is zijn onwankelbare trouw aan de prins-bischoppen van Luik en dit in tegenstelling met de meeste van zijn voorgangers en zijn opvolgers. Mogelijk is Arnold IV verplicht om voorzichtig te zijn omdat de Loonse schatkist leeg is na de successieoorlog om het graafschap Holland en Zeeland onder Lodewijk II. Om mogelijk de schatkist te spijzen verkoopt Arnold IV ondermeer in 1252 het bos te Bokrijk aan de abdij van Herkenrode. Arnold IV verwerft door zijn huwelijk met Johanna van Chiny, de dochter van graaf Lodewijk van Chiny, diens eigendommen in het zuiden van Luxemburg. Johanna van Chiny wordt terloops van ketterij beschuldigd. Mogelijk is dit verwijt niet gerechtvaardigd maar een soort wraakactie omdat Arnold IV weigert deel te nemen aan een kruistocht tegen de Stedingers: boeren aan de linker Wezeroever die in opstand komen tegen de aartsbisschop van Bremen omtrent tienden.


Compositie en kleur Helemaal centraal, daar waar de diagonalen van de compositie kruisen, is het vrijheidscharter geschilderd. Het merendeel van de aanwezigen heeft de blik in de richting van het charter. De houding van de gezagsdrager neigt volledig naar dit midden. De figuren kijken sereen, hun houding straalt rust uit. Diezelfde rust keert terug in de opbouw. Guffens groepeert de personen op het doek. Hij gebruikt haast onopvallende herhalingen van vormen en iconografie (o.a. de rondboog, de vorm en de motieven in de draperingen en het tapijt, de zuilen, het Loons wapenschild, de gebeeld­ houwde heiligenfiguur ‘Sint-Quintinus’?). De penseeltoets is beheerst. Als toeschouwer in de raadzaal bekijken we het doek van onder naar boven. Het ontzag voor het gebeuren wordt hierdoor vergroot. De kleuren zijn warm. Bruin-rode tinten en goud, de Loonse kleuren, overheersen. W e voelen de materie van de huid, van de textielen of van het metaal werkelijk aan. (Hier spreekt de invloed van de ‘school van Rubens’).

Besluit Het is duidelijk dat de jonge Guffens het stadsbestuur niet heeft willen teleurstellen. De diepgang in de opbouw en de detaillering treffen we later in het oeuvre nog slechts sporadisch aan. Temeer omdat muurschilderkunst deze verfijning niet toelaat en omdat de opdrachten talrijk zijn en de kunstenaar kampt met tijdgebrek. Het doek is een unieke getuige van de tijdsgeest van de 19® eeuw. Het verhaalt tevens één van de belangrijkste gebeurtenisen uit het verleden van de stad. De bewaring van het kunstwerk in het Hasseltse stadhuis geeft aan Guffens schilderij nog een grotere symbolische waarde.

*

*

Literatuur Cat. Hasselt, 1981 Godfried Guffens (1823-1901), Hasselt, 1981 R. ACHTEN, 1988 De ro l van Godfried Guffens (1823-1901) b ij de heropleving van de historische en religieuze muur­ schilderkunst in België tijdens de tweede helft van de 19-de eeuw. Toegelicht aan de hand van zijn monu­ mentale werken. (Licentiaatsverhandeling K.U.L.), 1988. J.BAERTEN, 1969 Het graafschap Loon (11-de-14-de eeuw). Ontstaan-politiek-instellingen, Assen, 1969. J.GRAUWELS, 1982 Kroniek van Hasselt (1078-1914). Grepen u it het dagelijks leven, Hasselt, 1982. C. VANDERSTRAETEN, s.d. F.J. Mantelius. Kroniek van Hasselt, Hasselt, s.d. F.W.S. VAN THIENEN, 1960 A cht eeuwen Westeuropees costuum (Phoenix Pocket nr.35), Antwerpen, 1960.


tekst:

Reinhilde ACHTEN

foto’s:

Stedelijke Fotodienst & Peter Maes (pag. 2)

copyright:

iw w

üüi

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 e-mail: stellingwerffwaerdenhof@hasselt.be

—... .... 9

In dezelfde reeks verschenen: 1991 I . Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2 . Cattiarinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3 . Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en 1914; 4 . Blazoen rederijkerskamer 'De Roode Roos’, O, Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij 'Week-end', L. Prlngels, 1950; 6. Zilveren reliek-ostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7 . Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij 'De Grote Markf, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaart-landschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 I I . Schilderij ‘De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19e E.; 14 . Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak; 16 . Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos', Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. 'reukappel'- Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21 . Schilderij ‘O.-L-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 22 . Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23 . Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24 . Gevelsteen ‘ Den Soeten Naeme Jezus”, 1664 (Hasselt); 25 . Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26 . Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27 . Sacraments-ostensorium of ‘ monstrans van Herkenrode', Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29 . Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30 . Beeld ‘ Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31 . Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37 . Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho "Heusden 2” , uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor ‘ Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41 . Aquarel ‘Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 42. Gevelplaat ‘ Veloce-Club hasseltois ‘Utile * Duld’ - 2 mai 1892” ; 43. Olieverfportret van Amoldus van Meibeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans, 1989; 45 . Pronkbeker J.-J.Thonissen. deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn. 1888; 46 . Begijnenschotel. 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij ‘ Ijzel en mist". Djef Anten (1851-1913); 49 . Aquarellen 'Hasseltse water-molens, 1893/94', Paul Marie Bamps (1862-1932); 50 . Foto “Jongeman met badmuts’ , gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51 . Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742). Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996 52 . Olieverfschilderij ‘ Zegening van boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53 . Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54 . Vaandel ‘ Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920”, Hasselt; 55 . Groepsportret “ Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld” , 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Meichior Tieleman, 1810; 58. Reflectoren (2) zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederid, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61 . Blauw Tafereel, Pierre Cox (1915-1974).

1997 62. Portret Guillaume Claes. Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64 . Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65 . Drieluik, 1989, Paule Nolens (°1924); 66 . Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (16511716); 68 . Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José', Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71 . Beeld ‘0.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 72. ‘Panorama van Hasselt', Steven Wilsens (°1937); 73 . Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75 . Speculaasplanken & ‘Hasseltse speculaas’; 76 . Wandtapijt ‘’Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij ‘ Herfst - kasteel Henegauw”, 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraai Hasselt; 79 . Sierlijst ‘ Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918”, ntT gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80 . Schilderij “Veldslag in een korenveld”, 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 81. Litho’s Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83 . Apparaten ontwikkeld en geproduceerd in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87 . Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88 . Register “Co(e)mans”, handschrift, 1611; 89. Standaard voor de “Maatschappij Minerva”, 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 90. Schilderij ‘Portret van Dr. L Willems" (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91 . Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92 . Zespuntige “Ster" van de Roode Roos, 1627; 93. Litho "Gezicht op de Leopoldplaats’, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzer’ in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96 . Pastei “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)’, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel ‘Irissen’, ca. 1896-1905. 98. Banier "Société Royale de Musique et de Rhétorique", 1858.

2001 99 . Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij "Stadspanorama van H asselt', 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken ‘ Tabakskarot* 102. Karikatuurtekeningen "10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995); 103. Sporttrofeeên 11* Unieregiment "Coupe du Roi Albert’ & "Coupe Prince Léopold’ (2); 104. Affiche “Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l'occasion de la kerm esse...” 1882; 104. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 17351790), Hasselt


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.