KIK 114. ‘Jaarkalender Ceysens-Roose voor het jaar 1912’, uitgave Jules Ceysens (1874-1945

Page 1

JAARKALENDER CEYSENS-ROOSE VOOR HET JAAR 1912 uitgave Jules Ceysens (1874-1945) drukkerij Ernest Roose (1887-1965) vervaardigd 1912 steendruk op papier h. 46 x b. 28 cm inv. nr. 1986.0097.00 schenking dhr. Tony Damen


Kort samengevat geeft de kalender een overzicht van de twaalf maanden van het jaar 1912 - met telkens de vermelding van de heilige van de dag - , is hij een bijlage bij het door de Hasseltse drukker Jules Ceysens uitgegeven weekblad De O nafhankelijke der Provincie Limburg, en is hij van de hand de Hasseltse lithograaf Ernest Roose. Daarmee is het voor­ naamste gezegd. Maar het een en ander behoeft toch wel wat verduidelijking.

De journalistiek in de 19de eeuw De tweede helft van de 19de eeuw was een periode waarin - in het kader van de steeds bitsiger wordende strijd tussen katholieken en liberalen - zowat alle maatschappelijke thema’s hoog op de politieke agenda kwamen te staan. In 1863,1864 en opnieuw in 1867 kwamen katholieken uit binnen- en buitenland op uitnodiging van de Belgische aartsbisschop in Mechelen bijeen om ervan gedachten te wisselen over het door hen in te nemen standpunt ten aanzien van het onderwijs, de plaats van de vrouw in de samenleving, de armenzorg, de tewerkstelling e.d.m. Zowat alles passeerde de revue. Bij die gelegenheid riep de toenmalige paus Pius IX, die op dat moment zowat al zijn wereldlijke macht was kwijtgeraakt aan Camillo Benso di Cavour en Giuseppe Garibaldi, de katholieken op de pers en de journalistiek voortaan te hanteren als een niet te onderschatten wapen tegen het om zich heen grijpende en bedreigende liberalisme en de verwerpelijke vrijmetselarij. De katholieken gaven aan die oproep gehoor en heel wat dag- en weekbladen zagen het licht om het katholieke gedachtengoed uit te dragen en iedereen ervan te doordringen. Het effect van dit journalistieke offensief bleek echter beperkt. Toen in maart 1886 in het mijnbekken van de Borinage een wilde staking uitbrak —die neergeslagen werd met de blanke sabel - beefde België even op zijn grondvesten. De pas opgerichte Belgische Werkliedenpartij (BWP) - van socialistische sign atuu r-g ree p de staking handig aan om de door de katholieken en - voorheen - liberalen gevoerde politiek over de hekel te halen en een aantal eigen strijdpunten naar voren te schuiven. Een derde politieke partij was op het toneel verschenen die het de traditionele partijen —zeker op het vlak van sociaal gevoelige kwesties - knap moeilijk kon maken op een moment dat de roep naar een aanpassing van het kiesstelsel steeds luider klonk. Met de encycliek Rerum Novarum —van de nieuwe dingen - gaf paus Leo XIII in 1891 duidelijk te kennen dat het zijn wens was dat de katholieken zouden inspelen op de maatschappelijke veranderingen die toen plaatsgrepen, en de encycliek gaf binnen het katholieke kamp aanleiding tot een nieuwe poging tot positionering ten aanzien van de thema’s die in de jaren 1860 ook al eens ter tafel lagen. De pers was een geschikt instrument om ideeën en standpunten te ventileren en zeker na 1891 werden er — net als voorheen - talloze dag- en weekbladen, magazines en periodieken opgericht. En dat had zo zijn gevolgen. De vele kleine en al wat grotere bladen en blaadjes recruteerden uit een in omvang al bij al bescheiden lezerspubliek. Een bikkelharde concurrentieslag werd gevoerd. Vele bladen verdwenen reeds na een aantal weken of maanden, bij gebrek aan financiële middelen. Falingen waren schering en inslag. Redacties en raden van beheer moesten meer dan hen lief was beroep doen op hun creativiteit om het publiek aan te trekken. Een van de manieren om dit te doen was het laten verschijnen van een roman of een avonturenverhaal in feuilletonvorm, hetgeen de lezer verplichtte het blad zeker tijdens een langere periode te kopen. Dit gaf evenwel aanleiding tot soms vreemde situaties en tegenstrijdigheden, waarbij een blad zich —om maar een voorbeeld te geven —in haar artikelen zeer rechtlijnig katholiek


profileerde, maar een ietwat aangebrand verhaal als feuilleton publiceerde om lezers te trekken. Een andere manier om het hoofd boven water te houden, was in het blad ruimte vrij te maken voor annonces en publiciteit, een ruimte die - gezien de vaak precaire financiële situatie - vaak de helft van het blad uitmaakte. Een derde oplossing bestond erin dat het blad geregeld met speciale nummers en bijlagen uitpakte. Dergelijke bijlagen hadden niet enkel de bedoeling klantenbindend of-w ervend te werken, zij moesten ook de in de kolom­ men van het blad verwoorde boodschap en visie op een andere - soms meer bevattelijke manier aan de lezer duidelijk maken. Het kon gaan om een kerstverhaal, een geëtst portret van de paus of de bisschop - liefst geëtst, want in sommige katholieke middens werd de opkomende fotografie als te realistisch, te rauw en onartistiek aanzien - , een spotprent, een karikatuur of een kalender.

De kalender, niet louter wanddecoratie Een kalender is een kalender, maar de bladen slaagden er wonderwel in om ieder jaar opnieuw een onmiskenbaar ideologisch of programmatorisch tintje mee te geven, de kalender in te passen in een gevoerde campagne, en zelfs in die mate dat tie t soms niet meer duidelijk was dat het om een kalender ging. Er waren kalenders die in hun marge twee visies op een bepaald onderwerp in scherp contrast tegenover mekaar stelden (bv. het voor en tegen van alcoholgebruik; zie afbeelding, het voor en tegen van seizoensarbeid). Dergelijke kalenders waren veelal ontworpen om de armtierige huiskamers van de werkende klasse te sieren, de arbeidersgezinnen op bepaalde gevaren te wijzen en op deze wijze aan volks­ opvoeding te doem Andere kalenders die de contrasttechniek niet toe­ pasten probeerden dan weer door welgekozen il­ lustraties bij de kalender de lezer voor een bepaalde visie, een bepaald project of initiatief te winnen, het een al concreter dan het andere. Het Maeseycker W eekblad (zie afbeelding volgende blad zijde), naar eig en zeg gen het m eest verspreide blad der provincie Limburg, pakte in 1907 uit met een kale nde r-a nne x a lm a n a k-d ie helemaal was opgebouwd rond een figuratieve voorstelling van de eerste steenkoolmijn in As, waar de Leuvense hoogleraar André Dumont zijn proefboringen verrichtte en steenkool ontdekte. De boodschap was duidelijk : steenkool was de econom ische toekom st van de provincie. In datzelfde jaar voegde de Hasseltse drukker­ uitgever François Olyff, een notoir liberaal, een kalender bij zijn blad De Toekomst van Limburg, rijkelijk geïllustreerd met foto’s van een palmboomlaan te Borna, de aanleg van een spoor­ weg in het district der Grote Meren, de werken aan de haven van Leopoldville - het huidige K inshasa-, een marktdag te Matadi en een portret van Léopold II, soeverein van


Congo-Vrijstaat. Niet toevallig was het net het moment waarop België zich beraadde over het al dan niet aanvaarden van Congo-Vrijstaat als Belgische kolonie. Iets wat het jaar daarop, in 1908, ook effectief gebeurde. Een derde soort kalenders - iets neutraler van aard - waren de louter decoratieve kalen­ ders. De kalender van 1912 hoort in deze categorie thuis. De ontwerper, Ernest Roose, plaatste twaalf kaders voor evenzoveel maanden in een kader dat stilistisch doet denken aan de florale motieven van de Art Nouveau, en in bepaalde mate zelfs al het sobere lijnen­ spel aankondigde van de latere Art Deco. Hij versierde het geheel met een aantal rozen, die refereerden aan zijn eigen naam.

De familie Roose, met een bloem in het blazoen Dat Ernest Roose lithograaf was, was niet geheel en al toevallig. De familie Roose had sinds enige generaties reeds iets met drukkunst. De in 1813 in Brugge geboren Jacobus Roose, de grootvader van Ernest, was reeds op vrij jonge leeftijd als letterzetter actief. Na verloop van tijd werd hij in de bevolkingsregisters ook al eens vernoemd als drukkercompagnon, maar het is niet echt duidelijk in welke drukkerij dat wel was. Jacobus Roose huwde met Maria Cyffers en het koppel nam zijn intrek in de Witteleertouwersstraat, maar in juli 1845 verhuisde het gezin naar het Jan Van Eyckplein. Niet ver daarvandaan lag de Woensdagmarkt, waar Philip Christian Popp zijn drukkerij had. Popp had vooral naam ge­ maakt als drukker van het Journal de Bruges en van verzorgde topografische kaarten. Het is niet onwaarschijnlijk dat Jacobus Roose in de drukkerij van Popp aan de slag is gegaan. Het gezin Roose-Cyffers verhuisde in de daaropvolgende malen nog verscheidene malen, onder andere naar de Schaarstraat, waar ze een tijdje in hetzelfde huis verbleven als de moeder en enkele broers en zusters van Maria Cyffers. Een van die broers was Edmond Cyffers, een etser, die in 1858 uitweek naar Charleroi. Was de jonge François Roose, zoon van Jacobus en vader van Ernest, geboeid geraakt door het werk van zijn oom ? Zeker is wel dat François Roose zich in 1861 - 1 8 jaar oud - graveur noemde. Toen Maria Cyffers op 22 januari 1865 stierf, trok François Roose enkele weken later, op 11 maart 1865, naar Brussel, op zoek naar werk. In datzelfde jaar nog trok François Roose naar Hasselt, waar hij


terechtkwam bij François Antoine Wynants, een vooraanstaand ambtenaar bij het Provinciaal Bestuur die zich in 1859 als eerste in de provincie Limburg een lithografiepers had aangeschaft. Wynants drukte vooral voorde lokale kleinhandel geïndividualiseerd briefpapier met kunstige briefhoofden (zie afbeelding hierboven), die hij liet ontwerpen door jonge lithografen en graveurs die hij tevens van logement voorzag. De meesten bleven slechts enkele weken of maanden. Roose bleef langer en trad waarschijnlijk in vaste dienst bij Wynants. In 1874 stierf Wynants en de lithografiepers werd overgenomen door de gebroeders Michel en Pierre Alphonse Ceysens. François Roose begon voor eigen rekening te werken, maar werkte toch ook vaak samen met Michel Ceysens. In 1885 dienden ze zelfs samen een aanvraag in bij het Provinciaal Bestuur met het oog op het bekomen van een patent voor een nieuw drukprocédé. François Roose leidde zijn bedrijf tot bij zijn overlijden in 1913, waarna het werd overgenomen door zijn zoon Ernest. Ernest Roose werd net als zijn vader graveur en lithograaf. Hij werkte in het ouderlijke bedrijf, I maar verhuisde daarna enkele malen. In 1909 vertrekt hij richting Schaarbeek, om vier jaar later pas, in 1913, vanuit Anderlecht weer naar Hasselt te komen - wat hem evenwel niet verhinderde deze kalender voor 1912 te ontwerpen. In 1920 verhuisde Ernest Roose opnieuw, ditmaal naar de Touwstraat 15 in Antwerpen, waar op dat moment ook zijn moeder verbleef. Het jaar daarop, in december 1921, kwam hij terug naar Hasselt en betrok een huis op de Kiekenmarkt. Op 12 februari 1924 verhuisde hij uiteindelijk naar de Kuringersteenweg 20 en bouwde er zijn drukkerij verder uit (briefhoofd: zie afbeelding hieronder). Ernest Roose maakte naam om zijn artistieke en verfijnde werk. De roos was zijn naamkaartje.

CURIHGERSTEEN W EG jP O 'CH A U S S É E

0

de

C u RANGE


De familie Ceysens, katholiek en Vlaams Jules Ceysens was eveneens iemand voor wie het drukkerswezen niets onbekend was. Zijn oom, Henri Joseph Ceysens, had zich na studie aan het Klein Seminarie van Sint-Truiden in Hasselt gevestigd als drukkersgast in het bedrijf van de grootste Hasseltse drukker van dat moment, Pieter Frederik Milis. Milis gaf sinds 3 januari 1850 het weekblad De Onafhanke­ lijke der Provincie Lim burg uit, een katholiek blad waarin fel van leer werd getrokken tegen de liberalen. In 1855 werd Henri Joseph Ceysens door een overeenkomst eigenaar van De Onafhankelijke der Provincie Limburg, dat voortaan

De Onafhankelijke der Provincie Limburg. Nieuws- en Aenkondigingsblad heette. Daarmee beschikte Ceysens over twee invloedrijke persorganen, (briefhoofd Ceysens: zie afbeelding hierboven). Sinds 1854 gaf hij reeds Le C onstitutionnel du Lim bourg Beige uit. Toen Milis in 1859 zijn drukkerij en boekhandel van de hand deed om te gaan rentenieren, werd het bedrijf overgenomen door Henri Joseph Ceysens, die er een niet mis te verstane katholieke en Vlaamse stempel op sloeg. De Vlaamse zaak - de verdediging van het Nederlands als officiële taal in het openbaar leven - had aan Henri Joseph Ceysens een vurig verdediger. In 1866, na het vroegtijdige overlijden van Henri Joseph, werd de drukkerij overgenomen door Michel en Pierre Alphonse Ceysens, die de Vlaams-katholieke lijn met overtuiging verderzetten en de drukkerij verder uitbouwden - bijvoorbeeld door de overname van Wynants lithografiepers in 1874. De drukkerij van de familie Ceysens was gelegen in de Demerstraat, terwijl de boekhandel op de hoek van de Grote Markt lag, waar al gauw veel meer dan louter boeken en kranten te koop waren. De Hasselaar kon er ook terecht voor schoonheidsmiddelen, pruiken, karnavalversiering en andere prullaria. Jules, de zoon van Michel Ceysens, ging in de leer in de drukkerij van zijn vader en kwam in 1910 aan het hoofd te staan van zowel de drukkerij als de winkel. Jules Ceysens zette het drukkersbedrijf verder (logo Ceysens, zie afbeelding hier­ naast). In 1914 verscheen het laatste nummer van De Onafhan­ kelijke der Provincie Limburg. Nieuws- en Aenkondigingsblad. Na de Eerste Wereldoorlog werd het blad niet meer uitgegeven. In 1927 werd de drukkerij Ceysens uiteindelijk overgenomen door de N.V. Limburgse Drukkerijen (Imprimeries Limbourgeoises) van François Olyff. De winkel op de Grote Markt werd na 1927 nog

m


opengehouden door Eleonore en Margriet Ceysens (postkaart met daarop links winkel Ceysens, zie afbeelding hieronder), maar in 1946 overgenomen door uitgever Lou Na­ gels.

BRONNEN M. De Vroede, De Belgisch-Limburgse pers van 1830 tot 1860. Bijdragen van het Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis (IUCHG) nr. 28, Leuven-Parijs, 1963.


tekst:

Bart De Keyser

foto’s:

Stadsarchief Hasselt

copyright:

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 e-m ail: stellingwerffwaerdenhof@hasselt.be

S Ï « !I

mm

M

in

In dezelfde reeks verschenen:

1991 I . Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer 'De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij 'Week-end', L Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederid Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij 'De Grote Markf, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 I I . Schilderij 'De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij 'Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij 'O.-L-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen “Den Soeten Naeme Jezus", 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of "monstrans van Herkenrode” , Parijs, 1286; 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld "Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho “Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor "Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 42. Gevelplaat "Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci' - 2 mai 1892” ; 43. Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans, 1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij "Ijzel en mist”, Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen "Hasseltse water-molens, 1893/94”, Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto ‘Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996 52. Olieverfschilderij "Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt”, 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierioz Hasselt 1920', Hasselt; 55. Groepsportret “Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedeiijk Beiaardmuseum Hasselt); 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 5 8.2 reflectoren; zilverbeslag op houten kem, Arnold Frederici, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij "Blauw Tafereel”, Pierre Cox (1915-1974).

1997 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64. Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniöl van Vlierden (16511716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ & 'Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld 'O.-L.-Vrouw met Kind', 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 72. 'Panorama van Hasselt', Steven Wilsens (°1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas'; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij "Herfst - kasteel Henegauw”, 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst "Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918” , nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij "Veldslag in een korenveld”, 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 81. Litho’s Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register "Co(e)mans”, handschrift, 1611; 89. Standaard voor de "Maatschappij Minerva”, 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 90. Schilderij "Portret van Dr. L Willems’ (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige "Ster" van de Roode Roos, 1627; 93. Litho "Gezicht op de Leopoldplaats’, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. "Anaiemmatische zonnewijzer” 'm de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel "Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)”, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel "Irissen’, ca. 1896-1905. 98. Banier "Société Royale de Musique et de Rhétorique", 1858.

2001 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij "Stadspanorama van Hasselt', 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot' 102. Karikatuurtekeningen "10 Hasseltse figuren", Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeën 11e Linieregiment: "Coupe du Roi Albert" & “Coupe Prince Léopold" (2); 104. Affiche “ Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l'occasion de la kermesse...", 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 17351790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasself, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden", Druk. E. Roose, Hasselt.

2002 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode/', 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Twee eeuwen, twee werelderf ; 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roos"; 111. Keramische vaas “ Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen", Simonne Reynders(1924-); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw’.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.