KIK 115. Affiche ‘Gewestelijke Landbouwtentoonstelling Hasselt 1900’, ontwerp Louis Titz

Page 1

MtNISTLRIE VAM LANDBOUW . f f LANDBOUWMAATSCHARKW VAM ÜM BW R6

SÊW tSTElijK E tóNDMUWTSMTJ9N|TEUWG mm mÊÊm,

PBDSS1I ^

,

vêi e*S u&rsct

fO D R D m ift :

^

w m m m m ^ Çültîa. &LT

H H P i &> m - 'ù th Lrèihstb Prilsfiwj# tu s d m ïtsefeadsa-

t , VàJ 98$ MJU3T.

MM

tfÈ^sï.

AFFICHE GEWESTELIJKE LANDBOUWTENTOONSTELLING HASSELT 1900 Ontwerp: Louis Titz Druk: Trommer & Staeves, Brussel papier h. 1 0 9 x b. 77 cm Aankoop Stad Hasselt, mei 2001 inv. nr. 2001.0038


De aanleiding Wanneer in de zomer van 1900 in Hasselt een regionale landbouwtentoonstelling georganiseerd wordt, is dat geen unicum. Het provinciale landbouwcomité, de Société Agricole de Limbourg, rekende het tot haar taak om geregeld zo’n beurs, waar nieuwigheden uit de sector gepresenteerd werden aan het brede publiek, te organiseren. We verwijzen in dat verband naar de uitgaven van 1907 in Sint-Truiden en 1912, opnieuw in de Limburgse hoofdstad. Het affiche van 1907, een ontwerp van Paul Bamps, berust overigens ook in het Museum Stellingwerff-Waerdenhof. Een klein jaar tevoren waren de voorbereidingen gestart. Zo verkreeg de vereniging in november 1899 een subsidie van het Hasseltse stadsbestuur. Om een of andere reden (in de schaars bewaarde documenten valt daar niets over terug te vinden) beslist men de tentoonstelling van juni 1900 naar de eerste week van juli te verplaatsen. Om de activiteit meer allure te geven, polsen de vroede vaderen van het Hasseltse bestuur naar de mogelijkheid van een koninklijk bezoek. Het Paleis laat weten dat koning Léopold II en koningin Marie-Henriette de plechtige opening met hun bezoek niet kunnen vereren maar dat desgevraagd kroonprins Albert wel naar de Demerstad zal komen. Kennelijk kon dit compromis het schepencollege niet bekoren, want men dient een nieuw voorstel voor een volwaardig koninklijk bezoek in: 15 of 16 juli 1900. Wanneer het Paleis bevestigt voor 15 juli, wordt het hele evenement zomaar eventjes voor de tweede maal opgeschoven: niet langer van 1 tot 8 maar van 8 tot 16 juli 1900. Wanneer we er de plaatselijke pers op nalezen1, moest het vorstenpaar ’s middags met de trein arriveren en begaf het zich vanuit het station naar het Leopoldplein voor een begroeting en patriottische optocht van de verenigingen en gilden uit stad en provincie. Na een ontvangst in het provinciegebouw ging het richting landbouwtentoonstelling zelf. Die bevatte verschillende onderdelen: paarden-, runderen-, varkens-, bijen-, vogelteelt en melkerij maar ook het landbouwonderwijs, mest- en voedingsstoffen, landbouwmachinerie. Ter bekendmaking van de tentoonstelling geeft de Landbouwmaatschappij van Limburg een affiche (zie afb. kaft) en prentbriefkaart uit (zie afb. hieronder), naar een ontwerp van Louis Titz.


De productietijd van zo’n lithografisch aanplakbiljet in meerdere kleuren is langer dan die van een briefkaart. Zo komt het dat ze elk een andere datum vermelden. Het affiche was al gedrukt op het moment dat de expo uitgesteld werd: het vermeldt nog 1 —8 juli. De reclamekaart daarentegen geeft de gewijzigde openingstijd aan. De op 11 mei 1900 afgestempelde takszegel bevestigt dat. Uit die afstempeling leren we overigens nog dat het affiche in de stations van de Staatsspoorwegen (wellicht de regionale lijnen richting Hasselt) uitgehangen zou worden.

De uitvoering Dat men het affiche niet meer kon wijzigen, heeft alles te maken met de toen voor beeldaffiches gebruikte techniek: de lithografie. Zoals wel vaker bij zogenaamde kunstplakkaten gebeurde, maakte de tekst integraal deel uit van het getekende ontwerp. Onder aan het in het museum bewaarde exemplaar bemerken we de kleefsporen van een toegevoegde (maar nu verwijderde) tekstband. Blijkbaar verkoos men (uit esthetisch oogpunt?) niet de groene datum in het affiche zelf te overdrukken of -kleven, maar de correctie aan te geven op een extra vel, in goedkopere typografie. Dat werd dan toegevoegd onder aan het affiche en vormde visueel een eenheid met de overige in typo gezette informatie aan de onderkant. Het affiche is een zogenaamde originele lithografie: de kunstenaar zette zijn handtekening binnen de tekening, die hij eigenhandig op de lithostenen overbracht. Dat gebeurde in de Brusselse drukkerij Trommer & Staeves, zoals rechts onderaan vermeld staat. Er waren vier stenen nodig voor evenveel drukgangen: voor lichtblauw, donkerblauw, rood en geel. De stenen hadden het formaat “double jézus” (110 x 73 cm). Tussenkleuren en —tonen werden verkregen door het over elkaar leggen van kleuren of de wisselende teken- of schildertechniek (met het penseel, krijt, sprits...). Voor de typografische opdruk onderaan waren twee drukgangen nodig: een voor rood, een voor blauw.

De ontwerper Zetten we even een stap terug, en focussen we op de signatuur rechts onderaan. Op de prentbriefkaart (zie afb. onderaan p. 2), gedrukt bij K. Bulens (Brussel), komt die niet voor. Gaat het op het eerste gezicht om dezelfde afbeelding, dan bemerken we toch een aantal minieme verschillen in de uitvoering: in het lint om het kleed, in de wolkenlucht, de gevelwanden van de huizen en zo meer. Doordat kennelijk geen archieven van deze maatschappij of over dit evenement bewaard zijn2, is het onmogelijk de modaliteiten van de opdracht te achterhalen. Er is ons geen enkele andere creatie van L. Titz voor Limburg (of het naburige Luik) bekend. De man kon rond de eeuwwende de allerbeste geloofsbrieven voorleggen (zie verder), en mogelijk werd hij voorgedragen door iemand van het provinciebestuur. Louis Titz is geboren op 24 juli 1859 te Brugge. Op zijn vijftiende begint hij als hulpje bij decoratieschilders en architecten. Hij werkt mee aan panoramaschilderingen van E. Wauters, Castellani en de gebroeders A. en J. De Vriendt. Tegelijkertijd volgt hij de avondcursussen aan de Brusselse Academie. In 1883 is hij betrokken bij de stichting van de Cercle des aquarellistes et des aquafortistes en in 1885 ook geniet Titz de eer opgenomen te worden in de Société Royale Beige des Aquarellistes. Deze vereniging telde slechts een veertigtal leden die allemaal gerekruteerd werden onder de deelnemers aan de salons. Een jaar later al wordt op de jaarlijkse tentoonstelling van de Société een aquarel van zijn hand aangekocht door koning Léopold II. Van dat moment af legt hij zich toe op de aquarel en het illustratiewerk van historische en bibliofiele


uitgaven. Officiële erkenning volgt: hij krijgt een leeropdracht aan de Academie van Brussel en ontvangt de “diplome d’honneur" op het boekensalon van Parijs (1894). In 1906 is hij van nabij betrokken bij de oprichting van het Musée du Livre te Brussel. Hij zetelt in het bestuur en verzorgt het kaftdesign. Vermeldenswaard is zeker nog zijn tekenwerk voor Anvers à travers les âges (Génard, 1888) en de Dictionnaire des Communes Belges (Jourdain / Van Stalle, 1904 -1906). Het ontwerp van het allereerste Belgische bankbriefje, met een waarde van 20 frank en in gebruik tot 1922, staat ook op zijn naam (1894). Titz tekende prentbriefkaarten, onder meer een 26-delige alfabetreeks. Net als zijn affiches, onder meer voor de toeristische sector, bekoren ze door hun sierlijke art nouveau lijnvoering.

Het ontwerp Titz was bijzonder vaardig in het weergeven van stads- en landschapszichten. Vele vrije werken, etsen, litho’s, boekillustraties en toeristische aanplakbiljetten voor Rochefort (1897), AntwerpenTemse (1898), Namen (1912), leper (1913) bewijzen dat. Dit tentoonstellingsaffiche overtuigt door haar weloverwogen harmonisch concept. De afbeelding is gevat binnen een sierlijke organische lijn. De gestileerde grafische weergave en het functioneel gebruik van florale motieven zijn eigen aan de art nouveau. Ook in de publiciteitsgrafiek van Titz (zowel brochures als affiches) duiken ze steevast op. Paradoxaal genoeg is in dit werk, dat uitgerekend de exploitatie van de natuur als onderwerp heeft, de omlijsting vrij sober gebleven. De dikbuikige letters van de titel en zelfs de signatuur zijn, typisch voor de eenheidsopvatting van deze stijl, gaaf geïntegreerd. De tekening zelf vertoont dezelfde sierlijke lijnvoering: bemerk de curven van de voren, de ploegsteert, het wapperende kleed, het lint om het middel van de vrouw, haar kapsel, het touw.

Traditie versus moderniteit Niet alleen uit de stijl, ook uit de iconografie blijkt manifest dat het affiche ontstond in 1900, op het hoogtepunt dus van art nouveau en symbolisme. Een vergelijking met enkele andere benaderingen van de boerenstiel in affiches mag dit illustreren. Zowel Paul Bamps (zie afbeelding hiernaast) als Georges Koister geven in hun affiches voor de tentoonstelling van 1907 een idyllische visie op het in wezen harde landbouwersbestaan3. Zelfs in politieke partijpropaganda (zie Alfred Bastien 1922 resp. drukkerij Het Licht 1936, voorde B.W.P.) wordt de boer op het veld verheerlijkt. Houden deze tekenaars zich dus ver van een naturalisme, dan neigen ze toch naar een natuurgetrouwe uitbeelding van de figuur en omgeving. Dat realisme is totaal zoek in ons affiche van 1900. Titz gaat in de suggestie en idealisering inderdaad het verst: C“5trouw de eind-19deeeuwse traditie kiest hij ervoor de zwoegende boerin te vervangen door een bekoorlijke allegorische figuur. Door haar outfit (geen werkkleding maar een gewaad, blootsvoets), door de slechts gedeeltelijke en weinig gedetailleerde uitbeelding van het alaam ook, stilering, door haar houding ook (het kost haar ogenschijnlijk geen moeite de ploeg vooruit te duwen), en tot slot: niet in het minst door de gestileerde lijnvoering (zie hoger) lijkt hij het harde gegeven te sublimeren en presenteert hij een 1900 -versie van de Romeinse godin Demeter. Zelfs de achtergrond is niet helemaal realistisch uitgewerkt. Titz beeldt de Onze-Lieve-Vrouwe- en Sint-Kwintinuskerk af, maar de rest van Hasselt houdt hij erg vaag. Zo bemerken we het silhouet van een stokerij, maar we kunnen ze niet met zekerheid identificeren. Vanuit welke hoek beeldde hij Hasselt, omgeven door akkers af?



Diploma en medailles Titz gebruikte dezelfde tekening nog eens voor een diploma (zie afb. hieronder links), dat de Landbouwmaatschappij uitgaf en uitreikte aan verdienstelijke mededingers aan de prijskampen. Een soortgelijke iconografie duikt op in twee medailles (zie afb. hieronder rechts), die Fernand Dubois4 in opdracht van de vereniging maakte. De drie genoemde werken bevinden zich in het Nationaal Jenevermuseum Hasselt5. Toch kennen we nog een ander werkje, dat behoort tot een Brusselse privé-verzameling, en misschien wel een sleutelrol in dit verhaal speelt. Het gaat om een voorstudie (zie afb. p.7) in inkt en kleurpotlood voor genoemd diploma of misschien voor de medaille z e lf : de ondertekening met “secretaris / président” suggereert de eerste functie, het formaat 23,5 x 15 cm wijst op het tweede (dat zijn dezelfde verhoudingen als de medailles). Opmerkelijk is dat Dubois dezelfde allegorische vrouwenfiguur gebruikt. De achtergrond daarentegen is anders opgevat: als een landelijke omgeving, tegenover de stadstorens bij Titz én in de uitgevoerde medailles van Dubois. Het algemene opzet - een ploegende vrouw (in een specifieke houding) op een akker - is duidelijk hetzelfde. De vraag stelt zich dan ook aan wie we dat algemene concept moeten toeschrijven, en wat de concrete wensen of directieven van de landbouwvereniging waren. Door het gebrek aan archiefmateriaal kunnen we daarover (voorlopig) echter geen uitsluitsel geven.


Met dank aan de heren : Bart De Keyser (Stadsarchief Hasselt), Tony Damen (Nationaal Jenevermuseum Hasselt) en Jacques Moors (Provinciaal Archief Limburg).

Literatuur over L. Titz resp. zijn affichewerk: -

J. Dewilde, Louis Titz 1859-1932 (tentoonstellingscatalogus), leper, 1993. K. Scheerlinck, Papieren herauten. Culturele affiches te Antwerpen in kunsthistorisch perspectief 1880 -1 9 1 4 (tentoonstellingscatalogus), Antwerpen, 1991.

Voetnoten: 1Zie De Demer. Nieuwsblad voor het arrondissement Hasselt en de provincie Limburg, 7.01.1900, p. 1. 2 Zowel in het Stadsarchief Hasselt als in het Provinciaal Archief Limburg bevinden zich enkel dossiers m .b.t. het ko n in klijke bezoek maar niets over de toen vier decennia oude landbouwvereniging. Zie Stadsarchief Hasselt, Historisch archief, n° 3405; Provinciaal Archief Limburg, fonds Koninklijke bezoeken (1900) en Feesten en ceremonies (1900). 3 G. Koister toont voor de sectie mijnbouw een mijnwerker in de hoedanigheid van zaaier. 4 F. Dubois (1861 - 1939): symbolistisch beeldhouwer, graveur en medailleur. 5 NJH 81.0185.00; NJH 86.0876; NJH 86.0877. 6 Zie A rt Nouveau België (tentoonstellingscatalogus), Brussel, 1980, p. 382 - 383, n° 549.


tekst:

Karl SCHEERLINCK, Kunsthistoricus i

ij j j

'

foto’s:

Stedelijke Fotodienst

copyright:

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 e-m ail: stellingwerffwaerdenhof@hasselt.be

In dezelfde reeks verschenen: 1991 I . Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer ‘De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij ‘Week-end’, L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederid Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markf, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 I I . Schilderij ‘De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt, 19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij ‘O.-L.-Vrouw met Kind’, Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen “Den Soeten Naeme Jezus” , 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of “monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld “Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho “Heusden 2’ , uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor “Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel ‘Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 42. Gevelplaat “Veloce-Club hasseltois ‘Utile * Duld’ - 2 mai 1892"; 43. Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans, 1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij “Ijzel en mist”, Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen “Hasseltse water-molens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto “Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996 52. Olieverfschilderij "Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierioz Hasselt 1920’ , Hasselt; 55. Groepsportret "Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58.2 reflectoren; zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij "Blauw Tafereel", Pierre Cox (1915-1974).

1997 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64. Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (” 1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E„ Daniël van Vlierden (16511716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantlllon (1859-1917); 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine' & ‘Portret van mijn zoon José', Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (” 1945); 71. Beeld ‘O.-L.-Vrouw met Kind', 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 72. ‘Panorama van Hasselt', Steven Wilsens (” 1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas’; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden', 1985, Simone Reynders (” 1924); 77. Schilderij "Herfst - kasteel Henegauw", 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst "Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918", nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij "Veldslag in een korenveld", 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 81. Litho’s Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (” 1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register “Co(e)mans” , handschrift, 1611; 89. Standaard voor de "Maatschappij Minerva", 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 90. Schilderij ‘Portret van Dr. L Wr//ems"(1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige ‘S te r van de Roode Roos, 1627; 93. Litho "Gezicht op de Leopoldplaats’, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. ‘Anatemmaêsche zonnewijzer’ in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel 'Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)’, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel ■Irissen", ca. 1896-1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique”, 1858.

2001 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij ‘Stadspanorama van H asselt', 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken "Tabakskarot", 102. Karikatuurtekeningen ‘ 10 Hasseltse figuren", Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeën 11” Linieregiment: 'Coupe du Roi Albert* 8 Voupe Prince Léopold’ (2); 104. Affiche ‘ Vitte de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l ’occasion de la kemresse...’ , 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 17351790), Hasselt; 106. Schilderij ‘ Overhandiging van het vnjheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad HassetC, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden”, Druk. E. Roose, Hasselt.

2002 108. Zes wandkleden over "Hef Sacrament van M irakel van Herkenrode’, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: * Twee eeuwen, twee w erekferf, 110. Restauratieverslag ‘ Rederijkerskraag De Roode Rood’, 111. Keramische vaas ‘ Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen’ , Simonne Reynders(1924-); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw’-, 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.