KIK 118. ‘Het Hasselts Muzikaal Verleden van 1910-1960’, 2 luxepartituren, 1939, A. Lefebvre

Page 1

ijker

O PQtO RAO CN AIS 811JK VAM SIJMPATHICKC ER KE NTEIIJKHEID AAM DIN HEER IN S C N IC U R BtST U U R D IB C A R LO S M OENS V O O R tlTT E H VAN MIT KOMITEIT OCR EE R E T A M B O U R S EN AAN TIJM V lB K U lf O E M l 01 W E R K E R S 0 < B U t < N - T C M O IOM Ainr- OE SIJMPATHIQOI RE CONNAISSANCE A M O N S ItU B C INOIMIE VIT D IR E C T E U R CA R U3S M O E N S F R C S I D I HT # U - C O M I T É ' DES TAMBOURS K fA R A O t CT k S IS D EV O U ES COUABOftATtURB

E E R E TAM BOURS-

TAMBOURS OE PARADE -

m a r c h e

-

-

1

H H H

‘"’r ' \

*8ISi.... j

HET HASSELTS MUZIKAAL VERLEDEN VAN 1910-1960 2 luxepartituren, 1939 Albert Lefebvre (1886 -1953) papier, lederen kaft handgeschreven h. 32,2 x b. 24,3 x d. 0,5 cm h. 32 x b. 24,5 x d. 0,5 cm inv. nr. 1980.0010.00 -1980.0011.00 schenking 28 februari, 1980


Hasselts muzikaal verleden We beluisteren een fragment uit “Romance voor cello en piano” van Jos De Greeve uitgevoerd door Bert Maesen, cello en Willy Appermont, piano. Deze lezing is het resultaat van een muzikale ontdekkingstocht in de jaren 1900 tot 1960. Via het stadsarchief, bevriende musici, familieleden van componisten, het Cebedem en C D ’s kwamen we tot een muzikaal programma van kamermuziek, pianostukken en liederen van hoog niveau. Radio Klara toonde belangstelling en er volgde een interview met Fred Brouwers. Het openingsconcert “ Hasselts muzikaal verleden van de Hasseltse Virga Jessefeesten” was een succes. W e hebben al plannen voor een vervolg in 2010! Op 9 november 2002 zetten we 12 componisten in de kijker die tussen 1910 en 1960 een belangrijke rol speelden in het H asselts m uziekleven. M uziekinstellingen zoals het conservatorium, de Limburgse Orgelschool en het Elfde Linieregiment beschikten over schitterende musici die naderhand grote carrière maakten zoals de familie Douliez en de gebroeders Meulemans. Som m ige musici waren zeer getalenteerd maar hun naam is vergeten zoals pianist Louis Roels en de componist Louis Stappers. Nog andere verbleven hier een aantal jaren en componeerden hier belangrijke com posities en wonnen met deze werken grote prijzen zoals Willem Kersters en Berthe di Vito-Delvaux. Het concert was een boeiende ontdekkingstocht in dat Hasselts verleden gaande van charmante salonmuziek en virtuoze werken tot verfijnde kamermuziek. Slotnummer was het Ave Maria van de Hasseltse componiste Marie Gussé geschreven voor de Virga-Jessefeesten van 1912! Na het concert was er een tentoonstelling te bezichtigen met fotomateriaal over deze 12 componisten maar ook over het Hasselts muziekleven in zijn geheel met unieke foto’s over het prille begin van het conservatorium en over het Elfde Linieregiment anno 1915. Het muziekleven tussen 1900-1960 was gebouwd op 4 pijlers: het Elfde Linieregiment, de Limburgse Orgelschool, de m uziekschool en tenslotte een aantal componisten die hier belangrijke werken schreven. Het Elfde Linieregiment ( zie foto’s 1, 2 en 3 blz. 11) met zijn dirigent Albert Lefèbvre(dirigent van 1927 tot 1939 - zie foto hiernaast) was een instelling die met Hasselt vergroeid was door zijn concerten in het casino, op de kiosk, in de straten en op plechtige gelegenheden. Het “Elfde” kreeg in 1831 de Limburgse hoofdstad als ganizoen toegewezen en bleef er tot de tweede wereldoorlog. Het muziekkorps werd steeds geleid door bekwame kapelmeesters. De leden van de muziekkapel waren uiteraard beroepsmilitairen en hadden naast hun beroepsactiviteit ook nog nog een drukke nevenpraktijk. Ze dirigeerden zelf muziekkorpsen en speelden nog in verschillende orkestjes in de stad. Wat betreft de bekende “M ars van het Elfde" is de componist vreemd genoeg niet bekend.


Wel is bestaat er een arrangement van Arthur Hansotte (dirigent van 1915 tot 1927), voorganger van dirigent en componist Lefebvre. Van laatst genoemde hebben we hier in hét museum 2 luxepartituren met een calligrafisch handschrift: “Eere-Tambours” en “Hasseltse Volksm arsch”. (zie foto 4 blz. 12) Lefebvre studeerde tot 1909 aan het Conservatorium van Antwerpen theoretische vakken bij Auguste De Boeck, Emiel Wambach en Karei Candael en klarinet bij Cootman. Hij woonde te Hasselt vanaf 1927 in de Manteliusstraat en later op de Kuringersteenweg. Onder zijn leiding speelden Modest Claes (vader van Willy Claes) en Frans Vanstreels (vader van René) maar ook verschillende leden van de familie Douliez. Van dit muzikantengeslacht zijn de bekendste Paul en Jan.

I

!

P a u l D ouliez: (1905-1989) (zie foto hiernaast) werd geboren te Hasselt waar hij aan de conservatorium bij Louis Roels en aan de Limburgse Orgelschool bij Arthur Meulemans les volgde (zie foto 5 op blz. 12). Hij maakte net als zijn vader en zijn broers Jan, Laurent en Frans een tijdje deel uit van het Elfde Linieregiment te Hasselt. Aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen studeerde hij verder bij E. Wambach en privé bij P. Gilson. Van 1931 tot 1944 was hij pianist en later dirigent bij het Nationaal instituut voor R adio (NIR). Hij com poneerde kam erm uziek, toneelmuziek, pianowerken en schreef verschillende boeken over componisten. Vermelden we nog dat hij de vader is van de bekende actrice Yvonne Lex. Zij beschrijft in een artikel van het Belang van Limburg hoe bij apotheek Lebeau op de grote markt gemusiceerd werd met open vensters terwijl de mensen buiten stonden mee te luisteren.

i

We beluisteren nu een fragment uit “Sire Halewyn”, volksliedvariaties voor piano van Paul Douliez, gespeeld door Willy Appermont. Ja n Douliez: (1903-1987) (zie foto hiernaast) volgde in Hasselt ook les aan d eze lfd e in stellin gen en b eh a ald e nadien v e r s c h ille n d e d ip lo m a ’s aa n het K o n in k lijk V la a m s Conservatorium bij Defauw en De Vocht en te Parijs bij Vincent d ’ lndy. Ja n D o u lie z w as een uitstekend com po nist en pedagoog.. Hij maakte zijn carrière in het verre Brazilië waar hij een muziekhogeschool oprichtte en directeur werd. Hij werd ook professor aan de universiteit van Golania. Toen hij op oudere leeftijd terugkeerde naar België dirigeerde hij te Gent het symfonieorkest van de stad.

Er waren ook een aantal salonorkestjes met musici uit het “Elfde”. Daartoe behoorden o.a. Victor Douliez en Ernest Donners (viool) Zij musiceerden in de hotels en brasseries van de stad. (Hotel Willems, Brasserie Scherpesteen)


Ernest Donners (zie foto links) was een begaafd violist, was ook leraar aan de muziekschool waar hij Martin Tytgat opleidde die later een succesvol violist werd. Donners w as ook lid van het Limburgs Kwartet , vioolrestaurateur en pianostemmer. Hij was gehuwd met een telg uit de familie G ussé. Deze familie had in de stad een winkel waar men ook partituren en m uziekpapier verkocht. Haar zuster Marie Gussé(1889-1973) geboren te B o rg e rh o u t, ( zie foto rechts) w a s pianolerares aan de m uziekscho ol en oo k com poniste. Ze componeerde het Ave Maria voor de Virga-Jessefeesten van 1912.

We beluisteren Ave Maria van Marie Gussé door het Limburgs strijkkwartet en sopraan Liesbeth Verbeek. E e n tw e e d e p ijle r in dat H a s s e lts e m u z ie k le v e n is de muziekschool. Muziekonderwijs van enig niveau was in de 19e eeuw in Hasselt onbekend. Onder impuls van de Hasseltse Rederijkerskamer “De Rode R oos” begon de stad in 1881 met een muziekschool. De school werd ondergebracht in de lokalen van de “Rhétorique” in de Aldestraat. In 1883 werd Henri Tibbe aangesteld als directeur. (zie foto hiernaast)

Rond de jaren 1910 beschikte deze instelling over een bekwaam lerarenkorps met Théodore Stappers, leraar p ia n o - Jean Quitin en André Van Coillie, viool - Emiel Van den Brande, notenleer. De lessen gingen toen door in de Cellebroederstraat, later in Stellingwerf om uiteindelijk in huize Corswarem te belanden. Er zijn mooie foto’s van de koperklas met leraar Herckens en de vioolklas met leraar Jean Quitin in de binnenkoer van de school in de Cellebroederstraat.(z/e foto’s 6 en 7 op blz. 13) In 1915 kreeg de muziekschool een uitzonderlijk musicus als directeur, Louis Roels. (zie foto hiernaast) Deze geboren Hasselaar had aan het Conservatorium van Luik schitterende studies gedaan met een hoger diploma voor piano en een eerste prijs fuga. In 1912 behaalde hij te Parijs een tweede plaats op een internationale klavierwedstrijd. Hem werd een plaats als docent piano aangeboden aan de bekende S cola Cantorum. Doch Hasselt lag hem te nauw aqn het hart. Een ander voorbeeld van deze “honkvastheid” is de concertreis die hij maakte in Hongarije met de beroemde Hongaarse violist Von Vecksey. Deze kunstreis zou 5 jaar moeten duren. Na een eerste succesvol optreden te Berlijn beving hem de heimwee en hij keerde terug naar zijn geboortegrond. Roels werd geprezen om zijn Chopinvertolkingen. Hiervan


getuigen zijn leerlingen Paul Douliez en Louis Stappers. Hij heeft ook enkele werken ge­ componeerd maar daar hebben we niets van kunnen terugvinden. Wel hoorden we een anekdote over een mis die hij gecomponeerd had voor koor en strijkorkest. De dag van de uitvoering werd het orkest de toegang ontzegd omdat in de kerk geen instrumenten thuishoorden. Roels was zo verbolgen dat hij de partituur kapotscheurde. De persoon Roels was een introverte wat melancholisch man. Hij was o.a. goed bevriend met Sylvain Brauns, directeur van de kunstacademie en ook lid van het Limburgs Kwartet (zie foto 8 op blz. 14) Roels stierf in 1939 op 52-jarige leeftijd. Vermelden we uit die tijd ook Henry Wagemans (zie foto hiernaast links), Hasselts vioolvirtuoos, die carrière in Monaco maakte als solist van het Orkest van Monaco omstreeks 1930. Hij was in de jaren twintig ook professor kamermuziek aan het Brussels Conservatorium. In de oorlogsjaren w as Karei de Schrijver, een bekend componist uit Antwerpen, directeur. Een voorbeeld van de c o n c u rre n tie s fe e r d ie er toe h e e rste tu s s e n de m uziekinstellingen w as dat somm ige studenten van de muziekschool verboden werd lessen aan de Orgelschool bij Herman Meulemans te volgen. Van 1945 tot 1946 w as de H a s s e lts e v io lis t Martin Tytgat d ire c te u r om la te r in het B ru s s e ls e een muziekacademie te leiden. (zie foto hiernaast rechts) Tytgat was zoals reeds gezegd een leerling van Ernest Donners die in 1926 afstudeerde aan het conservatorium van Luik. Hij had een g oed strijkkw artet dat o.a. de creatie verzorgde van de H e id e su ite van L o u is Stappers in het Casino. (zie foto hiernaast links)


De volgende directeur van de Hasseltse muziekschool was Fernand Froyen. (zie foto hiernaast) Fernand Froyen( 1921-1990) geboren te Kanne, studeerde aan het K V M C te Antwerpen harmonie, contrapunt en fuga bij Jef Van Hoof en Karei Candael en compositie bij Flor Alpaerts en Lodewijk de Vocht. In 1945 werd hij leraar harmonie aan de Hasseltse muziekacademie, maar een jaar later volgde hij Martin Tytgat op als directeur, omdat deze laatste benoemd werd tot vioolleraar aan het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen. Fernand Froyen was 40 jaar directeur van Hasselts C o n se rv a to riu m , dat o n d e r zijn im p u ls in 1972 van M uziekacadem ie tot Conservatorium werd bevorderd. Hij com poneerde kam erm uziek, liederen, pianowerken en orkestwerken.

We beluisteren het Avondliedeke van Fernand Froyen door Liesbeth Verbeek, sopraan en Willy Appermont, piano. Een derde pijler uit dat Hasselts muzikaal verleden is de Limburgse Orgelschool die te Hasselt was gevestigd. Het idee was van Arthur Meulemans, hij was in Tongeren komen wonen door zijn huwelijk in 1911 met Aline Seeliger uit Tongeren, die zag dat er in Limburg nood was aan degelijk onderwijs gericht naar de eredienst, d.w.z. orgelopleiding, kennis van het gregoriaans en harmonieleer. De cursussen werden opgesteld naar het voorbeeld van het Lemmensinstituut. Paul Gilson, inspecteur van het Belgisch muziekonderwijs keurde de plannen goed. De oprichting vond plaats op 27 september 1916. Het heette “een provinciale School voor Orgel en Kerkzang, waar organisten en zangers opgeleid zullen worden”. Het studieprogramma omvatte behalve de notenleer, harmonie, contrapunt, piano en orgel ook godsdienstleer en latijn. De eerste lessen werden enkel op donderdag gegeven. Leraars waren directeur Arthur Meulemans, E.H. Alfons Somers, leraar godsdienst, Alfons Hamoir, organist van de St-Quintinuskerk en Constant Vanderstraeten, dirigent en stichter van het StQuintinuskoor. (zie foto 9 op blz. 14)Laatstgenoemde stichtte dat koor in 1916 in navolging van zijn vader Guillaum e die het St-Gregoriuskoor had gedirigeerd. Het bestuur van de Orgelschool bestond o.a. uit E.H. Broux, Edgard Tits en Alexis Pierloz. De Orgelschool heeft bestaan tot 1961. Drie componisten waren achtereenvolgend als directeur aan de Orgelschool verbonden: Arthur Meulemans, Herman Meulemans, beiden uit Aarschot en Edward Loos uit St-Truiden. Arthur Meulemans (1884-1966) (zie foto hiernaast) werd geboren te Aarschot maar vestigde zich in 1916 te Tongeren, waar hij aan het Koninklijk Atheneum muziek onderwees tot aan zijn aanstelling als dirigent van het pas opgerichte Symfonieorkest van de Belgische Radio te Brussel. In 1916 stichtte hij de “Limburgse Orgel- en Zangschool” met de bedoeling het niveau van de kerkmuziek, orgelspel en zang in Lim burg op te trekken. Het leerplan werd opgevat als in het Lemmensinstituut. Uitstekende organisten werden gevormd waaronder de H asselaar Louis Stappers. M eulem ans’ stijl evolueert van de


|

laatromantiek via het impressionisme naar het expressionisme. Hij liet een groot oeuvre na waaronder 15 symfonieën en 5 strijkkwartetten. Herman Meulemans (1893-1965) (zie foto hiernaast) werd geboren te Aarschot en is de jongere broer van Arthur. Hij werd laureaat van het Lemmensinstituut in 1914. Hij volgt zijn broer op als organist aan de O .-L.-Vrouw ekerk te Aarschot. Zijn im provisatietalent en muzikaliteit werden geroemd. Van 1930 tot 1956 was hij directeur van de “Limburgse Orgel- en Zangschool”, ook in opvolging van zijn broer. Hij schreef verfijnde pianomuziek, orgelwerken en liederen. Daarenboven was hij een Bartokkenner en inspireerde alzo zijn stadsgenoot, de befaamde Bartokkenner en stadsgenoot Denijs Dille.

Edward Loos (1906-1968) (zie foto hiernaast) werd geboren te St.-Truiden en volgde aanvankelijk les aan de “Orgelschool” bij Arthur Meulemans en later aan de Beiaardschool te Mechelen bij Jef Denijn. In 1942 werd hij leraar aan het Klein Seminarie van zijn geboortestad en hij was organist in verscheidene kerken. Zijn improvisatiekunst werd zeer gesmaakt. Van 1951 tot 1961 was hij technisch directeur aan de Lim burgse O rg elsch ool. Hij com poneerde missen, orgelwerken, liederen en pianowerken in een romantische stijl. Met zijn beiaardwerken behaalde hij te Mechelen enkele internationale onderscheidingen.

We beluisteren een Gezellelied van Edward Loos door Willy Appermont, piano en Liesbeth Verbeek, sopraan. Een componist moet hier speciaal belicht worden, we zijn hem al teg e n g e ko m en a ls stud en t p ian o aan de muziekschool bij Louis Roels, Louis Stappers(19021990). (zie foto hiernaast) Tussen leraar en leerling was daar een hartelijke en artistieke vriendschap gegroeid mat wederzijdse achting. Roels ondertekende de impromptu voor piano van zijn student met “excellent” en Stappers die onder de indruk was van Roels zijn Chopinvertolkingen bleef gans zijn leven een voorkeur hebben voor de Poolse componist. Getuige hiervan de talrijk Chopinuitvoeringen die Stappers gaf. Stappers genoot zijn eerste opleiding echter aan de Orgelschool bij Arthur Meulem ans. Hij behaalde er in 1922 het diploma voor orgel met grote onderscheiding. Hij gaf in de O-L-Vrouw Kerk een groot orgelconcert met werken van Mendelssohn, Fanck en Bach.


Meulemans gaf hem zeker de sm aak van de compositie. De Heidesuite en de Lentesuite voor strijkkwartet ontstonden en werden gecreëerd in het casino door het strijkkwartet van zijn stadsgenoot Martin Tytgat. Zijn virtuoos pianowerk “De wilde rit” werd uitgevoerd door de concertpianiste Florette Guilmot uit Luik. Meulemans moedigde in verschillende brieven zijn student aan om een post van organist te aanvaarden in Belfast, doch deze wilde niet.....verknocht aan zijn geboortegrond. Louis Stappers trad in de jaren dertig regelmatig op in de concerten van de Cercle Artistique bij tentoonstellingen(z/e foto lOopblz. 15), samen met de Hasseltse violist JaakVanlingen(z/e foto 11 opblz. 15) of in soloconcerten. (zie foto 12 op blz. 15)

We beluisteren een fragment uit die Heidesuite door het Limburgs strijkkwartet. Vermelden we nog Alfons Hamoir( 1873 - 1965) (zie foto hiernaast), leraar aan de Orgelschool maar ook begeleider van het M eulem anskoor en beiaardier en organist van de StQuintinuskerk. Hij was een begenadigd improvisator zodat Jo s De Greeve opmerkte dat Hamoir de Limburgse organisten had leren moduleren en improviseren. Honderd jaar lang had het geslacht Hamoir de post van organist-beiaardier waargenomen in de hoofdkerk. Zijn oom Louis was te Hasselt in 1859 aangesteld geweest als organist, in 1881 volgde zijn vader Théodore deze op tot in 1912. Alfons zelf bekleedde deze functie van 1912 tot 1955. Zijn “Cantate van het Zevende Jaar” werd gedurende geruime tijd bij ieder zevende jaar met grote luister uitgevoerd. Verschillende componisten zijn in Hasselt werkzaam geweest en horen niet zo thuis bij de drie vorige categorieën. Willem Kersters was 10 jaren verbonden bij de gewestelijke omroep van de BRT te Hassellt als producer en componeerde in Hasselt verschillende grote werken. Hetzelfde geld voor Berthe di Vito-Delvaux, een vrouwelijke componiste uit Luik die hier 10 jaren woonde en componeerde. Zij is momenteel 87 jaar, leef in Luik en zij was aanwezig op het concert. Een ander figuur is Jos De Greeve, die lang in Hasselt woonde, les volgde aan het conservatorium, deel uit maakte van salonorkesten en organist was te Runkst. Hij werd later docent harmonie aan het Vlaams Conservatorium van Antwerpen. Als laatste figuur hebben we de H asseltse componist Alfons Nicolai, leerling van De Greeve die talrijke operettes schreef die veel succes oogstten. Willem Kersters (1929-1999) (zie foto hiernaast) werd geboren te Antwerpen, maar was werkzaam te Hasselt van 1961 tot 1968 als producer bij de G e w e ste lijk e O m ro e p Lim burg. Te H a sse lt componeerde hij talrijke werken en hij behaalde in die periode verscheidene grote onderscheidingen de 2de prijs in de “Koningin Elisabethwedstrijd voor Com positie” met het ballet “Triomf van de geest” (1961). O ok kreeg hij in 1961 een bekroning voor het tweede strijkkwartet in de “Internationale


Wedstrijd voor Strijkwartetten”. In 1970 werd hij compositieleraar aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen en vormde er talrijke componisten waaronder de Limburgers Ludo Hulshagen, Paul Steegm ans en Leon Vanheel. Zijn stevige toonspraak, som s burlesk, dan weer lyrisch, zelfs wat laatromantisch, maakt zijn werk toegankelijk voor een groot publiek. Berthe di Vito-Delvaux (1915-) (zie foto hiernaast) werd g eboren te A n g le u r en stu d eerd e aan het K o n in k lijk Conservatorium te Luik bij Leon Jongen. Van 1949 tot 1964 was ze woonachtig in Hasselt, samen met haar echtgenoot die Italiaans consul was. In 1952 werd haar de Compositieprijs van de provincie Limburg toegekend. In Hasselt componeerde ze talrijke werken zoals de suite voor kwintet op het “Hasselts M eiliiedeken”. Ze w as lerares contrapunt aan het Luiks Conservatorium en componeerde kamermuziek, liederen en toneelmuziek, waaronder opera’s. Haar composities werden meermaals met belangrijke prijzen onderscheiden.

Jos De Greeve (1912-1974) (zie foto hiernaast) studeerde in zijn geboortestad Hasselt aan de muziekschool bij Jean Quitin voor viool en Alfons Hamoir voor harmonie. Intussen speelde hij in de Hasseltse jazzband en voorzag in Sint-Truiden de stomme films van geluid. Na studies aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen bij Karei Candael en Flor Alpaerts vestigde hij zich te Hasselt en was er jarenlang organist. In 1945 werd hij directeur van de gemeentelijke muziekacademie van Genk en in 1948 van Diest. In 1956 werd hij leraar harmonie aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen. Hij publiceerde een harmoniemethode en componeerde talrijke werken die bij het Genkse publiek zeer populair waren zoals operettes, missen en liederen. Fons Nicolai (1889-1971) (zie foto hiernaast) werd geboren te St.-Truiden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog volgt hij als krijgs­ gevangene in het kamp van Soltau (Duitsland) een cursus har­ monie. Na zijn terugkeer vervolgde hij zijn muziekstudie bij Anatole Van Assche in St.-Truiden en bij Jos De Greeve in Genk. Hij com poneerde niet minder dan 18 operettes, m aar ook lie­ deren en werken voor harmonieorkest.

Van deze componist beluisteren we “als ’t kindje verschijnt”door Liesbeth Verbeek, sopraan en het Limburgs strijkwartet.


Een apart en zeer interessant figuur is de componist en cellist Télémaque Claes (18311913) (zie foto op deze blz.) Deze woonde 30 jaar op het domein van Herckenrode als eigenaar en was advocaat te Hasselt. Zijn passie was echter de muziek, hetgeen ook bij zijn vader en grootvader het geval was. De familie Claes drukte in drie generaties zijn stempel op het culturele leven en was ook verbonden met de Rederijkerskamer. Guillaume Claes (1752 -1 8 4 1 ) was advocaat, schepen en burgemeester maar ook dirigent en organisator van profane concerten. Zoon Ulysse Claes (1792-1880) zette deze traditie verder in het orkest van de Rode Roos. Télémaque Claes componeerde het Chanson de Herckenrode dat deel uitmaakt van de “Quatres Mélodies” voor cello en piano. Deze compositie getuigt van vakmanschap en inspiratie. Lyrische momenten wisselen af met gepassioneerde. De componist gebruikt de verschillende registers van de instrumenten uitstekend om zo tot kleurrijke effecten te komen. Télém aque C la e s zou nog w erkjes hebben gecomponeerd doch deze zouden te Parijs in privébezit zijn.

We beluisteren een fragment uit “Un rève voor cello en piano” van Télémaque Claes uitgevoerd door Bert Maesen, cello en Willy Appermont, piano.


Extra foto’s


O P G E D R A G E N ALS BLIJK V A N S Y M P A T H I E K E IN G E N IE U R

BESTUURDER C A R LO S M O EN S

E E R E - T A M B O U R 5 E N A A N Z IJ N

D ^ li

E R K E N T E L I J K H E I D AAN DEN HEER V O O R Z I T T E R V A N H ET K O M I T E I T D E R

V ER K LIE E D E

M EDEW ERKERS .

'E y ^ É T H O IO N À O E J O E -E ljM P A T H igUE R ECONN AI ^ A K f f A M O N SIEU R

. C ï N « r H Ï E W O W t C T Ï B R C A R L Ö S ^ Ö E W T R Ê S » M » T ” - DO TAM BOURS

SC

PARAD E

ET

À

SES

D É V O IM É S

^ O M » T r:B rS

C O LLA B O R A T E U R S

TAMBOURS DE PARADE MARCHE




12


1 9 9 1 : 1. Olieverfportret M.-H. van Beleren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E ; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en 1914; 4 . Blazoen rederijkerskamer 'D e Roode R oo s’, D. Van Vlietden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij 'Week-end', L Pringels, 1950; S. Zilveren reliekostensorium, F. Ja n s Burduin G ent & I.F. Frederid Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘D e Grote Markt', J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, H asse lt 1568; i a Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1 9 9 2 : 1 1 . Schilderij 'D e Grote Man', F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O .-L-V . Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat J. Vinckenbosch, H a sse lt 19e E.; 14. Kaart M id d e n in Zuid-Umburg, L Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P J . Verhaghen, 1792; 18. Studlocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. 'reukappel'Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E ; 21. Schilderij ‘O .-L-V rouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993: 22. Liturgische gewaden St-V edastus Hoeperlingen, 1ste h. 16e E ;

23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen ‘ D en Soeten

Naeme Jezus', 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Plefler) Stockmans (°1940); 26. Portret U lysse C lae s (1792-1880), G . Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of 'monstrans van Herkenrode', Parijs, 1286; 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jo sD a m ie n (1879-1973); 29. G ezicht op Hasselt naar R em ade Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld 'H eilige C e d lia ', 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S . Vander L o ch t H asse lt 1669.

1994: 32.

Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. G ouache 'D e Meukes', ca. 1890, Pa ul Made

Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het H asseletum en de H isto ria Losse n sis, 2 historische werken v. Joan n es Mantelius (1599-1676); 39. Litho 'H eu sden 2 ', uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor 'Overhandiging...' muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, K erm t 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995: 42. Gevelplaat 'V eloce-Club hasseltois 'U tile '

Duld' - 2 mal 1892"; 43. Olieverfportret van Am oldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E ; 44. Acryls van R a y Remans,

1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Btuckmann 8 Söhne, Heibronn, 1888; 46. Begijnenscholel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerif-Waetdenhof; 48. Schilderij 'U ze l en mist*, Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen 'H asseltse water-molens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto 'Jongem an met badmuts', gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lam bertus Hannosset, Antwerpen.

1996: 52. Olieverfschilderij "Zegening van de Boerenkrijgers op de

Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M G.

Tieleman; 54. Vaandel 'Kunstkring Alexis Piertoz H asselt 1920', Hasselt; 55. Groepsportret 'L e d e n v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld', 1709, olie op paneel; 56. Beiaatdklavier, ca. 1752, H asselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. D e H asseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren; zilverbeslag op houten kem, Amok) Frederid, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij 'B lauw Tafereel-, Pierre C o x (1915-1974).

1997: 62.

Portret G uillaum e Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E , Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie 'O ude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Notens (“1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den M eersch (1912-1996); 67. Schild v.h. w eversam bacht e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlteiden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 H asseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine' & ‘Portret van mijn zoon José ’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Hom o S edens, Hub Baerten (“ 1945); 71. Beeld ‘0.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, M eester van Ooslham.

1998 : 72. 'Panoram a van

Hasselt', Steven W ilsens (” 1937); 73. Portret Télémaque C la e s (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader

v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'H asseltse speculaas’; 76. Wandtapijt “ Euskadi: balladen en legenden", 1985, Sim one Reynders (”1924); 77. Schilderij 'Herfst - kasteel HenegauW , 1946, Paul Hermans (1898-1972); 7 a Prehistorische polijststeen, Sint-Qulntinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst "Ooriogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918', n t gedateerd, H asse lt Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jo ssa (1884-?); 80. Schilderij “Veldslag in een korenveld", 1864, Ju le s Vàn Imschoot (1821-1884).

1999 : 81. Litho's

H a sse lt g e zie n tussen 1960-1979, Jac. Leduc (“1921); 82. Het huis Stellingwerf! (19e E)-Waetdenhof (17e E ); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd

in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Vekleke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140^ .1200); 85. C éiam lqu es D écoratives de H asselt [1895-1954]: overzicht van d e ronde reclam e- en siersch otels van de voorm alige keram iekfabriek in H asselt; 87. Portret van G uillaum e Stellingw erf! (1841-1923); 88. R e g iste r 'C o (e )m a n s ', , 1611; 89. Standaard voor de ‘ Maatschappij Minerva", 1871, W; G eefs (?) & G . Guffens.

2000 :

90. Schilderij -P o rtre t van Dr. L WUlemsr (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. M aquette tw eedekker Fatm an Type III, 1985; 92. Zespuntige ' S te r

van de Roode Roos, 1627; 93. Litho 'G e z ich t op d e Leopoldplaatd', ca. 1860, C . J . Hoolans; 94. ' Analem m attsche zo n n e w ijzer in de museumtuin, 2000; 95. Portre t van R idde r G uillaum e d e Corsw arem (1799-1884); 96. Pastel -P o rtre t van m evrouw Leynen (1842-1920T, 1919, G J . Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel -Irissen-, ca . 18961905. 98. Banier ‘ S o cié té R oyale d e M usique e t d e R h étoriqu e, 1858.

2001 :

99. H asselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij S tadspan oram a van H a s se ir, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken T a ba kskaro t', 102.

Karikatuurtekeningen ‘ 10 H asse ltse figuren’, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeén 11* Unieregiment: "Coupe du R o i A lb e rt' & "Coupe P rin ce L éo p o ld - (2); 104. Affiche ‘ V ille d e H asselt, 1882, program m e des lê te s q u i auront lie u à l'o cca sio n d e la kerm esse...’ , 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij ‘ O verhandiging van h et vrijheidscharter do or G ra a f A rn o ld IV van Loon aan d e sta d H a sse lt, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche ‘ K E M P O - bronnen e n lim onaden', Druk. E. Roose, H asse lt

2002 : 108. Zes wandkleden over ‘ H et Sacram ent van M ira k e l van H erkenrode', 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: ‘

Twee

eeuwen, tw ee w erekjerf-, 110. Restauratieverslag ‘ R ederijkerskraag D e R oode R o o f -, 111. Keram ische vaas ‘ R os B e ia ard en de V ier Heem skinderen-, Simonne Reynders(1924); 112. Keram ische vaa s in lusterglazuur, C éram iques D écoratives de H asse lt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel 'Tuin m et vrouw’ -, 114. Jaa rka len d e r C e yse n sRoose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouw dagen 1900; 116. Schilderij 'V lagg en ', Jac. Leduc (” 1921);

2003 :

117. Sculptuur 'tc a ru f, Robert Vandereycken (”1933).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.