KIK 121. Kopergravure ‘Exlibris van de familie Weytens’, afdruk door Hedwig Pauwels (°1934)

Page 1

KOPERGRAVURE ‘EXLIBRIS VAN WAPEN EN WAPENSPREUK VAN DE FAMILIE WEYTENS’

kopergravure: anoniem; afdruk: Hedwig Pauwels (1934-); koper / papier; h. 13,1 c m x b . 11,8 cm.

inv. nr. 1988.0477.00 overdracht Nationaal Jeneverm useum Hasselt, 1988



Het voorwerp Sinds 1988 bew aart dit S tedelijk M useum S tellingw erff-W aerdenhof een gegraveerde koperplaat van 13,1 op 11,8 cm. Zij werd door het Nationaal Jeneverm useum Hasselt aan dit museum overgedragen en was afkomstig uit de nalatenschap van juffrouw Juliette Stellingwerff (1905-1986). De gegraveerde voorstelling op de plaat betreft een w apenschild m et bijhorende attributen en daaronder een banderol, waarop de tekst in spiegelschrift staat. Dit maakt meteen duidelijk dat deze plaat gegraveerd w erd om afgedrukt te worden. Ze w as dus geen einddoel op zich, m aar slechts een m iddel om iets anders tot stand te brengen : een ‘prent’. Het eigenlijke kunstw erk is d us niet de drukplaat, m aar de afdruk ervan op papier. Er zijn evenwel (tot nu toe) geen andere afdrukken van deze plaat bew aard of gekend, dan die w elke zow at een tw intig ja a r geleden door de H asseltse graficus Hedwig Pauwels (° St.-N iklaas, 1934) gem aakt werden op verzoek van één van zijn toenm alige leerlingen aan het Provinciaal Hoger Instituut voor B eeldende Kunst, die hem de drukplaat te r beschikking stelde. Het M useum S te llin g w e rff-W a e rd e n h o f b e z it één va n d ie a fd ru k k e n , zo d a t p la a t en a fd ru k h ie r geconfronteerd kunnen worden.

Beschrijving C entraal in de afbeelding staat een w apenschild, bekroond m et helm, wrong, helm stuk en dekkleden. De vo o rste llin g b e a ntw oordt vo lled ig aan w a t het klassieke type van het renaissancistisch w apenschild in de Zuidelijke Nederlanden kan genoem d worden. W ijl het gotische schild, dat in de 15® en de eerste helft van de 16e eeuw gebruikt werd, zich onderscheidt door zijn asym m etrische vorm, door zijn schuine plaatsing en door zijn speelse, grillige dekkleden, valt hier op dat het schild niet schuin, m aar recht en centraal geplaatst is, dat het sym m etrisch van vorm geving is, onderaan nog quasi-halfrond, m et een zeer bescheiden, am per m erkbare neiging om de halfronde vorm te doorbreken en naar een accoladevorm te evolueren. O p het schild staat een helm m et neergelaten vizier, die m et zijn lichte w ending naar links (heraldisch rechts) als enig elem ent de sym m etrische opbouw van het blad kom t doorbreken. O p de helm rust een wrong, w aarboven het helm stuk uitsteekt, hier een klaverblad. Helm en schild zijn om geven door weelderige, acanthusachtige dekkleden, die m et hun rondingen op sierlijke w ijze en in perfecte sym m etrie de bladruim te vullen. Het schild zelf kan heraldisch gelezen en beschreven worden als : “[in goud] twee klaverbladen van sinopel en een vrijkw artier van sabel, beladen boven m et tw ee linkerschuinbalken van zilver en onder m et tw ee driehoeken van hetzelfde” . O pvallend is dat de graveur zich vrij goed gehouden heeft aan de traditionele voorstellingsw ijze van de heraldische kleuren en m etalen op deze ongekleurde prent: het zwart (“sabel”) wordt, zoals gebruikelijk, voorgesteld d oo r gekruiste horizo ntale en verticale arceringen en het groen (“sin opel”) d oo r een schuinsrechtse arcering; het “zilver” w ordt in deze ongekleurde versie, zoals norm aal, voorgesteld door een w it vlak. Alleen voor het “goud” is de graveur hier afgew eken van de traditionele voorstelling, verm its het hier als een wit vlak weergegeven is (en dus hier eigenlijk als “zilver” zou moeten gelezen worden), terwijl het vlak normaal met puntjes gevuld zou moeten zijn. O nder het w apenschild is een volkom en sym m etrische banderol afgebeeld, w aarop men het


Latijnse m otto “SIBI ETALIIS’ leest, hetgeen vertaald luidt : “Voor hem zelf en de anderen”.

Situering De bovenstaande beschrijving levert diverse elem enten op die toelaten de hier besproken prent nader te situeren. Vooreerst zijn er de sym m etrische, klare en evenwichtige bladvulling en de op antieke C orinthische kapitelen geïnspireerde acanthusachtige dekkleden, die dit w apenschild tot een schoolvoorbeeld m aken van w at m en het klassieke renaissancistische w apenschild zou kunnen noem en in de Zuidelijke Nederlanden. Vervolgens is er de neiging tot accoladevorm aan de onderzijde van het schild, hetgeen zich slechts na 1600 manifesteert. Ten derde is er de ietw at schuine plaatsing van de helm, hetgeen zo goed als zeker naar de Zuidelijke - N ederlanden verw ijst, w a ar een frontale plaatsing van de helm slechts uiterst zelden voorkom t, terw ijl dat veelvuldig voorkom t in de Duitse heraldiek (1 ). W e hebben dus quasi-zeker m et een prent te doen die een zeventiende-eeuw s w apenschild uit de Zuidelijke - Nederlanden voorstelt in een strenge renaissancestijl. Het afgebeelde w apen is ook bekend (2): het betreft het w apen van een fam ilie W eytens, w aarvan leden in Hasselt terug te vinden zijn in de 17e eeuw (zie verder). Het hierboven vernoem de m otto dat op de banderol onder het w apenschild voorkom t, is eigenlijk de sleutel om deze prent te duiden. O p het eerste gezicht zou m en kunnen denken dat het om een w apenspreuk gaat, doch dit is niet het geval. De gebezigde form ule kom t in deze of in analoge form uleringen regelm atig vo o r op zeventiende-eeuw se boekm erken. De hier besproken prent is dus een exlibris gem aakt voor één of m eerdere leden van de 17e-eeuw se H asseltse fam ilie W eytens.

Wat is een exlibris? In de vaktechnische zin w ordt daaronder verstaan een soort gedrukt etiket, al of niet m et één of andere voorstelling, dat bestem d is om als eigendom sm erk vooraan in een boek gekleefd te w orden om duidelijk te m aken aan w ie het betreffende boek toebehoort. Exlibris zijn zo oud als de boekdrukkunst zelf : het oudste bekende is een Duits blad dat van ca 1450 dateert. De technische evolutie die de boekdrukkunst onderging in de 500 ja a r van haar bestaan w eerspiegelt zich ook in de exlibriskunst. De oudste boekm erken zijn als houtsneden ontstaan, doch al vlug (ca 1500) werden ook uit de wapenfabricatie overgewaaide technieken, zoals etsen en graveren, aangew end om e r boekm erken m ee te m aken. De grote naam die zich opdringt vo o r die vroege technieken van het exlibris is A lbrecht Dürer (1471-1528). De achttiende eeuw leverde de lithografie als nieuw e druktechniek en de 19e eeuw de fotografie m et haar diverse toepassingen. Sedertdien zijn e r nog vele andere bijgekom en, m et inbegrip van offset, zeefdruk en co m p u te r... Stilistisch volgde het exlibris alle stijlstrom ingen van de Europese kunstgeschiedenis, van de laatgotiek in de 15e eeuw tot de abstracte, surrealistische en andere strom ingen van nu toe. O ok op sociaal vlak kende het boekm erk zijn evolutie. Tot in de 18e eeuw nam het zo goed als uitsluitend heraldische vorm en aan: adellijke fam ilies, kloosters en geestelijken, en later de hogere burgerij, hadden de m iddelen om zich kostbare boeken aan te schaffen en/of om te studeren. D aarenboven m aakte het fam ilie- of kloosterw apen duidelijk w ie de eigenaar van het betreffende boek was: een specificatie van de naam van de bezitter w as daarbij niet nodig. Het was pas in de 18e eeuw, het tijdperk van de Verlichting, met zijn geleidelijke opkom st


van de burgerij, w aarvan vele leden geen w apenschild bezaten, dat andere voorstellingen en uitbeeldingen een plaats kregen naast de m eer en m eer geëxpliciteerde naam van de titularis van het boekm erk. Deze verspreiding van het boekm erk én zijn artistieke kwaliteiten leidden ertoe dat exlibris, zoals de postzegels, een verzam elobject gew orden zijn sinds de tw eede helft van de 19e eeuw, te beginnen van in Engeland en thans w ereldw ijd verspreid.

De titularis van het blad W ij m eldden reeds dat dit exlibris uit de 17e eeuw m oet stam m en en dat het het wapen draagt van een fam ilie W eytens. Inderdaad w orden te H asselt in de 17® eeuw drie generaties van deze fam ilie verm eld. De eerste generatie w o rdt vertegenw oordigd door Jan W eytens, een geneesheer die aan de Leuvense universiteit studeerde vanaf 1617 en in 1623 door de stadsm agistraat van Hasselt w erd aangesteld tot stadsdokter. Hij w as alleszins geen Hasselaar, w ant bij zijn inschrijving aan de Leuvense universiteit w erd hij verm eld als “ Becanué’. Hij w as dus een inwijkeling uit Beek, doch w elk Beek ?: was het Beek bij Bree? of Beek-en-Donk? of was het Hilvarenbeek? Als stadsdokter m oest hij de H asseltse burgers bijstaan, behalve in geval van pest of dysenterie; de arm en m oest hij gratis verzorgen en de verm ogende burgers tegen een redelijke vergoeding. Het stadsbestuur stelde zijn jaarw edde vast op 200 gulden en gaf hem een ambtswoning ter beschikking in een deel van het stadhuis. Hij was daarenboven vrijgesteld van w acht, m ilita ire inkw artiering en, accijnzen en belasting en. Hij m oet dus als pas gediplom eerde dokter naar H asselt gekom en zijn, w aar zijn vrouw M aria Stevart hem een zoon Jan jr. baarde, die op 3 m ei 1630 te H asselt gedoopt werd. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde Jan sr. op 28 januari 1642 m et Anna Van Hilst, de dochter van de Hasseltse burgem eester en bouw m eester Jan Van Hilst. O nze stadsdokter bew oog zich dus duidelijk in de hogere sociale kringen van de stad. Het echtpaar W eytens -V a n Hilst schonk trouwens in 1646 een glasraam m et hun wapenschilden aan de begijnhofkerk. Na m eer dan dertig jaar zijn functie van stadsdokter uitgeoefend te hebben, begon Jan W eytens sr. blijkbaar m et zijn gezondheid te sukkelen. Hij vroeg dan ook ontslag met toelating om zijn functie van stadsdokter te m ogen overdragen op zijn zoon Jan jr., die vanaf 1650 eveneens aan de Leuvense universiteit studeerde en het inm iddels ook tot licentiaat in de m edicijnen gebracht had. De H asseltse stadsm agistraat w illigde dit verzoek van vade r W eytens in en Jan jr. w erd dus stadsdokter in 1658. Inm iddels w as hij op 11 oktober 1657 te Hasselt gehuwd m et G ertrudis van Hilst, de dochter van burgem eester en bouw m eester A rnold Van Hilst en diens vrouw C hristina W ynrox. Een sterke gezondheid m oet stadsdokter Jan W eytens jr. niet gehad hebben, w ant om gezondheidsredenen m oest hij van 1665 tot 1667 vervangen worden door zijn vade r Jan s r . , die te H asselt overleed op 25 novem ber 1668. Zoon Jan jr. volgde zijn vade r in het graf niet eens een ja a r later, op 25 oktober 1669. Uit het huw elijk van Jan W eytens jr. en G ertrudis Van Hilst w erden tw ee kinderen geboren. Vooreerst een zoon Jan Christiaan, die in 1658 geboren werd en vanaf 1677 eveneens aan de Leuvense un ive rsite it studeerde. Hij huw de m et M aria Van M anshoven, w a s zelf burgem eester van Hasselt in 1689/90, doch overleed reeds vóór 1696, verm its zijn weduwe toen hertrouwde m et M ichiel Drossaerden, schepen van Hasselt en van Kermt, schepen en secretaris van Kuringen en burgem eester van H asselt in 1701/02. G ertrudis W eytens, de jo ngere zuster van Jan C hristiaan, w erd geboren in 1665 en huw de in 1715 m et de jurist Robert Cox, secretaris van het Hof van Vlierm aal en eveneens burgem eester van Hasselt. Zij stierf kinderloos in 1760 (3).


Verm its het hier besproken exlibris geen naam expliciteert, is het m oeilijk uit te m aken wie van de drie generaties W eytens de opdracht tot het aanm aken ervan gegeven heeft. Dit exlibris, dat een schoolvoorbeeld is van het klassieke renaissancetype in de Zuidelijke Nederlanden, laat stilistisch niet toe het blad m et zekerheid toe te schrijven aan één van de drie m annelijke vertegenwoordigers van deze familie. Op grond van het feit dat de onderzijde van het wapenschild nog quasi-halfrond is en slechts een am per waarneem bare aanzet in de richting van een accoladevorm vertoont, zou m en m isschien kunnen besluiten dat het blad eerder vroeger dan later in de 17e eeuw te situeren is. Dit is evenwel slechts een verm oeden en geeft geen zekerheden. Er zijn trouw ens ook een aantal gevallen uit de 17e en 18e eeuw bekend, w aaruit blijkt dat m eerdere generaties van éénzelfde fam ilie hetzelfde heraldische exlibris gebruikten. Lijkt het dus niet m ogelijk de titularis van het blad te identificeren, dan is het nog m oeilijker de vraag te beantwoorden wie deze prent gegraveerd heeft. En was de m aker een lokale vakm an of is men naar Luik, Antw erpen of elders m oeten gaan voor het aanm aken ervan? Men w eet dat er m idden 17e eeuw alleszins te Hasselt m instens één graveur werkzaam was: Nicolaas (II) Sigers, aan wie wellicht het oude bedevaartvaantje voor O.L.V. Virga Jesse toegeschreven kan w orden (vóór 1655) (4). Toch lijkt het niet w aarschijnlijk dat hij dit exlibris graveerde: d a a rv o o r is h e t g ra v e e rw e rk te v e rfijn d en va n v e e l b e te re k w a lite it d an o p het bedevaartvaantje. A nderzijds m oet m en rekening houden m et het feit dat m inderbroeder H endrik Jongen in 1660 de titelplaat voor zijn Marianum Hasletum liet graveren door de Antw erpenaar Frederik Bouttats de Jongere (+ 1676), naar een tekening van Filip Fruitiers (1610-1666) en dat in 1689 Libertus Van Elsrack zich tot de Brusselse graveur Richard (II) Van O rley (1663-1732) wendde voor de aanm aak van de door hem in opdracht gegeven m irakelprent van O.L. Vrouw V irga Jesse (5). Één ding kan alleszins geponeerd worden : deze prent is quasi-zeker het oudste van de twee tot nu toe gekende H asseltse exlibris uit de 17e eeuw (6).


Nota’s (1) A.[ntoine] R O U SSEAU , De kunsthistorische evolutie van het heraldisch exlibris in de Zuidelijke Nederlanden (I), in Graphia, nr. 6 7 ,1 9 7 5 ,nr. 3, p. 30 - 39. (2) F.[rancis] G O O LE, Wapenboek Hasselt, Hasselt, 1965, p. 37. (3) M et oprechte dank aan de heren dr. W illy C eysens en Jean-Jacques Van O rm elingen voor het ter beschikking stellen van deze biografische gegevens over 3 generaties Weytens te Hasselt. V oor m eer gegevens en referenties verw ijzen w e naar de te r perse zijnde catalogus van de tentoonstelling “OOg in OOcf’, die in de zom er van 2003 in het Stedelijk M useum Stellingwerff-W aerdenhof te Hasselt plaats heeft. (4) Hasselts zilver, Hasselt, 1996, p. 78. (5) J.[ef] AR R A S, De Virga Jesse op oude prenten, in De Hasseltse Virga Jesse en haar kerk, Hasselt, 1982, p.33-38. (6) Het tw eede H asseltse exlibris uit de 17e eeuw is dat van Libertus Van Elsrack (+ 1 7 1 8 ), prior van het sepulchrijnenklooster te X havée bij Luik en rector van de Hasseltse O nzeL ie ve -V ro u w e ka p e l. Het w erd destijds afgebeeld in L’A ncien Pays de Looz, jg. 6 ,1 9 0 2 , p g .5 .


tekst:

Jef ARRAS

foto’s:

Stedelijke Fotodienst

copyright:

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 e-m ail: stellingw erffw aerdenhof@ hasselt.be

III

In dezelfde reeks verschenen: 1991:

1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895

en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer 'De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij 'De Grote Markt’, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568;

1992:

10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

11. Schilderij ‘De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakeiprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Oriey, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt,

19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij 'Het bos', Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.;

21. Schilderij '0.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993: 22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen,

1ste h. 16e E.;

23. Mirakeiprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen "Den Soeten

Naeme Jezus”, 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of "monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld "Heilige Cecilia” , 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994: 32.

Biechtstoel, Brabants atelier, 1664;

33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie

Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho "Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor "Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel ‘Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995: 42. Gevelplaat “Veloce-Club

hasseltois ‘Utile * Duld’ - 2 mai 1892”;

43. Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans,

1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij "IJzel en mist”, Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen "Hasseltse water-molens, 1893/94” , Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto "Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996: 52. Olieverfschilderij "Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt”, 1899,

Djef Swennen (1871-1905);

53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G.

Tieieman; 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierioz Hasselt 1920”, Hasselt; 55. Groepsportret "Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren; zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714;

1997: 62.

59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij "Blauw Tafereel”, Pierre Cox (1915-1974).

Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957;

63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Notens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld '0.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998: 72. 'Panorama van Hasselt*, Steven Wilsens (°1937); 73. Portret

Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939);

74. De Loonse muntslag in het kader

v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas'; 76. Wandtapijt ‘’Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij "Herfst - kasteel Henegauw” , 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst "Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918”, n l gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij "Veldslag in een korenveld”, 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999: 81.

Litho’s H asselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921);

82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd

in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veideke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céram iques Décoratives de H asselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register "Co(e)mans”, handschrift, 1611; 89. Standaard voor de "Maatschappij Minerva”, 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2 0 0 0 : 90. Schilderij “P ortret van Dr. L W illems" (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. M aquette tw eedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “S te r van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “G ezicht op de Leopoldplaats”, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analem m atische zo nn ew ijze t in de museumtuin, 2000; 95. P ortret van R idder G uillaum e de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “P ortret van m evrouw Leynen (1642-1920J, 1919, G J . Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irissen’ , ca. 18961 90 5. 98. Banier “Société Royale de M usique e t de R hétorique, 1858.

2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanoram a van H a sse lt, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot* 102. Karikatuurtekeningen “10 H asseltse figuren“, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeön 11e Linieregiment: “Coupe du R oi A lb e rt & “Coupe P rince Léopold” (2); 104. Affiche “ V ille de H asselt, 1882, program m e des fêtes q ui auront lie u à l ’occasion de la kerm esse...’ , 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “O verhandiging van h et vnjheidscharter door G raaf A rn old IV van Loon aan de stad H a sself, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en lim onaden’ , Druk. E. Roose, Hasselt.

2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over “H et Sacram ent van M irakel van Herkenrode’ , 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: " Twee eeuwen, twee w erelderf; 110. Restauratieverslag “ Rederijkerskraag De Roode R o o f; 111. Keramische vaas “Ros B eiaard en de V ier H eem skindererf, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céram iques D écoratives de H asselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel Tuin m et vrouwï 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912; 115. Affiche 'Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij 'Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur ‘Icarus’, Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartlturen, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche

“Langem ansbiet, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de H erkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.