KIK 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat’, 1961, Clement Van Campenhout (1921-1997)

Page 1

ijker

SCHILDERIJ ‘GROTE CAPUCIENENSTRAAT Clement VAN CAMPENHOUT (1921-1997) gedateerd 1961 olie op karton, vergulde houten lijst h. 38 x b. 48 cm zonder lijst h. 56,5 x b. 66 cm met lijst ■

inv. nr. 1979.0015.00 Aankoop Stad Hasselt, 1964


....

â–

.......................


Het werk dat we bespreken is gemaakt in olieverf op paneel (Unalitplaat), het stelt een stadsgezicht voor en het is links onderaan gesigneerd en gedateerd: Clement Van Campenhout 1961. Op de achterzijde van het paneel is geschreven “Grote Capucienenstraat Hasselt”. Het is inderdaad een gezicht op de Grote Capucienenstraat in Hasselt in oostelijke richting. Op de achtergrond zien we de Maastrichterstraat en de hoge zijgevel van het huis Stellingwerff. Halverwege de straat staat een geparkeerde auto, een Volkswagen Kever. Men kan zien dat het om oude huizen gaat, maar de slechte toestand ervan is door de kleuren en het licht niet zichtbaar. Op het ogenblik dat dit werk geschilderd werd (1961), werden al de eerste plannen gemaakt voor een grondige sanering van de volksbuurt De Beek, waarvan de Grote Capucienenstraat deel uitmaakte. Veel van de huizen waren toen al verkrot en onbewoonbaar verklaard. Missschien heeft de kunstenaar door het gebruik van zachte kleuren en bijna Italiaans licht een jeugdherinnering willen vastleggen en daardoor een geromantiseerd beeld van de werkelijkheid gemaakt. Op twee foto’s van dezelfde straat, gemaakt rond 1955, ziet de werkelijkheid er iets grauwer uit (zie 2 foto’s hieronder). Hoewel het standpunt van de schilder wat verderaf en wat

hoger is dan het standpunt van de fotograaf, is de overeenkomst met het schilderij opvallend, zelfs de Volkswagen is in de beide gevallen aanwezig. Dat doet het vermoeden rijzen dat de schilder zich eerder op foto’s en herinneringen gebaseerd heeft dan op een realistische weergave van de werkelijkheid.

Clement Van Campenhout (1921-1997) Clement Van Campenhout (zie zelfportret blz. 2) werd geboren op 26 augustus 1921 in St.Lambrechts-Herk, de geboorteplaats van zijn moeder. Zijn vader was afkomstig van Grimbergen. Op 6 augustus 1948 trouwde hij met Mieke Huybrechts. Ze kregen twee dochters: Bea (°1951) en Marina (°1954). Clement studeerde aan de academie van Hasselt bij Lucien Nolens en kreeg ook les van Charles Wellens. Hij deed hogere studies aan de afdeling glas-in-lood van het Nationaal Hoger Instituut voor Toegepaste Kunsten en Architectuur in Ter Kameren (Brussel) en aan de academie van St.-Jans-Molenbeek, waar hij ingeschreven was in de richting “levend model” . In 1960 werd hij laureaat van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten van Antwerpen in de afdeling grafische kunsten. Op dat ogenblik was hij al 14 jaar actief als leraar aan het atheneum van Hasselt (benoemd in 1946) en aan de plaatselijke kunstacademie. Hij had een groot hart voor Hasselt en voor Italië, waar hij vaak op reis ging en heel wat inspiratie vond. Ook als toeristische gids was hij vaak in Italië. Als lid en later bestuurslid van de kunstkring Pro Arte ontmoette hij de andere beeldende kunstenaars van zijn generatie, waaronder talrijke namen die nu zeer bekend zijn: Pierre Cox, Paul Hermans, Jac. Leduc, Ray Remans, Robert Vandereycken, Amand Van Rompaey, Paule Nolens, Walter Vilain en anderen. Clement Van Campenhout was een zeer veelzijdig kunstenaar die veel technieken beheerste en er les in gaf: olieverf, etsen, aquarellen, linosneden en pentekeningen. Hij ontwierp bovendien heel


wat glasramen. Zijn favoriete onderwerpen weerspiegelen zijn lievelingsplaatsen: Hasselt en Italië. Naast Kempense landschappen heeft hij veel pittoreske Italiaanse hoekjes en Hasseltse stadsgezichten geschilderd. Generaties jonge Hasselaren hebben bij hem leren f -ïw ri mm éi tekenen, schilderen en boetseren. Clement was een goede pedagoog die in zijn vrije tijd met zijn leerlingen van het athene um en van de a cad em ie de ca rn a v a lg ro e p M om us o p ric h tte (zie foto hiernaast). De groep m aakte fu ro re in de carnavalstoeten van Hasselt en elders met grote maskers van kippendraad en krantenpapier en met als “griezelig” attribuut een kippenpoot of een varkensblaas, vers uit het slachthuis. In meerdere Hasseltse cafés waren en zijn ganse muren versierd met karikaturen van klanten op bierkaartjes of op blaadjes uit een schetsboekje dat hij altijd op zak had. Hij was eveneens een muziekliefhebber en ontwierp ooit, samen met pianist Raf Deckers, een nieuw soort piano dat ze de Campendeck noemden. Over dat instrument, waarvan er ooit maar één exemplaar bestaan heeft (bewaard in het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, inv.nr. 1989.0044.00), maakte Bob van Bael een reportage in het legendarische tv-programma Echo. Rond zijn huis aan de Maastrichtersteenweg beoefende hij zijn andere grote hobby: tuinieren. Hij legde er een park aan, compleet met zelfgebouwde bruggetjes over de beekjes. Zijn eerste werken stelde hij tentoon in 1946 in zaal Onder de Toren samen met de andere jongeren van Pro Arte. Later volgden nog vele (groeps)tentoonstellingen o.m. in Hasselt, Tongeren, Brugge, St. Truiden en Lummen. Hij overleed in Hasselt op 28 november 1997.

De Grote Capucienenstraat De Grote Capucienenstraat liep van de Maastrichterstraat lichtjes dalend naar de wallen, in grote lijnen langs hetzelfde traject als de huidige Capucienenstraat. In de Middeleeuwen noemde men dit de plaetse waermen ’t Inghelandt in geet. Het Inghelandt, ook wel Engeland genoemd, was een vrij groot stuk onbebouwd land in de zuid-oostelijke hoek van de stad, dat vooral voor het telen van groenten en fruit diende en dat grensde aan het lager gelegen en drassige stadsgebied De Beek. De tuin van het museum Stellingwerff-Waerdenhof is nog een restant van het Inghelandt. Geleidelijk aan bouwde men ook huizen in dit stadskwartier en ontstond er een straat die tot in de 17® eeuw de Warmoesstraat heette. Warmoes is een verouderde benaming voor eetbare groenten. Op 6 maart 1616 kwamen de eerste paters kapucijnen zich in Hasselt vestigen. Eerst namen ze hun intrek in een voorlopig huis, maar dat voldeed niet aan hun verwachtingen. Van Agnes de Wolfart, de weduwe van Godfried van Mombeek kregen ze een meer passende huisvesting en een perceel grond uit haar boomgaard. Op 3 mei 1619 trokken de kapucijnen met een plechtige processie naar hun definitief verblijf aan de Warmoesstraat tot groote voldoeninghe van ’t volck, want sy

quyten sich seer loffelyck om de gemynte te dienen int bichthoren, preken, catechiseren en siecken besoeken. Het clooster is op hun manier gebauwt, cleyn en eng maer hebben een schoenen hof tot aen de vesten. Nochtans was het stadsbestuur aanvankelijk niet erg gebrand op de komst van nog maar eens een bedelorde in een stad die al met een groot armoedeprobleem zat. Er was enige druk uit Luik nodig


om het bestuur te doen bijdraaien. In 1621 schonk de stad 100.000 kareelstenen en 200 vaten kalk aan de kapucijnen als hulp bij het afwerken van hun klooster. In 1623 werd de eerste steen gelegd van een klein kloosterkerkje in barokstijl. Bij deze gelegenheid kocht de stad voor ruim 124 gulden wijn en er werd, eveneens op stadskosten, een copieuze maaltijd opgediend. In de volgende decennia komt de stad herhaaldelijk tussen in allerlei kosten. Zo werd in 1669 de toegangsweg voor de kerk gecatsyt en in 1670 komt er een luifel tegen de kloostermuur om brandtleeren daer onder te hanghen. De paters vormden het brandweercorps van die dagen: in kloosters was altijd een aantal mannen aanwezig om uit te rukken bij een uitslaande brand. De naam Warmoesstraat raakte in onbruik omdat iedereen sprak over het straatje van de capucienen. De paters waren intussen zeer geliefd in de stad en ze kregen geregeld giften zowel van het bestuur als van de bewoners. Eén voorbeeld tussen de vele: bij gelegenheid van vastenavond in 1634 bedacht de stad de paters met aberdaen, herinck, boxherinck, kerpen, wittebroot, een aem

biers, flambouwen en tortsen. Toch had niet iedere Hasselaar evenveel eerbied voor de paters. In 1697 ontstond er een aanslepende discussie tussen de kapucijnen en hun buurman Frans Theunis. Slager Theunis had een aantal huisjes in het straatje comende van die groete cercke, den mert ende de andere principaelste gedeelten deser stadt afgebroken en omgebouwd tot schaapsstallen. Het gaat hier om de gewezen Warmoesstraat die rechtstreeks uitgaf op de ingang van de kloosterkerk. Theunis had het al smalle straatje door zijn bouwwerken nog meer versmald en kreeg van de stadsmagistraat het verbod om nog meer huizen af te breken. De man trok zich niets aan van dat verbod en ging onverstoord verder met de afbraak van huizen en de bouw van schapenstallen. De gardiaan van het klooster richtte dan een formeel verzoek tot de stad om Theunis tot de orde te roepen omdat den toeganck

tot henner exponenten kerck en clooster ten gerieve van alle borgers wort gescandaliseert ende abominabel gemaeckt deur den stanckende vuijlichheijt. De stad veroordeelde de bouwovertreder tot een boete van 20 gulden, maar Theunis bleef doof, hij breidde zijn aantal schapen nog uit tot 200. De paters richtten dan een nieuw verzoek tot de stad, ditmaal met het bijkomende argument dat daerenboven het leven ende gesontheijt soo van hen exponenten woonende in een eng ende nauw clooster als van naebueren aen groete perijckelen ende sieckten geexponeert sijn. Theunis weigerde zich te schikken en het conflict escaleerde tot bij de prinsbisschop die hem het bevel gaf binnen de acht dagen de beslissingen van het stadbestuur uit te voeren. In de 18® eeuw verbleven 20 à 25 mannen in het klooster die de stad veel nuttige diensten bleven bewijzen, getuige de talrijke financiële inspanningen die de stad deed voor o.m. het onderhoud en de uitbreiding van de kloostergebouwen. De kloostergemeenschap van de capucienen in Hasselt kende een zekere bloeiperiode, zodanig dat vanuit Hasselt in 1779 een nieuw klooster in Munsterbilzen werd gesticht nadat de karmelieten daar hun klooster hadden verlaten. De Franse revolutie schafte in 1796 alle kloosterorden af en op 25 februari 1797 zyn de paters Capucienen ’s avonts te ses uren uyt hun clooster gejaecht. De meeste paters doken onder bij families in de stad waar ze als knecht of bediende werkten. In de verlaten kloostergebouwen werden Franse garnizoensoldaten ingekwartierd. Toen die begonnen met het plunderen van de inboedel liet het stadsbestuur de gebouwen verzegelen. In 1798 werd een gedeelte van de gebouwen verkocht, o.m. aan de Hasseltse brandewijnstoker Thoelen, die zijn zaak later doorgaf aan zijn schoonzoon Van Vinckenroye. Er waren toen vier vleugels, de kerk, de refter en de slaapzaal. Op de eerste verdieping lagen de cellen en boven drie vleugels was er een grote zolder. Langs een goed afgesloten binnenhof stonden nog twee kleine gebouwen. In 1802 kocht de stad het overblijvend deel van het klooster om er een “école secondaire” te vestigen, in 1810 omgevormd tot het stadscollege dat de basis vormde voor de oprichting van het Koninklijk Atheneum (zie afbeelding op blz. 6) in 1844. De overige gebouwen langs de Grote Capucienenstraat waren in de 17® eeuw, toen Remacle Le


Loup de stad tekende, vooral lemen vakwerkhuizen, met slechts hier en daar een meer moderne en meer brandveilige hout-steenconstructie. Vertrekkend van in de Maastrichterstraat lag aan de rechterkant het hoekhuis ‘De Haen’ en daar tegenover ‘De Verckensdans’. Daarnaast stond ‘Het Audt Hoexken’ waarin een brouwerij gevestigd was. Verder lagen enkele lemen huisjes die de stad in de tweede helft van de 19® eeuw kocht van de familie Vandenhoudt en die later werden afgebroken. Tegenover de toegangspoort van de kapucijnen lag ‘De Gebrande Hoeff’ en tegenover het ‘Preekheerenhuys’ stonden drie huizen van slager Petrus Millen, waarvan één de hoek met de Berenstraat vormde. De andere huizen hadden geen naam en geen uithangbord en werden aangeduid met de namen van hun eigenaars of van hun bewoners. Enkele panden waren al in de 19® eeuw ingericht als stadsmagazijn en in ‘Het Hoexken’ was er in 1916 een magazijn van het stedelijk waterleidingsbedrijf. In 1970 begon, in het kader van het TT-project het onteigenen en de sloop van de huizen, die vrijwel allemaal tot krotwoningen vervallen waren. In die periode werd ook wat nog restte van het klooster afgebroken voor de nieuwbouw van het atheneum. In oktober 1973 werden de straatnamen Grote Capucienenstraat en Kleine Capucienenstraat officieel afgeschaft en werd een gedeeltelijk nieuw straattracé aangelegd dat de naam Capucienenstraat kreeg.


1 Bronnen J. GRAUWELS, Kroniek van Hasselt (1078-1914), Hasselt, 1982. J. GRAUWELS, De straatnamen van Nieuw-Hasselt, Hasselt, 1980. G. CALUWAERTS, Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen. Historiek van straten, pleinen, gebouwen en huizen zoals opgetekend door Jan Juliaan Melchior (1848-1920) DeurneHasselt, 1989.

150 ja a rs tijl. 1844-1994. Koninklijk Atheneum Hasselt, Hasselt, 1994, blz. 107. « http://www.belisch.cjb.net»

Met dank aan Bea Van Campenhout Café ’t Pleintje, Godsheide

: 1


tekst:

Michel ILSEN

foto’s:

Stedelijke Fotodienst

copyright:

M

m

9

Stëdelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 e-m ail: stellingw erffw aerdenhof@ hasselt.be

lil

In dezelfde reeks verschenen: 1991:

1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895

en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer 'De Roode Roos', D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij 'Week-end', L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij 'De Grote M arkf, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt 1568;

1992:

10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

11. Schilderij ‘De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt,

19e E.; 14. Kaart. Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.;

1993:

21. Schilderij ‘O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen "Den Soeten

Naeme Jezus", 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of "monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij 'Strandtafereel', 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld ‘ Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1 9 9 4 : 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache 'De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho "Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor “Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel ‘Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995:

42. Gevelplaat “Veloce-Club hasseltois 'Utile * Dulci’ - 2 mai 1892'; 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans,

1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij "IJzel en mist", Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen "Hasseltse water-molens, 1893/94” , Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto "Jongeman met badmuts” , gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996:

52. Olieverfschilderij "Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote M a rkf, 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G

Tieleman; 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920”, Hasselt; 55. Groepsportret "Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren; zilverbeslag op houten kem, Arnold Frederici, 1714;

1997:

59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij "Blauw Tafereel” , Pierre Cox (1915-1974).

62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Hom o Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld ‘O.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998:

72. ‘Panorama van Hasselt*, Steven Wilsens (°1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader

v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas'; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij "Herfst - kasteel Henegauw”, 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst "Ooriogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918”, nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij “Veldslag in een korenveld", 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999:

81. Litho's H asselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd

in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céram iques D écoratives de H asselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register "Co(e)mans”, handschrift, 1611; 89. Standaard voor de "Maatschappij Minerva”, 1871, W; Geefs (?) & G Guffens.

2000:

90. Schilderij “P ortret van Dr. L W illem s” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. M aquette tw eedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “S te r

van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “ G ezicht op de L e o p o id p la a tf, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analem m atische zo nn ew ijze r in de museumtuin, 2000; 95. P ortret van R idder G uillaum e de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “P ortret van m evrouw Leynen (1842-1920J, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Iris s e rf, ca. 18961905. 98. Banier “Société Royale de M usique e t de Rhétorique?, 1858.

2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij ‘Stadspanoram a van H asselt", 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken Tabakskarot*, 102. Karikatuurtekeningen ‘ 10 H asseltse fig u re n ', Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeén 11# Unieregiment: “Coupe du R o i A lb e rt" & "Coupe P rince Léopold" (2); 104. Affiche “ V ille de Hasselt, 1882, program m e des fêtes q u i auront lie u à l'occasion de la kerm esse...", 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “O verhandiging van h e t vrijheidscharter door G raaf A rnold IV van Loon aan de stad H a sse lt, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEM PO - bronnen en lim onaden’, Druk. E. Roose, Hasselt.

2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over “H et Sacram ent van M irakel van H erkenrode, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Twee eeuwen, twee w erelderf; 110. Restauratieverslag “R ederijkerskraag De Roode Roos”; 111. Keramische vaas “Ros B eiaard en de V ier H eem skindererf, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céram iques D écoratives de H asselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel Tuin m et vrouw ) 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij ‘Vlaggen', Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur ‘Icarud, Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche

“Langem ansbier, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. V loertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘E xlibris fam ilie Weytens?; 122. Schilderij 'G ordon-Bennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen 'G eboortehuis! & ‘G ezicht op Rom boutstoren van M echelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘ In S int-Lam bertud, 1801;

2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.