KIK 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het Heilig Sacrament van Mirakel bewaard te Herkenrode

Page 1

4

ZES SCHILDERIJEN UIT DE CYCLUS VAN HET HEILIG SACRAMENT VAN MIRAKEL BEWAARD IN HERKENRODE 18eeeuw; anoniem; olie op doek; (1 ) h. 62,5 x b. 72 cm; (2) h. 55,3 x b. 73 cm; (3) h. 55,5 x b. 73 cm; (4) h. 59 x b. 73,5 cm; (5) h. 60 x b. 74 cm; (6) h. 63,6 x b. 74 cm.

inv. nrs. 1993.0117.00 t.e.m. 1993.0122.00


I. Historische context - Het ontstaan van de legende Het vierde Lateraans concilie onder het gezag van paus Innocentius 111(1198-1216) kwam in 1215 tot het volgende besluit: “Er bestaat slechts één algemene kerk van gelovigen, buiten haar wordt niemand gered. In haar is Jezus Christus priester en offer tegelijk. Zijn Lichaam en Bloed zijn in het Sacrament des Altaars onder de gedaanten van brood en wijn werkelijk tegenwoordig, nadat door Gods macht het brood in het lichaam en de wijn in het bloed zijn veranderd: opdat wij van het Zijne ontvangen wat Hij van het onze aannam en zo de geheimzinnige eenheid werd voltooid.” De grote moeilijkheid was om dit conciliebesluit aan de bevolking uit te leggen. De franciscanen zorgden voor de verspreiding van deze leerstelling tot in de kleinste uithoeken van hun werkgebied. Juliana van Cornillon demonstreerde een opvallende vroomheid tot het Heilig Sacrament en ijverde voorde invoering van een sacramentsfeest in het bisdom Luik, wat in 1246 - mede door toedoen van de Luikse aartsdiaken Jacques Pantalon, de latere paus Urbanus IV - ook gebeurde. Van dan af werd de verering van het Heilig Sacrament erg populair bij de bevolking van het prinsbisdom Luik. Ondertussen waren in onze omgeving ook andere voorbeelden van religieuze belangstelling aanwezig: In Spalbeek leefde van omstreeks 1246 tot 1314 de Heilige Elisabeth als mystiek begaafde vrouw. Ze was waarschijnlijk kluizenares en genoot de hoge bescherming van Willem van Rijkel, de abt van Sint-Truiden. Haar gezondheidstoestand liet niet toe dat zij kloosterzuster werd in Herkenrode. In Hasselt ontstond tijdens het eerste kwart van de 14e eeuw een belangrijke Mariadevotie, en er werd in 1308 een broederschap van O.-L.-Vrouw gesticht, al in 1314 erkend door Rome. Het summum echter was de Bloedende Hostie van Viversel. De middeleeuwse vroomheid uitte zich in eucharistische wonderen vanaf het begin van de 13eeeuw. Het mirakel van Viversel mag gerust beschouwd worden als één van de eerste van die aard. Het wonder van de Bloedende Hostie is een exponent van de middeleeuwse vroomheid en volkse verering van het Heilig Sacrament. Bloedende hosties waren voor het volk een zichtbaar teken van de ‘lichamelijke aanwezigheid’ van Christus in de eucharistie. Devotieliteratuur ondersteunde in belangrijke mate de mondelinge overlevering. Daarom kozen wij voor de oudst gekende versie, die van Mathias Pauli uit 1620.

II. De historie van het Heilig Sacrament van Mirakel, rustende inde Abdije van Herckenrode (1620, Mathias Pauli) 1■ tn ’ t i aer ons Heeren duysent dry honderdt ende seventhien, den 15 Julij (lees: 25 ju lij) was tot Viversel een dorp ghelegen in het tant van Luyck, niet verre van Hasselt, eenen siecken man, den twelcken, merckende dat het eynde sijns levens was nakende, begeerde dat men tot hem soude brenghen het Heilig Sacrament des autaers, dat de Heilige Vaders oock Wech-teringhe oft teir-ghelt noemen: dat ons uyt dese wereldt in d ’ander vertreckende spyst, ende doet ontgaen de handen ende listen der duyvelen, die dan alle neersticheydt doen om ons te vanghen ende te bederven.


2. Den Onder-Pastoor hebbende verstaen de goede begheerte van den siecken, heeft hem m et alle neersticheydt het Heylich Sacrament ghebrocht. Ende ghecomen zijnde in ’ t huys daer den siecken te bedde lach, ende hem ghegeven hebbende de benedictie, stelde hy de ciborie m et de Heyliche Hostie op de tafel, die na coustume daar toe bereyt stondt: ende ghinck tot den siecken om sijn biechte te hooren, ende om hem te vermanen, ende te helpen dooreen gheestelijcke onderwijsinghe tot een devoot ende aendachtighe nuttinghe des Heylighen Sacraments. 3. Daer-en-tusschen sijn sommige van de gene die den siecken by stonden ghecomen tot de tafel daer het Heylich Sacrament stont, ende siende de ciborie open staen, hebbense de H eyliche H ostie m et hun on suyver ende onghew ijdde handen ae ngh era eckt, c u rie u se lijcke n besiende ge handelt, ende daerna de cib o rie toeghesloten. 4. Den Priester ghehoort hebbende de biechte van den siecken, is gecomen tot de tafel om de ciborie te halen, ende den man te berechten, m aerde selve open doende, vont hy de H eyliche H ostie teenem ael bebloet, ende vast ghepleckt aen het ciborie doecxken: ende van dit wonderlijck m irakel verbaest zijnde ende benaut, sloot hy de ciborie wederom toe, houdende het m irakel voor de ghene die daer teghenwoordich waren verborghen. 5. Ende comende tot den siecken vermaend hy hem, dat hy m et alle devotie soude verwachten sijn wedercomste, ende daer-en-tusschen in sijn hert voor sijnen Schepper, ende Salichm aker bereyden een bequame rustplaetse, ende hem selven m et Christo vereenighen, m et een gheestelijcke communie. 6. H ij droegh het Heylich Sacrament na de Kercke, ende nemende m et hem een ander Hostie, is hy wederomghekeert totten siecken, die de selve m et alle odtmoedicheydt ende eere ontfanghen heeft. 7. Daer na is hy ghereyst tot den oppersten Pastoor van het dorp van Viversel, die elders woonden (Lummen), om te weten wat hy met de Heyliche Hostie soude doen, den welcke hem sondt tot eenen devoten ende gheleerden Priester ghenoemt Heer Simon, die op dien tijdt Biechtvader was in de vermaerde Abdije van Herckenrode. 8. Hy nam de reyse aen, ende de mirakuleuse Hostie m et hem, ende alle beesten die hy onder weghen vondt, hem siende, vielen op hun knien, ende bewezen den Heylighen Sacrament eere. 9. Comende in ’t voorseyde Clooster, begosten de twee doeken der kereken met eene groote verwonderinge der Religieusen van selfs te luyen. 10. H et was den feestdach van S. Peeters banden: ende men sanek den Introit van de Misse, Nunc scio vere etc. dat is. Nu weet ick warachtelijck dat Godt heeft ghesonden sijnen Enghel. Welcke woorden den Priester die het Heylich Sacrament over hem hadde, groote vreught ende blijschap in het herte brachten: ende liet hem voorstaen dat men hem inwendich seyde, dat Godt wilde dat de Heyliche Hostie in dat Clooster soude rusten, bewaert ende ghe-eert worden. 11. A ls hy nu m et de Heyliche Hostie in den choor quam, keerden hem den Priester die aen den autaer stont, ende was ghenoem t Heylichen Adam, buyten-tydts in de Misse omme (hoe wel dat hy dit wonderlijck m irakel noch van den Priester niet m et allen verstaen en hadde) ende dede den voorseyden P riester die de Heyliche Hostie bedectelijcken over hem hadde, groote eerbiedinghe. 12. Men sach op den selven tijdt in dat mirakeleus Sacrament de gedaente van een schone jonghm an draghende op sijn hoofdteen seerschoone vercierde ende claerblinekende


croone. 13. Daer was ooc dat pas een vrouwe die langhen tijdt was beseten gheweest van den boosen gheest, die ghebrocht sijnde in de teghenw oordicheydt van d it H eylich j Sacrament terstondt werdt verlost. 14. D oor dese ende veel ander m irakelen de menschen verweet zijnde, hebben de voorseyde plaetse beghinnen te besoecken: ende wort noch dagelijcx besocht van verscheyde pelgrim s, die daer hun devotie houdende in alle hun m iserien ende cranckheden wonderlijeken troost vinden. 15. Men houdt jae rlijcx Sondaechs onder de octave van Heylich Sacramentsdach, een f j solemnele processie m et onsprekelijeke devotie des volex: in de welcke d it Heylich 1 Sacrament wordt omghedraghen, de principaelste edel Heeren des lants, het tabernakel oft huysken dragende daer het onder gaat.

Sommige ‘miraculen’ 16. Van verscheyde ghebreken ende sieckten, als de cortsen, de ghescheurtheyt, etc. sijn 1 door het besoecken van dit Heylich Sacrament ghenesen, ende worden daghelijeks ghenesen ontallijcke menschen. 17. Mevrouwe van Geet, hebbende eenen soone, die langhen tijt was onghesont gheweest, ende catijvichlijck ghestelt; siende dat alle licham elijcke medicamenten het kint niet I en hielpen, nam haeren toevlucht tot Godt ende beloofde eenen bevaert tot Hercken- j Rode, ende te besoecken het Heylich Sacrament: ende het kint is buyten de meyninghe van alle Doctooren die daer overghegaen hadden, ghesont geworden. 18. Alsulcken weldaet heeft oock vercregen int ja e r 1575 een creupel dochter, die daer quam op hare crucken, om te vereeren de solemnele processie: de welcke voleynt sijnde, is ghesont gheworden ende sonder crucken nae huys geghaen. Desghelijckx Geertruyt Puerorum, een vrouwe van Hasselt die over sommighe jaren, besoeckende het Heylich Sacrament, wert ghenesen van eenen quaden arm, den welcken gheen medicijn-Meesters en costen ghenesen. Alsoo wert oock ghenesen om trent den selven tijt een Religieuse van ’t voorseydt Clooster, die door ongheluck ghevallen hadde, onder eenen swaer gelaeden vracht-waeghen. 19. Int ja e r 1563, wert op eenen sekeren nacht de kereke van Hercken-Rode berooft, ende hoe wel dat daer wert ghestolen veel silver werc ende ander schoon juw eelen; en was nochtans niet wech ghedraghen de groote schoon Ciborie, inde welcke doen ter tijt, dit Heylich Sacrament was rustende: d ’welck niet en geschieden om dat de dieven niet en begeerden den Heylichen Sacrament eenighe oneer te doen; m aer om datse door Mirakel, belet wierden. Want soo sommige van hun naemaels ghevangen sijnde, en door Justitie ter doot ghebrocht, bekenden; hun meyninghe was, de groote Ciborie ooc te stelen; m aer s ij werden van Godt belet. Want alsse op den oppersten trap quamen, om het Tabernakel op te breken, ende de Ciborie te rooven, over-viel hun een seer groote vreese ende benauwtheyt; ende hun docht dat de kereke vol gewapende mannen was. Daerom en dorsten sy het Heylich Sacrament niet aenraeken, dan sochten door de vlucht te bewaren hun leven. ’t Selve ghebeurde ontrent het ja e r 1586 m et sommighe Geusen, die des nachts in ’t Clooster brekende, meynden het Heylich Sacrament te rooven; m aar werden belet door een groote duysternisse : ende en costen daer en boven gheen licht bewaren, want het wert soo dickwils als sy dat ontstaken, m irakuleuselijck uytgheblasen, Godt belettende dat sy, die quamen om te rooven, ende saten in duysternissen der


ongheloovicheydt, der sonden, ende der hertneckicheyt, niet en souden wechnemen de openbare ghedenckenisse sijnder wonderlijcker wercken: noch oock mishandelen oft misbruycken syn Heyliche Sacramenten. 20. Daer was ontrent den selven tijdt eenen ghenoemt Henderic van Luyck, die groote begeerte hadde om dit Heylich Sacrament te sien. Comende dan op eenen donderdach na Herckenrode om sijne begheerte te volbrengen, ende het Heylich Sacram ent aenschouwende en sach hy daer anders niet, dan de ghedaente van een ossen-hooft, hebbende twee groote horens: om welc visioen seer verschrickt zijnde, ende benaut van herten, hebben hem de omstaende menschen, die uyt de veranderinghe sijns aensichts wel saghen dat hy benaut was, de oorsake ghevraeght van dese haestige ontsteltenisse sijns aensichts: hy g a f hen te kennen wat hy ghesien hadde. Sy vermaenden hem, dat hy soude te biechten gaen ende ter tafelen des Heeren, ende aldus ghesuyvert zijnde ende bereyt wederom te comen, hopende dat hy alsdan soude vertroost worden, ende wat anders daer sien. H ij heeft dien raedt gevolght, ende uytden beem t sijnder sielen verdreven, door leedtwesen ende oprechte biechte, allen de beesten der sonden, ende alsoo hem verstoudt het Heylich Sacrament noch eens te aenschouwen: m aer hy en sach daer niet m eer een ossen-hooft, m aer de ghedaente van eenen schoonen jonghelinck. In het ja e r vyfthien honderdt ende vijf en tnegentich, als ick Novitius was, ende woonde in ons convent tot Hasselt, ende van mijnen Prioor den Eerwerdigen Pater Nicolaus Nootkens, Licentiaet inder Godtheydt, werde medegheleyt na Herckenrode om met hem te besoecken het Heylich Sacrament van Mirakel, ende na de Misse van hem werde geroepen om dat te sien, en cos tic daer anders niet bemercken, dan de gedaente van onse lieve Vrouwe, sittende ende hebbende op haren schoot het kindeken Jesum, seer lieffelijck dat aensiende, ende daer mede spelende: m aer mijnen Prioor (soo hy namaels vertelde, m y eerst ghevraeght hebbende wat ick daer gesien hadde) sach een lam m eken. A lso o d a t w y tw ee op eenen o o g h e n b lick, ende m e t een aenschouwinghe, sagen verscheyde ghedaenten. 21. O ver tw intich jaren, als daer in het voorseyde C looster was opghestaen eenen vervaerlijcken brandt, is den selven door de benedictie met het Heylich Sacrament daer over ghegheven, wonderlijck gheblust. 22. In ’t ja e r 1616 den 7 ju lii quam den eerweerdigen Pater Faustin us van Diest, Vicarus van de Paters Capucijnen van Maestricht, die langhen tijdt was doof gheweest, tot Hercken-Rode om te besoecken ende te eeren het Heylich Sacrament van Mirakel; ende volbracht hebbende sijn devotie, werdt hy volcom elijck hoorende; ende tot een dancksegghinge van dat weldaet, he eft hy daer ghesonghen eenen lofsanck, ghemaeckt ter eere van het Heylich Sacrament.


III. De legende als geschilderd beeldverhaal Schilderij 1 : olie op doek, 62,5 x 72 cm, anoniem. Blikvanger op dit schilderij is de stervende man. Steunend op de rechterelleboog, het bovenlichaam rustend tegen een hoofdkussen dat steun biedt voor hoofd en schouders, tegen de bedwand. De man draagt een slaapmuts en hij staart met w ezenloze blik naar de zoldering. Aan het voeteinde treurt een vrouw met gevouwen handen in kniezit. Aan haar rechterzijde zit een jongen met een treurende blik, de hand uitgestoken in de richting van de stervende man. Binnen handbereik van de stervende staat een tafeltje met lichtrood dekkleed waarop een zilveren schotel, een bierpot en schenkkan in Duits steengoed, een stuk fruit en een glas op hoge steel. Naast het tafeltje, op de grond, zit een wenend meisje, dat met de rechterhand wrijft in het rechteroog. Met de linkerhand streelt zij een hondje. Rechts in het midden staat een man in kloosterhabijt met een boek of hoofddeksel in de rechterhand. Met de linkerarm flets langs het lichaam kijkt hij met voorovergebogen hoofd, berustend, in de richting van de stervende. Aan zijn linkerzijde staat een priester die duidelijk geschrokken kijkt in de ciborie, terwijl hij de rechterhand afwerend voor zich houdt. Rechts op de achtergrond staan vier pratende mannen die zich betrapt voelen. Voor de priester staat een kastje waarop een groen laken met daarop de ciborie, een zwart kruisbeeld en twee kandelaars met opvallend lange kaars, nog een zilveren kannetje en een bel. Onder dit tafeltje bemerken we een vouwstoeltje. Het interieur oogt rijkelijk, einde 17e eeuw, een kruisvenster met twee luiken, een bed, het tafeltje, het kastje en de opstap voor het bed. Rechtsonder een gekroond wapenschild: in zilver vijf aaneengesloten spitsruiten van keel, geplaatst in een dwarsbalk en beladen met een dubbele adelaar van sabel. Dit is het wapenschild van koordame Margareta de Fraipont de Wernerbosch. Zij is overleden in 1723 op 81-jarige leeftijd. In de kathedraal hangt een gelijkaardig werk van 385 op 315 cm, wat doet vermoeden dat het besproken kunstwerk het voorontwerp van dit reuzenschilderij geweest is. Onderaan een vergulde strook met de volgende Latijnse tekst: S.S.SACRAMENTUM.MIRACULOSUM.IN.HERCKENRODE./ STUPEFACTUS.MIRACULUM.COGNOSCIT.SACERDOS. Vertaling: Het Allerheiligste Sacrament van M irakel in Herkenrode / De verbaasde priester neem t kennis van het mirakel. Schilderij 2: olie op doek, 55,5 x 73 cm, anoniem. Centraal een priesterfiguur met een ciborie in de hand die met bekwame spoed in de richting van een gebouwencomplex stapt, duidelijk herkenbaar als de Herkenrodeabdij. Links op het

I ĂŻ


doek een slanke boom, waaronder een vrouw met gevouwen handen, haar blik op een groepje schapen gericht. Ze draagt een roodbruin kleed. Rechts beneden zes personen; een baardige man met stok, de herder, draagt een rood vest. Naast hem een m oeder met speelse peuter. Zij draagt een b la u w g ro e n a c h tig kleed m et ge dra p e e rd e halsuitsnijding. Ze houdt haar rechterhand met gespreide vingers op haar blote borst. Een kaalhoofdige man met snor en baard staat achter haar en daarnaast een zwartharige man met gevouwen handen. Voor de moeder een spelend kind dat zich duidelijk goed voelt op de rug van een ram. Rechtsboven een fragment van een klassiek gebouw, waarvan drie Ionische zuilen met Ionisch H kapiteel een architraaf steunen. Op de achtergrond een dreigende onweerslucht. Linksonder is een gekroond wapenschild te zien: in I en IV: in azuur een gouden dwarsbalk beladen met een roos van keel, vergezeld boven van drie belletjes van goud en onder van een vogel van zilver. In II en III: in sabel een leeuw van goud. Dit is het wapenschild van koordame Ernestine de Groote, overleden in 1725 op de leeftijd van 84 jaar. In de kathedraal hangt een gelijkaardig werk, waarvan de afmetingen overeenkomen met die van het vorige schilderij. Ook hier hebben we het vermoeden dat het besproken kunstwerk het voorontwerp was van dit reuzenschilderij. JJ Onderaan een vergulde strook met de volgende Latijnse tekst: S.S.SACRAMENTUM.MIRACULOSUM.IN.HERCKENRODE./ ANIMALIA.GENUFLECTUNT.CORAM.S.S.OPERTO.1317. Vertaling: Het Allerheiligste Sacrament van M irakel in Herkenrode / De dieren knielen voor het [nochtans] niet zichtbare Allerheiligste Sacrament. 1317. Schilderij 3: olie op doek, 55,5 x 73 cm, anoniem. Het schilderij draagt een spoor van reparatie ter hoogte van de hand van de abdijpriester. Centraal de priester met de ciborie in de rechterhand, met de linkerhand zeer subtiel de ciborievoet steunend. Hij staat met de linkervoet op de tweede altaartrede en draagt een dalmatiek, een stola en een manipel. Een kaalhoofdige priester staat met de rug naar het altaar gekeerd, met de linkerhand op de borst en de rechterarm gestrekt langs het lichaam. Hij 11 vertoont een ietwat negerende houding naar het echtpaar met kind, onderaan de altaartrap linksonder â– in beeld. De man met baard en halflang krullend haar Ij lijkt evenals de geknielde dame oosters getint. Ze kijken met veel respect naar de priester met de ciborie. Rechts beneden vier personen, de zittende,


oosters geklede dame met beige rok en halflang rood kleed, met over haar schouders een groene kapmantel. Op haar schoot ligt een opengeslagen boek. Ze draagt een speciaal geknoopte beige hoofddoek. Achter haar een persoon die de andere kant opkijkt. Tussen de priester en de zittende dame zit een kaalhoofdige man in knielhouding met gevouwen handen en de blik naar beneden gericht. Boven hem staat een vrouw met gevouwen handen smekend voor zich uit houdend, de blik gericht naar het altaar. Op de achtergrond een renaissance kerkinterieur. Op het altaar zien we een hoog zwart kruisbeeld en een evangelieboek liggen. In de kathedraal hangt een gelijkaardig werk, waarvan de afmetingen overeenkomen met deze van de vorige schilderijen. Ook hier hebben we het vermoeden dat het besproken kunstwerk het voorontwerp was van dit reuzenschilderij. Rechtsonder een gekroond wapenschild met de naam van een koordame. In zilver twee rug aan rug geplaatste baarzen van sabel. Dit is het wapenschild van Lutgarde de Borchgrave d’Altena, zoals vermeld onder het wapenschild. Ze overleed in 1727 op de leeftijd van 73 jaar. Onderaan een vergulde strook met de volgende Latijnse tekst: S.S.SACRAMENTUM.MIRACULOSUM.IN.HERCKENRODE./ IGNARUS.MIRACULI.SE.VERTENS.ADORAT.S.S. Vertaling: Het Allerheiligste Sacrament van M irakel in Herkenrode / Hoewel onbekend m et dit mirakel, aanbidt de zich omdraaiende [priester] het Allerheiligste Sacrament.

IV. Bovennatuurlijke tussenkomsten dankzij het Heilig Sacrament van Mirakel Schilderij 4: olie op doek, 59 x 73,5 cm, anoniem. Centraal een kaalhoofdige priester, zoals op schilderij 3, met de ciborie in de linkerhand, de rechterhand afwerend uitgestoken. Hij staat op de bovenste trede van de altaartrap, met de rug naar het altaar gekeerd. Beneden rechts het dramatische moment: de duiveluitdrijving bij een vrouw, terwijl twee mannen haar in bedwang trachten te houden. De eerste man, met blote rug, draagt een rood bovenkleed bijna tot op kniehoogte. De vrouw draagt een donkergroen kleed en een lange beige sjaal rond de hals. Haar mond staat wijd open, een draakachtig wezentje met vleugels, gehuld in een rookwolk, is er klaarblijkelijk uit ontsnapt. Links beneden een geknielde vrouw met beige hoofddoek. Zij drukt haar angstig kind tegen haar lichaam. Het kind leunt tegen de altaartrap, terwijl een gevlekt hondje deze trap afdaalt. Beneden in het midden, ter hoogte van de staanplaats van de priester, drie personen in knielhouding. Een vrouw met gevouwen handen en rechts van haar een kind dat de trap opklimt, maar tegelijk kijkt het naar het dramatische moment van de duiveluitdrijving. Achter de priester het zwarte altaarkruis en een koperen kandelaar. Het renaissance interieur en het bruinrode baldakijn sieren de achtergrond. Rechtsonder een gekroond wapenschild: In azuur een zilveren kruis, beladen met vijf schelpen van sabel. Dit is het wapenschild van Mechtildis


de Selys, koordame van de Herkenrodeabdij. In het Rijksarchief van Hasselt vonden wij haar naam in een tiendregister van Zonhoven als volgt: Sonhoven thiende pro 1703 begint. Mechtildis de Selijs corenmeesterse ende cappelanesse... Onderaan het schilderij een vergulde band met de volgende Latijnse tekst: S.S.SACRAMENTUM.MIRAKCULOSUM.IN.HERCKENRODE./ A.CACODAEMONE.OBSESSA.MULIER.LIBERTUR. Vertaling: Het Allerheiligste Sacrament van M irakel in Herkenrode / Een dooreen boze geest bezeten vrouw wordt [ervan] bevrijd. Schilderij 5: olie op doek, 60 x 74 cm, anoniem. Bovenaan links de reddende engel met een vlammend zwaard in de rechterhand terwijl hij in de linkerhand een ciborie met stralende hostie toont. Hij draagt een groen vest met goudgele broek en een goudgele wapperende mantel. De dreiging die uitgaat van deze engel manifesteert zich duidelijk door de drie vluchtende soldaten, een met helm en kuras die zijn dolk laat vallen, een tweede met grijze baard en een pluimhoed heeft een fakkel in de hand. Linksonder een man met brandende toorts in de hand, hij ligt op de grond en schreeuwt het uit van angst en pijn. Rechtsboven het eerste maankwartier. Onderaan links van de maan sporen van reparatie van een kruisvormige scheur. Op de achtergrond van het schilderij zien we een klassiek gebouw metfrontongevel, Ionische kapitelen en zuilen steunen het bouwwerk. Rechtsonder een gekroond wapenschild: in goud drie palen van keel, een vrijkwartier van hermelijn met in het hartschild van zilver drie dwarsbalken van keel, beladen met een leeuw van sabel. Dit is het wapenschild van koordame Theresia de Joncis de Dufle. Zij overleed in 1749 op 90-jarige leeftijd. Onderaan een vergulde strook met de volgende Latijnse tekst: S.S.SACRAMENĂ?UM.MIRACULOSUMIN.HERCKENRODE./ A.MILITUM.PRAEDONUM.INVASIONE.PER.S.S.INCOLUME.SERVATUR.MONASTERIUM. Vertaling: Het Allerheiligste Sacrament van M irakel in Herkenrode / De abdij wordt door het Allerheiligste Sacrament ongedeerd gered b ij een overval door plunderende soldaten.

V. Processies als uiting van respect en eerbetoon Schilderij 6: olie op doek, 63,5 x 74 cm, anoniem. Centraal de abdis in beige habijt. Ze draagt een getorste kromstaf met zeer sierlijke krul en kwispel in de rechterhand. Haar linkerhand rust in de handpalm van een edelman met snor en smal baardje. Deze processiegroep bestaat uit veertien zusters en tien manspersonen.


Zes zusters dragen een zang- en of gebedenboekje in de hand. Vooraan loopt een man met een processiekruis. Links in beeld de priester met het Heilig Sacrament van Mirakel, geplaatst in de monstrans. Hij loopt onder het zeer sierlijk baldakijn in groene kleur, versierd met goudkleurige stroken. Onder het baldakijn lopen nog vier mannen met een puntbaard, daarvoor lopen twee edelen met een lange kaars in de hand, alsof het een wapentuig is. De man ach te r de abdis m et een s ie rlijk e m o le n s te e n k ra a g , ro o d b ru in vest, groene hemdsmouwen, een degen aan de linkerkant met een gouden schijfje met dito ketting ter hoogte van het gevest (uurwerk?). Links van de priester nog een man met molensteenkraag, een kakikleurig sierlijk vest, met eveneens een gouden schijfje met dito ketting (uurwerk?). Achter het groepje een jonge man met wierookvat dat hij met zwier tot boven de hoofden van de processiegangers uitzwaait. Op de achtergrond zien we enige slanke bomen, onder een bewolkte lucht. In het koor van de kathedraal hangt een gelijkaardig werk, waarvan de afmetingen ruim 300 x 300 cm bedragen. Dit werk is duidelijk het voorontwerp van dit reuzenschilderij. Beneden rechts het gekroonde wapenschild van de abdis: in goud drie lelies met gevulde voet van sabel. Hieronder haar naam B. de Rivier-d’Arschot. Ze is overleden in 1744 op 78-jarige leeftijd. Dit schilderij kan dateren uit de beginperiode van haar ambt als abdis (1728?). Onderaan een vergulde strook met de volgende Latijnse tekst: S.S.SACRAMENTUM.IN.HERCKENRODE./ COMITANTIBUS.MONIALIBUS.LAICIS.INSIGNIBUS.ET.POPULO.CIRCUMDUCITUR.S.S. Vertaling: Het Allerheiligste Sacrament van M irakel in Herkenrode / H et A lle rh e ilig s te S acra m en t w ordt om gedragen, b e g e le id d o o r de m onialen, vooraanstaande leken en het volk. Bedevaarten vormen een uiterst belangrijk bestanddeel van het middeleeuwse geloofsleven. Had niet Guibert de Nogent (+1125) geschreven, dat het niet zozeer ging om de ‘echtheid’ van relieken, maar om de juiste beweegredenen tot de daarop gerichte devoties?

VI. Kroniek van het Heilig Sacrament van Herkenrode-Symbool van eenheid in troebele tijden -

1317: de bloedende hostie van Viversel; Herkenrode wordt vanaf 1 augustus 1317 een belangrijk bedevaartsoord ter ere van het Heilig Sacrament van Mirakel 1363: aflaatbrief van Avignon waarbij paus Urbanus V bevestigt dat de gelovigen, die op bepaalde dagen de abdijkerk zouden bezoeken, een volle aflaat verkregen 1389: Sacramentsdag behoort tot de top vijf van de kerkelijke feestdagen (de donderdag volgend op de tweede zondag na Pinksteren) 1451 : Nicolaas van Cusa, kardinaal en pauselijk legaat, bezoekt Herkenrode 1491 : Jacques de Croy plundert Herkenrode


1505: Erard van der Marck wordt prins-bisschop van Luik 1509: het garnizoen van Diest plundert Herkenrode 1510: Gertrude de Lechy begint met de wederopbouw van haar abdij 1515: Erard van der Marck bouwt zijn luxekasteel op de grondvesten van de grafelijke burcht in Kuringen 1519: Luther publiceert zijn 95 stellingen in Wittenberg 1519. Mechtildis de Lechy geeft aan de bouwwerken in Herkenrode nieuwe impulsen 1521 : Erard van der Marck wordt kardinaal 1522: strijd tegen de hervormingen (staatsinquisitie). De staat is het repressieorgaan. Ook Erard behoort tot de harde kern 1524: terreur in de Nederlanden 1526: Erard bouwt het prinsbisschoppelijke paleis van Luik 1531 : Erard, beschermheer en mecenas van Herkenrode, zijn wapenschild siert de sokkel van het Lievevrouwbeeld van de ingangspoort van de Herkenrodeabdij. Een abdij van naam droeg bij tot het prestige van de heer 1532: Erard schenkt een glasraam voor de nieuwe abdijkerk net zoals Floris en Maximiliaan van Egmont en Jan van Hoorn dat deden Ondertussen bouwt Mechtildis de Lechy haar abdissenhuis, de refter en de slaapzaal. Er wordt ook gewerkt aan de vergroting van de abdijkerk en aan de herinrichting van het kerkinterieur: de glasramen, in het hoogkoor nieuwe majolicategels en op 20 juli 1532 wordt de graftombe van graaf Gérard en zijn familie plechtig ingewijd. NU ONTSTAAT ER EEN PRESTIGEABDIJ - HET BELANGRIJKSTE HEILIGDOM IN HET PRINSBISDOM LUIK - WAAR MEN EEN SUPERRELIKWIE BEWAART DIE VAN JEZUS’ BLOED 1536: de abdissenresidentie met privé-kapel wordt gebouwd; Johannes Calvijn-Traktaat van 520 pagina’s 1538: Erard van der Marck wordt door de paus tot legaat benoemd (+18/02/1538) 1539: Cornélius van Bergen bezoekt Herkenrode; Concilie van Trente ONDERTUSSEN IS DE ABDIJ KLAAR VOOR GROOTSE MANIFESTATIES 1550/1552: Joris van Oostenrijk vernieuwt een triptiek, bestaande uit twaalf schilderijen, in de abdijkerk 1557 (28/11): priesterwijding van Robrecht van Bergen in aanwezigheid van de bisschoppen van Kamerijck, Atrecht, Doornik en Utrecht 1526: rovers in de abdij (ketters) 1565 (20/05): bisschopswijding van Gérard van Groesbeeck 1567: Beeldenstorm in Hasselt 1586: geuzen plunderen de abdijkerk (calvinisten); Catharina van Goor vlucht als boerin verkleed voor de soldaten van de Prins van Oranje naar het refugehuis van Sint-Truiden 1594: een hevige brand verwoest 40 kwartieren van het klooster Om al deze tegenslagen te verwerken werden er hoogstwaarschijnlijk grootse jubilea georganiseerd. De verering van het Sacrament van Mirakel heeft de iconografie van de abdijkerk in sterke mate gekleurd. Men heeft handig ingespeeld op de legende van de Bloedende Hostie. Het werd een nationaal symbool in het prinsbisdom Luik, omdat de


herinnering aan het mirakel diende als argument tegen protestanten, calvinisten, ketters en andere ongelovigen. De jaarlijkse processies kregen het karakter van een staatsceremonie. Zij werden bijgewoond door de hoogste adel, bisschoppen, abten,... - 1617: viering van 300 jaar Heilig Sacrament van Mirakel; de contrareformatorische politiek van de aartshertogen Albrecht en Isabella dringt door tot in het prinsbisdom Luik - 1624: prins-bisschop Ferdinand van Beieren bezoekt Herkenrode; kardinaal Scipio verenigt de Broederschap van het Heilig Sacrament van Herkenrode met de Romeinse Aartsbroederschap van het Heilig Sacrament - 1626: aartshertogin Isabella, vergezeld van de legaat Gasafa en de aartsbisschop van Mechelen, bezoekt Herkenrode samen met de suffragaanbisschop Theodoor van Grâce - 1636: een Frans-Hollandse legerbende plundert Herkenrode met 500 man - 1648: prins-bisschop Maximiliaan Hendrik van Beieren ziet Christus in de Bloedende Hostie - 1650 (17/09): nuntius Chigi Fabius bezoekt het Heilig Sacrament van Herkenrode. Op 7 april wordt hij gekozen als paus Alexander VII - 1654: plundering van de abdij door de troepen van Condé en de hertog van Lorreinen - 1655: Joseph San Felicius, nuntius in Keulen, bezoekt het Heilig Sacrament van Mirakel - 1661 : Anna Catharina de Lamboy bouwt een kapel tegen de absis van de abdijkerk om het Heilig Sacrament van Mirakel te bewaren. Merkwaardig zijn de twee lege graftombes, links en rechts in deze kapel. De aartshertogen Albrecht en Isabella rusten in de Heilige Sacramentskapel van de Sint-Goedele in Brussel, omwille van hun uitzonderlijk grote vereringsdrang voor het Heilig Sacrament. Waren de graftombes van Herkenrode bestemd voor toekomstige weldoeners uit de hoogste kringen? Anna Catharina de Lamboy bouwt eveneens het ziekenhuis en de tiendschuur van Herkenrode - 1663: Mantelius draagt zijn werk ‘Hasseletum’ op aan Anne Catharina de Lamboy - 1713: paus Clemens XI veroordeelt het Jansenisme - 1717: 400 jaar Heilig Sacrament van Mirakel van Herkenrode. De processies waren triomfalistisch en theatraal - 1720: men voelt het Jansenisme aan als een grote bedreiging - 1723: Margareta de Fraipont de Wernerbosch overlijdt, ze werd 81 jaar en schonk het eerste schilderij - 1725: Ernestine de Groote overlijdt, zij werd 84 jaar en schonk het tweede schilderij - 1727: Lutgarde de Borchgrave d’ Altena overlijdt, zij werd 73 jaar en schonk het derde schilderij (merkwaardige volgorde: schilderijnummer en overlijden van de schenkster) Wij vermoeden dat omstreeks 1723 enkele koordames van oordeel waren een schilderij te schenken aan hun geliefde abdijkerk. Helaas, de goddelijke voorzienigheid besliste dat drie dames kort na elkaar kwamen te overlijden. Hun laatste wens werd echter vervuld, enige jaren na hun overlijden - 1744: Barbara de Rivière d’ Arschot overlijdt, zij werd 78 jaar en schonk het zesde schilderij - 1749: Theresia de Joncis de Dufle overlijdt, zij werd 90 jaar en schonk het vijfde schilderij - 1733: Thomas Maria Ghilini, aartsbisschop van Rhodos en nuntius in Brussel, bezoekt het Heilig Sacrament van Mirakel, samen met de abten van Sint-Gertruda van Leuven en die van Sint-Truiden - 1796: De abdij is afgeschaft door de Franse overheid, de Miraculeuze Hostie wordt verborgen tot in betere tijden - 1804: Op 24 september wordt de Miraculeuze Hostie plechtig overgebracht naar de SintQuintinuskathedraal


De grote hongersnood van 1315 zal ongetwijfeld zijn invloed uitgeoefend hebben op de vereringen en de mirakels. Rode schimmelvlekken op een hostie werden door lichtgelovigen geïnterpreteerd als bloedvlekken. Ook in kringen van kerkgeleerden uitte men zijn twijfels. Zo onder meer Thomas van Aquino, toen hij opmerkte dat het bloed van de Verlosser gevloeid had tijdens de kruisdood van Jezus. Hoe dan ook, het Heilig Sacrament van Mirakel was een machtig wapen tegen de nieuwe vijanden van de kerk. Zo kreeg Herkenrode met zijn Heilig Sacrament een betekenis als belangrijkste symbool van het prinsbisdom Luik in de strijd tegen ongelovigen. Geconsacreerde hosties veruiterlijkten hun kracht door de gedaante van vlees of de gestalte van een kind aan te nemen. Herkenrode werd in het land van Luik het centrum van vieringen ter ere van het Heilig Sacrament.

VII. Pijpaarden beeldje (fragmentarisch), 2,5 x 2 cm (door Roger Maes geschonken aan het museum op 27 m ei 2004) Dit massaproduct werd gevormd in een mal, gedroogd en gebakken, daarna te koop aangeboden in bedevaartsoorden zoals Herkenrode. Het stelt een kindje Jezus voor, dat in zijn linkerhand de Rijksappel vasthoudt. Hoofdje en beentjes ontbreken. Een kindje Jezus zou door sommige pelgrims in Herkenrode gezien zijn in de Miraculeuze Hostie... In het voorjaar van 1972 waren in Herkenrode grootscheepse baggerwerken aan de gang, die als doel hadden de Demer dieper en breder te maken om het debiet zo drastisch te verhogen. De modder werd opgeworpen langs de oever als extra dijkversterking. Deze ingreep op ons aller archeologisch erfgoed gebeurde zonder het toezicht van archeologen. Aangemoedigd door E.H. Adriaan Claassen (1916-2002) uit Achel hebben we massa’s scherven kunnen inzamelen, waaronder dit beeldje. E.H. Claassen heeft destijds de wetenschappelijke waarde van deze scherven zeer hoog ingeschat. Zijn besluit was: “Herkenrode is de belangrijkste archeologische site van de late Middeleeuwen in onze provincie en ver daarbuiten. Elke kubieke decim eter grond van deze site m oet gespoeld en gezeefd worden, m et als doel de kleinste fracties te kunnen inzamelen.’’ Achteraf heb ik enkele dozen scherven geschonken aan de Zusters van het Heilig Graf in Herkenrode. Een aantal museologisch interessante stukken is geschonken aan het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof in Hasselt. Tenslotte zijn weer enkele geschonken aan de heer Wim Van ishout, voorzitter van de vzw Herkenrode.


VIII. Geraadpleegde werken CALUWAERTS, G., Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen. Historiek van straten, pleinen, gebouwen en huizen zoals opgetekend door Jan Juliaan M elchior (1848-1920), Deurne-Hasselt, 1989. CALUWAERTS, G., Kroniek van Hasselt - Joannes Mantelius, teksten historische toelichting DEQUEKER, L., H et Sacrament van M irakel - Jodenhaat in de Middeleeuwen, Leuven, 2000 DUERLO, L. e.a., A lbrechten Isabella 1598-1621; catalogus Koninklijke Musea voor Kunsten Geschiedenis-K.U. Leuven, 1998 GRAUWELS, J., Kroniek van Hasselt (1078-1914) - Grepen uit het dagelijkse leven, 1982 VRIENDEN VAN HET STADMUSEUM vzw, Herkenrode 800jaar, Hasselt, 1982 JONGHEN, Marianum Hasletum, heruitgave 2003 VAN DE KONIJNENBURG, R., Herkenrode, oord van herbronning - Deel II, Herkenrode archeologische site, Hasselt, 1986 S.n., Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, Brussel, 1965, Lummen 148 (exp. U16) (3), Lummen 148 (exp. U16) (4), Haelen 149 (exp. S16) (2) MOONS, J ., De Herkenrodeabdij en haar domein op het einde van het ancien rĂŠgime, uit Limburg - Het oude land van Loon, extranummer 1, Hasselt, 2001 MOONS, J., Kunst in de Kijker, nr. 23, Hasselt, 1993 PAQUAY, A., De historie van het Heilig Sacrament van M irakel van Herkenrode door Mathias Pauli (1620) - M et eenige aanteekeningen, Hasselt, 1904 STEMBERGER, G., De bijbel en het christendom - Deel I: Het vroegste christendom, Haarlem (NL), 1978 STEMBERGER, G., De bijbel en het christendom - Deel II: De bloeitijd van de Middeleeuwen, Haarlem (NL), 1979 VAN LAERE, R., H et interieur van de abdijkerk van Herkenrode, uit Limburg - H et oude land van Loon, Hasselt, 1982 VERMEULEN, J., Hasselt, de Sint-Quintinuskathedraal, Hasselt, 1990 BAERTEN, S., Ensemble van schilderijen afkom stig van de abdijkerk van Herkenrode, 1990



tekst:

Roger MAES

foto’s:

Stedelijke Fotodienst / Roger Maes

copyright:

Stedelijk Museum Steilingwerff-Waerden hof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 flw H H H I 1

In dezelfde reeks verschenen: 1991 :

1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895

en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer 'De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij ‘Week-end’, L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markt’, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 : 11. Schilderij 'De Grote

Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt,

19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij 'Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij ‘O.-L.-Vrouw met Kind’, Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 : 22.

Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen "Den Soeten

Naeme Jezus", 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of "monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld "Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1 9 9 4 : 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache 'De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent O .-L-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho "Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor "Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, K erm t 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 : 42.

Gevelplaat ‘Veloce-Club hasseltois ‘Utile * Duld’ - 2 mai 1892'; 43. Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans,

1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij "Ijze l en mist” , Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen "Hasseltse water-molens, 1893/94”, Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto ‘ Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1 9 9 6 : 52. Olieverfschilderij “Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt” , 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G Vaesen (1768-1864), 1819, M.G. Tieleman; 54. Vaandel "Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920”, Hasselt; 55. Groepsportret "Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren; zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij “Blauw Tafereel”, Pierre Cox (1915-1974).

1997 : 62.

Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ & ‘Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Hom o Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld ‘0.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 : 72. ‘Panorama van Hasselt1, Steven Wilsens (°1937); 73.

Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader

v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & 'Hasseltse speculaas’; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij “Herfst - kasteel Henegauw”, 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst “Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918", nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij "Veldslag in een korenveld”, 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 : 81.

Litho’s H asselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd

in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céram iques D écoratives de H asselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaum e Stellingwerff (1841-1923); 88. Register “Co(e)mans”, handschrift, 1611; 89. Standaard voor de “Maatschappij Minerva”, 1871, W; Geefs (?) & G Guffens.

2 0 0 0 : 90. Schilderij "P o rtre t van Dr. L W ille m f (1822-1907), -1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. M aquette tw eedekker Farm an Type III, 1986; 92. Zespuntige ‘ Ster" van de Roode Roos, 1627; 93. Litho " G ezicht op de Leopoldplaatd', ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. "Analem m atische zo nn ew ijze f in de museumtuin, 2000; 95. P ortret van R idder G uillaum e de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel ‘ P ortret van m evrouw Leynen (1842-1920T, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel ‘ Iris s e rf, ca. 18961905. 98. Banier "S ociété Royale de M usique e t de Rhétorique", 1858.

2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij ’ Stadspanoram a van H a sse ir, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken Tabakskarot", 102. Karikatuurtekeningen ‘ 10 H asseltse figuren", Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeèn 11" Linieregiment: “Coupe du R oi A lb e rt" & ‘Coupe P rince Léopold" (2); 104. Affiche ‘ V ille de Hasselt, 1882, program m e des fêtes q u i auront lie u à l’occasion de la kerm esse...’ , 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-) 790), Hasselt; 106. Schilderij ‘ O verhandiging van h et vrijheidscharter door G ra al A rnold IV van Loon aan de stad H a sse lt, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche ‘ KEMPO - bronnen en lim onaden". Druk. E. Roose, Hasselt.

2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over "H e t Sacram ent van M irakel van Herkenrodë’, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: ■ Twee eeuwen, twee w e re ld erf; 110. Restauratieverslag "R ederijkerskraag De Roode R o o f; 111. Keramische vaas ‘ Ros B eiaard en de V ie r H eem skindererf, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céram iques D écoratives de H asselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel Tuin m et vrouw", 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003 :

117. Sculptuur ’lca ru d , Robert Vandereycken (” 1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 lu xe p a rtitm n , Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche

“Langem ansbier", P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de H erkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘E xlib ris fam ilie Weytensi-, 122. Schilderij 'G ordon-B ennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen ‘G eboortehuid & 'G ezicht op Rom boutstoren van M echelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken 'In S int-Lam bertud, 1801; 2 0 0 4 : 126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘G rote C apuclenenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent ‘G ezicht op de Boulevard m et lin ks de gevangenis', Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17' eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, H asselt 1904, Leo J aminé (1854-1921).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.