KIK 133. Gedenkpenning ‘150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt’, Luc Verlee (°1939), 1994

Page 1

GEDENKPENNING ‘150 JAAR KONINKLIJK ATHENEUM HASSELT’

Luc Verlee (°1939); brons; diam eter 7 cm. inv. nr. 1994.0209.00 Schenking vzw Stedelijk M useum Stellingwerff-W aerdenhof, 1994



1. De medaille De voorzijde van de medaille geeft een stukje historie weer: gebouwen van een verschillende tijd en oorsprong werden bijeengebracht in een originele creatie. In werkelijkheid hebben de gebouwen er nooit zo uitgezien. De barokke gevel van de kerk van de paters kapucijnen is door de medailleur in zijn volle 17de-eeuwse glorie hersteld. In de noordelijke zijgevel van deze kerk, die op de speelplaats uitgeeft, werden de in de vorige eeuw verbouwde vensters en de deur ongemoeid gelaten, omdat een reconstructie ervan te gewaagd leek, bij gebrek aan voldoende historische bronnen. Ook de dubbele schoolingang langs de Capucienenstraat blijft op de medaille in zijn 19de-eeuwse vorm bewaard, met uitzondering van de metalen deuren, die dateren van na de tweede wereldoorlog. Rechts van de kloosterkerk staat nog een restant van het vroegere pandhof van het convent. Het is een classicistisch verbouwde lijstgevel van drie traveeën, gebruikt als refter voor de leraars tot aan de afbraak in 1978. Het geveltje wordt rechtgehouden door een recente steunbeer. Op de achtergrond doemt een gevel van het Sint-Jozefscollege op. De kunstenaar heeft, naaf eigen zeggen, dit monument “pour les besoins de la cause” enigszins verschoven om de situering van de verdwenen gebouwen ten opzichte van dit nog bestaande complex te verduidelijken. In de rand staan de jaartallen 1844-1994. Op de achterzijde van de medaille zien we het huidige gebouw van het atheneum uit 1980 langs de Capucienenstraat, met ervoor twee kinderhoofdjes in profiel. Daaronder de handtekening van de medailleur, Luc Verlee; de datum, ’94 en het randschrift “Koninklijk Atheneum Hasselt”.

2. Luc Verlee Beeldhouwer-medailleur Luc Verlee werd geboren in het Oost-Vlaamse Zele op 4 april 1939. Hij volgde sierkunst en keramiek aan Sint-Lucas in Gent en keramiek en beeldhouwen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Daar was hij een leerling van Mark Macken die hem introduceerde in de medaillekunst. Als jonge kunstenaar won hij in 1959 de Van Leriusprijs voor beeldhouwkunst en kreeg hij in 1961 een eervolle vermelding in de wedstrijd “Jonge Belgische Beeldhouwkunst” . In 1962 ontwierp hij zijn eerste medaille: een opdracht van de Antwerpse schoolkolonie Kindervreugd in Sint-ldesbald. In dat jaar nam hij ook deel aan de groepstentoonstelling “Atelier” in het GalloRomeins museum van Tongeren, in 1967 was beeldhouw w erk van hem te zien op de groepstentoonstelling “Facetten van de niet-figuratieve kunst” in Hasselt en Gent. Er volgden tentoonstellingen in Brussel, Praag, Florence en Stockholm.


Hij kreeg talrijke opdrachten van o.m. de stad Antwerpen en hij ontwierp de monumentale versieringen in de trouwzaal van het gemeentehuis van Brasschaat. In Limburg is beeldhouwwerk van hem te zien op een paar onverwachte plaatsen: het grafmonument aan het Salvatorziekenhuis in Hasselt (1972) en de “nieuwe” waterspuwer aan de Hasseltse kathedraal, langs de kant van de Fruitmarkt (1980). Op het kerkhof van Tongeren ontwierp hij het grafmonument voor dr. Walpot (1982). Als medailleur maakte hij een bekende reeks over Antwerpen, o.m. tijdens het Rubensjaar in 1977. In 1970 werd hij aangesteld als leraar beeldhouwen en medailleren aan het PHIKO in Hasselt. Werk van hem bevindt zich in museumcollecties in Brussel, Helsinki, Wroclaw, Madrid en in Tongeren en Hasselt.

3. De gebouwen van het atheneum en het college Het koninklijk atheneum van Hasselt werd opgericht in 1844 als opvolger van het stadscollege. De gebouwen waarin het atheneum onderdak vond, hadden toen al een turbulente geschiedenis achter de rug. Ze liggen op een plaats die in de Middeleeuwen het Inghelandt of Engeland heette, een vrij groot stuk onbebouwd land in de zuidoostelijke hoek van de stad, binnen de wallen. Het diende vooral voor het telen van groenten en fruit. In de 17de eeuw was het gedeeltelijk eigendom van de heren van Mombeek die hun winterverblijf in het Waerdenhof hadden. De paters kapucijnen, die zich in 1616 in Hasselt vestigden, hadden eerst geen aangepast onderkomen. Op 3 mei 1619 konden ze dan toch hun intrek nemen in een eenvoudig klooster, gebouwd in een boomgaard in het Inghelandt die Agnes de Wolfart, de weduwe van Godfried van Mombeek, hen had geschonken.

“Het clooster is op hun manier gebauwt, cleyn en eng maer sy hebben een schoenen hof tot aen de vesten.” In 1623 werd de eerste steen gelegd van een barok kloosterkerkje.

Tekening door Steven Wilsens


Na de afschaffing van de kloosterorden werden de paters op 25 februari 1797 gedwongen hun klooster te verlaten. Eerst werden Franse garnizoensoldaten ondergebracht in de verlaten gebouwen, maar toen die de inboedel begonnen te plunderen, liet het stadsbestuur de gebouwen verzegelen! Een jaar later werden de gebouwen voor 95.000 frank verkocht aan de brandewijnstoker Gérard Thoelen en aan de belastingontvanger Charles Payan. In 1803 kocht de stad een deel van de gebouwen terug om er, op aandringen van de Fransen, een “école sécondaire” te vestigen. Hasselt kende op dat ogenblik geen enkele instelling voor m iddelbaar onderwijs. Na de nodige verbouwingswerken, die duurden tot 1808, werden de poorten van de school voor de leerlingen geopend. In 1810 veranderde de naam van de school in “stadscollege”. Het aantal leerlingen schommelde tussen 9 en 33, verdeeld over drie klaslokalen. Vanaf 1834 nam de schoolbevolking van jaar tot jaar toe. De stad kon de zware lasten voor het onderhoud van de gebouwen en het betalen van de leraars niet meer dragen en vroeg aan de staat om de school over te nemen. Op 29 juni 1844 veranderde het stadscollege in een koninklijk atheneum. Ook de gebouwen ondergingen in de volgende jaren grote wijzigingen. Door de aanleg van de boulevard op de plaats van de oude wallen, vanaf 1846, kwam er plaats vrij voor een nieuw gebouw met de voorgevel naar de buitenkant van de stad gericht. Dit gebouw in strenge neoclassicistische stijl, met een mooie voortuin, werd in 1865 in gebruik genomen. Het was een ontwerp van de architecten Spaak en Gérard. Het nieuwe atheneum werd gebouwd op kosten van de stad, die hiervoor een lening van 117.500 frank afsloot. De rentelast op deze lening dwong het liberale stadsbestuur tot een belastingverhoging, wat één van de redenen was voor de liberale nederlagen in Hasselt bij de verkiezingen van 1866 en 1868. Het atheneum verzorgde intussen wél tot ieders tevredenheid, ook van de katholieken, het middelbaar onderwijs in de stad. Dat bleef zo tot de liberale onderwijswet Van Humbeeck in 1879 een hevige schoolstrijd deed losbarsten. De wet voerde verplicht en gratis onderwijs in voor iedereen, maar onder controle van de staat en zonder godsdienstlessen. De wet onttrok de scholen aan de gemeentelijke overheid die voor het grootste deel -en vooral op het platteland- katholiek was. Elke gemeente moest minstens één officiële school hebben en de gemeentebesturen mochten geen vrije (lees: katholieke) scholen steunen. Dit lokte een hevige reactie uit in katholieke kringen. In Limburg bestonden er op dat ogenblik slechts vier katholieke instellingen voor middelbaar onderwijs voor jongens: de colleges van Beringen, Peer en Bree en het Klein Seminarie van Sint-Truiden. Meisjes konden terecht in instituten van de Ursulinen in Maaseik, Hamont, Wellen, Sint-Truiden, Diepenbeek en Herk-de-Stad. Met steun van de Luikse bisschop Doutreloux en onder impuls van advocaat Jules Nagels stichtte een aantal vooraanstaande Hasseltse katholieken een comité voor de bouw van een college in Hasselt. O.m. gedeputeerde Adrien de Corswarem en notaris Isidoor Goetsbloets maakten er ook deel van uit. Deken Schoolmeesters kocht, samen met de families Palmers en Briers een stuk grond langs de nieuwe “Boulevard de l’Athénée”. Het nodige geld voor het gebouw werd door vele anonieme weldoeners samengebracht. Architect Léon Jaminé, een vriend van bisschop Doutreloux, ontwierp een imposant neogotisch gebouw waarvan op 11 september 1881 de eerste steen werd gelegd. De optocht die bij deze gelegenheid, na een pontificale hoogmis, naar de bouwwerf trok groeide uit tot een politieke manifestatie van de katholieken tegen het liberale bestuur van de stad en de provincie. 1046 leerlingen van katholieke scholen gevolgd door de leden van het comité en de treffelijkste personen der provincie namen er aan deel. De werf was feestelijk versierd en de bisschop werd verwelkomd met kanonschoten. In september 1882 werd “de mei gestoken” en een maand later konden de eerste 160 leerlingen er hun intrek nemen.


COLLEGE SAINT-JOSEPH HA B S E LT

Het schoolgeld bedroeg toen het maandloon van een arbeider, zodat de school in haar beginperiode, bij gebrek aan overheidssubsidies en allicht niet helemaal gewild, een elitair karakter meekreeg. De schoolgebouwen van het atheneum en het college zijn intussen talloze malen verbouwd en aangepast aan de moderne behoeften van het onderwijs. Beide instellingen breidden uit langs hun achterkant. Het college ging vooral richting Stadsomvaart en het atheneum keerde met een nieuw gebouw in 1982 terug naar de inmiddels ook gesaneerde Capucienenstraat.


4. Medaillekunst De 15d6-eeuwse Italiaanse beeldhouwer Pisanello wordt algemeen beschouwd als de vader van de moderne medaillekunst. Hij vond zijn inspiratie in antieke munten en ontwierp de eerste schijfvormige, dubbelzijdige sculpturen die medailles werden genoemd. Tot het begin van de 20s,e eeuw werden de meeste medailles volgens een vast patroon gemaakt dat we nu nog terugvinden op muntstukken. Aan de voorkant een portret van een persoon met zijn of haar naam en titel in de rand, aan de achterkant een motief dat verwijst naar de bezigheden of de status van de persoon op de voorzijde. De voorbije eeuw kregen de artistieke medailles meer en meer allegorische of puur artistieke uitbeeldingen op beide zijden. Er werden ook medailles gemaakt met enkel tekst, of medailles met slechts één bewerkte zijde. De meeste medailles worden tegenwoordig gemaakt in opdracht, ter herdenking van een persoon of een gebeurtenis of als ereteken als beloning voor allerlei prestaties. Het gamma gaat van kitscherige massaproductie in nepmetaal tot prachtige kunstwerken in edelmetaal, van decoraties voor oud-strijders of voor “moed en zelfopoffering” tot hondenpenningen en beloningen voor sportprestaties. Een mooi voorbeeld zijn de Olympische medailles: telkens een origineel artistiek ontwerp in een zeer beperkte oplage en in de drie metalen die bij medailleurs het populairst zijn: brons, zilver en goud. In de kunstwereld zijn medailles meer gegeerd dan men vaak op het eerste gezicht zou denken. Veel bekende beeldhouwers en graveurs hebben medailles ontworpen die in beperkte oplage hun weg naar de kunstliefhebbers vonden. Medailles vormen als het ware een draagbare kunstvorm. Er bestaan over de hele wereld verbazend veel verzamelaarsverenigingen, productiehuizen, tijdschriften, handelaars, veilingen, graveurs en ontwerpers. Elk museum heeft wel een collectie medailles in huis. De grootste collectie in medailles of penningen van Vlaanderen is het in 1985 opgerichte munt- en penningkabinet in Tongeren.

Bronnen: J. GRAUWELS, Kroniek van Hasselt (1078-1914), Hasselt 1982. L. VANDAMME, Luc Verlee 25jaarmedailleur, Hasselt 1988. G. VERBEEK, Sint-Jozefscollege Hasselt 1882-1982, Hasselt, 1982. 150 ja a r Stijl. 1844-1994. Koninklijk Atheneum Hasselt, Hasselt, 1994. De groene boulevard. Een promenade langs 700ja a r Hasselt, Antwerpen 2004. www.artmedal.be


foto’s:

Stedelijke Fotodienst

copyright:

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 e-m ail: stellingw erffw aerdenhof@ hasselt.be

In dezelfde reeks verschenen: 1991:

1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895

en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer ‘De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij ‘Week-end’, L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markt’, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992:

11. Schilderij ‘De Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent O.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt,

19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucharius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos', Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. 'reukappel'Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij 'O.-L.-Vrouw met Kind’, Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993: 22.

Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen “Den Soeten

Naeme Jezus” , 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of "monstrans van Herkenrode”, Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld "Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994: 32.

Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes', ca. 1890, Paul Marie

Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent O.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de H istoria Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho "Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor "Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel 'Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995: 42.

Gevelplaat “Veloce-Club hasseltois ‘Utile * Dulci' - 2 mai 1892'; 43. Olieverfportret van Amoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans,

1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij “Ijz e l en mist” , Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen “Hasseltse water-molens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto “Jongeman met badmuts”, gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996: 52. Olieverfschilderij “Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt",

1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G. Vaesen (1768-1864), 1819, M.G

Tieleman; 54. Vaandel “Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920”, Hasselt; 55. Groepsportret “Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren; zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij “Blauw Tafereel", Pierre Cox (1915-1974).

1997: 62.

Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Pauie Nolens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ 8 'Portret van mijn zoon José', Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld ‘0.-L.-Vrouw met Kind', 1530-1540, Meester van Oostham.

1998: 72. ‘Panorama van Hasselt1, Steven Wilsens (” 1937); 73. Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken 8 ‘Hasseltse speculaas'; 76. Wandtapijt "Euskadl: balladen en legenden', 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij "Herfst - kasteel Henegauw", 1946, Paul Hermans (1898-1972); 76. Prehistorische polijststeen. Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst 'Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918", nl. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-7); 80. Schilderij "Veldslag in een korenveld", 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884). 1999: 81.

Litho's H asselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd

in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.l200); 85. Céram iques Décoratives de H asselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register “Co(e)mans”. handschrift, 1611; 89. Standaard voor de “Maatschappij Minerva", 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000:

90. Schilderij "P ortret van Dr. L. W illem ? (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. M aquette tw eedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige 'S teT

van de Roode Roos, 1627; 93. Litho "G ezicht op de Leopoldplaats". ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. ‘ Analem m atische zonnew ijzer in de museumtuin, 2000; 95. P ortret van R idder G uillaum e de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel "P ortret van m evrouw Leynen (1 8 42 19 2 0)', 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken slerschotel 'Irissen?, ca. 18961905. 98. Banier “Société Royale de M usique e t de R h é to riq u f, 1858. 2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij ‘Stadspanoram a van H asselt", 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uilhangteken ‘Tabakskarot', 102. Karikatuurtekeningen 1 0 H asseltse fig uren ', Stel Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeên 11" Liniereglment: ‘Coupe du R ol A lben" 8 ‘ Coupe P rince Léopold? (2); 104. Affiche ‘ V ille de Hasselt. 1882, program m e des fêtes q ui auront lie u à l'occasion de la kerm esse...’ , 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustlnus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij ‘ O verhandiging van h e t vrijheldscharter door G raaf A rnold IV van Loon aan de stad H a sseir, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche ‘ KEMPO - bronnen en lim onaden", Druk. E. Roose, Hasselt.

2002: 108. Zes wandkleden over 'H e t Sacm m ent van M irakel van Herkenrode’, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: *

Twee

eeuwen, twee w erelderf; 110. Restauratieverslag ‘ R ederijkerskraag De Roode Roos?: 111. Keramische vaas ‘ R os B eiaard en de V ier Heemskinderen?, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céram iques Décoratives de H asselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel Tuin m et vrouw*, 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen f900’; 116. Schilderij ‘Vlaggen', Jac. Leduc (T921);

2003:

117. Sculptuur ‘Icarud, Robert Vandereycken (” 1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche

“Langemansbler” , P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majoücategels; 121. kopergravure ‘E xlib ris fam ilie Weytens'; 122. Schilderij ‘G ordon-B ennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-7), lino's en litho's; 124. Schilderijen ‘G eboortehui? 4 ‘G ezicht op Rom boutstoren van M echelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken 'In S int-Lam bertu?, 1801;

2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘G rote C apucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent 'G ezicht op de

B oulevard m et lin ks de gevangenis', Charles Jooseph Hoolans (1814-7); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17" eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambiek afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.